Sterke vrouw binnen Sadam-regering weerlegt beschuldigingen by Jeroen Marckelbach Thursday April 18, 2002 at 12:40 AM |
Bagdad 16 april – Huda Amash is een zeer gerespecteerde vrouw in Irak. Ze is professor in microbiologie en politica. In de Irakese regering is ze verantwoordelijk voor de vakbonden en de ngo's. Vermits Irak maar één partij kent maakt ze vanzelfsprekend deel uit van de Baath-partij van Saddam Hussein. Op een persconferentie weerlegt ze de voornaamste beschuldigingen tegen Irak.
Bagdad 16 april – Huda Amash is een zeer gerespecteerde vrouw in Irak. Ze is professor in microbiologie en politica. In de Irakese regering is ze verantwoordelijk voor de vakbonden en de ngo's. Vermits Irak maar één partij kent maakt ze vanzelfsprekend deel uit van de Baath-partij van Saddam Hussein. Op een persconferentie weerlegt ze de voornaamste beschuldigingen tegen Irak.
‘Het is de hoogste tijd om de sancties tegen mijn land stop te zetten. Irak heeft aan alle voorwaarden voldaan. Om een eventuele aanval van de VS te rechtvaardigen en de sancties in stand te houden wordt Irak van drie dingen beschuldigd: 1) steun aan het terrorisme
2) aanmaak van massavernietigings- wapens
3) weigeren VN-inspectieteams
Wat het eerste punt betreft: Irak kan, zelfs als het dat zou willen, het terrorisme niet steunen. Het land heeft een totaal gebrek aan buitenlandse deviezen. Het beperkte geld dat verdient wordt sinds het oil-for-food programma gaat naar een Franse bank en wordt volledig door de VN beheerd. Er mag geen buitenlands geld op de Irakese banken geplaatst worden. De economie stelt niets voor. Bovendien is het luchtruim van Irak volledig gecontroleerd door de VS en Groot Britannië , dus eventuele trainingsvluchten voor kapers zijn niet mogelijk. Internationale vluchten mogen niet landen in de luchthavens.
Punt twee: de aanmaak van massavernietigingswapens. Het embargo omvat ook techniek en wetenschap. ‘Hoe kunnen we aan de nodige informatie geraken,' vraagt Huda Amash zich af, ‘als zelfs brieven van meer dan 2O gr. niet zijn toegestaan. We mogen zelfs geen test ontwikkelen tegen een oorontsteking. Kinderen die aan diarree leiden, we mogen niet nagaan welke bacterie verantwoordelijk is. Allemaal een dekmantel om zulke wapens te fabriceren? Bovendien is de vervaardiging en ontwikkeling van wapens toch niet goedkoop. Hoe kan Irak zulke wapens aanmaken?'
Derde punt: het weigeren van inspectieteams. ‘We hebben 8,5 jaar lang alle medewerking verleend.' Amash gaf les aan de unief in die periode, ze vertelt dat de inspectieteams de mensenrechten niet respecteerden. ‘Bij ons mag zelfs een simpele verkeersagent het universiteitsgebouw niet binnen, het is een heilige plaats. De teams werden toegelaten, Irak wou en wil zo snel mogelijk van het embargo af. We moesten voor al ons studiemateriaal in alle universiteiten een lijst met 13 vragen beantwoorden. Onder die vragen: Wanneer geïmporteerd?, Van welke fabriek afkomstig?, Langs welke haven binnengekomen? Op een bepaald moment wisten we niet langswaar een koelkast uit het lab, bouwjaar1957, het land was binnengekomen, we lieten de vraag open. Prompt werd Irak verweten niet mee te werken en werden de sancties verlengd. 8,5 jaar duren de inspecties al, terwijl ze eerst maar 6 maanden gingen duren. In die tijd stierven een half miljoen Irakese kinderen. De teams kregen auto's ter beschikking, Irak betaalde elk lid een salaris van 1OOO dollar per dag, later werd dit opgetrokken naar 3OOO dollar per dag, per persoon. We kunnen niet anders besluiten dat de inspectieteams enkel dienen om te spioneren. Moeten we nog eens acht jaar wachten?, Nog eens een half miljoen kinderen laten sterven?