arch/ive/ief (2000 - 2005)

Bedenkingen bij de communicatie van de linkerkant
by Maarten Van Hove Wednesday June 05, 2002 at 05:56 PM
m.vanhove@skynet.be

Ik weet niet of het aan mij is om deze bedenkingen te maken, en evenmin weet ik of ze helemaal correct zijn. Maar ik heb onlangs aan enkele mensen beloofd om het te doen: een samenvatting te maken van waar volgens mij zwakke punten zitten in de communicatie van de linkerkant. Oftewel: komen onze boodschappen over tot bij de man in de straat?

DE REALITEIT

Een recente studie heeft onlangs aangetoond dat maar liefst 80% van de Europeanen de vluchtelingenkwestie als het meest dringende en dwingende probleem van vandaag ziet. Zo stellen de kranten het. Het is een wanstaltig cijfer, temeer nog omdat het eigenlijk niet vertelt wat de mensen ermee bedoelen. Betekent dit dat vier op vijf van de mensen die je in de straat tegenkomt de grenzen dicht wil? Betekent het dat vier op vijf mensen genoeg hebben van vreemdelingen? Wat betekent het?

Ik kan moeilijk geloven dat deze vier op vijf zichzelf niet in de positie van de vluchteling zélf kan voorstellen. Niemand vlucht voor zijn plezier weg uit het land waarin hij is geboren, zeker niet als dat land zoveel zonniger is als ons eigen belgenlandje. Wie laat voor zijn plezier zijn vrienden en familie, zijn cultuur, zijn hele leven, achter zich? Daar moeten redenen voor zijn. Krachtige, sterke, tragische redenen, intrieste verhalen van mensen die alles wagen op een blinde gok – om toch maar ergens een leefbaar leven op te bouwen. Dat is wat wij zeggen met al onze macht, en toch wordt het probleem zo ervaren.

Hoevelen zeggen er eigenlijk dat het grootste probleem de plundering van het zuiden is, de kloof tussen arm en rijk, en dat die vluchtelingenstromen voortkomen uit deze kloof? Hoevelen zouden dit zeggen, als ze het zouden beseffen?

Dit is slechts één duister teken aan de wand dat het wel eens mogelijk zou kunnen zijn dat ons verhaal niet overkomt. Misschien wéten mensen wel niet wat er aan de hand is. Misschien geraakt de informatie wel niet bij hen.

Eerste teken aan de wand: hoevelen van de mensen die dit nu lezen zijn van mening dat de vluchtelingenkwestie het grootste huidige probleem is? Welk klein en gesloten segment van de samenleving zijn we dan, als we dus niet bij die 80% van de mensen horen?

DE NIET-POLITIEKE MENS…

De meesten van ons zijn zich op een bepaald moment beginnen afvragen: ‘klopt het wel wat we te horen krijgen?' en ‘moet het allemaal zo onrechtvaardig zijn?' De meesten kozen voor vrijwilligerswerk of stonden open voor vreemde indrukken. Weet je nog hoe moeilijk het was om in eerste fase in contact te komen met die nieuwe impulsen? Die kreeg je niet door languit in de zetel te blijven liggen. Daarvoor moest je de straat op, of de bibliotheek in. Daarvoor moest je toevallig iemand tegenkomen die ànders was, iemand die was opgegroeid in een krakersmilieu of al reizend of zo. Daarvoor moest je geconfronteerd worden met de ideeën die leven naast de beschermde, alombekende mainstream. Iets of iemand die je vertelde dat het ook anders kon.

En dat ‘anders' lees je niét in de krant. Een krant is op die manier opgebouwd dat die aansluit bij de cliché's, bij de mening van de massa. In de naam van objectiviteit zal een krant nooit Marx citeren. Zelden komt een krakerscollectief in het nieuws. Betogingen in Luik, Gent en Brussel zijn voor kranten een afwachting op rellen. Sensatie verkoopt, dus gaan er fotografen uit om te wàchten op die rellen, om te vràgen om die rellen, om de relschoppers te zoéken. Zijn die er niet, dan kan het best zijn dat een artikel als titel heeft: ‘rellen blijven vooralsnog uit'. Dit zijn géén fabeltjes. Toen de rellen uitbleven in Gent op 19 oktober, keerden veel journalisten zonder artikel terug naar de redactie en namen dan maar wat over van Belga. Waarom komen ze niet op de idee om dan maar eens over de visie van enkele actievoerders te schrijven?

Ik ben bang dat het niet enkel gaat om een ‘grote samenzwering', of dat journalisten ‘pionnen zouden zijn van het bedrijfsleven'. Ik ben bang dat het probleem véél dichter bij huis ligt, en dat we er ook verantwoordelijkheid in dragen. Misschien is het wel zo dat journalisten, nét als ons allemaal, lerende mensen zijn die op een bepaald moment in aanraking komen met een visie – of niet. Met andere woorden: wellicht gaat die 80% van hierboven evengoed voor hen op. Waarom zou een journalist die elke dag te weinig tijd heeft om het nieuws te begrijpen, actief beseffen wat we proberen zeggen?

Feit is: het moet snel gaan. Als je de keuze maakt in je leven om stil te staan bij wat je aan het doen bent, dan moet je tijd vrijmaken die er soms niet is, mensen tegenkomen waarvan je niet weet waar je ze moet zoeken, feiten geduid krijgen waarvoor je onvoldoende achtergrond hebt om ze te snappen, vragen stellen die je, bij gebrek aan referentiekader, misschien niet over je lippen krijgt. En doorheen dit hele proces loop je het risico om plots tot de conclusie te komen dat alles wat je weet en dacht, verkeerd is. Dat doet pijn. Misschien kan ook dit wel voor een stukje die 80% verklaren – de aanwezigheid van migranten kan confronterend zijn. Is er wel tijd om hen te leren kennen? Doe je moeite om met hen te praten? Kom je hen tegen in je dagelijkse leven? Stel je de juiste vragen? Begrijp je wat ze doen? Reageer je soms op die manier dat je een conflict in werking stelt dat je bij gebrek aan wijsheid niet kunt lijmen?

… EN WIJ

Wij zitten allemaal in een zekere bevoorrechte positie. We surfen op Indymedia omdat we weten dat we hier wellicht hier en daar een antwoord kunnen vinden op ‘zijn we wel goed bezig', omdat we er in eerste fase al van overtuigd zijn geraakt dat die levensbelangrijke indrukken en nieuwsfeiten daarbuiten in kranten, sensatie en informatie-overload, te vaak verloren gaan.

Maar toch was de zoektocht geen eenvoudig proces. Nog steeds moet ik ongelooflijk veel moeite doen om te weten te komen wat ik belangrijk vind om te weten. Naast me staat nog steeds een bak met genoeg leesvoer van o19 en d14 om een hele maand leesverlof voor te nemen. Twee zware en moeilijke boeken over macht liggen ernaast. Ik heb al een bepaald referentiekader, dus voor mij zal het puzzelen en het ziften misschien nog wel meevallen. Ze lezen doe ik niet voor mijn plezier. Ik ga liever met vrienden weg, of lees een roman, of speel een computerspelletje.

Wat als iemand de wil ontbreekt? Om deze keuze te maken, moet je al beseffen dat je weinig weet, moet je het al de moeite waard vinden om je wereld voor op zijn kop te zetten.

Is dit vanzelfsprekend? En nog: is het dan zo vreemd dat mijn niet-politieke vrienden en kennissen deze keuze niét maken? Is dat dan zo vreemd dat ze niet in aanraking komen met Indymedia, met deze tekst? Is het dan zo vreemd dat zij vluchtelingen, die zo ver van ons zitten en zo onbegrijpelijk zijn, als een onbekende factor ervaren? Is het dan zo vreemd dat ik hier nu voor de eigen parochie sta te preken???

En dus, terwijl het leven voortkabbelt en de mensen opstaan om naar hun werk te gaan, zijn er daar ergens enkele rare rakkers die zich bezighouden met onbegrijpelijke dingen. ‘Extreem-links', heet dat snel. Want 11.11.11, dat kennen we, dat zijn die die rondgaan voor geld voor de negertjes op 11 november. En vakbonden, tja, die zorgen ervoor dat we goed onze boterham verdienen en op vakantie kunnen. Antiglobalisten, wel, dat zijn 11.11.11 en 't ACV en voor de rest een boel stenensmijters die grafitti spuiten en banken inslaan.

Dàt is wat je op TV ziet! Dàt is wat je ziet als je géén kranten leest, dàt is zelfs wat je ziet als je De Morgen kritiekloos leest. Want het is toch een linkse gazet hé? En – waarom moeten we er vanuit gaan dat kranten niet deugen, het is toch hun werk?

Tja. Dus waar zit onze fout en waar kunnen we uit leren? Even een persoonlijk gedaas.

DE WAANZINNIGE FOUTEN VAN DE LINKSE COMMUNICATIE

Ik ben van mening dat we ons niet moet inzetten voor een andere wereld, als we daarvoor niet alles willen doen wat nodig is om er ook in te slagen. Anders is er nu een hele generatie mensen die de beste jaren van hun leven zullen zien eindigen in een sisser – net zoals de andere linkse sissers van de afgelopen honderd jaar. Van de ruzies in de zalen van de Eerste Internationale, over de versnipperde acties tijdens de Spaanse burgeroorlog over de recuperaties van mei '68 over de antirakettenbetogingen (de bommen liggen er nog) tot stenenwerpers op de buis op 14 december van dit jaar: als we niet snel beginnen leren uit de fouten van het verleden, kunnen we beter allemaal een job gaan zoeken in de commerciële sector. Een andere wereld is slechts mogelijk als je die ook bekend weet te maken naar de mensen die het aangaat. Met name iedereen, en niet slechts wij alleen. Beelden van oorlog in de straten nodigen niet echt uit om mee te gaan betogen, als je begrijpt wat ik bedoel.

Communicatie en sensibilisering is de zwakste schakel in het antiglobalistische circus. Als je ziet hoe de oplage van derdewereldmagazines drastisch terugloopt en hoe de vrijwilligers binnen ngo's vergrijzen, dan wéét je dat het thema ofwél niet leeft bij de mensen, ofwél niet goed gebracht wordt naar de mensen. Laat me opteren voor het tweede: van alle niet-politieke vrienden die ik heb, zijn er echt wel bijzonder weinig die graag hebben dat het Westen kernafval dumpt in de Sahara, het Kyoto-akkoord opblaast en kinderen aan vijf eurocent per uur sportschoenen doet maken in Birma. De laatste keer dat ik het over sportschoenschandalen had, was in de avondles, en er ging een rimpel van afschuw en verontwaardiging door de zaal. Veel mensen zouden wellicht ‘de kloof' stellen als grootste probleem en niet ‘vluchtelingen', als ze het zouden begrijpen en voélen.

DE VAKBOND

VAKBONDEN ALS BAROMETER: Vakbonden en ngo's zijn de klassieke spelers op de ‘andere wereld'-markt. Ik kan het echter niet echt over vakbonden hebben, omdat die tot nader orde slechts met mondjesmaat ijveren voor een mogelijke andere wereld. Zonder verwijt: het ozongat is een onzichtbaar probleem waarvan je weinig last hebt aan de band, de Daens-achtige uitbuitingen van de 19e eeuw, waaruit de vakbonden ontstonden, hebben zich al even onzichtbaar naar het Zuiden verplaatst, en slechts wanneer bedrijven hier dichtgaan om in Brazilië weer te openen, worden de gemene punten van kapitalisme en globalisatie voor vakbonden en hun leden duidelijk. Dat zij vooralsnog niet resoluut ‘stop' zeggen, is misschien wel begrijpelijk: het is niet echt de job van vakbondsleiders om hun leden op te roepen voor de bescherming van het regenwoud. Als het voor die leden duidelijk wordt dat er verbanden bestaan tussen hun vak en de afbraak van het regenwoud, zullen ze er wellicht staan. Dus die job ligt bij anderen, en vakbonden zijn een soort barometer om ons te tonen dat wereldproblemen wél leven bij de mensen in de straat. De grote katalysator – onmisbaar, maar niet diegenen die ons zullen stampen om voor rechtvaardige wereldhandel uit de krammen te schieten. Het zou wel eens kunnen dat er bij ons bedrijven dicht moeten om het Zuiden een kans te geven. Geen vakbond tekent zijn eigen graf als ze niet absoluut van het nut worden overtuigd. Overtuigd door anderen dus. Door ons.

DE NGO

Dus kijken we even naar ngo's. Veel van hen bestaan al dertig jaar of zo. Ngo's zijn vaak klein begonnen en dan snel snel snel uitgegroeid tot gigantische mastodonten. Greenpeace bijvoorbeeld is op zich ook al een grote multinational geworden.

ONTWIKKELINGSHULP - ENKEL NOODHULP: Sommige ngo's redeneren blijkbaar nog vanuit het denkbeeld dat ‘ze de arme negertjes moeten gaan helpen'. De katholieke missionarisdrang heerst er nog, een beetje wereldvreemd soms, als je beseft dat ‘die arme negertjes' niet stom zijn. Dat ze arm zijn, daar hebben wij én zij verantwoordelijkheid aan. Ooit had Afrika beschavingen die aan de onze konden tippen, en die is dan mede door diezelfde missionarissen mee vernietigd.
Pompen moeten echter wel geplant worden en voedselpakketten en kleden verdeeld, maar dat lost een probleem niet op – dat stelt de executie uit tot er oplossingen komen.

ONTWIKKELINGSSAMENWERKING – OP ZICH ONVOLDOENDE: Het is aan ngo's die redeneren vanuit een ‘ontwikkelingssamenwerkings'-visie (fondsen en ondersteuning van ons aan het Zuiden, onze knowhow, maar hun eigen initiatieven) om wezenlijke oplossingen te helpen totstandkomen. Dat zijn waardevolle lapmiddelen en bronnen van hoop voor vele streken – maar onvoldoende om op te kunnen tegen de vernietigende kracht van het woekerkapitalisme. De geldstroom die elk jaar nog steeds van Zuiden naar Noorden gaat, ondanks het werk van de ngo's, toont dit aan. Veel van de meest visionaire mensen zetten hun hele leven ten dienste van waardevolle projecten die uiteindelijk onvoldoende zullen blijken, als ze geen steun krijgen van ‘klein-links', de vakbonden, en de mensen in de straat om een evolutie in het denken van iedereen teweeg te brengen.

SPORADISCHE EDUCATIE: Ngo's hebben heel wat kennis, ervaring, geld, personeel en logistiek ter beschikking voor een beweging voor een andere wereld. In Gent was het mooi om zien met wat voor een prachtig materiaal 11.11.11 bijvoorbeeld Indymedia in staat stelde om een redactielokaal te bouwen in de straten. Wat communicatie en samenwerking betreft durven er naar mijn ervaring echter dingen misgaan. Heel veel ngo's en vzw's hebben educatieve cellen die naar vrijwilligers of jongeren stappen met workshops over globalisatie, omgaan met geld, de tobintaks enzovoort. Mooie brochures, schitterende video's,… voor een pijnlijk klein publiek. Een jongerenwerking is een mooi iets, maar tot op heden zie ik nergens een derdewereld-jeugdbeweging zoals JNM rond milieu werkt. Is er een vraag naar, is er ruimte voor? In ieder geval is er de nood dat meer jongeren via scholen en jeugdbewegingen in contact komen met de workshops van ngo's, nu derdewereldvorming uit de leerpakketten is verdwenen. Vandaag is de kans groot dat je als jongere één of twee keer in je schoolcarrière in contact komt met een dag rond Afrika of een bezinning – maar dat contact is diffuus en daarna is de stap nog even groot van interesse naar engagement. Geloof me – ik heb die workshops nog gegeven. Op de vraag ‘wat kunnen we doen?', is ‘deze petitie tekenen' een pijnlijk ontoereikend antwoord. De drempel tussen workshop en actie moet véél kleiner!

Uit het jeugdwerk weet ik ook dat geldinzamelacties van ngo's, waar jeugdbewegingen en jeugdhuizen op afkomen, ook weinig ruimte laten voor extra engagement. De jeugdbewegingen staan er met de hoop iets te kunnen doen, maar ik kan het je op een blaadje geven dat het weinig plezant of voldoenend is als je door een ngo wordt bekeken als slechts een verkoper. OK, ik weet het: dat zijn hectische tijden, maar een doos overprijsde gadgets verkopen voor een goed doel, zonder dat je de mensen kunt vertellen wàt het is dat je verkoopt en waarom, is géén pretje. Ik heb het zelf nog gedaan. Onze KSA doet het niét meer, verkopen voor Vredeseilanden. In een ander format en met de juiste begeleiding was dat wellicht een ander verhaal geweest.

PERSACTIES IPV STRAATACTIES: Acties naar het grote publiek zijn vaak slechts persacties. Op zich héél interessant om iemand in dienst te hebben die persberichten kan sturen, maar dan belandt het initiatief en het verhaal in de handen van iemand die je niet kent en vaak ook niet kunt vertrouwen. Op die manier komen ngo's vaak in de kranten, maar die informatie geraakt dan weer opnieuw in de handen van mensen die al overtuigd zijn – de krantenlezers van De Standaard en De Morgen bijvoorbeeld. En een grote actie opstellen voor die enkele foto's is in mijn ogen nét iets teveel eer voor de journalisten en te weinig voor de deelnemers.

TOP TO BOTTOM REDENERINGEN: Pijnlijk is ook om te zien hoe sommige ngo's zo groot zijn geworden dat ze onmogelijk ten volle gebruik kunnen maken van de ingeniositeit van de vrijwilliger. Als mensen in naam van hun ngo met één telefoontje een actie kunnen opstellen, dan lééft dat. Als een ngo in naam van de vrijwilligers hen oproepen om mee te doen met een betoging waar ze niet over zijn gehoord, dan krijg je het klassieke jeugdbewegingssyndroom dat de vrijwilligers op hun lauweren acties afwachten. In dezelfde lijn ligt de samenwerking tussen ngo's en groeperingen binnen klein links: als je met één telefoontje een grote ngo kunt vragen om een actie te ondersteunen en er mee voor op te roepen, heb je een potentieel veel grotere impact. Van beneden naar boven geef je mensen concreet de kracht om zélf op te komen voor belangwekkende thema's. Dit is niet gemakkelijk en het vraagt om wezenlijke hervormingen, maar het kan ieder initiatief en bedrijf doen heropleven en groeien.

HET DEBAT: Wie van ons is er al vaak naar debatten georganiseerd door ngo's gegaan? Ik krijg het er de laatste tijd soms op de heupen omdat ik zowel voor als achter het spreekgestoelte steeds weer dezelfde mensen zie. Het publiek dat er op afkomt ken ik zo stilaan bij naam, de sprekers vaak persoonlijk. Dat vertelt iets over welke communicatiekanalen er zijn gebruikt om volk uit te nodigen: wederom komt die uitnodiging niet in de handen van die 80% van hierboven, die het kunnen gebruiken. Een andere pijnlijke ervaring is voor mij is zowel de beperkte feedback van het publiek (discussie-avonden worden ‘na de sprekers is er tijd voor vragen') en het feit dat ik zo vaak op mijn honger blijf zitten. Wat ik wil zeggen: als je vijf sprekers neerzet die allemaal zeggen dat de media verrot zijn, dan ben ik geneigd om te zeggen: je bent me aan het manipuleren. Liever heb ik dat er dissidente stemmen bij de sprekers zitten, dat ik zie hoe een tegenstander het ziet of zo, dat ik mensen in de zaal hoor tegenspreken op essentiële punten. Een debat dat de drempel zo laag mogelijk legt, zo laag zelfs dat iedereen er iets in te zeggen heeft, is een echt debat – en ik heb het nog maar één keer op die manier gezien.

HERVORMINGEN: Een laatste pijnpunt in dit hele ngo-verhaal is voor mij het vernieuwingsproces van de laatste twee jaar. De ngo's zijn zich bewust van zowel de dringendheid van een andere wereld als het feit dat ze op de huidige manier misschien onvoldoende gewicht in de schaal kunnen leggen. Met vergaderingen na vergaderingen met alweer die vaste leden van die debatten en de overtuigde parochie van werknemers, vrijwilligers en sympathisanten, worden de grote pijnpunten echter wellicht niet blootgelegd. Wie van de vaste medewerkers gaat zeggen: ‘dit of dat zuigt'? Maar een hervorming die niet tot op het bot gaat is onvoldoende! Beter zou zijn als er een maatschappelijk debat zou ontstaan met iedereen die er een mening over heeft. Gebaseerd op ‘waar willen we naartoe en wat hebben we daar voor nodig?' – met ruimte voor dromen en radikaliteit, kan de hele sector de impulsen krijgen die ze nodig heeft. In dat hele debat tussen professionelen en geëngageerden/geïnteresseerden, moet het bovenal gedaan zijn met de verspreide slagorde tussen ngo's onderling en ngo's tegenover organisaties binnen ‘klein links'.

‘KLEIN LINKS'

‘Klein-links' is een lieflijke term die ik graag gebruik om iedereen te omschrijven die binnen vrijwilligerswerk of als medewerker binnen een organisatie met een paar vaste krachten en weinig geld, maar veel engagement. Wellicht staat dat zo niet in de woordenboeken, maar zo zie ik het toch ongeveer: al wie buiten regering, ngo's of vakbonden valt maar wel bezig is rond ‘een andere wereld' tel ik er voor het gemak bij. Dat kan gerust de loodgieter zijn.

Het karakter van het geheel: radikaal, ongecoördineerd, do-it-yourself, versnipperd, eigenzinnig, vaak heethoofdig, vaak met teveel engagement en nog vaker met te weinig – maar meestal goedmenend en flexibel. Waar je komt doe je wat je kan en wil, probeert het zo goed mogelijk te doen en ziet wel waar je uitkomt. Een heel interessante ervaring.

Wonderbaarlijk genoeg komt het er op neer dat het steeds weer dezelfde mensen zijn die je tegen het lijf loopt: archetypische vrijwilligers met overvolle agenda's die vloeken omdat ze steeds weer met de acties en streefdoelen van anderen in botsing komen. Immers: de meningen zijn legio en soms lopen de doelstellingen radikaal tegen elkaar in. Een communistische staat met partijbureau is nogal moeilijk te verenigen met een libertair ideaal waarin een staat geen rechten heeft.

Het spreekt dus eigenlijk voor zich dat het vaak tot conflicten komt, temeer omdat dit wereldje zijn eigen indianenverhalen en geruchten heeft. Ik heb persoonlijk gezien hoe ik plots in het midden kwam te staan van twee van die meningen, die tegen mij hun gal spuwden over het andere kamp… Ook een zeer interessante ervaring.

CONFLICTEN OP INDYMEDIA: Indymedia is voor mij een gigantische leerschool geweest van dit fenomeen. Toen ik er eind september mee begon, had ik er geen idee van dat het zo een geweldig kluwen was, zo een fragiel evenwicht. En alle partijen bezitten wel een deeltje waarheid – maar toch komt het, vooral op deze site, maar al te vaak tot verpletterende conflicten tussen die waarheden, waarin alle partijen zich gedegouteerd afkeren na persoonlijk en vrij infantiel gescheld en woordenverdraaiingen. Ik heb al meerdere keren gezegd dat dit geen enkel bestaansrecht heeft, dat het het einde wordt van deze site en zodus een doodgeboren kans om éindelijk eens samen te werken om dichterbij te komen tot die ‘andere wereld'. Wat is de waarde van een conflict tussen A en B, als ze beiden daarom niet met ngo's samenwerken, vakbonden overtuigen, naar de mensen stappen? Laat staan dat ze en bloc nog maar met de échte strijd zouden beginnen! In dit geval is dat het bouwen van een volwaardig journalistiek medium dat de verhalen biedt die journalisten niet kunnen of willen brengen – en dat medium aan de man brengen bij zij die die informatie nodig hebben, eens te meer die niet-politieke mens…

OORLOG OP INDYMEDIA EN VREDE IN DE STRATEN: Dat is trouwens heel bizar: wie al een tijdje op deze site rondzwerft, heeft zonder twijfel al eens gedacht dat de revolutie al begonnen is, gelet op de gruwelijk bloederige discussies die zich hier afspelen. Maar als je dan je computer afzet en je wandelt de straat op, merk je plots dat er de zon schijnt, dat de winkelstraat nog vol met mensen loopt, en dat de oorlog in Palestina rustig verder woedt. Met andere woorden: het is niet meer dan zwaaien met de vlaggenstok, terwijl de buitenwereld er niets van mee heeft. Die zoekers die af en toe op de site terechtkomen, wel, geen idee wat ze vinden van theoretische discussies over Stalin of arbeid-kapitaal tegenstellingen, maar ik vrees het ergste. Laat staan dat ze zich aangetrokken voelen als twee partijen in een discussie elkaar beschuldigen van recuperatiepogingen of van het vermoeden dat ze de rest verraden. Je waant je zo in ‘Land and Freedom'.

LEUGENS EN MISCOMMUNICATIE: Laat me hier dus maar nog eens officieel schrijven dat het geen nut heeft dat Indymedia een spiegel vormt van het klein-linkse wereldje in de straten. Kan best zijn dat je het niet met elkaar eens bent, kan ook best zijn dat je elkaar niet sympathiek vindt, maar ik ben nog steeds geneigd te zeggen dat je er zowel jezelf als Indymedia en die strevingen naar een andere wereld niet mee dient, als je een discussie doet openzweren door frustraties en miscommunicatie. Even aan toevoegen dat een artikel best ook geen leugens, manipulaties of verborgen scheeftrekkingen bevat – wie heeft daar wat aan?

RESPECT: Indymedia moet een nieuwsmedium zijn. Discussie kan een plaats hebben, maar een minimum aan respect voor elkanders eigenheid is niet teveel gevraagd. Anders is het gewoon egotripperij. Indymedia biedt zoals hiervoor al gezegd een beetje een spiegel van klein-links in de straten. Dat is een verwezenlijking – indien dat de bedoeling was geweest. Hou alsjeblieft de lezer van buitenaf in het oog als je hier schrijft. Zonder hem is deze site niks.

EEN SCHERPE TEGENSTELLING…: In de straten leeft dat schisma binnen klein-links voort. Er heerst een bijzondere tweestrijd tussen twee partijen: zij die menen dat een ‘omwenteling' tot een ‘andere wereld' beter kan bereikt worden door ‘democratie' en ‘persoonlijke bezinning' en ‘samenwerking', en een die meent dat ‘revolutie' tot een ‘socialistische wereld' beter kan bereikt worden door ‘het blootleggen van misbruiken' en ‘het wapenen van onderdrukten'. Heb ik het juist? Heel vreemd in deze tweestrijd is dat ze eigenlijk hetzelfde zeggen, maar dat de manier waarop verschilt, en dat de schimmen van het verleden (laat ons gerust ‘Sovjetunie' zeggen) blijven doorschemeren.

… MAAR TOCH BIJNA HETZELFDE VERHAAL: Het maakt me niet uit of er toestanden gebeurt zijn binnen de USSR die beter niet waren gebeurd. Vandaag is het heden en morgen is de toekomst. Mensen die de tweede stelling aanhangen doen er wellicht goed aan om te leren uit de fouten van gisteren en te proberen om de angsten van het eerste kamp dat een ‘revolutie' een herhaling ervan zou brengen, teniet te doen. Liefst van al door geen machtsmisbruik goed te keuren (nu ken je mijn kamp ook). Het andere kamp mag wel eens wat meer voorbij samenzweringstheorieën kijken, en zelf een structuur opbouwen die kracht heeft. Alleen als beide partijen een beetje dichter bij elkaar komen, kan die innerlijke oorlog tot een wapenstilstand komen. Dan komt er wat rust op Indymedia en dan hoef ik ook niet meer angstvallig over mijn schouders te kijken. In wat voor een droomwereld leven we als we hier mee voortgaan: we staan verder van een revolutie dan ooit tevoren. (die 80%?). Eens te meer: het is nu of nooit. Hoevelen zijn er al walgend weggewandeld van links omdat ze zich niet met deze toestanden wilden bezighouden?

VOEDSEL OF VRIJHEID?: Wat ik belangrijk vind, en graag zou willen meegeven, is de discussie rond ‘freedom of speech won't feed my stomach', waarmee ik mensen van binnen het tweede kamp al heb horen zeggen dat socialistische dictators beter gesteund worden, ook al hebben ze censuur ingevoerd of een eenpartijstelsel. Voor moesten jullie het niet weten: toen de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens werden geschreven, was de USSR de grootste verdediger van ‘economische rechten' (voedsel en onderdak) en het Westen van ‘politieke rechten (vrijheid van meningsuiting en persvrijheid). Beide partijen kwamen er toén al toe om te zeggen dat BEIDE RECHTEN ONVERDEELBAAR ZIJN: zonder vrijheid heb je niks aan je voedsel (wil je dan leven?), met vrijheid maar zonder voedsel ga je dood. Dus het is niet of het een of het ander. Kunnen we meteen deze discussie begraven – in een betere wereld moet béide belangrijk zijn!

INTELLECTUALISME: Een ander pijnlijk (oh zo pijnlijk!) fenomeen is het ‘intellectualisme'. Hoeveel teksten heb ik al naast me neer gelegd omdat ik ze niet verstond? Het is goed mogelijk dat Malatesta, Marx, Bakoenin, Trotsky,… interessante dingen hebben gezegd, en dat situationisme en nihilisme waardevol is – maar wat is dat eigenlijk dan een woord zonder context, een tekst zonder duiding? Als ik er al moeite mee heb om te begrijpen wat er gezegd wordt, wat dan met een arbeider die op zoek is naar informatie over de nakende sluiting van zijn staalfabriek? Kunnen we de mensen éérst eens duidelijk uitleggen waarom de huidige globalisatie slecht is? ‘Het is zo' zeggen vind ik onvoldoende en onrespectvol naar de mensen toe - kunnen we niet eens een dossier opstellen waarin we duidelijk en grondig uitleggen hoe dat zit? Daarbij kunnen we best eens leren uit Het Laatste Nieuws – die schrijven voor 14-jarigen, dan verstaat iedereen het. Is dat niet de bedoeling???

WEG MET POLARISATIE: En nu we het er toch over hebben, kunnen we dan meteen eens stoppen met gewoon te zeggen dat een multiculturele samenleving goed is en alle Vlaams Blokkers slecht? Alle flikken soldaten en alle bedrijfsleiders winsthongerig? Eén: dat is niet de waarheid. Twee: dat polariseert dit hele verhaal maar in ‘wij zijn de goeie en zij de slechte' (kijk even naar Pim Fortuyn's opgang en leer van de arrogantie van de Nederlandse regering in dat verhaal.). Drie: wat hebben al die mensen die nu zeggen dat vluchtelingen een probleem vormen, aan wij die hen zeggen dat het niét zo is? Juist – niks.

EERST HERSTELLEN DAN HEROPBOUWEN: Laat ik even het stukje ‘communicatie' binnen klein-links afronden met een pijnlijke waarheid: die communicatie is er niet. We zijn al honderd jaar aan het proberen om elkaar te overtuigen. De wereld kabbelt ondertussen door. Mogen we dit hoofdstuk afronden? Ook al was het om te zeggen dat we eens gaan babbelen als de tijd is gekomen om na te denken over heropbouwen? Ondertussen moeten we ons toewerpen op herstellen. En dat doe je niet met 200 man. Dat doe je met een hele samenleving!

HOOP?

Tuurlijk is er hoop! We zijn met veel en we hebben ervaring. Kleine groeperingen kunnen door acties heel wat bereiken (kijk eens naar pink & green of JNM). Anderen hebben logistieke ervaring of boekenwijsheid. Nog anderen zijn keien in redeneren vanuit het gevoel. Solidair legt een journalistiek kwaliteitsprodukt neer, zeker qua organisatie en layout. Als we al die dingen samenleggen en met respect voor elkaars meningen ons eerst eens focussen op samenwerking en communicatie naar binnen toe (ook zonder dat je elkaar graag ziet…), sensibilisering en bewuste, visionaire radikaliteit (niet door stenen te smijten, maar met de njet van een Gandhi), kunnen we héél wat bereiken. Ngo's en klein links moet samenkomen en praten. Echt en gelijkwaardig. Gedaan met eeuwendurende twisten bijvoorbeeld tussen Stalinisten en Trotskisten (beiden zijn al meer dan 50 jaar dood!), enzovoort.

En meest van al: we staan er dichtbij om het failliet van een systeem aan te tonen! Als je ziet hoe doorzichtig Bush zijn speechen kneed, hoe sociale en ecologische conflicten (het UNEP-rapport GEO-3 van onlangs is een must-read! Te vinden op de UNEP-website!) tot op een spits worden gedreven en hoe de VLD rondjes draait om snel snel alle uiteenspattende andere partijen rond zich te verzamelen in één ‘grote volkspartij', dan staat élke burger daar bij te kijken van ‘wat is hier aan de hand?' Er staan méér mensen te wachten op verandering dan je denkt!

CONCREET NU

Concreet wil ik in ieder geval dit artikel afsluiten met één vraag, één druppeltje op de hete plaat: onlangs kwam iemand uit D14 met de idee om dossiers op te stellen aan een breed publiek. Tien pagina's per thema, heel duidelijk én met ijzersterke bronnen, over belangrijke achtergrondthema's als ‘wat is de WTO en hoe werkt die', ‘een samenvatting van één jaar Bush', ‘wat zijn mensenrechten', ‘wat is anarchisme', ‘wat is globalisatie', ‘wat is antiglobalisatie', ‘wie was Marx?' enzovoort. Belangwekkende dossiers naar één doelgroep: mensen met nul komma nul achtergrondinfo. Mensen die zich ertoe geroepen voelen om hier aan mee te werken of die extra info willen, nu of later: als je reageert via mijn emailadres, zal ik je mail doorsturen, en dan krijg je gegarandeerd antwoord. Met die dossiers stappen we dan uiteindelijk, met medewerking van zoveel mogelijk linkse kanalen, zo ruim mogelijk naar buiten.

PS: Dit is een discussietekst. Het is mijn ervaring en mijn visie er op, snel snel verwoord. Kan best zijn sommigen vallen over één of twee dingen of dat anderen me graag uit een boom zouden willen zien bungelen, maar ik heb het enkel geschreven omdat ik het thema belangrijk vind en de hervormingen dringend. Ik hoop dus dat mensen het als dusdanig willen lezen en er voor zichzelf conclusies uit trekken of bedenkingen maken. Ik wil echter dat het leeft. Als je het goed vind, verspreid het dan verder. Wat ik probeer te zeggen is misschien onvolledig of naïef, maar ik wil er mee een stukje aanzet geven om samen te komen en te werken aan volledige en realistische plannen en oplossingen voor onze o zo zwakke linkse communicatie.

Een andere wereld IS mogelijk! Blijf er in geloven en voor werken – hoe het er voor jou ook uitziet.

de Andere Wereld beweging
by Koen Stuyck Friday June 21, 2002 at 04:58 PM
Koen.Stuyck@11.be

Beste Maarten,

Het heeft wat geduurd voor ik op je bericht kon reageren, ik had iets te veel dossiers tegelijk lopen. Als persmens voor een organisatie als 11.11.11 heb je dan ook je handen vol, zonder vaak de tijd te hebben om je te echt te verdiepen in de materie. Gelukkig hebben we daar dan weer specialisten voor.
Bedankt om je artikel van 5 juni toe te sturen. Ik denk dat je erg zinnige dingen schrijft en mijn bedenkingen zijn dan ook voor het merendeel aanvullingen in de marge, op enkele zaken na.

Om het eerst even over de NGO's te hebben - het is en blijft moeilijk om het caritatieve imago van een organisatie als 11.11.11 van ons af te schudden. En het is ook niet allemaal zo éénduidig. Want dat oude imago, dat bestaat bij een deel van onze achterban, zeker, maar evengoed zijn er veel actieve vrijwilligers die wel mee zijn en 11.11.11 als een politieke organisatie zien. Zij weten ondertussen ook dat waterpompen niet de oplossing vormen en dat rechtvaardige handelsverhoudingen veel belangrijker zijn. Overigens proberen we dat steeds duidelijker te communiceren in onze campagnes. Ook tijdens de grote financiële campagne van november wanneer we de meeste mensen bereiken. Gewone mensen op de straat die vaak reageren vanuit een caritatieve reflex, en, mogen we veronderstellen, dus behoren tot die 80% ‘mainstream' bevolking waar je het over had.
Wellicht kan je het over dat deel van onze schenkers inderdaad hebben als ‘de niet-politieke mens,' zoals je schrijft. Anderzijds zal de bij uitstek conservatieve strekking er ook in vertegenwoordigd zijn, deze mensen die vinden dat een NGO enkel geld moet doorsluizen naar het zuiden en niet aan politiek mag doen. Hen overtuigen van het tegendeel zal het moeilijkste zijn.
Wie 11.11.11 kent kan nu nog moeilijk beweren dat we geen politieke organisatie zijn. Een greep uit de dossiers waar we mee bezig zijn:
- Internationale handel en financiering van ontwikkeling: IMF & Wereldbank, Wereldhandelsorganisatie, Tobin-taks, schuldkwijtschelding van derde wereldlanden, het Europees beleid etc
- Regionale Politieke kwesties: Colombia, Congo, Indonesië etc. Voor Palestina ondersteunen en maken we deel uit van het Actie Platform Palestina.
- Andere thema's: landproblematiek; economisch, sociaal en culturele rechten waar we stevig hebben meegewerkt aan het lobbywerk voor een facultatief protocol.
Voor al deze thema's werken we aan beleidsbeïnvloeding samen met Europese koepels en partnerorganisaties uit het Zuiden. De laatste jaren waren bepalend in de uitbouw van stevige internationale netwerken, o.m. met het Aziatische ‘Focus on the Global South' en het Latijns-Amerikaanse ATOL. Op die manier werken we mee aan het tot stand komen van een mondiaal netwerk om het internationaal beleid het vuur aan de schenen te leggen.
- Verder ondersteunen we naast koepels in het zuiden, ook stilaan meer basisbewegingen zoals MST in Brazilië. Met name sinds het opstaan van het Wereld Sociaal Forum is het duidelijk geworden dat een sterke mondiale beweging meer dan nodig is. De internationale actualiteit bewijst dat elke dag. Want ondanks alle goede voorstellen voor de talloze problemen waar we voor staan, weigeren de machtsinstanties te luisteren. Het is een verbijsterend concrete opdracht die ons nu allemaal voorligt: de tegenbeweging ‘incontournable' maken.

‘Beweging maken' doen we dan ook hier thuis, door de vrijwilligers actief te betrekken bij de Noord-Zuidbeweging. De bezorgdheid is er dus en staat dan ook met zoveel woorden in het nieuwe vijfjarenprogramma dat als titel draagt: « krachten bundelen voor een politieke Noord-Zuidbeweging - Vernieuwen, verbreden en internationaliseren. »
Als koepel hebben we daar een belangrijke opdracht, samen met onze lidorganisaties, met basisbewegingen en vakbonden, samen met iedereen die verontwaardigd is.

Wat je schrijft in 'de waanzinnige fouten van de linkse communicatie' klopt natuurlijk, en het is bovendien complementair aan wat hierboven staat. Wat revolutionaire ideeën over volkseducatie uit het verleden ook mogen beweren… De samenleving drijft voor een groot deel op een middenklasse die altijd wat behoudsgezinder denkt, en waar progressieve voorstellen steeds met de nodige argwaan bekeken worden. Paulo Freire werkte voor en met een verpauperde bevolking, met de middenklasse had hij weinig van doen. Met andere woorden, het is een langzaam en moeilijk proces om de beeldvorming te veranderen van de ‘niet-politieke mens.' Je hebt bovendien de tijdsgeest tegen, die de mens degradeert tot consument, in extremis een ééndimensionaal en waarde-loos individu, verwijderd uit zijn gemeenschap en ontdaan van elke kritische reflex. Dit karikaturaal en zielig figuur is gelukkig slechts de natte droom van een enkele zieke machtswellusteling, maar dat neemt niet weg dat de tendensen om mensen in die richting te duwen overal aanwezig zijn. Wat doe je er dan aan: ontmaskeren van die tendensen, mensen altijd en voortdurend voorop plaatsen en ze hun verantwoordelijkheid terug geven. Mijn persoonlijke overtuiging is dat er één concept centraal moet staan in elke progressieve strategie: relaties (leren) leggen. Mensen het gevoel geven dat ze een belangrijk knooppunt zijn in een groot web. Een web dat aaneen hangt met betrokkenheid en verantwoordelijkheid, voor elkaar maar ook voor de wereld waarop we leven. Wat mij betreft kunnen mensen en gemeenschappen dat zelfs religieus interpreteren, in een gezonde samenleving is fanatisme slechts een marginaal verschijnsel.

Dit alles betekent dat je de voorwaarden moet scheppen waarin mensen over deze zaken kunnen nadenken. Als je het hebt over debat en je afkeer van intellectualisme dan heb je natuurlijk gelijk – er lopen nogal wat windhanen rond die vooral met woorden schieten maar geen doel raken. Verschillende aspecten spelen hier mee, enerzijds is het makkelijker om bij te leren tijdens een gesprek als je reeds het begrippenkader kent dat bij het onderwerp past. Anderzijds is het ook mogelijk om jargon te weren uit je discours en goede, begrijpbare taal te gebruiken – het is wel moeilijker en vereist voorbereiding. Ik denk dat sprekers of moderators daar te weinig aandacht voor hebben, maar zulke debatten stellen mensen in staat om hun vragen te formuleren, te herformuleren en tenslotte te begrijpen.

Tenslotte moeten me nog enkele dingen van het hart, die ik klein of extreem links durf verwijten: (1) de totale afwijzing van privé-ondernemingschap. Het feit dat in een groot deel van de wereld miljarden mensen slechts op deze manier (over)leven en er in slagen een mager inkomen bij elkaar te verdienen is één ding (dat ze moeten worstelen ligt aan de slechte internationale handelsverhoudingen, allerminst aan hun eigen inventiviteit). De geschiedenis toont aan hoe fnuikend een staatsgeleide economie is voor de creativiteit van de samenleving. Tussen haakjes, initiatieven van lokale gemeenschappen beschouw ik ook als privé-ondernemingschap. (2) Als klein links wat van haar dogmatisme zou laten varen, dan zouden ze heel wat sterker staan om mee de rangen te versterken van de mondiale tegenbeweging die aan het ontstaan is. Ja, ik heb ook Marx gelezen en mijn sympathie voor Che Guevarra is onmiskenbaar, maar in een postmodern tijdperk wordt het toch eens tijd dat historische figuren in hun context worden gezien en hun boodschappen naar hun juiste waarde worden geschat, m.a.w. wat hebben ze toegevoegd aan theorievorming en analyse van samenlevingsvormen en hoe kunnen we hun concepten nu nog gebruiken. Want hoe je het ook draait of keert, Marx was evengoed een kind van de Westerse verlichting, een 'modernist' par excellence, en zijn historisch materialisme heeft diepe voren getrokken in de aarde van de 20e eeuw...
Ondertussen zijn er mensen opgestaan als Amartya Sen (de Indiase econoom), ecofeministen zoals Ariel Salleh en Vandana Shiva. Het zijn deze originele stemmen uit het zuiden die me hoopvol stemmen. Ze maken hun eigen analyse en kwamen voordien niet aan het woord.

Met andere woorden: als je al dat ideologisch gehakketak op Indymedia hekelt, dan kan ik je alleen maar gelijk geven, al wil ik dat niet aan het medium verwijten. Samen maken we de 'Andere Wereld beweging.' Het feit dat de 'Washington consensus' en het blauwe populisme nu extra zwaar uit de hoek komt is ook omdat ze schrik hebben van de tegenbeweging. Laat ons er samen de zweep op leggen, elk vanuit zijn eigen kennis en mogelijkheden.

Koen Stuyck.
11.11.11

Een andere wereld begint vanbinnenuit ?
by Annabel Tanghe Tuesday July 02, 2002 at 01:52 PM
annabel_tanghe@hotmail.com

Beste Maarten

Interessante bedenkingen, temeer daar ik behoor tot de 80% van Europeanen die jij wil bereiken, de 80% van Europeanen die niet verschijnen op debatten en andere creatieve acties die door NGO's en aanverwante bewegingen op poot gezet worden.

Ik wil duidelijk stellen dat ik mijn onderstaande commentaren opschrijf aan de hand van mijn persoonlijke ervaring.
Sinds geruime tijd probeer ik mijn interesse te tonen, mijn engagement te uiten tegenover deze bewegingen. Ik wil niet enkel meewerken, maar ook meebouwen aan thema's die ik vanuit mijn ervaring en opleiding dan ook zeer goed ken, maar telkens ik mensen benader krijg ik te horen "Je werkt momenteel niet in de NGO sector en je hebt dan ook geen ervaring .... Sorry". Telkens wordt mij de rug toegekeerd. Misschien ben ik ook niet de enige persoon met motivatie en tijd aan wie de rug toegekeerd wordt. Ik blijf proberen, de aanhouder wint. Met deze commentaar wil ik er dus op wijzen dat er weinig vertrouwen vanuit de sector geuit wordt naar de 80% Europeanen die willen meebouwen maar de kans niet krijgen.

Er is misschien een attitudeverandering van binnenuit nodig, tegenover de buitenwereld? Wat meer geloofwaardigheid tegenover personnen die nog nooit een pand gekraakt hebben of doe geen arbeidscontract hebben bij een NGO?

Groeten
Annabel