arch/ive/ief (2000 - 2005)

Zimbabwe na de verkiezingen
by Leo Zeilig en Peter Dwyer Wednesday July 03, 2002 at 02:16 PM
imavo.vmt@ping.be Kazernestraat 33, 1000 Brussel

Dit artikel, dat verscheen in het juninummer van het Vlaams Marxistisch Tijdschrift, werd geschreven door Leo Zeilig, o.a. actief bij de coördinatie van IMC-Zimbabwe en redacteur van het boek 'Class struggle and resistance in Africa' en door Peter Dwyer, onderzoeker van de universiteit van East-Anglia en specialist in de vakbonden in Zuidelijk Afrika.

Wat is het werkelijke verhaal achter de crisis in Zimbabwe? Wat is de situatie voor de oppositie na de verkiezingen? Dit artikel tracht de omstandigheden in Zimbabwe na de verkiezingen te onderzoeken, waarbij we ons concentreren op de voornaamste oppositie en de vooruitzichten voor een radicale sociale verandering.

Na de verkiezing is Zimbabwe een vreemde mengeling van depressie, desoriëntatie en sprakeloze woede. Daarbij stelt zich voor socialisten de vraag welke van deze ‘stemmingen' zal overheersen. Er is een tegenstrijdig verlangen naar actie, met de hoop dat iemand anders ze zal beginnen. De aanwezigheid van het leger in verschillende gebieden ‘verzekerde' na de verkiezing een onbehaaglijke vrede. Onmiddellijk nadat de verkiezingsresultaten waren aangekondigd, kwam een honderdtal activisten samen aan het MDC-hoofdkwartier in Harare. Iemand zei: "Men vroeg zich af wat we vervolgens zouden doen, omdat we niet zeker waren of we in opstand zouden komen. We waren niet zeker wat te doen, maar we waren woedend. Ik pleitte om in opstand te komen." Binnen enkele minuten arriveerde de politie waardoor een groot aantal mensen uit de menigte begon weg te lopen; onmiddellijk schreeuwden anderen: "Loop niet weg, we zijn geen dieven!" De angst voor onderdrukking en geweld gaat gepaard met het sprakeloze verlangen om te blijven en te vechten. Deze dubbelzinnigheid zal waarschijnlijk het patroon van de gebeurtenissen voor de komende maanden bepalen.

De regering heeft een wetgeving doorgedreven die George Bush's ‘oorlog tegen het terrorisme' nabootst, waardoor het onmogelijk wordt om zich te verzetten tegen de regering. De Public Order and Security Act stelt de doodstraf in voor daden van "oproer, banditisme, sabotage en terrorisme". De legerchef, generaal Vitalis Zvinavashe, stelde dat ze een regering die geleid wordt door iemand die niet een veteraan van de onafhankelijkheidsoorlog is, zullen weigeren te erkennen. Terzelfder tijd is de ‘internationale gemeenschap', die geleid wordt door Groot-Brittannië, virtueel hysterisch. Politici van New Labour spreken over Mugabe als over een gek op de dool, over een crisis die "aangedreven wordt door een meedogenloze campagne van één persoon" en over Zimbabwe als een symbool voor de herordening van Afrika. Zij spreken over het belang van het waarborgen van een harmonie tussen zwart en blank in een democratisch Zimbabwe; de minister van buitenlandse zaken Jack Straw houdt vol dat het ‘onze' verantwoordelijkheid is om "een groot continent niet ten onder te laten gaan". Er is weinig keuze tussen het geweld en de repressie van een stervend regime en de hypocrisie en koloniale moraliteit van New Labour.

Enige tijd geleden schreven kranten over ‘anarchie' in Zimbabwe, de koppen verkondigen het Geheim plan om alle blanken gerechtelijk uit hun eigendom te ontzetten en Wetteloos Zimbabwe ‘glijdt weg in de anarchie'. Terzelfder tijd werd Mugabe, die eens gelukkig was om het beleid van het IMF en de Wereldbank uit te voeren, veranderd in de verachte tiran van het continent, een ‘monster' dat besloten had om de ‘wreedheid van het gepeupel' los te laten tegen de zich aan de wet houdende (blanke) Zimbabwanen. Maar praktisch al de recente verslaggeving ziet de crisis vanuit het standpunt van de verwoesting van de blanke landbouwers in Zimbabwe, en van hysterische oorlogsveteranen en ‘gepeupel' dat als dol tekeergaat in de hoofdstad Harare. Zelfs ter linkerzijde zien sommigen waarheid in Mugabe als de nieuwe leider van het gevecht tegen het imperialisme en de globalisering. Betogers buiten de antiracismeconferentie in Durban, Zuid-Afrika, droegen T-shirts voorzien van de woorden: "Mugabe heeft gelijk! Leg beslag op het land."

‘Land, vrede en brood'

De Zimbabwaanse economie wankelt op de rand van een totale ineenstorting. Gedurende de laatste twee jaar zijn honderden bedrijven gesloten. In 2000 werden er meer dan 400 gedwongen te sluiten. De oproepen om naar de markt ‘terug te keren' zijn binnen de zakenwereld bijna oorverdovend. De econoom Eric Bloch stelde in The Financial Gazette: "In het zuiden van het land beweerde de Kamer van Nijverheid van Matebeleland dat zoveel als de helft van haar leden tegen de maand mei zullen sluiten tenzij de economie verbetert. Dit is het equivalent van tweehonderd bedrijven en meer dan 10.000 jobs. Tenzij mettertijd het land realistische economische beleidsmaatregelen begint uit te voeren zoals de devaluatie van de dollar, het opheffen van de prijscontroles, het onder controle houden van de inflatie en het herstellen van de wettelijke regeling, zal het gehele opbloeien en aftakelen blijven voortduren."

Er is een massaal tekort aan vreemde valuta, ‘forex'. De Zimbabwe-dollar wordt nu geruild aan 55 $ tegen 1 US$ op de officiële markt en meer dan 300 $ op de parallelle markt. Bovenop deze catastrofe is er nog een andere. Het land wordt geconfronteerd met een aanzienlijke buitenlandse schuldenlast. Die beloopt nu 700 miljoen US$ met een achterstallige schuld van 1 miljard US$.

Mugabe introduceerde zes maanden geleden prijscontroles in een poging om verhogingen van een aantal vitale consumptieproducten tegen te houden. Het werd verkocht als een populaire maatregel, maar in werkelijkheid was het een poging door het regime om een grote voedselcrisis voor de verkiezingen teniet te doen. Toen waarschuwde de Confederation of Zimbabwe Industries dat deze maatregelen zou resulteren in voedseltekorten. De massa mensen die uren en in vele gevallen dagen hebben gewacht om te kunnen stemmen, zijn vervangen door aanzienlijke voedselrijen, daar de Zimbabwanen trachten maïsmeel, het nationaal voedselproduct, aan te schaffen. Vaak is dit hoofdproduct enkel beschikbaar op de zwarte of de parallelle markt tegen drie of vier maal de officiële prijs.

Volgens het United Nations Development Programme heeft Zimbabwe tenminste 83 miljoen US$ nodig om de hongerdood van meer dan 600.000 mensen te voorkomen. Het UNDP beweert: "Er zijn 600.000 mensen in verschrikkelijke nood. Deze vormen het laagste segment en hebben onmiddellijke bijstand nodig." Er is een verdere politieke dimensie aan de crisis. Volgens The Daily News hebben aanhangers van het Zanu-PF "de uitvoering verhinderd van het distribueren van maïs vanuit de Grain Marketting Board (GMB) naar de rurale gebieden." In de praktijk betekent dit dat vrachtladingen maïs van het GMB werden opgeëist door de Zanu-PF-aanhangers, die dan toezicht houden op de distributie door dorpshoofden en -chefs. De crisis werd verergerd door de mislukking van de regering om zich hierop voor te bereiden. De in brede kringen geminachte minister van land, landbouw en rurale hervestiging, Joseph Made, weigerde het tekort te erkennen ondanks waarschuwingen voor het tegenovergestelde.

Mugabe verzekerde in zijn inauguratierede de zakenwereld dat hij zou terugkeren naar ‘fiscale stabiliteit' (iets dat genegeerd of niet uitgespeeld werd door de Westerse media en zelfs door de linksen die Mugabe's anti-imperialisme blijven ondersteunen). Hij beweerde ook dat het land zou terugkeren naar het Millennium Economic Recovery Programme (MERP), wat een binnenlandse versie is van de structurele aanpassing die door de Wereldbank en het IMF wordt bepleit. Afgaande op deze opmerkingen verwachtte men dat hij het vertrouwen van de zakenwereld zou herstellen door enkele van de prijscontroles op te heffen. De laatste weken is de prijs van de basisgoederen gestegen. Kort openbaar vervoer per minibus in Harare is gestegen van 35$ tot 70$ per reis. De prijs van een brood is gestegen van 48$ tot 60$, een stijging met 25%. Dit heeft aanzienlijke politieke risico's.

De zakenwereld behoorde tot de eerste die Mugabe's oproep voor ‘eenheid en verzoening' beantwoorden, dit tot verrassing van de MDC, die deze gemeenschap als hun aanhang beschouwde. Zakenmensen faalden in het ondersteunen van protesten of politieke actie. Eerder dan het volgen van Tsvangeria's oproep voor de niet-erkenning van de regering, hebben economen gesmeekt om de prijscontrole in te trekken en de ‘fiscale discipline' uit te voeren zoals door Mugabe werd beloofd. Het verzuimen door de zakenwereld om weg te blijven, waarvoor door de Zimbabwe Congress of Trade Unions (ZCTU) was opgeroepen, getuigt van deze trends. De Employers Confederation of Zimbabwe, de Business Leaders Forums, de Confederation of Zimbabwe Industries en de Commercial Farmers Union hebben allemaal plechtig beloofd om "de communicatie met de regering te verbeteren".

Er is natuurlijk een regionaal element in de crisis. Zimbabwe's instorting heeft zuidelijk Afrika ernstig beschadigd. Het wekelijkse nieuwsblad The Financial Gazette schrijft dat buitenlandse investeerders de regio ontvlucht zijn; daarmee veroorzaakten ze mede het verlies door de Zuid-Afrikaanse rand van 18 % van zijn waarde sinds 2000. In april 2000 alleen ondervond de Zuid-Afrikaanse obligatiemarkt een wegvloeien van 1,8 miljard rand (263 miljoen US$). Voor de Zuid-Afrikaanse regering is Zimbabwe een groot obstakel. Zo beginnen we de reden te zien achter Mbeki's verachtelijke steun aan Mugabe's gestolen verkiezingen.

Geweld bij verkiezingen

Gedurende twee jaar waren Zimbabwanen onderworpen aan uitgebreide intimidatie, die bedoeld was om de presidentiële verkiezing van in het begin vast te leggen. Maar zelfs deze intimidatie was niet voldoende. Om de overwinning van de Zanu-PF te verzekeren, moest de stemming naar de hand gezet worden. Het Zimbabwe Election Support Network – een NGO die de misdaden tegen de mensenrechten optekent – noteerde verschillende grote voorbeelden van ‘manipulatie': het controleren van de educatie voor de stemmers door de Electoral Supervisory Commision; het niet toelaten van het stemmen per post; het terzelfder tijd houden van de verkiezingen voor de burgemeester, de raad en de president; het beperken van de stembureaus in de stedelijke gebieden en de totale mobilisering van de massamedia door de regerende partij.

Geweld is echter een gemeenschappelijk kenmerk van het verkiezingsproces in Zimbabwe. In 1985, bijvoorbeeld, noteerde een rapport dat vóór en na de verkiezing geweld voorkwam in verschillende gebieden van het land. Het rapport beklemtoonde dat "duizenden dakloos en gewond achtergelaten werden, en ... de regering aanzette tot dolle uitbarstingen die ‘enkele tientallen' waaronder twee zwangere vrouwen, dood achterlieten." Elke volgende verkiezing was gekenmerkt door de intimidatie van oppositiekandidaten en de vervolging van ‘oppositionisten'. Zelfs in 1995 was de verkiezing gekenmerkt door geweld, ook al was er geen serieuze oppositiepartij.

Brutaliteit is het hoofdkenmerk van Mugabe's regering sinds de onafhankelijkheid. Gedurende twintig jaar heeft Zanu-PF meedogenloos elke oppositie onderdrukt. In de jaren 80 van de vorige eeuw heeft het regime, door gebruik te maken van de Rhodesische wetten en praktijken, de oppositiepartij Zapu verpletterd. Dit resulteerde in de dood van duizenden. Het is de continuïteit en niet de breuk met de koloniale regering dat Mugabe's Zimbabwe kenmerkt.

Een mislukte strategie

De bewering dat de verkiezingen ‘vrij en eerlijk' waren, wordt op spot ontvangen door de meeste mensen. Er moet hoe dan ook meer worden over gezegd. De staatsrepressie die begon onmiddellijk na het referendum over constitutionele verandering in februari 2000, bleef de politieke scène in Zimbabwe domineren. De oppositie, de Movement for Democratic Change (MDC), slaagde er niet in deze trends te counteren. Verschillenden redeneerden dat men Labour Brigades of ondergrondse groepen had moeten oprichten die weerstand hadden kunnen bieden aan Mugabe's mobilisering van de ‘jeugdmilities'. De partij antwoordde ook niet op de vragen van de arbeiders die herhaaldelijk op Labour Forums stelden: "We willen in onze plattelandsgebieden werken".

Fundamenteel mislukte de MDC in de aanpak van de landkwestie, die leidde tot de absurde situatie waarin de partij binnen de verkiezing een strijd voerde met een beleid voor landherverdeling dat tot de rechterzijde van de heersende partij behoorde. Op de vraag wat de MDC de boerenstand aanbood, antwoordden vele Zimbabwanen: niets. De waarschuwingen waren luid en duidelijk. Na de nederlaag van de MDC bij de tussentijdse verkiezingen in het landelijke Bikita West begin 2001, waarschuwde het uitgesproken linkse parlementslid Munyaradzi Gwisai: "Het is noodzakelijk dat de partij veel meer naar links beweegt dan tot nog toe om opnieuw aansluiting te vinden bij de basis, en dit om de presidentiële verkiezingen te winnen." Over de landkwestie bleef hij stellen: "De plattelandsgebieden en de stemmen van de plattelandsbevolking staan centraal in Mugabe's campagne. Als hij de 5 miljoen hectaren land verdeelt waarbij hij de chefs en de hoofdmannen gebruikt, met de oorlogsveteranen als hun politieofficieren, dan kan hij nu de meerderheid van de landbouwers, die de meerderheid van de kiezers vormen, aan zijn kant krijgen – en er juist doorheen slippen in 2002 ... deze strategie maakt echter giften noodzakelijk in kunstmest, zaad, hulp bij droogte enz." Hij redeneerde dat om dit te vermijden de MDC "een meer radicale positie dan Mugabe in de landkwestie zou moeten innemen" en "groepen arbeiders, jeugd, huisvrouwen en anderen in stedelijke gebieden volgens hun plattelandsafkomst zou moeten organiseren". De MDC deed het tegenovergestelde en vertrouwde, omgekeerd, op het zelfvoldane geloof dat ‘mensen veranderen'. Dit gaf Mugabe de mogelijkheid te doen wat hij had gepland: het verdelen van de armen uit de steden en het platteland.

We hoeven niet te antwoorden op de woorden van een linkse. De ‘respectabele' academicus en voorzitter van de paraplugroep van burgergroepen, Crisis in Zimbabwe, Brian Raftapolous, uitte een gelijkaardige waarschuwing in 2000: "Een van de grootste problemen waaraan de MDC het hoofd moest bieden, was ideologisch, namelijk wie we zijn, gesteld dat we zo een mengeling zijn van klassen en volkeren." Hij stelde verder: "... de MDC moet het vooruitzicht onder ogen zien van een gewelddadige presidentiële verkiezing ... de plattelandsgebieden zullen afgesloten worden voor de MDC door de Zanu-PF-jeugd die opgeleid werd onder het nationaledienstschema en gecontroleerd worden door Hunzvi's oorlogsveteranen. [Chenjerai Hunzvi was de leider van de oorlogsveteranen tot zijn dood in 2000]." Dit is exact wat er gebeurde.

Deze zelfvoldaanheid breidde zich uit tot in de verkiezingsperiode. Wanneer Tsvangerai werd gevraagd waarom hij niet meer bijeenkomsten hield, antwoordde hij: "Bijeenkomsten stemmen niet."

De verkiezingsresultaten

Ook al was er een wijdverbreide intimidatie, twee jaar geweld en de ontplooiing van milities in plattelandsgebieden, toch waren de resultaten voor de MDC een catastrofe. Ze illustreerden de mislukking om Zanu te bevechten op haar eigen domein, voornamelijk de landkwestie. Land is de sleutelkwestie in ruraal Zimbabwe – het is een hoofdkenmerk van de nationale politiek sinds de onafhankelijkheid. Na de overwinning van de Zanu-PF in de verkiezingen van 1980 was er een golf van industriële strijd, met honderden stakingen, maar er waren zelfs meer verspreide en minder gerapporteerde reeksen landbezettingen.

De regering was aan de macht gekomen na de compromissen van het Lancaster-House-akkoord, dat bemiddeld was door de Tatcherregering in Londen. Het drong erop aan dat er geen gedwongen landherverdeling zou zijn, eerder een programma van geleidelijke en ‘vrijwillige' landhervorming. Dit zou Britse geldelijke steun vergemakkelijken die echter nooit werd gematerialiseerd. Niettemin verbond de Zanu-PF er zich toe om ongeveer 300.000 gezinnen in de eerste drie jaren opnieuw te vestigen. Ze slaagden in de hervestiging van 70.000. Het grote deel ervan was het resultaat van bezettingen door het volk.

De resultaten in de recente verkiezing wijzen, ook al houdt men rekening met de repressiegolven, op een mislukking van de MDC om de landkwestie aan te pakken, en ook op een massa andere factoren waaronder hun economisch beleid van rechtse signatuur. De heersende partij vereenzelvigde het rechtse kiezerssegment met zowel het terroriseren door middel van massaal staatsgeweld als het bevoorrechten door middel van staatssteun. Repressie en ‘bevoorrechting' zijn de verschillende zijden van dezelfde medaille in de plattelandsgebieden.

Wat toont ons de verkiezing? Natuurlijk is het nodig deze cijfers sceptisch te bekijken, maar ze kunnen niet helemaal buiten rekening gehouden worden. Het aandeel van de stemmen uit de parlementsverkiezingen in 2000 steeg met 7,9% voor Zanu-PF terwijl ze met 5% daalde voor de MDC. Een van de meest opmerkenswaardige kenmerken van de verkiezing was het succes van Zanu-PF in de plattelandsgebieden die sterk met de oppositie waren verbonden. In Matabeleland, de regio die de slachting van de ‘oppositionisten' en ‘terroristen' in de jaren 80 van de vorige eeuw meemaakte, zag de MDC zijn stempercentage ineenstorten. In Matabeleland North stegen de Zanu-PF-stemmen met 13,9% en daalden de MDC-stemmen met 11%. Nog altijd moeten deze cijfers met een grote korrel zout genomen worden. De graad van intimidatie was zeer hoog, onder andere door de zorgvuldige manipulatie van deze gemeenschappen. Aan vele kiezers in Matabeleland werd verteld dat de Zanu-PF-kiezers in het weekend moesten kiezen terwijl de MDC-kiezers in de week konden kiezen wanneer de stemming beëindigd was.

Ongelofelijker is dat zelfs in de stedelijke gebieden de MDC achteruitging. Alhoewel de partij op een beslissende manier won in Harare (ondanks de uitgedunde stembureaus), viel hun aandeel in de stemmen met 1% terug, terwijl de Zanu-PF hun aandeel zag stijgen met 2,9%. Enkel in kiesdistricten waar er uitgesproken meer parlementsleden waren, werd dit patroon omgekeerd. In het arbeidersklasse-kiesdistrict van Highfield in Harare, stegen de stemmen op Munyaradzi Gwisai veelbetekenend. Terwijl in het rijke kiesdistrict van Harare East het aantal stemmen op de politieke dissident Tendai Beti – die zich graag beroemde op het hebben van de grootste concentratie aan golfbanen in Zimbabwe – ten opzichte van 2000 met 6,2% achteruitging, gingen de stemmen op Zanu-PF met 6,3% vooruit. Dit illustreert misschien de zenuwachtigheid van de zwarte middenklasse over het feit dat de blanke belangen binnen de MDC op de voorgrond treden. In de zuidelijke stad Bulawayo duikt hetzelfde beeld op. De regerende partij zag hun stemmen stijgen met 5,2% en die van de MDC daalden met 2,2%.

Geen enkele van deze cijfers mag het feit verdoezelen dat de verkiezing reeds was beslist vooraleer een enkele Zimbabwaan had gestemd. De stemmen waren niet alleen eenvoudig ‘gestolen' of ‘afgedwongen' maar ook op beslissende wijze gewonnen. De MDC slaagde er niet in zich in de landelijke gebieden te organiseren, waarbij men het overwicht van de Zanu-PF eerder aanvaardde dan contesteerde. Wanneer dit beleid in vraag werd gesteld, antwoordde de MDC opnieuw dat ‘mensen aan het veranderen zijn'.

De oppositie

De Movement for Democratic Change (MDC) is een raadsel. Sinds ze in 1999 gesticht is, is ze verschoven naar rechts. Bij haar stichtingsbijeenkomst in Harare op 11 september 1999 (waaraan 20.000 mensen deelnamen), kondigde de MDC aan dat de partij "zich concentreerde op de voortzetting van de jarenlange strijd van de werkende mensen. De MDC komt samen in een verenigd front van de werkende mensen om gemeenschappelijke doeleinden en principes na te streven die de belangen bevorderen van alle mensen uit Zimbabwe – arbeiders, boeren, werklozen, vrouwen, studenten, jeugd en gehandicapten ..." In een korte tijd nam de MDC vele beleidsmaatregelen aan die haar oorspronkelijke doeleinden tegenspraken. De partij maakte de blanken en de internationale grootindustrie het hof, zoals de in Zuid-Afrika gestationeerde academicus Patrick Bond toen schreef: " ... is het niet het geval, zoals in februari, dat de MDC royale stortingen begon te ontvangen van (blanke) inlanders en buitenlandse kapitalisten waaronder blanke boeren? Viel op dat ogenblik Zimbabwe's scheefgetrokken landverhoudingen en abominabele eigendomsrechten eenvoudig niet van de campagne-agenda van de MDC? Werd niet een vertegenwoordiger van de grootindustrie aan het hoofd gesteld van haar economisch bureau, en was zijn eerste grote toespraak niet een sterke goedkeuring van het IMF en van een grootschalige privatisering van Zimbabwe na de verkiezingen?" Vandaag vertegenwoordigt de Bridge Strategy van de partij een nieuwe opwarming van ESAP – ze bepleit massale privatisering en een terugkeer naar de ‘markt'.

Verwarring en paniek besmette de MDC na de verkiezingen. Ook zij is duidelijk gedesoriënteerd door het resultaat, daar ze een ‘aardverschuiving' verwachtte die zelfs Mugabe's manipulatie verlamd zou hebben. Zij wordt in verschillende richtingen getrokken doordat sommige leden pleiten voor massastakingen, terwijl andere leiders gefixeerd zijn op ‘internationale manoeuvres' en wettelijke appèls om hun crisis te vermijden.

De vraag die nu door de gangen van het MDC-hoofdkwartier in Harare waart, draait om één thema: Moet de partij deelnemen aan onderhandelingen of participeren in een regering van ‘nationale eenheid'? Wanneer de veel beschimpte minister voor informatie, Jonathan Moyo, werd ondervraagd over de idee van ‘nationale eenheid' met de MDC, antwoordde hij dat Zimbabwe de ‘nationale eenheid' reeds in 1987 had verworven. Hij refereerde naar het Unity Accord dat ondertekend was door Joshua Nkomo – de leider van de nationalistische oppositiekracht Zapu – en de regerende partij. De overeenkomst beëindigde de moorden door de regeringskrachten in Matabeleland, Nkomo's thuisprovincie. Moyo had het natuurlijk mis en binnen enkele dagen drong Mugabe erop aan dat ‘de natie zou samenkomen'. Een door de regering geleide ‘nationale eenheid' stond weer op de agenda en ‘gesprekken' daarover worden in mei weer hernomen.

Het debat is diepgaand gepolariseerd. Vele MDC-aanhangers staan zelfs vijandig tegenover de idee van ‘samenwerking'. De pagina's van de onafhankelijke krant The Daily News worden gevuld met brieven die de MDC waarschuwen: "Aan de MDC zeg ik: Kijk a.u.b. niet achteruit, blijf juist vechten voor de behoeftige mensen ... Ik verzoek de MDC dringend de ‘eenheid' te weigeren waarover Mugabe nu praat omdat dat het einde van de partij zal inleiden die tracht de crisis in Zimbabwe te beëindigen." Een andere brief argumenteerde in meer schrille woorden: "Als ooit Morgan Tsvangerai akkoord gaat met een regering van nationale eenheid, dan zullen we hem beschouwen als een verrader, een uitverkoper en een machtshongerig individu." Morgan zit gevangen tussen hamer en aambeeld.

De recente arrestatie van Tsvangerai brengt ons terug bij Moyo's historisch moment. Vooraleer Nkomo tekende voor ‘eenheid' met Zanu, werd hij gearresteerd en gemarteld door het regime, en werden zijn aanhangers vermoord en bijeengedreven in concentratiekampen. Uiteindelijk gaf hij toe. Vandaag wordt Nkomo heilig verklaard door het regime en wordt hij door Zanu-PF gedurende de verkiezing gebruikt en voorgesteld als ‘vader van de natie'. Wacht Tsvangerai hetzelfde lot? Enerzijds wil hij dat het geweld tegen zijn aanhangers zou stoppen, dat sinds de verkiezingen is geëscaleerd; anderzijds heeft hij getracht om het regime buiten de wet te plaatsen, waarbij hij aangemoedigd werd door de onverzoenlijkheid van de ‘internationale gemeenschap'.

Na de verkiezingen weigerde de ZCTU op te roepen tot actie door te beweren dat zij ‘hun structuren moest raadplegen'. Een bijeenkomst van de Algemene Raad van het ZCTU was beëindigd op de donderdag na de verkiezing. Zij riep een persconferentie samen waarop ze beweerde dat zij de idee van een actie ondersteunde maar weigerde een datum vast te stellen. Bijna een week na de verkiezing gaf de vakbond een gevoel van totale verwarring. Zij was perplex en aangeslagen door de resultaten: bang voor actie en bang voor inactiviteit. Ze bleef achter met de vraag naar ‘actie' maar ze riep er niet toe op. De regering gebruikte dit verzuim; herhaaldelijk beweerden de staatsmedia dat de ZCTU tot massamobilisering had opgeroepen. Een kop in The Chronicle, de regeringskrant in Bulawayo, verkondigde de vrijdag na de verkiezingen: "Massaal werkverzuim gepland".

Toen er uiteindelijk de volgende week tot een algemene staking werd opgeroepen, dachten vele mensen dat het weer een paniekverhaal was, terwijl de meesten de oproep zelfs niet ‘hoorden'. De mate van incompetentie is moeilijk te peilen: Miriam Makutuma, de plaatsvervangende voorzitter van de ZCTU, was zich zelfs niet bewust van het werkverzuim, totdat ze het op het nieuws aangekondigd hoorde. De verantwoordelijkheid voor de aankondiging van het werkverzuim werd aan de ‘civiele maatschappij' overgelaten.

Zoals te voorspellen was, faalde het werkverzuim. De beweringen door de ZCTU dat 55% van de arbeiders waren ‘weggebleven', waren gezichtsreddende overdrijvingen. De graad van mislukking groeide zodanig dat tegen vrijdag de regering zelfverzekerd genoeg was om activisten, vakbondsleiders – waaronder ZCTU-secretaris-generaal Wellington Chibebe – en studentenleiders te arresteren en af te ranselen. Het regeringsdagblad The Herald kon de zaterdag na het werkverzuim zich verkneukelen: "Het werkverzuim was ook een godsgeschenk doordat het voorzag in een barometer om de stemming van de bevolking te toetsen. Het resultaat was een klinkende goedkeuring van president Mugabe's ingrijpende aanpak van de eenheid en opbouw van de natie." Ze hield het twijfelen en weifelen vol in de weken die volgden op de verkiezing en het mislukte werkverzuim, en weigerde betogingen en militante acties voor 1 mei te ondersteunen.

Studenten hebben een traditie van radicaal protest in Zimbabwe. Zij vormden de speerpunt van de strijd voor democratische rechten in de late jaren 80. Vroegere studentenleiders zoals Munyaradzi Gwisai aan de Universiteit van Zimbabwe (UZ) organiseerden anticorruptiedemonstraties die door heel wat meer dan alleen maar studenten gesteund werden. De voorzitter van de ZCTU op dat moment, Morgan Tsvangerai, verbleef verschillende weken in de gevangenis omwille van zijn steun voor de studentenprotesten.

Vandaag zijn de studenten in verschillende groepen georganiseerd. De voornaamste is de nationale studentengroep Zimbabwe National Association of Student Unions (ZINASU). Hoewel ze gedurende een tijd een radicale reputatie had, werd ZINASU, in de woorden van een activist, beschouwd als een "leiding van salonfilosofen". In de laatste twee jaar beweerden vele studenten dat ze sterk was afgezwakt door de giften van de NGO's (en donororganisaties) die de leden van de leiding gecorrumpeerd zouden hebben. Bijgevolg werd het studentenprogramma ondergeschikt gemaakt aan de MDC en civiele organisaties zoals de National Constitutional Assembly (NCA). Zoals de studentenleider John Bomba het stelde: "We hebben een leiding nodig die met de grond van de zaak verbonden is. De huidige heeft de studenten ontwapend. Ze zijn totaal verstoken van een ideologie. Onze taak is een band te leggen tussen de gewone studenten en de leiding. Maar het belangrijkste van allemaal is dat we de studenten moeten voorzien van ‘ideeën' en we ons moeten distantiëren van het concept van de ‘lege' militant."

De vakbond laat zich niet langer in met radicale programma's. Dit leidde tot het mislukken van de klassenboycot – die de bedoeling had parallel te lopen met het ZCTU-werkverzuim. Er zijn evenwel twee recent gevormde organisaties die een radicaal potentieel hebben: de National Union of University Students (NUUS) en de Students Against Privatization (SAP). Deze organisaties hebben beide de politieke intentie en het ledenaantal om te ageren, voornamelijk in hun ‘thuis'basis Bulawayo. Het centrum van de studentenactiviteit, de Universiteit van Zimbabwe, is een bolwerk van de MDC en activisten delen dezelfde onzekerheid over de te volgen weg als de nationale organisatie.

De ervaring in Zambia

In Zambia was er in 1991 een massabeweging die leidde tot de vorming van de Movement for Multi-party Democracy. Ze ontstond vanuit de syndicale beweging en werd geleid door Frederick Chiluba, voorzitter van het Zambia Congress of Trade Unions (ZCTU). Er waren heftige discussies in april 1990 tussen Chiluba, die het centrum van de partij vertegenwoordigde, en de socialisten die beweerden dat de MMD een arbeiderspartij moest zijn, die werkte in het belang van de armen en de arbeidersklasse. Zoals Azwell Banda, een van diegenen die discussieerde met Chiluba, stelde: "In april 1990 verbleef ik dagen in het huis van Chiluba om hem te overtuigen om deel te nemen aan het stichten van een arbeidersorganisatie die in staat was de macht van Kaunda over te nemen, maar hij had andere ideeën." Binnen een zeer korte tijd kwam de partij aan de macht met de verkiezingen die in 1991 werden gehouden.

De partij ging dan verder met het introduceren van structurele aanpassingen. De syndicale beweging die de partij stichtte, was vernietigd. De hoofdfederatie splitste, honderdduizenden leden haakten af, de vakbonden waren diepgaand verdeeld, velen beschouwden samenwerking met de regering als een veiligere gok. Tegenstanders van het regime werden even meedogenloos vervolgd als ten tijde van het regime dat ze hadden vervangen. Sommige socialisten vertrokken in ballingschap; een ervan stelde: "Onze fundamentele vergissing, in de linkerzijde van de MMD, was ons niet als een hechte groep te verenigen en de arbeiders aan onze kant te verzamelen."

Er zijn overeenkomsten en verschillen met de Zimbabwaanse ervaring. Er was geen periode van ‘cohabitatie' in de regering, de MMD werd gevormd en na een relatief korte periode zette ze de partij af die sinds de onafhankelijkheid aan de macht was. In Zimbabwe groeide de MDC uit een gelijkaardige strijd en hield ze dezelfde tegenstellingen in. In de parlementsverkiezingen van 2000 werden 57 parlementsleden verkozen.

Dit heeft ongetwijfeld geresulteerd in een mate van ontgoocheling. Een gedeelte van de vakbondsactivisten staat openlijk kritisch tegenover de MDC en studenten hebben uiting gegeven aan hun kritiek – meer bepaald over het onderwijsbeleid. In november 2000 trok Tsvangerai zijn dreigement om Mugabe te vervangen onder druk in, en recent werden tijdens de februaridemonstratie socialisten gearresteerd en afgeranseld toen de ZCTU haar Peace and Stakeholders Conference samenriep, en de MDC weigerde de actie te ondersteunen.

Voor miljoenen Zimbabwanen gingen de verkiezingen van 9-11 maart het beeld wijzigen door de verwijdering van Mugabe. Dit verlangen werd verwoord door een inwoner van Harare: "Ik ben niet zozeer voor Morgan als wel tegen Mugabe."

Imperialisme: ‘Een litteken op het geweten van de wereld'

Mugabe verklaarde zijn ‘liefde' aan alle Zimbabwanen bij de onafhankelijkheid in 1980. Ten overstaan van een internationaal publiek, waaronder Prins Charles, verklaarde hij: "Als we gisteren mekaar met haat bekeken, zo kan je vandaag de liefde niet ontkennen die ons verbindt." Gedurende 15 jaar werd Mugabe beschouwd als een model van ‘verzoening' en ‘internationaal aanzien'. Zanu-PF hield loyaal het Lancaster-House-akkoord staande, en handhaafde de bevriezing gedurende 10 jaar van grootschalige landverwervingen. Ook al kon de verhouding van het regime met de blanke Zimbabwanen niet als warm en hecht bestempeld worden, er bestond een standvastige en wederzijds voordelige verhouding. Opnieuw werd dit alles genegeerd door de Westerse media en ‘links' dat Mugabe onkritisch bleef ondersteunen.

De aanzienlijke ongelijkheden in inkomen en eigendom in Rhodesië – dat het meeste bouwland in blanke handen en buitenlandse controle over de industrie in stand hield – bleef na de onafhankelijkheid voortbestaan. Deze ‘verworvenheid' verzekerde Mugabe van belangrijke geloofwaardigheid in Washington en Londen. In 1991 aanvaardde het regime om het Economic and Structural Adjustment Programme toe te passen dat ontworpen was om de economie te ‘stroomlijnen' door publieke uitgaven te reduceren, belangrijke staatsbedrijven te privatiseren en het land te verlossen van ‘prijscontroles' en andere maatregelen waarvan beweerd werd dat ze een schadelijk effect hebben op het functioneren van de markt. De economie bleef in elkaar stuiken; in 1993 bereikte de werkloosheid een record van 1,3 miljoen mensen op een totale bevolking van tegen de 10 miljoen. 25.000 jobs in de openbare dienst gingen tegen 1995 verloren terwijl de inflatie steeg en de export daalde.

Hoewel de economie faalde, werd de regering nog steeds als inschikkelijk beschouwd. Mugabe en zijn vrouw Grace vlogen regelmatig naar Londen om te winkelen en vrienden in de regering en bondgenoten te bezoeken.

Een bijkomend, en voor het regime ongelukkig, gevolg van ESAP waren de stormachtige industriële verhoudingen vanaf 1996. Tussen 1996 en 1997 vermeerderden de stakingen dertigvoudig. Deze stakingen werden vaak geleid door de gewone man waarbij vakbondsbureaucraten trachtten de gebeurtenissen onder controle te houden. Daarover verklaarde Tafadza Choto, een uitvoerend lid van de National Constitutional Assembly: "Dit was het dichtste dat Zimbabwanen kwamen om Mugabe eruit te trappen." De MDC ontstond uit dit ferment.

Het regime vocht voor zijn politieke overleving. Door de landkwestie te gebruiken won Mugabe ondersteuning in de landelijke gebieden en bij de ontevreden oorlogsveteranen. Het resultaat: onhandige maar vaak populaire landbezettingen, met een regering die tegelijk enthousiast en aarzelend was. Soms werd de politie erbij geroepen om bezetters te verwijderen en terzelfder tijd werd er opgeroepen om meer land te bezetten. Het regime viel snel van de status van internationaal ‘boegbeeld' – dat nagevolgd moest worden door andere derdewereldlanden – naar dat van de paria die de regio gevaarlijk destabiliseerde.

Mugabe's aarzeling en onbeslistheid van 1997 tot 2000 was een symptoom van zijn weerzin om met het Westen te breken. Geleidelijk verschoven de Westerse media van kritiek op het regime naar veroordeling ervan. Er waren vele verhalen over blanke boeren die wreedaardig werden vervolgd en van hun land verdreven door veteranen die daartoe door een ‘demonisch' regime werden aangezet. In 1999 verbrak het IMF de banden met de regering.

De schorsing van Zimbabwe uit het Gemenebest betekent een uitbreiding van de isolering van het land. Dit was Blairs plan op de Gemenebesttop in Australië begin maart. Indien het Commonwealth Observers Report besliste dat de verkiezingen niet ‘vrij en eerlijk' waren verlopen, dan had de ‘trojka', Australië, Nigeria en Zuid-Afrika, de macht om Zimbabwe te schorsen.

In de huidige crisis komt Zimbabwe naar voren als een ‘toetssteen' voor Afrika. Tony Blair beweerde in zijn toepspraak op de conferentie van 2001 dat de situatie in "Afrika een litteken waren op het geweten van de wereld". Hij stelde een partnerschap aan Afrika voor, dat aan Westerse kant hulp en aan Afrikaanse kant een verplichting tot goed beheer en democratie zou inhouden. De New Economic Partnership for African Development (NEPAD), dat door Mbeki was ontworpen, is de vervulling van deze ideeën. NEPAD werd bevorderd door de regionale Afrikaanse machten, Nigeria en Zuid-Afrika, en de belofte van Westers geld voor Afrikaanse ‘ontwikkeling'.

De intensivering van Mugabe's demonisering bereikte voor de verkiezingen bijna een hysterisch niveau in Groot-Brittannië. Toen de oppositie, de Conservatieve Partij, tot een militaire interventie opriep, leek niemand het idee als vergezocht te beschouwen. Mugabe's boodschap van verzoening in zijn inauguratietoespraak en zijn belofte om "de fiscale stabiliteit te herstellen" ging in Washington en Londen verloren.

Het regime heeft sterk aangedrongen op meer landbezettingen. De regeringskrant The Herald heeft recent een lijst van 388 nieuwe boerderijen voor bezetting gemaakt. Deze omvatten boerderijen die eigendom zijn van de invloedrijke familie Oppenheimer die in zuidelijk Afrika zakenbelangen heeft en tot heel recent ‘dicht bevriend' met Mugabe was. Deze zetten zullen het imperialisme razend maken. Denemarken heeft reeds zijn ambassade gesloten en andere landen dreigen te volgen.

Met adembenemende hypocrisie sprak Charles Snyder, de plaatsvervangende Assistant Secretary of State for African Affairs, op een bijeenkomst van het rechtse Centre for Strategic and International Studies in Washington: "We zijn een onderhandeling met Afrika in het algemeen begonnen, een nieuwe dageraad waarin we uitkijken naar dit NEPAD. De spelregels roepen de Afrikanen op om te voorzien in een goed beheer, controle door gelijken, en, als je wil, burenwacht. Indien Afrika hier niet mee opstapt, zal dit ons de mogelijkheid belemmeren om te voorzien in het soort van economische ontwikkelingsbijstand die we willen geven – niet humanitaire hulp maar serieuze economische bijstand." Dit is niet enkel een waarschuwing: Amerika heeft reeds de tegoeden van de Zimbabwaanse leiders bevrozen en de Zimbabwian Democracy Act geïntroduceerd. Tony Blair ondersteunde Amerika met een eigen dreiging: "Als er een punt is waarin de Afrikaanse landen dubbelzinnig staan tegenover goed beheer, dan zal dat het punt zijn dat het vertrouwen van de ontwikkelde landen om hen te helpen zal ondermijnen."

De bedreigingen zijn zeer betekenisvol. Het is een waarschuwing voor de president van Zuid-Afrika, Thabo Mbeki, en die van Nigeria, Olusegin Obasanjo, dat, indien ze niet slagen in het doen gehoorzamen van Zimbabwe – ‘controle door gelijken' –, NEPAD doodgeboren zal zijn. Washington en Londen willen de terugtrekking van Mugabe en de stabilisering van het kapitalisme in de regio. Washington en Londen hebben een grens getrokken: Mugabe of NEPAD. De les is bedoeld om in de gehele regio gehoord te worden: "Men kan de ‘Washington consensus' niet trotseren."

Zoals de commentator Tagwirei Bango het stelde: "Gegeven de wijdverbreide voedseltekorten, de politieke instabiliteit, de verdergaande vervolging van tegenstanders, de onzekerheid bij de commerciële boerderijen en in de landelijke gebieden, is Mugabe slecht geplaatst om te manoeuvreren of om zelfs tegen de wereld te zeggen: ‘loop naar de duivel'." Hij voorspelt verder dat "onder het beleg hij snel wantrouwig zal worden tegenover iedereen, vooral in de Zanu-PF. Hij zal zich omringen met een stevige groep loyalisten en opportunisten waarvan de taak zal zijn hervormers te blokkeren en een wraakgierige en gevaarlijke mentaliteit te bevorderen die onbuigzaam, paranoïde en ontoegankelijk voor nieuwe ideeën is."

Dit scenario mag niet overdreven worden. Wanneer men geconfronteerd wordt met deze impasse, bestaat er de mogelijkheid dat ‘hervormers' in de regerende partij gedwongen worden om te handelen. Brian Raftopoulos stelt: "De hervormers zullen vroeg of laat beginnen inzien dat er geen manier is om zo verder te gaan, met Mugabe in functie, en dat het nodig is de impasse te doorbreken." Het doorbreken van de impasse vereist als eerste stap het verwijderen van Mugabe, hoewel het moeilijk denkbaar is dat de oude man zich rustig zal terugtrekken.

De risico's voor de MDC om de ‘eenheid' te aanvaarden, zijn groot; vele aanhangers zijn woedend zelfs maar bij de suggestie van samenwerking met het regime, wat volgens hen zou gelijkstaan met verraad. In deze omstandigheden is het waarschijnlijk dat Tsvangerai zal blijven aandringen op een ‘overgangsregering' en een ‘eenheid' die enkel maar een voorlopige maatregel zijn tot aan behoorlijk opgezette nieuwe verkiezingen.

Het leren van de les: ‘De mislukking van het parlementair reformisme'?

Wordt Zimbabwe geconfronteerd met wat vele socialisten de ‘mislukking van het par-le-men-tai-re reformisme' noemen? Als de Socialist Worker (Zimbabwe) schrijft dat na twee jaar van "57 parlementsleden, die gefaald hebben om verbeteringen te brengen in het leven van hen die voor hen gestemd hebben, dit geleid heeft tot een groeiende ontgoocheling in het par-le-men-tai-re reformisme." Ongetwijfeld is er een zekere mate van ontgoocheling in de MDC bij een gedeelte van de arbeiders en de studenten. De organisatie heeft herhaaldelijk arbeiders teleurgesteld wanneer deze actie wilden, ze heeft massamobiliseringen afgelast onder druk van Europa en ze heeft getracht om activisten en opponenten te verwijderen.

De mate van ontgoocheling kan op een aantal fronten gezien worden. Ten eerste, de steun die Munyaradzi Gwisai los wist te krijgen toen de MDC trachtte hem uit de partij te verbannen maar erin mislukte; er waren een aantal grote en militante demonstraties. Maar ook dit verbergt de diepe gevoelens onder vele ontnuchterde vakbondsmensen; verschillende vakbonden zagen een groei van het activisme van de gewone man. Het meest extreme geval is de National Engineering Workers Union (NEWU), die geleid wordt door de 27-jarige Maxwell Chamisa. Chamisa klom met spectaculaire snelheid op om de voorzitter van de NEWU te worden; zijn opgang werd kracht bijgezet door verschillende militante stakingen. Toen hij werd gearresteerd en vastgehouden, werd hij alleen vrijgelaten nadat duizenden mecaniciens een niet officiële staking ontketenden. Het is typerend voor een nog steeds grotendeels zwijgzame strijdlust onder de gewone mensen en het verlangen om de conservatieve ‘oude garde' te vervangen. Reflection is een ander voorbeeld; het is een drukkingsgroep die samengesteld is uit arbeiders uit de Zimbabwe Graphical Workers Union (ZGWU) die ageren voor een nieuwe leiding en de lopende loonovereenkomsten in de druknijverheid verwerpen. Vele van de Reflection-activisten en comitéleden zijn aanhangers en leden van de International Socialist Organizations (ISO), waarin Gwisai een leidende figuur is.

In de huidige situatie stellen velen vragen bij de voorheen gehuldigde vooronderstellingen over de rol van de middenklasse in de oppositiepartij. Miriam Makutuma bijvoorbeeld, de vice-president van de ZCTU, ontmoette Gwisai gedurende de stakingen en demonstraties die Zimbabwe in 1998 in hun greep hielden. Hij stelde: "Die politieke macht zal door de middenklasse gegrepen worden, tenzij we de arbeiders radicaliseren." Daarmee ging ze niet akkoord. Ze zag de vorming van de MDC en de rol van deze groepen als natuurlijk en gezond. Maar vandaag heeft ze spijt over de overname van de partij door de ‘respectabele groepen' en stelt ze: "De enige manier waarop we een onafhankelijke beweging in de ZCTU van de grond kunnen krijgen is door de leiding te verwijderen en sterke gewone mannen op te leiden."

Hoe dan ook is de groei van een beweging van de gewone man niet gelijk aan een kritiek op de MDC. Onder de leidende, jonge vakbondsmensen zoals Chimisa is er een sterke binding aan de ZCTU-bureaucratie en de MDC – ook al is dit getemperd door een kritisch besef van de ‘degeneratie van de leiding' en de ervaring in Zambia. Er is echter reeds een besef dat de arbeiders geleerd hebben uit de mislukkingen van de MDC. Zoals een activist, Kunaka Mudzi, stelde: "Een nieuw kader, een nieuwe lichting van activisten moet uit de rangen van de ZCTU naar voren komen. Voor de geest staat me een activist die zijn vrijheid en onafhankelijkheid handhaaft en daarom zijn volk niet zal verkopen voor twee zilverlingen. De nieuwe activist moet een duidelijk begrip hebben van het economisch beleid en van de gevolgen van de globalisering die inwerken op de Zimbabwaanse arbeider. De arbeider zal nooit meer gebruikt worden als een lanceerplatform door ontevreden types uit de middenklasse die gemakkelijk gecorrumpeerd kunnen worden omdat het enige waarvoor ze werkelijk bezorgd zijn hun materieel comfort is."

Als de onderhandelingen veel tijd in beslag nemen, weerklinkt de waarschuwing voor de MDC-leiding, dat de partij ons niet moet ‘verraden'. Als de onderhandelingen zich voortslepen, zal de MDC geconfronteerd worden met een flinke ontgoocheling. Een kop in het weekblad The Independent stelde: ‘Meedoen met Mugabe betekent de doodskus voor Tsvangerai'.

Wat nu?

Een enorm deel van de bevolking in Zimbabwe vraagt nu: ‘Waarheen gaan we nu?' ‘Wat betekent juist nationale eenheid?' ‘Waarom heeft de MDC de actie niet geleid?' Activisten moeten op deze vragen antwoorden, en als de crisis van het regime zich meer verdiept en de MDC legale oplossingen en onderhandelingen blijft zoeken, zullen steeds meer Zimbabwanen hun twijfels uiten over de officiële oppositie.

Zimbabwe betekent ook internationaal een uitdaging voor links. Kiezen we partij voor het regime wanneer we geconfronteerd worden met de oorverdovende en hypocriete veroordeling van Mugabe door de ‘internationale gemeenschap'? Ondersteunt links het landhervormingsprogramma en aanvaardt het het ‘anti-imperialisme' van Zanu-PF zonder nader onderzoek? Vele linksen hebben hierop reeds bevestigend geantwoord dat Mugabe inderdaad een serieuze kampioen van de antiglobalisering is.

De werkelijkheid is natuurlijk volledig anders. Mugabe was tot het politieke offensief gedwongen door een luidruchtige arbeidersbeweging die geleid heeft tot de stichting van de MDC in de late jaren negentig. Hij nam een cynisch ‘anti-imperialisme' aan als een strategie voor politieke overleving. Mugabe is al even weinig een oprechte antikapitalist als Sadam Hoessein een echte anti-imperialist. Mugabe was een onomwonden pleitbezorger voor ‘respectabiliteit' en ‘goed beheer', waarbij hij de door IMF bevorderde structurele aanpassing in de jaren negentig uitvoerde.

De antiglobaliseringsbeweging heeft een andere verantwoordelijkheid: het ondersteunen van campagnevoerders, activisten en socialisten in Zimbabwe die Mugabe's zogenaamd anti-imperialisme bekritiseren. De Zimbabwaanse socialist Rosa Zulu gaf recent als commentaar: "Het houdt niet op me te verbazen hoeveel mensen geloven dat Mugabe een links iemand is. De laatste 48 uren zijn de maskers gevallen. De schijn is aan zijn einde gekomen. Minibusoperatoren die werken in de stad – Tafare route [in Harare] – hebben de busgebruikers (d.w.z. de arbeiders) gewaarschuwd dat het tarief weldra verdubbeld zal worden van 35$ tot 70$ per reis. De prijs van een brood is gestegen van 48$ naar 60$ – een stijging van 25%. Keukenolie is eveneens gestegen. Zeep, broodmeel, margarine en suiker zullen weldra volgen. Wat leid je hier uit af? Het verkiezingsvernis schilfert traag af. Mugabe sluipt traag terug naar het IMF en de Wereldbank. Hij heeft zijn ambassades in Londen en Washington niet gesloten – hij heeft ze louter op een laag pitje gezet – terwijl zijn ‘justitie'minister naar Zwitserland draaft en zijn toerismeminister naar de Verenigde Staten om zich bezig te houden met de grote slag om de blanke toeristen in de Las Vegas imiterende Safari Club International. Waar laat dit de ‘linkse' aanhangers van Mugabe? Hoe bevalt de man u nu?"

(vertaling: Guy Quintelier)

NOTEN

1. The Guardian, 10 januari 2002.
2. Jack Straw, The Guardian, 28 januari 2002.
3. Ibidem.
4. The Daily Telegraph, 27 augustus 2001, en The Observer, 22 april 2001.
5. The Daily Telegraph, 10 augustus 2001. Nieuwsprogramma's zijn gevuld met de catastrofe voor blank Zimbabwe. Jeremy Vines, de presentator van het Britse actualiteitenprogramma Newsnight, was vastbesloten om de crisis voor te stellen als een die voornamelijk de verhouding tussen zwart en blank schaadde. 28 januari 2002.
6. Sommigen zien Mugabe als de leidende figuur in een verjongd panafrikanisme. Hij was happig om dit te benadrukken, wanneer hij in Harlem, New York in september 2000 sprak; zie Hisham Aidi The Fire This Time: Pan-Africanism Comes to Harlem (http://www.africana.com/DailyArticles/index 20000921.htm). Zie ook het absurde artikel van George Shire die suggereert dat Mugabe in feite de progressieve keuze in de verkiezingen is: ‘The struggle for our land', The Guardian, 24 januari 2002.
7. The Financial Gazette, 15 maart 2002.
8. The Independent (Zimbabwe), 8 februari 2002.
9. The Daily News, 25 februari 2002.
10. Geciteerd in L. Zeilig en P. Dwyer: Revolutionary Prospects: Zimbabwe After the Elections. (http://zimbabwe.indymedia.org/news/2002/04/227.php)
11. Zie het rapport op de Movement for Democracy Change website: http://www.mcdzimbabwe.com/archivemat/clemency/amnestyreview001011txt.htm
12. ie Munyaradzi Gwisai: ‘Revolutionaries, Resistance and Crisis in Zimbabwe' in: L. Zeilig (red.): Class Struggle and Resistance in Africa (New Clarion Press, Cheltenham, 2002).
13. Gwisai, op. cit.
14. J. Alexander: ‘Squatters, Veterans and the State of Zimbabwe' in: A. Hammer, B. Raftopoulos en S. Jenson (red.): Unfinished Business: Rethinking Land, State and Citizenship in Zimbabwe (Harare en Oxford, 2002).
15. Zie de website van het Zimbabwe Election Support Network voor een analyse van de resultaten, http://www.zen.org.zw/
16. Geciteerd in The Workers Alternative (Nigeriaans marxistisch tijdschrift, oktober 2000).
17. Zie de MDC-website voor een volledige beschrijving van hun economisch programma: http://www.mdczimbabwe.com/archivemat/statements/economy/stmtsecon.htm?mt010828txt.htm
18. Geciteerd in L. Zeilig en P. Dwyer, op. cit.
19. The Herald, 23 maart 2002.
20. Tenzij anders aangeduid zijn alle citaten uit persoonlijke communicatie, Harare maart-april 2002.
21. Zie Azwell Banda: ‘Foreword' in L. Zeilig (red.), op. cit.
22. L. Zeilig, ‘Crisis in Zimbabwe', International Socialism 94 (lente 2002).
23. Geciteerd door L. Zeilig en P. Dwyer, op. cit.
24. L. Zeilig en P. Dwyer, op. cit.
25. The Financial Gazette, 28 maart 2002.
26. Socialist Worker (Zimbabwe), juni-juli 2001.
27. Zie Kunaka Mudzi: http://zimbabwe.indymedia.org/nems/2002/03/215.php
28. The Independent (Zimbabwe), 28 maart 2002.

Nieuw nummer VMT
by Instituut voor Marxistische Vorming (IMAVO) Wednesday July 03, 2002 at 08:03 PM


Het nieuwe nummer van het Vlaams Marxistisch Tijdschrift is uit. We postten al twee artikels op de site (Leo Zeilig en Peter Dwyer over Zimbabwe en Jan Dumolyn over Pierre Bourdieu). Hier komt nog de inhoudsopgave.

Inhoud VMT 2002-2

Standpunt

Sharon en het Israëlisch-Palestijns conflict
André Mommen

Nederlandse verkiezingen

De keerzijde van een paars paradijs in Nederland. Op zoek naar de wortels van de onvrede.
Ewald Engelen

Fortuyn en de paarse schone schijn. Enkele lessen voor Vlaanderen.
André Mommen

Binnenland

11 juli: Feest van de Vlaamse Gemeenschap: Nieuwe wijn in oude zakken
Veronique Lambert

Kernenergie, een technologie uit de vorige eeuw
Dirk Knapen

Mondiaal

Politieke verandering in een globaliserende wereld
Hanspeter Kriesi

Zimbabwe na de verkiezingen
Leo Zeilig en Peter Dwyer

Geschiedenis

Over clichés, oppervlakkige lectuur en Limburgse mijnwerkers
Griet Van Meulder

Over clichés en andere oppervlakkigheden
André Mommen

Sociale wetenschappen

In memoriam Pierre Bourdieu
Jan Dumolyn

De nieuwe planetaire Vulgaat
Pierre Bourdieu en Loïc Wacquant

Het heterodoxe marxisme van Pierre Bourdieu. ‘Écrasons l'infâme'
Luc Vanmarcke

Filosofie

Strijden om subjecten. Foucaults ‘bekering' tot de subjectfilosofie?"
Rob Devos

Murray Bookchin en het anarchisme na de schaarste
Raf Grinfeld

Anarchisme in het tijdperk na de schaarste
Murray Bookchin

Over het statuut van de moraal in het marxisme
Willy Coolsaet

Schaarste, vrijheid en geweld
Guy Quintelier

Boeken
* Michael Parenti, Zwarthemden & Roden. Rationeel fascisme en de omverwerping van het communisme (André Mommen)
* Jelica Novaković, Gelukkig is wie bijtijds waanzinnig wordt. Dagboek uit Belgrado (André Mommen)
* Jelica Novaković-Lopušina, Echte mensen kunnen vliegen (Pravi ljudi umeju da lete). Blago onom ko rano poludi. Dnevnik (André Mommen)
* Simonne Claeys: Het Tweede Thema. Of de verwaarloosde geschiedenis van de componerende vrouw (Guy Quintelier)

Tijdschriften
Jos Wolles