arch/ive/ief (2000 - 2005)

Ook filmsector strijdt (of zou het toch moeten doen) tegen neoliberalisme
by jp everaerts Sunday March 17, 2002 at 05:13 PM
mediadoc.diva@skynet.be

De bijeenkomst van documentairefilmmakers en -producenten waarvan hier verslag volgt vond plaats op 2 maart. Mede wegens de plannen van cultuurminister Anciaux heeft dit gepeperd verslag niets aan actualiteit ingeboet. Een artikel over: de oplichting van belastingbetalers via tax shelters, gecensureerde 'creatieve' documentaires, incest-televsie, Indymedia, een documentair interventiefonds ...


Belastingsbetalers nog meer opgelicht

Bert Anciaux verkondigde onlangs in Knack dat hij "de minister van de legale genotsmiddelen wil zijn" en dat hij de Vlaamse samenleving wil 'verzoeten'. Dat is zijn 'Huxleyaanse' oplossing voor de verzuring die hij als de oorzaak ziet van de opkomst van het Vlaams Blok.

Korte tijd later publiceerde De Morgen (12/3) een artikel over hoe Anciaux de 'tax shelter' die er voor de filmsector dreigt te komen, wil uitbreiden tot heel de culturele sector. "Anciaux wil dat investeringen in cultuur aftrekbaar worden" titelde De Morgen.

In DIVA-Nieuws (de e-nieuwsbrief voor de Vlaamse documentairesector) werd eerder al uitgelegd hoe de tax shelter in Nederland de Nederlandse filmsector totaal niet ten goede kwam maar er wel toe leidde dat "de Nederlandse belastingsbetaler voor ettelijke miljoenen werd opgelicht". En nu wil Anciaux dat systeem dus voor heel de Vlaamse culturele sector invoeren en zo de privatisering van het cultuur beleid een nieuwe stimulans geven.

In de Vlaamse filmsector is er wellicht maar één club van wie de minister tegenwind bij die plannen mag verwachten: DIVA, het netwerk van Vlaamse documentairemakers. Dat netwerk kwam op 2 maart bijeen in Gent, op het documentairefestival Viewpoint. Om te praten over de toestand van de documentaire in eigen land en in Europa, om kennis te maken ook met Indymedia.

Wat hier volgt is een persoonlijk verslag, dat behoorlijk scherp geformuleerd werd teneinde de discussie over de Vlaamse documentairefilm & televisie nieuw leven in te blazen. Blijkens de talrijke reacties die er reeds kwamen op de DIVA-nieuwsbrief waarin dit verslag eerder verscheen, geen ijdele hoop.


* Stiefkind van het Vlaams film'beleid'

Op zaterdag 2 maart daagden 45 mensen op (een tiental verontschuldigde zich vooraf en nadien) voor de twee delen van de 6de DIVA-bijeenkomst op Viewpoint.

We begonnen de middag met een overzicht te maken van de documentaire productie van 2001. Samen met Freddy Sartor, lid van de Audiovisuele Selectiecommissie en met enkele betrokken documen tairemakers werd de productie van 2001 overlopen.

De eerste conclusie: de Vlaamse overheid heeft belachelijk weinig over voor de documentaire productie: 26.100.000 fr. (waarvan 6 miljoen naar een halve speelfilm plus enkele miljoenen naar kunstfilms). Aan de fictieproductie daarentegen gaf het 'filmfonds' vorig jaar zomaar even 204,5 miljoen frank. Tellen we de steun aan televisiefictie erbij, dan komen we op 307,5 miljoen frank voor fictiepro jecten. Verhoudingsgewijze betekent dat, dat voor elke frank die het Vlaams filmfonds aan docu mentaires besteedde, er 13 keer zoveel naar de fictieproductie ging. Denk dan eens even aan het maatschappelijk belang van de documentairefilm, aan het al zo vaak bewezen talent van de Belgen om documentaires te maken, aan het feit dat we juist in de met beperkte middelen werkende documentaire film internationaal meekunnen ...

Een tweede conclusie is dat de documentaireprojecten elk afzonderlijk ook weinig geld ontvangen. Het hoogste steunbedrag was voor 'Ishango', een semi-fictiefilm van Georges Kamanayo. Dit internationaal en cultureel belangrijk project ontving 6 miljoen frank. Daar waar een fictiefilm zoals 'Alias' van Jan Verheyen goed was voor 22 miljoen subsidies.


* Establishment haat strijdbare documentaristen

Het beperkt aantal gesubsidieerde documentaires werd door Freddy Sartor verklaard door het klein aantal ingediende documentaire projecten. Waarop documentairemaker Jan Vromman 'grapte': "Tja, we willen allemaal speelfilms maken."

Een natuurgegeven ? Of ligt het aan het feit dat we nog nauwelijks documentaires op televisie zien ? Aan het feit dat filmscholen en universiteiten de documentaire ook stiefmoederlijk behandelen.

Als een jongere het dan toch nog in zijn hoofd zou halen een documentaire te maken - nadat het onderwijs-systeem er onverhoopt niet in geslaagd zou zijn om zijn/haar natuurlijke nieuwsgierigheid voor mens en samenleving in de kiem te smoren - dan is er nog de subsidiebureaucratie, bevolkt en bewolkt door mensen die hun postje altijd wel op één of andere manier danken aan hun 'positie' in de maatschappelijke pikorde.

Een pikorde die niet gediend is met strijdbare films. Aan één "Vechten voor onze rechten" (de documen taire van Frans Buyens over de stakingen in 1960-61, een film die nu - 40 jaar later - nog altijd links en rechts vertoond wordt) hebben 'ze' wel genoeg. Jan Vromman kan het weten: zijn monumentale Boelwerf-trilogie zal door de VRT worden uitgezonden in het jaar stillekes. Zelfs een brave speelfilm zoals 'Daens' kan het establishment missen als kiespijn: hoe vaak hebben werkende mensen niet naar die film verwezen om duidelijk te maken dat ze niet naar zulke toestanden terug willen ?


* "Creatieve documentaire" = GeCensureerde documentaire

Vanuit bovenstaande analyse valt het te begrijpen dat subsidiërende bureaucratiën graag hoge drem pels opwerpen om documentairemakers af te schrikken.

Zie het criterium dat alleen 'creatieve documentaires' steun krijgen. Met die supervage term zet men de deuren wagenwijd open voor willekeurige afwijzingen. Met dat criterium doet men in Vlaanderen alsof de journalistieke (en antropologische en ...) documentaire niet bestaat (maar lees dan eens de boeien de beschouwingen over de relatie tussen journalistiek en documentaire zoals Hugues Le Paige die bracht in Belgian DOC van 2001) en censureert men zo op de meest botte manier heel de productie.

Als de nieuwe filmintendant - die zelf in de journalistieke branche actief was en wiens documentaires niet voor subsidiëring onder de regel van de 'creatieve documentaire' zouden aan bod komen - de documentaire sector wil vooruithelpen, dan moet hij ervoor zorgen dat de term 'creatieve' documentaire doodeenvoudig geschrapt wordt. Op een vergadering van DIVA in 1997 werd de term overigens als eens zo goed als unaniem (op één stem na) verworpen: heel de sector (op een uitzondering na die zich aan het systeem aanpastte) wil van het onding af. 'No matter' wat Europa daar nu al dan niet van denkt.

Moet men dan maar alle nonfictie subsidiëren ? Uiteraard niet. Essentieel is daarbij het onderscheid reportage-documentaire waarover in DIVA-Nieuws en Belgian DOC al herhaaldelijk geschreven en gedebatteerd werd.

En tot slot: van speelfilms eist men toch ook niet dat ze 'creatief' zijn. Waarom dan wel van de docu mentaire ?


* "Als ik een scenario voor een documentaire zou schrijven, zou ik de documentaire niet meer maken": Frederick Wiseman

Luckas Vander Taelen moet de nieuwe subsidiëringscommissie(s) ook duidelijk maken dat men van documentairemakers geen scenario's kan eisen zoals bij fictiefilms. Jan Vromman wees er in Gent terecht op dat al de eisen inzake scenario's die de nu afscheidnemende commissie stelde, te wijten waren aan het te veel gefocust zijn op de fictieproductie.

Overigens weten, zo bleek in Gent, veel mensen niet eens dat men ook voor documentairefilms scenariopremies (ter waarde van zo'n 300.000 fr.) kan aanvragen ...

Hoe dan ook zullen filmcommissies altijd wel 'dossiers' blijven vragen. Het is daarom aangewezen dat documentairemakers geholpen worden bij het opstellen van dossiers. 'Coaching' noemt men dat nu. "De kloof tussen steunaanvraag en de wil tot filmen lijkt nog steeds groot" stelde Jan Vromman die me later mailde dat er "in de beleidsnota van DIVA dus een soort paragraaf moet komen i.v.m. drempelver lagende initiatieven (dossier, vinden van een producent, informatie ...). Wat gaan de steunpunten daar nu overigens aan doen ?" vroeg hij zich ook af.

Wat er eveneens moet komen: duidelijke documentaire selectiecriteria. Oog moet men ook krijgen voor de diverse soorten van documentaires waar Philip Callewaert in Gent een poging tot indeling van bracht: met geëngageerde documentaires waarvoor je ateliers nodig hebt, Vlaamse documentaires waarin de omroepen mee moeten doen en internationale documentaires waarvoor je elders kapitaal kunt vinden.


* Incesttelevisie i.p.v. dewildeaanse aanklachten

De jongste jaren blonk de Vlaamse documentaire alvast niet uit door zijn engagement om brandende sociale thema's te behandelen. Renault, Sabena, de dioxinecrisis, het proces tegen de vakbondsmili tanten van Forges de Clabecq, de milieuproblemen her en der in het zwaar vervuilde Vlaanderen, om nog maar niet te spreken van onderwerpen zoals extreem-rechts of de door politici opgeklopte commu nautaire tegenstellingen: niemand maakte er een degelijke documentaire over. In de V.S. lopen er nu een aantal documentaires met veel succes in de bioscopen die handelen over de val van de nieuwe media-industrie. Maar in eigen land kwam geen enkel genie op het 'gluntige idee' (zoals de Limburgers het zeggen) om een documentaire te maken over de val van Lernout & Houspie (en/of over spionage verhalen daarrond). Gelukkig dat we nog Lichtpunt hadden om in 2001 een tv-documentaire te laten maken over de antiglobalisten. Anders was zelfs dat nochtans uiterst mediageniek gebeuren niet behandeld geworden.

De God De Graeves en Bert Anciauxs van Vlaanderen - de één verklaart met de VRT de consumenten gelukkig te willen maken, de ander wil "de minister zijn van legale genotsmiddelen sport en cultuur" - mogen wat de documentairesector betreft op hun twee oren slapen. Géén documentairemaker zal het in zijn hoofd halen om over beide cultuurpausen zelf een onthullende documentaire te maken. Wie de jonge cineasten en de docusoapmakers opvolgt, weet dat de camera's in Vlaanderen gericht staan op de intieme kring (op zus en broer, oma en opa) én op sukkelaars in de grachten van de snelwegmaatschappij. Een drama zoals dat van Sabena wordt niet meer dewildeaans uitgespit tot een aanklacht tegen het speculatiekapitalisme, maar vormt stof voor een 'pakkende' docusoap waarbij zelfs journalisten hun waterlanders niet kunnen bedwingen. Ontroerend maar het maakt ons geen bit wijzer.

(P.S. Voor wie er in Gent niet bij was: een overzicht met titels en cijfers volgt later in 'Belgian DOC 2001- 2002' - een jaarrapport dat vanaf dit jaar enkel verzonden wordt naar DIOGENE(S)-abonnees.)


* En Europa ? Naar een 'Documentary D-day' ...

Tijdens het debat over de huidige toestand, vroegen enkele jonge filmmakers dat er beter gecommuni ceerd zou worden tussen 'Filmfonds' en filmsector. Waarop Jan De Breucker stelde dat "de communi catie bij de huidige 'Minister Cinema' al even slecht verloopt als bij zijn voorgangers". Walter Provo, die mee het filmsteunpunt voorbereidt, vroeg nog even geduld. "Je moet iets te communiceren hebben, voor je kan communiceren."

Daarna kwam het tot een discussie tussen Jan Vandierendonck (als ABF-er destijds betrokken bij de totstandkoming van de huidige constructie) en Jan De Breucker: een discussie over wie er dan wel in het Filmfonds moet zitting hebben. De Breucker vindt dat de filmsector zelf in het Fonds vertegenwoor digd moet zijn.

Ondertussen was het in Gent tijd geworden om te peilen naar de mogelijkheden om uit de Vlaamse impasse te raken door de Europese toer op te gaan. Paul Pauwels, producent en voorzitter van het Europees Documentair Netwerk, schetste hoe E.D.N. via 'workshops' en andere activiteiten de Europe se documentaire stimuleert. En hoe daar ook Vlamingen gebruik beginnen van te maken. Verder verwacht Paul veel van de aanstelling van Philippe Van Meerbeeck tot 'commissioning editor' voor de VRT. En ook de grotere belangstelling van het Europees steunprogramma 'Eurimages' stemt Paul hoopvol. Hij kondigde een Europese 'Documentary Day' aan, een soort jaarlijks feest dat de documen taire een daglang in Europa in de bloemetjes zet. Paul Pauwels had over één en ander ook een gesprek met het kabinet Anciaux en hij hoopt dat we de politici kunnen overtuigen dat we van de documentaire een sterke Europese sector kunnen maken. Op Europees vlak werd er alvast goed gelobbyd om steun los te weken voor meer documentaires. Nu nog werk maken van een verbeterde distributie.

Karin Depoorter, verantwoordelijke van de Mediadesk, deed de werking van 'MEDIA Plus' uit de doeken. Geen gemakkelijke opdracht, zo bleek in commentaren na afloop van de namiddag. Zo bleek ook uit het feit dat er weinig vragen gesteld werden. Iets waar Karin zich achteraf over verwonderde: ze had "toch wel meer tot-de-kern-van-de-zaak-willen-doordringen-vragen verwacht, juist van de jonge garde die massaal aanwezig was." Interventies van al wat oudere cineasten wezen er op dat de Europese steun alleen weggelegd is voor producenten met geld (en die lopen dun in Vlaanderen) én voor onder werpen die internationaal 'aanslaan'. Karin moest overigens zelf toegeven dat ze vaak (en vooral dan de beginnende) documentairemakers moet teleurstellen omdat ze 'nog' niet in aanmerking komen voor de MEDIA-steun. Waarna ze de mensen wel aan andere internationale contacten probeert te helpen.


* Indymedia: een alternatief ?

Biedt het media-activisme zoals het onafhankelijke mediacentrum Indymedia dat bedrijft, een uitweg ? Na een vertoning van een werkmontage van een Indy-documentaire over het antiglobalistisch protest in 2001, werd daarover van gedachten gewisseld met Raf Custers die ook nog een Britse documentaire ('Globalisation of the media') toonde, waarin o.a. de werking van Indymedia visueel aan bod kwam.

Raf stelde o.a.: "Wij proberen te begrijpen wat er in de wereld aan de hand is. We geven daarbij mensen het woord die anders niet aan bod komen. Documentairemakers worden verondersteld een visie te hebben. We zitten dus in dezelfde hoek. We moeten bondgenoten kunnen worden. Waarbij het wel zo is dat wij opkomen tegen de grote media, die zogezegd objectief zijn. De massamedia zijn er echter om de ideëen van de elite te verkondigen. Vandaar de nood om naast de massamedia ook Indymedias te hebben."

Zijn uitspraken leidden o.a. tot een discussie over het nut van alternatieve netwerken die maar een beperkt publiek bereiken. Moet men ook niet via de massamedia werken ? Kan dat nog ? Hoe ? In welke mate ?

Vragen waren er ook bij de al dan niet alternatieve vormgeving van het onafhankelijke videowerk, waarbij Raf toegaf dat video-activisme door de onervarenheid van de videomakers soms nogal neigt naar spectaculaire montages, met veel traangas, veel geweld. Hetzelfde wat men de massamedia verwijt ...

Al met al een 'verwarrende maar boeiende discussie' zoals Jan Vromman het later omschreef. Hij vroeg de discussie tussen documentairemakers en media-activisten op een later tijdstip "met een beter en breder debat verder te zetten." De discussie is alvast gestart.


* Wat te doen ? Naar een documentair interventiefonds ?

Wat kan een los netwerk zoals DIVA dat - we moeten het niet ontkennen - aan zijn flanken lijdt aan desertie - van mensen die met documentairemaken stoppen of die ander verenigingen voorrang geven omdat ze er (voor zichzelf) meer resultaten van verwachten - wat kan zo'n club - die het beleid niet spaart en derhalve een faam van lastigaards heeft - doen om de situatie voor de documentaire (voor alle documentaires en dus ook voor de 'geëngageerde' documentaire) te verbeteren ?

Vooreerst moeten we in de sector zelf blijven discussiëren over het medium, om zo tot betere inzichten en meer netwerking in eigen land en daarbuiten te komen. Zelf engageer ik me om via de DIVA-nieuwsbrief een open forum (het enige) te blijven aanbieden waarop het debat over het filmbe leid in de grootst mogelijke openheid gevoerd kan worden. Dat ondanks al de kwaaie reacties en dankzij al de steunbetuigingen.

Vervolgens moeten we het beleid blijven opvolgen en met inzichten bestoken. Met DIVA's docu mentaire beleidsnota bv. die door 108 mensen (de volledige sector) ondertekend werd. Met nieuwe voorstellen én EISEN. Af en toe krijg je er dan toch iets door of voorkom je erger, voorkom je dat de documentairesector nog minder kruimels krijgt. DIVA heeft er de jongste jaren alvast voor gezorgd dat er steeds ook over de documentaire gepraat werd/wordt als het filmbeleid weer eens in de steigers stond/staat.

Met de nieuwe filmintendant krijgen we het alvast qua communicatie gemakkelijker. Meerdere van ons hebben met Luckas Vander Taelen een goed contact.

Verder kunnen we met de documentairesector zelf naar nieuwe initiatieven zoeken waardoor we minder afhankelijk worden van de betuttelende overheid. Zo bv. door zelf geld en middelen bijeen te werken voor een 'documentair interventiefonds'.

Jan Vromman pleitte daar zomer 2001 al voor in 'Belgian DOC': een soort 'pot' waaruit mensen/ver enigingen die een maatschappelijk probleem willen in beeld brengen, direct geld kunnen krijgen zodat ze dat probleem in zijn ontwikkeling kunnen filmen, zodat ze geen maanden met subsidiedossiers moeten leuren, tot er niets meer te filmen valt.

Met een bedrag van bv. 100.000 fr. (ca. 2.500 Euro) per jaar en afspraken met één of ander facilitair bedrijf (of Franstalig productie-atelier) zouden we bv. elk jaar één sociaal geëngageerd documentair project van de grond kunnen helpen.

In toevallige gesprekken de jongste dagen, bleek de idee van zo'n 'documentair interventiefonds' behoorlijk aantrekkelijk. Een kennis van de nieuwe filmintendant stelde dat "de Cas hier zeker oor moet naar hebben".

Tot zover dit verslag en deze voorstellen. Alle kritiek is welkom.

Jan-Pieter Everaerts

Wie het ongeveer maandelijkse 'DIVA's Docu-Nieuws' (gratis, via e-mail) wil ontvangen: mailen naar mediadoc.diva@skynet.be