EU maakt politiek misbruik van ‘strijd tegen terrorisme'

Ditmaal staan ook de Colombiaanse guerrillaorganisatie FARC, en drie Palestijnse organisaties op de lijst: de Martelaren van de Al-Aqsha Brigades, de PFLP (Volksfront voor de Bevrijding van Palestina) en PLF (Palestijns Bevrijdingsfront). De laatste twee organisaties zijn vertegenwoordigd in de PLO. Staten zoals Israël en Turkije, die staatsterreur uitoefenen tegen de burgerbevolking gaan niet alleen vrijuit, maar krijgen van de EU zelfs gedaan dat tegenstanders vogelvrij worden verklaard.

Vrede vzw vindt deze praktijk onaanvaardbaar en eist van de Belgische regering dat ze afstand neemt van zowel deze lijst, als van de manier waarop deze tot stand komt.

De strijd tegen terreur moet gevoerd worden, maar dan in de juiste context en met de juiste middelen. De manier waarop de huidige lijst tot stand komt ademt politieke willekeur uit en dreigt het onderscheid uit het oog te verliezen tussen ‘terrorisme' en ‘bevrijdingsstrijd'. Bovendien is het een rechtsstaat onwaardig om een dergelijke lijst op te stellen zonder enig parlementair debat. Het getuigt van cynisme dat de organisatie van de door Israël vermoorde Abu Ali Mustafa (augustus 2001), de PFLP, op de zwarte lijst wordt geplaatst, terwijl de verantwoordelijke voor deze politieke moord, Premier Sharon, vrijuit gaat en met deze lijst zelfs nog aangemoedigd wordt om zijn repressiepolitiek voort te zetten.

De EU geeft met zijn lijst het signaal dat niet streeft naar de politieke oplossing van het probleem, maar naar de militaire vernietiging van ‘terroristen'. De eerste lijst werd eind december 2001 door de Europese Ministerraad gepubliceerd, net voordat Spanje voorzitter van de EU zou worden. Op deze eerste versie prijkten maar liefst 21 Baskische ETA-militanten op een totaal van 29. Bovendien werden een hele reeks pro-Baskische organisaties op de bewuste lijst geplaatst, zoals Gestoras pro amnistia, een steungroep voor gevangenen die focust op mishandelingen door de Spaanse veiligheidsdiensten. Begin mei wordt de lijst geactualiseerd en dit zonder parlementair debat via een simpele ‘geschreven procedure'. Op deze lijst verschijnt onder andere de Koerdische Arbeiderspartij PKK na aandringen van Turkije en Groot-Brittannië. De PKK kondigde in 1999 nochtans een eenzijdige wapenstilstand af en trok zijn gewapende strijdkrachten achter de Turkse grens terug. De PKK heeft al die tijd gestreefd naar een politieke oplossing van het Koerdische vraagstuk en na een drie jaar durende transitieperiode omgevormd tot een politieke partij (KADEK, Congres voor de Vrijheid en Democratie van Koerdistan).

arch/ive/ief (2000 - 2005)