arch/ive/ief (2000 - 2005)

Fluxx - Asielzoekers
by bruno & julie Sunday March 31, 2002 at 08:44 PM
brunodebondt@yahoo.com 0474 / 277 571 houtemstraat 458 -3300 tienen

nog een artikel uit ons eindwerktijdschrift...enkele interviews met asielzoekers in het klein kasteeltje;

Als het elders beter is...

[WE TROKKEN EEN DAG NAAR HET KLEIN KASTEELTJE IN BRUSSEL OM ER TE LUISTEREN NAAR VERHALEN VAN VLUCHTELINGEN UIT ALLE HOEKEN VAN DE WERELD. WE TEKENDEN ENKELE BEKLIJVENDE PORTRETTEN OP VAN MENSEN OP DE VLUCHT VOOR OORLOG, REPRESSIE EN ARMOEDE. ALLEMAAL ZIJN ZE OP ZOEK NAAR EEN LEVEN IN VRIJHEID. ZOALS U EN WIJ.]


"Op negentien september 2001 kwam ik met mijn vrouw en vier kinderen in België aan. We wonen hier in één van de grote slaapzalen. Momenteel wacht ik op een antwoord van de commissarisgeneraal. Het leek wel of die mensen liefst zo snel mogelijk van ons af wilden. In de maanden dat ik in België ben, heb ik veel negatieve verhalen over asielzoekers gehoord. De weerstand tegen onze aanwezigheid is blijkbaar groot. Er wordt ook nooit over individuen gepraat, maar over alle asielzoekers tegelijk. Ik hoor soms hoe mensen over ons spreken: "Asielzoekers zijn dieven, verkrachters en moordenaars. Ze zijn naar hier gekomen voor het geld of voor een hartoperatie." Belachelijk. We worden beschuldigd van al die dingen, terwijl we gewoon willen leven in vrijheid. Wat mensen vaak niet weten, is dat wij uit landen komen waar vrouwen worden gestenigd of kinderen massaal worden vermoord. Zolang krankzinnige dictators blijven bestaan, zullen er ook vluchtelingen zijn.
Asielzoekers worden steeds zwakker en eenzamer. Ze voelen zich waardeloos en denken dat ze een parasiet zijn. Dat drijft hen dichter bij elkaar en staat integratie juist in de weg. De onrust en angst van veel mensen komen voort uit negatieve ervaringen, dat is begrijpelijk. Maar is dat de hele waarheid? Onze cultuur is anders, niet sléchter. We kunnen onze culturen ook met elkaar mengen, weet je?
Onze reis duurde drie weken. Een lange tocht in een gammele vrachtwagen, die bovendien heel veel geld kostte. We reden via Turkije en Italië naar België. Ik moést vluchten uit Irak, om mijn familie te redden. Ik studeerde geschiedenis in Marseille, dus ik wist dat je in Europa veel vrijer kunt leven dan in Irak. Jullie hebben vrijheid van meningsuiting, je mag betogen en de staat beledigen zonder dat er ook maar iets met je gebeurt. Als je in Irak het regime verbaal of met geweld aanvalt, word je onthoofd. Zo simpel is dat. Er is ook een hiërarchie in de strafmaat: de sultan (Saddam Hoessein, red) beledigen staat gelijk aan de doodstraf, maar als je hetzelfde doet met een gewone burger, vlieg je voor amper zes weken de bak in. Op dit ogenblik zijn vijf miljoen Irakezen op de vlucht voor het regime van Saddam Hoessein: ons volk is over de hele wereld uitgezwermd. Het systeem in Irak is een pure tirannie.
Het embargo tegen ons land gaat ook verder, terwijl iedereen intussen beseft dat dit embargo vooral de Iraakse bevolking en niet het regime treft. Nooit werd een land zo bewust naar de fysische en intellectuele ondergang geleid zoals dat tegenwoordig met ons land het geval is. Meer dan anderhalf miljoen kinderen zijn de voorbij tien jaar overleden. Ziektes zoals TBC, polio en leukemie nemen voortdurend toe door een gebrek aan medicijnen en medische hulpmiddelen. Het hoge onderwijsniveau van Irak wordt ondermijnd door een tekort aan papier, potloden en tekstboeken die allemaal onder het absurde embargo vallen. De internationale gemeenschap hoopte met het embargo het regime van Saddam Hoessein te ontwrichten, maar dat is totaal mislukt. Zijn invloed is sterker dan ooit. Alleen wanneer er een einde komt aan de onzinnige uitstoting van het Iraakse volk, ligt de weg naar democratie open. Het afschaffen van de huidige economische sancties zou geen geschenk zijn voor Saddam Hoessein. Het is een ethische noodzaak om de burgerbevolking uit haar lijden te verlossen."

doctor Al-Zubaidi Kaleel, 54 jaar & echtgenote Majid Mehe, 38 jaar, Irak


"Ik vluchtte tien maanden geleden uit Algerije. Ik kwam clandestien naar hier: dat zegt voldoende over de problemen die ik onderweg had. De houding van heel wat mensen aan de douanes heeft mij erg teleurgesteld. Ze behandelden ons als koeien op weg naar het slachthuis. De reis naar België duurde in mijn geval twee maanden: ik ben enkele keren ontdekt en teruggestuurd. Ondanks al die tegenslagen bleef ik proberen en kijk: nu staan wij hier samen te praten. Jammer genoeg is de rest van mijn familie niet bij me. Je begrijpt wel waarom ik niet in Algerije kon blijven: de situatie van mijn land is toch door iedereen gekend, niet? Maar iedereen heeft zijn eigen verhaal, hoor. Ikzelf ben het terrorisme en de onrechtvaardigheid ontvlucht. Als je in een Europees land met enkele vrienden een bedrijfje begint, ben je binnen een paar jaar miljonair. In Algerije kan dat niet. Mijn generatie heeft volgens mij veel te veel geleden onder die ongelijkheid. Ik was heel die toestand grondig beu en koos voor het asiel. Als ik in mijn land gebleven was, zou dat betekenen dat ik meehelp om die cirkel van onrechtvaardigheid en corruptie te vereeuwigen. De miserie van Algerije zal niet van vandaag op morgen verdwenen zijn. Verandering heeft altijd tijd nodig, soms meer dan de mensen lief is. Voor mij is er in België op dit moment niks anders dan het Klein Kasteeltje. Er zijn hier dokters, leraars, gynaecologen,... Toch voel ik mij verschrikkelijk. Ik denk dat mijn hoofd op een dag zal ontploffen van alle zorgen.
Kijk, asiel zoeken is zoals sterven. Waarom zijn mensen bang van de dood? Ze weten wat ze achterlaten, maar nooit wat ze aan de andere kant zullen vinden. Met het asiel is dat niet anders. Als je in je land de stront achterlaat, weet je in geen geval wat je zal ontmoeten. Wanneer je beseft dat je het verdriet van je vrienden en familie de rug toekeert, doet het nóg meer pijn. Ooit zal ik dan ook niet anders kunnen dan terugkeren. Ik heb niets om handen in België. Eerlijk gezegd word ik nog liever in Algerije vermoord door een groep terroristen dan hier te sterven in eenzaamheid.
Veel hangt af van het milieu waaruit je komt, als je op de vlucht slaat. In Algerije was ik voorlichtingsambtenaar. Ik was dus geen aristocraat, maar had ook geen financiële problemen zoals nu. Als je uit een steenrijke familie komt, is het natuurlijk een heel zware klap. Dat heb ik al bij veel mensen gezien. Uiteraard zijn de meeste vluchtelingen zo arm als de straat. Voor velen is het Klein Kasteeltje toch al iets. Maar als je door de straten van Brussel wandelt zonder één frank op zak…ik kan zelfs geen café binnenstappen om iets te drinken, een krant te lezen of mensen te ontmoeten.
Ik kreeg een negatief antwoord van de commissarisgeneraal. Ik ben uitgeprocedeerd en moet dus vertrekken. Dat weet ik nu al twee maanden. Ik weet niet of ik hier ga blijven, het is dan ook leven van dag tot dag als je op de vlucht bent. Maar ik begin over mijn toekomst na te denken. Op dit moment zou ik niet kúnnen vertrekken, met die koude. Misschien ga ik in de lente, als het Commissariaat niet op de beslissing terugkomt. Anders blijf ik in België. Ik heb enkele Belgische vrienden in Brussel. Het zijn echt geweldige mensen. Ze proberen me te helpen waar ze kunnen. Dat is al veel. Ze begrijpen me volkomen, maar ze kunnen ook niets aan mijn situatie veranderen. Ze voelen zich vreselijk machteloos. Het enige wat me af en toe doet glimlachen… (Wijst uit het raam) Zie je dat winkeltje aan de overkant? Als ik die uitdrukking zie: "Le chien du chien," voel ik me wel even gelukkig."

Anoniem, 30 jaar, Algerije


"In België is het veel beter leven dan in Burundi. Het is hier geen oorlog, hè. Het voelt soms wel bizar aan: ik ben amper éénentwintig jaar oud en woon al aan de andere kant van de wereld, zonder te weten wanneer ik mijn familie zal terugzien. Ik wil in Europa communicatie studeren en journalist worden. Met wat geluk vind ik hier dan werk en kan ik mijn familie geld opsturen. Ik zit nu vier maanden in het Klein Kasteeltje en heb het hier best naar m'n zin. Er gebeuren hier af en toe wel drama's. Enkele weken geleden was er een meisje zwanger geraakt van haar vriend. Ze wonen allebei in het Klein Kasteeltje. Het meisje beweert dat ze verkracht is. De sociaal assistentes trekken dat wel in twijfel, aangezien ze wel een relatie had met die jongen. In elk geval, het kindje werd geboren en afgestaan voor adoptie. Het meisje heeft haar dochtertje zelfs nooit gezien.
Zulke verhalen doen mij denken aan Burundi. Daar zijn zulke toestanden eerder regel dan uitzondering. Tijdens al de etnische conflicten van de laatste jaren zijn de gezinsdrama's nog toegenomen: moeders die kinderen achterlaten omdat ze hen niet kunnen verzorgen, mannen die hun vrouw mishandelen,… Als de oorlog in Centraal-Afrika voorbij is, keer ik zeker terug. Ik kan mijn familie en vrienden niet zomaar in de steek laten. Het deed al vreselijk pijn om ze achter te laten. Wie weet hoe het nu met ze is? Mijn vader is drie weken voor mijn vertrek gestorven en één van mijn zusjes was ernstig ziek. Ik vertrouw wel op tantes en nonkels om voor hen te zorgen. Mijn moeder werkt niet, dus komt er geen geld in huis.
De stammenoorlog tussen Hutu's en Tutsi's heeft de voorbije jaren duizenden slachtoffers gemaakt. De hele regio staat in vuur en vlam. Ik merk hier dat de media in het Westen helemaal geen aandacht schenken aan die problematiek. We zijn in de vergetelheid terechtgekomen. Zelfs in de Matongewijk (een Afrikaanse buurt in het Brusselse, red), waar ik zeer veel vrienden heb, zijn de mensen vaak niet op de hoogte van wat er in Afrika aan de hand is. Het is één grote puinhoop. In Bujumbura, waar ik woonde, leven massa's kinderen gewoon op straat. Verschillende bevolkingsgroepen moorden elkaar uit voor de rijkdommen die onder de grond zitten. Het is pure waanzin.
Ik betaalde zevenduizend dollar voor mijn reis. Op de luchthaven moest ik doen alsof ik goederen in een vrachtvliegtuig laadde. Zo ontsnapte ik. Ik had geen idee dat we naar België op weg waren. Gelukkig heeft niemand iets gemerkt. Toen ik vertrok, had ik echt een ideaalbeeld van het Westen, want vrijheid en democratie zijn twee zaken die ik amper gekend heb. Jullie hebben zoveel geluk hier geboren te zijn. Ik werd door mijn eigen land uitgespuugd, daarom hoopte ik ergens anders welkom te zijn. Dat viel zwaar tegen. Hoewel ik België nu een tolerant land vind, ondervond ik in het begin erg veel racisme. Veel mensen voelen zich automatisch beter dan een vluchteling. Ze staan niet stil bij de strijd die wij elke dag leveren en de droefheid die we voortdurend voelen. Ik zit nu in de ontvankelijkheidfase van de asielprocedure. Mijn aanvraag is ingediend, ik wacht nu op een antwoord. Dat zal waarschijnlijk negatief zijn, maar ik ga niet onmiddellijk opgeven. Als het echt niet lukt, kan ik altijd terecht bij mijn copains in Matonge. De Afrikaanse solidariteit gaat gelukkig nooit kapot.
Mijn naam heeft niks te maken met de president van Zimbabwe. Veel mensen vragen dat, maar er is absoluut geen verband tussen zijn stam en de mijne. ‘Mugabe' is een bantoenaam die ‘wees klaar' betekent. Ik vind dat mijn naam goed bij me past, ook al weet ik niet waarvoor ik klaar moet zijn."

Robert Mugabe, 21 jaar, Burundi

"Ik kocht mijn ‘ticket' en valse papieren voor zesduizend dollar bij de Afghaanse maffia. Drie maanden was ik onderweg door Pakistan, Iran en Italië. Tijdens de reis had ik veel problemen, ik werd verschillende keren ontdekt. Voor vijfhonderd dollar extra loste de maffia ook die problemen op. Het is een zeer winstgevende handel, hoor, die mensensmokkel. Zeker met al de problemen in Afghanistan van de laatste weken. Af en toe loopt het wel slecht af voor de smokkelaars. Als hun klanten niet goed terechtkomen of hun paspoort niet goed is nagemaakt, worden ze vaak bedreigd of zelfs vermoord. Dit is mijn vierde maand in het Klein Kasteeltje. De rest van mijn familie is in Pakistan gebleven. Ze gaan in de komende maanden proberen naar hier te komen.
Eenmaal in België had ik het erg moeilijk. Aan de ene kant voelde ik me veilig, maar aan de andere kant: alles wat je hebt meegemaakt, wat je hebt achtergelaten, komt op je af. Ik moest dat allemaal verwerken. Soms heb ik het daar nu ook nog lastig mee. Ik voel me hier nog altijd niet thuis. Ik kan hier goed overleven, maar er blijft die lege plek in je hart. Het verlangen blijft om ooit terug te keren. Maar er moet nog zoveel veranderen in Afghanistan.
De komende weken zullen moeten uitwijzen of de nieuwe regering in staat is het land terug op te bouwen. Voor mij zijn alle landen die deelnemen aan de bombardementen op Afghanistan verantwoordelijk voor de vluchtelingenstroom. Die landen zouden beter druk uitoefenen op Pakistan en andere landen om de grenzen open te stellen voor Afghaanse vluchtelingen en hen ook te erkennen. Er zouden in Pakistan ook kampen moeten komen, die voldoende ver verwijderd zijn van de conflictgebieden. De internationale gemeenschap moet ook financiële hulp bieden aan de buurlanden van Afghanistan die nu vluchtelingen opvangen.
Intussen is het winter in Afghanistan. De vluchtelingenkampen zijn overvol en er is een groot gebrek aan voedsel. Het koude weer verergert de situatie alleen maar.
Ik ken enkele Afghaanse vluchtelingen in Brussel. We hebben vaak een erg verschillende achtergrond, maar kunnen toch met elkaar opschieten. De meeste Afghanen zijn al die gevechten gewoon moe. Wat velen ergert, is dat ook oorlogsmisdadigers hier asiel krijgen. Er zijn ook veel gevallen gekend van mensen die geen asiel krijgen om de meest gekke redenen. In Brussel ontmoette ik een jongen uit Afghanistan. Hij is hier twee maanden en heeft al een negatief antwoord gekregen. Hij was tijdens de eerste bombardementen de grens met Pakistan overgestoken. De commissarisgeneraal heeft dan maar beslist dat er geen zekerheid bestaat over zijn nationaliteit. Hij moet dus terugkeren.
Ik ben er tegen dat mensen uit Afghanistan worden teruggestuurd. Ze komen dan in kampen in Pakistan terecht, die trouwens gevaarlijk dicht tegen de grens met Afghanistan liggen. "Pakistan is veilig", zeggen ze, maar daar zitten nog altijd fundamentalisten. Terugkeren heeft erg veel weg van zelfmoord."

Saïd, 34 jaar, Afghanistan