arch/ive/ief (2000 - 2005)

Overzicht berichten Palestina betogingen
by Mara Friday June 07, 2002 at 10:49 AM

Overzicht berichten Palestina betogingen

[NL]

Parcours toegelaten Palestina-betoging bevestigd

Overwinning: Palestina-betoging toegelaten

Betogingsverbod Palestinaplatform opgeheven

Betogingsverbod ongedaan gemaakt

Blow for Detiege, Demonstartion of saturday is allowed by Judge

Welke toekomst voor Detiege en co.?

Klassenanalyse van de oorlog in Palestina

 

8 Juni : NATIONALE actiedag Palestina

Gents ActiePlatform Palestina slikt de bezetting niet langer

 

Leman legt klacht neer tegen AEL

AEL persmededeling over klacht Leman

Ook klacht tgn Virtueel Israëlitisch Weekblad en `t Scheldt?

De Morgen (7/6), Leman en ... Genua

(verboden) palestina betoging live op radio centraal

[FR]

Anvers : manifestation pour une paix juste en Palestine ce samedi a Anvers

vonnis in kort geding
by paul de laet Saturday June 08, 2002 at 11:49 AM
p.delaet@antwerpen.be

Wij geven hier de tekst van het vonnis (genaamd beschikking) in kort geding.

Dit vonnis is zeer belangrijk voor de verdediging van de democratische rechten en verworvenheden. Het kan gebruikt worden tegen elk willekeurig verbod op het voeren van actie.


BESCHIKKING gewezen en uitgesproken in het gerechtsgebouw te Antwerpen, op zes juni tweeduizend en twee, in openbare zitting van KORT GEDING van de rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, alwaar zetelden Dhr. I. Moyersoen, Voorzitter der Rechtbank, Dhr. B. De Smet, Substituut-Procureur des Konings, Mevr. M. De Reyck, Griffier;


INZAKE:

ARK nr. 02/486/C

1. OTHMAN Zohra, advocate, Belg, geboren op 21 oktober 1968, wonende Sleeckxstraat 24 te 2060 Antwerpen;

2. CALLIAUW Koen, bediende, geboren op 29 maart 1942, wonende Luikstraat 2 te 2000 Antwerpen;

3. MARKUSSEN Josephine, bediende, geboren op 27 juli 1961, wonende Raafstraat 12 te 2018 Antwerpen;

EISENDE PARTIJEN,

- allen vertegenwoordigd door advocaat J. VANDER VELPEN, kantoorhoudend te 2020 Antwerpen, Atletenstraat 31, en advocaat R. JESPERS, kantoorhoudend te 2100 Deurne-Antwerpen, Sint Rochusstraat 59;

- eerste eisende partij is in persoon aanwezig.

TEGEN:

mevrouw Leona DETlèGE, Burgemeester van de Stad Antwerpen, Stadhuis, Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen;

VERWERENDE PARTIJ,

- vertegenwoordigd door advocaat C. COEN, kantoorhoudend te 2018 Antwerpen, Mechelsesteenweg 210/A.

* * *

Gezien de stukken van het dossier van de rechtspleging zoals zij voorkomen op de inventaris ervan, ondermeer de inleidende dagvaarding dd. 5 juni 2002;

Gelet op de artikelen 2, 30, 34, 35, 36, 37 en 41 der Wet van 15 juni 1935;

Gehoord partijen in hun middelen en besluiten, ontwikkeld in de Nederlandse taal ter inleidingszitting van 6 juni 2002;

Gehoord op 6 juni 2002 de heer De Smet, substituut procureur des Konings, in zijn mondeling advies;

Gelet op het schriftelijk advies van de heer B. De Smet, substituut procureur des Konings, neergelegd ter zitting van 6 juni 2002,

* * *


1. het voorwerp van de vordering

Bij aangetekend schrijven van 10 mei 2002, verstuurd op 14 mei 2002 en ontvangen op 15 mei 2002 werd aan de burgemeester van de Stad Antwerpen onder andere door derde eiseres, namens "het platform voor een rechtvaardige vrede in Palestina", de toelating gevraagd om een betoging te organiseren te Antwerpen op 8 juni 2002;

Bij brief van dezelfde datum ontvangen op 27 mei 2002 werd dezelfde brief met hetzelfde voorwerp, mede ondertekend door 1ø en 2ø eiser, aan de burgemeester van de Stad Antwerpen betekend;

Bij brief van 4 juni 2002 uitsluitend gericht aan 3ø eiseres en door haar voor ontvangst ondertekend op dezelfde datum werd aan "het platform voor een rechtvaardige vrede in Palestina" de weigering van de toelating betekend;

Eisers vorderen dat de voorzitter zetelend in kort geding zou zeggen voor recht :

dat de burgemeester van de Stad Antwerpen zal gehouden zijn onmiddellijk na de betekening van de tussen te komen uitspraak, toelating te verlenen aan verzoekers voor het houden van een manifestatie op zaterdag 8 juni 2002 te Antwerpen met verzameling en vertrek aan de Leopold de Waelplaats, voor een parcours zoals gevraagd of zoals overeen te komen tussen gedaagden en verzoekers;

- dat zij bij gebreke hieraan te voldoen veroordeeld wordt in betaling van een dwangsom van 12.395 Euro;
- dat bevolen wordt dat het verbod meegedeeld met de brief van 4 juni 2002 aan derdE verzoekster wordt opgeheven.

2. wat betreft de ontvankelijkheid

Verweerster stelt dat de vordering niet ontvankelijk is wegens schending van de artikelen 17 en 18 van het gerechtelijk wetboek;

I n tegenstelling tot wat verweerster stelt kan het "platform voor een rechtvaardige vrede in Palestina" niet beschouwd worden als een feitelijke vereniging;

Het gaat om een politiek platform voor het houden van een betoging dat onderschreven werd door verenigingen en individuele burgers;

Elk van de onderschrijvers, wat eisers in deze zijn, heeft dan ook een individueel belang om in rechte op te treden;

De stelling van verweerster kan in deze ook niet worden bijgetreden;

3. wat betreft de bevoegdheid

De hoogdringendheid van de eis wordt niet betwist. De aangevochten beslissing is van 4 juni 2002, en de betoging werd aangevraagd voor 8 juni 2002;

1 Bij dreigend onwettig overheidsoptreden, waarbij fundamentele rechten in het gedrang komen, zoals in deze de vrijheid om in het openbaar bij wijze van een manifestatie zijn mening te verkondigen, is de voorzitter van de rechtbank, zetelend in kort geding, bevoegd om zich bij wijze van marginale toetsing over de rechtmatigheid van de beslissing van de overheid, uit te spreken;

4. wat betreft de tot standkoming en de inhoud van de genomen beslissing

4.1 de toetsingsgrond

Het behoort aan de rechter na te gaan of de weigering van de Burgemeester van de Stad Antwerpen beantwoordt aan de beginselen van het behoorlijk bestuur, niet discriminatoir is, gesteund is op rechtmatige motieven, en niet ingegeven is door willekeur of louter politieke motieven;

Het recht op vrije meningsuiting en het recht om zijn mening op een vreedzame wijze in het openbaar - dus ook op de openbare weg - door middel van een betoging- uit te drukken is een fundamenteel recht en een fundamentele verworvenheid in een democratische staatsorde;

Deze vrijheid kan slechts ten zeer uitzonderlijke titel omwille van uitzonderlijke omstandigheden worden beknot, onder meer wanneer er een verantwoorde vrees bestaat voor een zeer ernstige verstoring van de openbare orde;

Dit houdt in dat het bestuur in eerste orde oog moet hebben voor de eerbiediging van de rechten en vrijheden en al het mogelijke moet doen om deze rechten en vrijheden te vrijwaren;


4.2 de feitelijke omstandigheden waarin de weigeringsbeslissing tot stand is gekomen

De beslissing van de burgemeester van de Stad Antwerpen werd aan derde verzoekster betekend op 4 juni 2002, terwijl de aanvraag door de Burgemeester werd ontvangen op 15 mei 2002;

Gedurende deze hele periode werd geen overleg gepleegd met de personen en organisaties die de aanvraag hebben ondertekend behoudens het feit dat op 3 juni 2002, ere-senator, Tijl Declercq, onderschrijver van het platform namens het Vlaams Palestina Comité‚ door de Burgemeester van de Stad Antwerpen werd ontvangen. Daarbij werd hem meegedeeld dat de Burgemeester voornemens was de betoging niet toe te laten;

Dit laatste gesprek kan dan ook niet worden beschouwd als een overleg met de organisatoren, zoals nochtans gebruikelijk is bij de inrichting van gelijkaardige manifestaties, zij wezen van politieke, syndicale, sportieve of culturele aard; .

Daardoor konden in die periode ook geen afspraken gemaakt worden in verband met het parcours, de veiligheidsaspecten en de dag waarop de manifestatie zou doorgaan;

Hoewel de organisatoren aangedrongen hebben op overleg en daar ook nu nog voor open staan, werd hierop niet ingegaan;

5. toetsing van de motieven van de weigering

De weigering van de Burgemeester van de Stad Antwerpen is gesteund op de finale conclusie dat :

"Uit het voorgaande - en hierbij wordt verwezen naar de hierna besproken feiten - blijkt duidelijk dat de openbare orde ernstig bedreigd zou kunnen worden. Het voorkomen van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige storingen van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, is een plicht voor het stadsbestuur".

Er kan niet betwist worden dat deze verplichting op het stadsbestuur en de Burgemeester van de Stad Antwerpen in het bijzonder weegt;

Dit neemt niet weg dat ook een stadsbestuur en de Burgemeester bij de wijze van handhaving van de openbare rust rekening dienen te houden met de rechten en de vrijheden van de burgers en geenszins beslissingen kunnen nemen die deze vrijheden en rechten bij
wijze van algemene regel beknotten;

De motieven waarop de Burgemeester van de Stad Antwerpen haar besluit steunt zijn, zoals in conclusie omschreven door haar raadsman, de volgende :

a). eerste motief :

"De niet toegelaten betoging van 3 april 2002, georganiseerd door ‚‚n van de aanvragers van huidige betoging ging gepaard me( geweld, vernielingen, plunderingen en beschadigingen";

b) tweede motief :

"De hoofdorganisator Dyab Abou Jahjah heeft spijts een vorig verbod van de Burgemeester op 21 april 2002 toch actie gevoerd en als dusdanig incidenten trachten uit te lokken"'.


c) derde motief :

"Feitelijkheden die gepleegd werden naar aanleiding van een betoging medegeorganiseerd door dezelfde Dyab Abou Jahjah te Brussel op 12 mei 2002";

Deze drie eerste motieven worden in de beslissing van de Burgemeester van de Stad Antwerpen ingeleid met de volgende zin :

" Zoals blijkt uit de aanvragen van 10 mei 2002 is de Arabisch Europese Liga, bij. monde van de heer Dyab Abou Jahjah, wezenlijk betrokken bij het platform voor een rechtvaardige vrede in Palestina";

De feiten aangehaald in de beslissing en ten overvloede in de conclusies van de Burgemeester van de Stad Antwerpen, worden niet ernstig betwist;

Het motief sub a) gaf mede aanleiding tot de weigering van de Burgemeester van de Stad Antwerpen om de aangevraagde betoging van 21 april 2002 te laten doorgaan;

Desbetreffend hebben wij ons uitgesproken in onze beschikking van 19 april 2002, waarin wij de beslissing van de Burgemeester van de Stad Antwerpen op dat ogenblik hebben onderschreven;

Wij betreuren dat de heer Dyab Abou Jahjah zich bij deze beslissing niet heeft neergelegd, wat dan ook aanleiding heeft gegeven tot de feitelijkheden van 21 apri12002;

Thans is de heer Dyab Abou Jahjah en zijn organisatie slechts ‚‚n van de vele personen en organisaties die het "platform voor een rechtvaardige vrede in Palestina" hebben onderschreven;

Het toetreden van deze persoon, zelfs al zou hij er de drijvende kracht van zijn, wat zijn volste recht is, tot een breed platform is een belangrijke gewijzigde omstandigheid;

De organisatoren wijzen erop dat zij de nodige organisatorische maatregelen hebben besproken en voorzien om een vreedzaam verloop van de manifestatie te verzekeren. In de dagvaarding omschrijven zij de maatregelen die zij zinnens zijn te nemen en het kan niet betwist worden dat zij alle belang hebben om gehoor te geven aan hun standpunten dat de betoging inderdaad ordentelijk en zonder geweldplegingen en racistische misdrijven gebeurt;

Het verbieden van een betoging omwille van de deelname van een persoon of organisatie door wie in het verleden manifestaties werden ingericht die aanleiding gaven tot rellen, is niet redelijk en minstens discriminatoir ten aanzien van de andere organisatoren die daardoor hun rechten beknot zien;

Garanties dat een grote manifestatie, het weze van welke aard ook, geen aanleiding zal geven tot rellen en andere misdrijven, kunnen niet worden verleend. Het behoort aan de overheid en aan de organisatoren om al het mogelijke te doen om een betoging zo vreedzaam mogelijk te laten verlopen;

d) vierde motief :

"Het feit dat 8 juni een drukke winkeldag is, een hoogdag voor toerisme en dat de voorgestelde route in een winkelstaat een groot risico inhoudt voor de openbare orde";


e) vijfde motief :

"Het feit dat de betoging op een zaterdag wordt gehouden terwijl het Sabbat is voor de Joodse Gemeenschap die zich enkel te voet naar de gebedshuizen begeeft, en dat de politie steeds bewakingsopdrachten uitvoert bij mogelijke doelwitten in het kader van het Palestijns-Israëlisch conflict";

Deze motieven hebben betrekking op het parcours en de dag van de betoging;

Desbetreffend werd door de Burgemeester van de Stad Antwerpen tussen 15 mei 2002 en 4 juni 2002, geen enkele opmerking gemaakt aan de organisatoren;

Bij gebreke aan enige opmerking laat staan enig overleg, waartoe de organisatoren steeds bereid waren, werden deze in de waan gelaten dat in dit verband geen bezwaren van de overheid bestonden;

Wij nemen akte van het voorstel van eisers om ook nu nog rond de tafel te gaan zitten met de Burgemeester van de Stad Antwerpen en/of haar afgevaardigde om de nodige afspraken te maken;

Deze motieven kunnen evenmin de weigering rechtvaardigen;

f) zesde motief :

"Het feit dat er sinds 3 april 2002 verschillende incidenten zich hebben voorgedaan tussen de leden van moslim- en joodse gemeenschappen";

Dat er recent zich nog incidenten hebben voorgedaan ten aanzien van onder andere Joodse medeburgers en/of een synagoge, staat vast;

Deze feiten zijn racistisch van aard, en absoluut verwerpelijk. Zij dienen geenszins de belangen van wie dan ook, integendeel;

Dergelijke feiten doen zich de laatste tijd regelmatig voor, ook in andere steden. Dat zij rechtstreeks gelieerd zijn, of in causaal verband staan met de manifestaties en betogingen die werden ingericht, is geenszins bewezen;


Op grond hiervan kan een vreedzaam geplande betoging niet verboden worden. Dit zou immers tot gevolg hebben dat personen en/of organisaties die een welbepaalde mening in het openbaar willen uiten, omwille van incidenten veroorzaakt door derden, hun rechten niet
Meer kunnen laten gelden;

6. bij wijze van samenvatting

De "beslissing van de Burgemeester van de Stad Antwerpen om de aangevraagde betoging voor 8 juni 2002 te verbieden is niet voldoende naar rechte gemotiveerd en doorstaat de marginale toetsing aan de beginselen van de grondwet en de geplogenheden binnen een democratische rechtsstaat niet;

Het behoort aan de overheid alles in het werk te stellen om in afspraak met de organisatoren van de betoging van 8 juni 2002 de nodige maatregelen te nemen opdat deze ordentelijk en zonder ernstige verstoring van de openbare orde kan doorgaan;


Het behoort aan de organisatoren en alle deelnemers aan deze betoging, bij het uitoefenen van hun grondwettelijke en democratische rechten, waardig en met eerbied van de persoon en de eigendom van anderen op te treden;

Het opleggen van een dwangsom is in deze overbodig;

De vordering is derhalve ontvankelijk en gegrond in de mate hierna bepaald.

OM DEZE REDENEN :

Wij, I. Moyersoen, Voorzitter der Rechtbank van eerste aanleg, zitting houdende te Antwerpen, zetelend in KORT GEDING, bijgestaan door M. De Reyck, Griffier, uitspraak doende op tegenspraak;

Verklaren de vordering ontvankelijk en in de volgende mate gegrond :

Zeggen voor recht dat de uitvoering van de weigeringsbeslissing van mevrouw de Burgemeester van de Stad Antwerpen dd. 4 juni 2002 wordt geschorst;

Zeggen voor recht dat mevrouw Leona Detiege, Burgemeester van de Stad Antwerpen, zal gehouden zijn onmiddellijk na de betekening van huidige beschikking toelating te verlenen aan eisers voor het houden van een manifestatie op zaterdag 8 juni 2002 te Antwerpen met verzameling en vertrek aan de Leopold de Waelplaats, voor een parcours zoals gevraagd of zoals overeen te komen in overleg tussen de Burgemeester van de Stad Antwerpen en eisers;

Wijzen het meer en anders gevorderde af;

Veroordelen verwerende partij tot de kosten van het geding aan de zijde van eisende partijen tot op heden niet begroot.

/

M. De Reyck I. Moyersoen