Verhofstad vindt het Westen klaar voor de oorlog by Franck Sonck Thursday February 21, 2002 at 03:23 PM |
Tijdens een congres van journalisten deed premier Verhofstadt de hele heisa rond de uitspraken van Bush over Noord-Korea, Irak en Iran als een «as van het kwaad» af als een misverstand. Meer nog, hij blijkt fundamenteel akkoord met de oorlogsplannen van Bush. Wie dacht dat Europa staat voor vrede, komt bedrogen uit.
Verhofstadt vindt het Westen klaar voor de oorlog
Tijdens een congres van journalisten deed premier Verhofstadt de hele heisa rond de uitspraken van Bush over Noord-Korea, Irak en Iran als een «as van het kwaad» af als een misverstand. Meer nog, hij blijkt fundamenteel akkoord met de oorlogsplannen van Bush. Wie dacht dat Europa staat voor vrede, komt bedrogen uit.
Frank Sonck
«Er waait een kille wind tussen de VS en de Europese Unie en het gaat almaar harder», stond onlangs nog in een krant te lezen. De journalist verwees daarbij naar de koele ontvangst waarop de recente State of the Union van Bush in Europa kon rekenen. Daarin bestempelde die Noord-Korea, Irak en Iran als een «as van het kwaad». Chris Patten, de Europese commissaris voor Externe Betrekkingen, klonk niet mals voor het «unilateraal optreden» van de Amerikanen. Hij sprak zelfs van «gevaarlijke instincten» en een «simplistische en absolutistische houding».
Maar wie uit die mediagenieke schermutselingen van Patten besluit dat Europa gelukkig niet mee stapt in de oorlogsplannen van cowboy Bush die heeft het mis voor. Dat maakte niemand minder dan premier Verhofstadt meer dan duidelijk. «Het Westen is klaar voor de oorlog», verklaarde hij boudweg op de «Annual Transatlantic Journalists Forum» dat maandag 18 februari in Brussel begon.
Dit jaarlijkse congres van Amerikaanse en West-Europese journalisten wordt onder meer gesponsord door het Amerikaanse German Marshall Fund of the United States.
Verschillende West-Europese journalisten stelden er vast dat een groeiend anti-Amerikanisme leeft onder de Europese bevolkingen. De solidariteit na de aanslagen van 11 september bleek van korte duur en op de nieuwsredacties stromen boze reacties van lezers binnen over de oorlogstaal van Bush. Maar voor Verhofstadt wordt de Europese soep blijkbaar niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Meer nog, volgens hem zou het een «fundamentele politieke fout» zijn om de publieke opinie de illusie te geven dat onze maatschappij ooit helemaal verlost zal zijn van terroristische netwerken. «Waarschijnlijk was het daardoor dat de discussies ontstonden toen president Bush in zijn State of the Union de zin over de as van het kwaad uitsprak. Het beeld van een as Iran-Irak-Noord-Korea leek te suggereren dat er één enkel terroristisch blok bestaat. Dat verklaart ook de kritische stemmen op dit continent in verband met unilateralisme en zelfs simplisme in Washington.»
Excuseer? Het probleem is dus niet dat Bush drie soevereine landen, waarvan tot nader orde niet is aangetoond dat ze wat dan ook met 11 september te maken hebben in klassieke Reagan-stijl als het Kwaad bestempelt en hen openlijk met oorlog bedreigt? Neen, Verhofstadt vindt het vooral belangrijk dat de Europeanen goed beseffen dat er verschillende assen van het kwaad zijn.
Verhofstadt blijkt zelfs fundamenteel akkoord met Bush. In zijn betoog tegenover de journalisten lijkt hij zich wel te ontpoppen als een Europese versie van de Texaanse cowboy die het tot president schopte. Verhofstadt: «Irak blijft een vreselijk regime. Sinds de inspecties van de Verenigde Naties gestopt zijn, wordt het opnieuw gevaarlijker. Iran is anderzijds een politiek zwaar verdeeld land. Noord-Korea vormt een groeiend risico, omdat het geleid wordt door een uitstervend maar nog steeds extremistisch regime.»
Hij trekt er krek dezelfde conclusies uit als zijn moeilijk-verkozen vriend aan gene zijde van de oceaan. «We moeten maximaal inlichtingen verzamelen over waar de terroristen zich bevinden, wat hun plannen zijn, of ze in staat zijn massavernietigingswapens te verkrijgen. Dat is de taak van politie en inlichtingendiensten, die we momenteel aan het versterken zijn. We hebben de militaire capaciteit nodig om interventies uit te voeren, zelfs in een verafgelegen en onherbergzaam land als Afghanistan. Regimes zoals Afghanistan, of regimes die terrorisme, op een subtielere manier, als een politiek wapen gebruiken, moeten de ondubbelzinnige boodschap krijgen dat het Westen klaar is om met hen een oorlog aan te gaan. In dit soort gevallen geldt nog steeds het oude Romeinse gezegde: als je vrede wil, bereidt je dan voor op oorlog.»
En ook als Bush vindt Verhofstadt dat je dit soort oorlog op verschillende fronten moet voeren. Voor hem is het sturen van soldaten slechts een van de manieren om terrorisme te bestrijden. «Op 11 september is het terrorisme geglobaliseerd. Als wij het willen tegenhouden dan zullen we ook de donkere kant van de globalisering moeten bekampen. Dan zullen we moeten proberen om mislukte staten weer te laten functioneren.
Daarvoor hebben we strijdkrachten, peacekeeping troepen, miljarden voor heropbouw en ontwikkeling, en mechanismen en overeenkomsten nog waarmee we deze staten weer in de wereldeconomie kunnen inschakelen. Het is een taak voor een hele generatie.»
Verhofstadt gaat er daarna prat op dat hij in Europa een van de voortrekkers is van deze aanpak en dat het precies in dat kader is dat hij een dialoog is aangegaan met de «zogenaamde anti-globalisten, die gelijk hebben rond het punt dat globalisering niet altijd werkt». Of hoe de anti-globalisten met Verhofstadt straks een rol te spelen hebben in de strijd tegen het Kwaad, dat wil zeggen tegen landen als Irak, die zich blijvend verzetten tegen het westers imperialisme, en tegen landen als Noord-Korea die effectief bouwen aan een andere, socialistische maatschappij.
Op recente kritieken van haviken dat Europa militair blijft achterlopen op de VS – Navo-baas Robertson verklaarde in het Europees Parlement dat Europa zich moet schamen omdat «we voor alle grote operaties niet zonder de Amerikanen kunnen» – gaf Verhofstadt toe: «Europa, laat staan de Europese Unie, blijft een militaire dwerg.» Toch vindt hij dat Europa voldoende investeert in defensie. Probleem is volgens hem vooral dat het merendeel van het geld verloren gaat aan «nationaal prestige». Of met andere woorden: Europa moet dringend werk maken van een eengemaakt Europees leger.
Ondertussen vindt Verhofstadt dat Europa vandaag al heel wat doet: «Tegenwoordig verdelen de Amerikanen en de Europeanen de taken bijna op een spontane manier: van zodra de Amerikanen de oorlog gewonnen hebben, worden de Europeanen gevraagd om peacekeeping troepen en ontwikkelingswerkers te sturen om vrede te bewerkstelligen. Dat was het geval in de Balkan en dat zien we vandaag ook in Afghanistan.» Amerika als de boze en Europa als de vriendelijke flik, maar in hetzelfde team?
Verhofstadt: «Uiteindelijk zie ik voor wat betreft de strijd tegen het terrorisme geen grote verschillen ontstaan tussen de Verenigde Staten en Europa. Er is een verschillend aanvoelen, omdat geen Europese stad werd aangevallen en omdat de Europese publieke opinie deze zaak niet bovenaan de electorale agenda heeft geplaatst. Er is ook een verschil in methode, omwille van het enorme verschil in militaire capaciteiten aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Maar fundamenteel zie ik geen verschil voor wat betreft de analyse van de situatie, de doelstellingen van onze acties of de visie waarmee we die leiden.»
En blijkbaar is er dus ook geen fundamenteel verschil voor wat betreft de oorlogszucht en veroveringsdrang tegenover andere landen. Zolang de belangen van de Amerikaanse en Europese burgerij fundamenteel gelijklopen, blijft het twee handen op een transatlantische buik.