arch/ive/ief (2000 - 2005)

Dagboek (deel 3) Mieke, verpleegster Belgacom
by goof Thursday March 28, 2002 at 02:54 PM
govertcaluwaerts@hotmail.com

Mieke Van den Bussche is verpleegster bij Belgacom. 25 jaar geleden begon ze er te werken en ze kreeg al snel de bijnaam Mieke Van De Paille, omdat het (toen nog RTT) gebouw aan de Rue de la Paille ligt. Ze hield een dagboek bij waarin te lezen is hoe aangenamer de werkomstandigheden waren vóór de gedeeltelijke privatisering van Belgacom en hoe slecht haar 'patiënten' er nu aan toe zijn. Het is een emotioneel geladen dagboek: grappig, maar vaak ook schrijnend.

Donderdag 6 december 2001

Ik zie het niet echt meer zitten om verder te schrijven aan dit dagboek. Eerlijk gezegd, ik denk dat het niet zo boeiend meer is - vooral wat er nu nog te schrijven valt. Maar er zijn mensen die me aanmoedigen, vooral jongeren en dat doet me wel het meest van al plezier.

Ik moet bekennen, ik had terug de breinaalden vastgepakt. Voor mijn twee kleinkinderen. Nu ze nog zo klein zijn is dat heel dankbaar, zo'n schattige kleine kleertjes. Als een furie was ik beginnen breien. Maar nu, na twee "cache-coeurkes" en een monnikskap voor Wannes is mijn wol opgebreid en hier in Brussel moet je vreselijk zoeken om nog breiwolwinkels te vinden. Zo zit ik opnieuw met de pen in aanslag - 't is te zeggen, een "Bic Soft Feel - made in USA". Stel je voor, ik die momenteel vreselijk mijn twijfels heb over al wat die van de USA aan 't uitsteken zijn - overal vechten. Tegen terroristen zeggen ze. Maar is het niet zo dat als je jarenlang wordt geterroriseerd je eindigt als zogenaamde terrorist? Enfin, dit allemaal terzijde, om te vertellen met wat voor een pen ik schrijf.

Het is dus zes december. Zoals altijd ga ik te voet naar mijn werk in de Paille. Ongeveer een half uurtje stappen. Vandaag ga ik via de Lemonnierlaan want ik moet geen brood hebben van mijn bakkertje in de Hoogstraat. Er brandt licht in de taverne waar mijn vriendin werkt. Verbaasd ga ik toch eens kijken. Normaal is er daar pas leven in de brouwerij rond negen uur. Het is nu pas kwart na zeven. Je weet nooit of er geen inbrekers zijn. Neen. Annemie staat daar in volle glorie. Ze heeft er duidelijk zin in want ze is de sinterklaas aan het klaarleggen voor haar medewerk(st)ers. Die hebben geluk met een chef die tijd voor hen tijd neemt!

Ik heb consultaties vandaag. Dat betekent dat er zestien à zeventien mensen op preventief geneeskundig onderzoek komen. Vroeger was zoiets een leuke bedoening: collega's zagen elkaar daar terug, er werd veel gelachen. Nu is alles bloedernstig geworden.

Het waren vandaag vooral mensen die bij de klantendienst werken. Allemaal met de gsm in aanslag wil iedereen de eerste zijn want er wachten nog veel klanten. De meesten ken ik al jaren, maar ligt het nu aan mij, ik heb de indruk dat ze tien jaar ouder zijn. Hyperzenuwachtig allemaal.

Ik zit daar continu in een gsm-gepiep tot ik er zelf doodnerveus van word en voorstel om die toestellen asjeblieft uit te zetten. "Dit algemeen onderzoek gebeurt maar eenmaal per jaar. Jullie moeten daar de nodige tijd voor vragen en vrijmaken." Het is alsof ik niet tot in hun oren doordring. Iemand zegt me dat hij het nut niet inziet van ons bestaan en dat hij geen tijd heeft voor "al dat gedoe". Tot hij terugkomt uit het dokterslokaal met een verwijsbrief naar zijn huisarts. Nu is hij er niet zo zeker meer van dat "ons gedoe" zo zinloos was. Vooral omdat hij over veertien dagen moet terugkomen met antwoord, zoniet is hij ongeschikt voor zijn huidige job.

Ik praat wat met iedereen. Echt waar, het is alsof er een bom onder die mensen ligt. Zo kunnen ze niet langer verder - de hele dag opgejaagd. Vroeger waren ze met twee, nu alleen. Met hun autootje, een laptop als partner die de agenda en orders bijhoudt en hun gsm die continu controleert en nieuwe bevelen doorgeeft. Ze nemen bijna allemaal medicamenten om het vol te houden. En dan worden er veel toch nog depressief... De dokter stelt veel hoge bloeddruk vast en al de soorten kwalen die door stress worden veroorzaakt. Ik maak me zorgen om deze mensen.

's Middags wil ik absoluut in de personeelskantine - de "mess" - blijven eten. Om tussen de mensen te zijn. Ik heb een aantal vaste vrienden waar ik samen mee eet. Ook daar is het allemaal kommer en kwel. De partner van Rosie werkt als technieker bij Belgacom. Hij heeft voortdurend pijn aan zijn schouder - van op zijn eentje het gewicht te sleuren van de gereedschapskoffer die vijftien kilo weegt. Hij neemt nu pijnstillers om het vol te houden...

Een rustige namiddag verder. Er is nog tijd om wat te praten. Er komt iemand met zijn voet die heel dik is en blauw ziet. Ik regel alles om hem naar de kliniek te brengen voor een radiografie. Hij sputtert eerst fel tegen. Hij heeft schrik van ziektedagen en de controleurs die dan thuis komen...

Terug naar huis. Maar niet in rechte lijn. Eerst boodschappen doen. Vroeger was dat de GB achter de Beurs, nu is dat Carrefour. Voor de klant is het misschien wel verbeterd: meer ruimte en overzichtelijker schikking. Maar aan de kassa's!! Een enorme file. Als het mijn beurt is zie ik dat de mevrouw aan de kassa ook weer bloednerveus is. Ze roept dat ze efkes wil stoppen, maar er is blijkbaar niemand om haar te vervangen.
Wat een dag. Hoe moet dat hier verder, iedereen doodzenuwachtig. Toch niet, daar zie ik de studentenstoet: veel muziek, te veel bier, sinterklaas... Wat een contrast met mijn werkers. Eerst revolteer ik maar daarna vind ik dat ze het er maar moeten van nemen want na hun studententijd is het gedaan. Hurry, hurry en alles draait om money, money! De clochards trachten wat mee te vieren met de studenten, vooral het gratis bier trekt aan natuurlijk. Ze worden wel steeds talrijker, en steeds meer jonge mensen...

Woensdag 2 januari 2002

Ik begin mijn laatste jaartje op de Paille. Met gemengde gevoelens. Ik ben blij iets anders te kunnen gaan doen en wat meer tijd te hebben voor mezelf, mijn kleinkinderen. Om Leen, mijn schoondochter, te kunnen helpen die een drukke dokterspraktijk heeft in laag Molenbeek. Ze werken daar aan terugbetalingstarieven, met vrijwilligers om de receptie te doen. Daar zie ik wel iets weggelegd voor mij, maar ik wil me ook niet vast-vast leggen. Ik werk nu 37 jaar en heb echt een ingebouwde klok: elke dag om zes uur wordt ik als een automaat wakker - ook als ik niet moet werken. 's Avonds ben ik dan snel doodop. Als ik al die mensen rondom mij nog zo druk bezig zie voel ik me soms schuldig omdat ik dan al zo moe ben. Ik hoop dat dit zal verbeteren als ik niet meer ga werken.

Langs de andere kant, dat contact met de mensen in de Paille, zal ik dat niet te veel missen? Ik weet het niet. Vandaag is er een nieuwjaarsreceptie. Dat is nieuw. Vroeger was er feest in elk bureau, maar dat mag niet meer. Dus organiseert Belgacom zelf een receptie. Best wel leuk. Iedereen van het gebouw samen in de "mess" zodat je iedereen eens kan zien. Ik ga natuurlijk eerst eens bij de anciens, maar de sfeer zit er niet echt in...

In veel groepjes praat men alleen over het einde van het BeST-project - de jongste reorganisatie bij Belgacom. Het gonst van de geruchten maar niemand weet het zeker. Er is zogezegd nog veel volk te veel. Toch heeft iedereen veel te veel werk. Hoe kan een normaal mens zoiets nu begrijpen?

De mensen van de mess zijn wat grimmig omdat zij niet mee mogen feesten, zij moeten de receptie verzorgen. Ze hebben ook al zoveel werk. Er werken nu maar 6 mensen van Belgacom meer in de kantine. Vroeger, in de tijd van de RTT (tot 1990) waren dat er 44. Daarna is er veel volk vertrokken. De vrouwen die er nog mooi en jong uitzagen konden naar de nieuwe "towers" aan het Noordstation - want daar moet alles er chic uitzien. Geen gehandicapten of oudere mensen.

Dat is de nieuwe Belgacom-cultuur: van 44 naar 28 mensen voor hetzelfde werk, waaronder nog drie gehandicapten en vier vijftigplussers. Iedereen loopt op de toppen van zijn tenen. Gevolg: Agnes kan niet meer. Ze is vierenvijftig. Heeft veel pijn aan de voeten en de rug maar toch durft ze niet thuis blijven. Ze neemt nu pijnstillers... tot ze kraakt! Ik moet haar dringend naar de kliniek laten brengen en daar loopt dan nog allerlei mis: een dringende operatie blijkt noodzakelijk; ze moet eerst afkicken van verslavende pijnstillers. Zestig druppels Valtran per dag nam ze al - een dosis waar een normaal mens direct tureluut van wordt. Ik vraag eens na in de mess hoe lang dat al aansleept en wat blijkt, Agnes is niet de enige die dat goedje regelmatig neemt om verder te kunnen functioneren. Ik kan niet anders dan de chef van de mess daarover aan te spreken. Hij blijkt op de hoogte want ze hebben hem ook al die druppels aangeboden als hij eens pijn had. Samen met de dokter hebben we die spiraal kunnen stoppen. Maar hoe geraken die mensen aan dat spul? Een coureur vliegt in den bak als hij spul gebruikt om zijn stiel te kunnen uitoefenen - in naam van de "zuivere" sport en omdat het ongezond zou zijn. Maar duizenden, miljoenen mensen drogeren zich dagelijks, gewoon om hun job te kunnen doen. Dat mag niet alleen, dat moet zelfs...! Wat voor een zottekesnest is dat hier?

De mess is nu geprivatiseerd, verkocht aan Sodexho. Er werken nog zes mensen van Belgacom en ongeveer vier van Sodexho, waaronder een ex-sabenienne die wat blij is dat ze terug werk heeft. Serge is licht mentaal gehandicapt. Hij is buiten kader geplaatst - hij telt dus niet mee in het budget van de mess. Hij heeft het zeer moeilijk. Mist vooral de sfeer van vroeger. Het is bijna niet meer mogelijk om een praatje te maken met collega's en hij heeft nogal wat privé-problemen. De fles wordt nu zijn compagnon. Je moet niet raden... Gelukkig is Piet, de nieuwe kok van Sodexho een zeer sociaal man en ziet hij tijdig de problemen aankomen. Serge wilde er een eind aan maken. Het was genoeg. Nu is hij opgevangen in een instelling. Maar ik zie het hier niet goed zitten voor hem. Die stress is echt dodelijk.

Piet heb ik ook al naar spoedgevallen moeten brengen met een kleine hartaanval. Misschien is hij te sociaal en mag hij geen medeleven hebben.

Waar was ik gebleven in de nieuwjaarsreceptie?
Bij de anciens. Dat er nog veel volk weg moet. Billie krijgt gelijk: je doet zo goed je BeST dat ze je helemaal niet meer nodig hebben. Er zouden nu weer 4000 mensen weg moeten uit Belgacom. Allemaal op vrijwillige basis. Zo te horen wil er niemand blijven, uit schrik het niet meer aan te kunnen.

Claude twijfelde nog. Hij is alleenstaande en volgens hem kan Belgacom hem niet missen. Maar toen hij liet blijken dat hij misschien wou blijven begonnen de problemen. Men verwittigde hem dat hij zijn uurregeling moet veranderen: niet meer op vaste tijden koffiepauze of zelfs middagmaal, maar blijven werken tot een taak afgewerkt is en pas dan mag je eten of pauzeren. Daar gaat zijn illuzie van onmisbaarheid. Hij wordt er echt ziek en depri van. Moet naar de dokter en neemt nu ook pillen om vol te houden. Dat hij een totaal andere job zou moeten doen was de doodsteek voor Claude. Hij die dacht dat zijn plaatske onvervangbaar was...

De meeste jonge mensen ken ik niet zo goed. Ze komen eenmaal per jaar op geneeskundig onderzoek. Ik vind ze wel tof maar als ze samen zijn praten ze over niets anders dan over hun werk. Echt wel voorbeelden van de nieuwe bedrijfscultuur. Voor hoe lang?

Voor Billie mag het stoppen. Hij komt nog graag voor zijn collega's maar de toekomst schrikt hem te veel af. Hij heeft een zeer toffe compagnon. Die lachen wat af, die twee. Toch moeten ze zeer hard werken. Hier en daar is er nog zo'n enkeling die op het eerste gezicht ontsnapt aan de alles overheersende stress.

Hoe kon dit in tien jaar tijd allemaal zo grondig veranderen? Er wordt voortdurend gezeurd over de concurrentie die klaar staat om ons kapot te maken; we moeten altijd maar beter, vlugger, klantvriendelijker, enz. worden. Altijd meer, sneller, beter, groter... zotter, ja!

Dat heb je dan van de privé. Ik zie er geen voordelen in. Zelfs de bureaucratie waar ze zo'n punt van maken is volgens mij nu veel erger. Nu moet alles bewezen kunnen worden. Dus alles in de pc. Omdat ze willen vinden waar er nog kan bespaard worden. Maar de tijd die in het verzamelen van bewijsmateriaal is gestoken wordt precies niet meegeteld.
Mijn verhaal is helemaal niet leuk meer. Dat kan toch niet aan mij liggen? Ben ik misschien eenzijdig en vergeetachtig wat betreft de vervelende zaken van vroeger? Wordt ik toch een oude zaag met het deuntje van "vroeger was alles beter"? Dat is alleszins mijn lijfspreuk niet. Mijn botten dat het vroeger allemaal beter was. 't Is eerder omgekeerd: we gaan beetje bij beetje terug naar heel vroeger, de tijd van Daens zelfs, waar het allemaal veel slechter was voor de mensen!

Voor meer leesplezier: http://www.katardat.org