Lumumba: de krokodillentranen van Louis Michel by Tony Busselen Wednesday February 06, 2002 at 04:36 PM |
busselen@skynet.be |
Louis Michel, Belgisch minister van Buitenlandse Zaken, heeft zijn 'excuses' aangeboden aan de familie van Patrice Lumumba, Congolese eerste minister vermoord op 1961. En kondigde de oprichting aan van een Fonds Lumumba ter promotie van de rechtstaat. Maar verbergt Louis Michel geen neokoloniale politiek achter deze mondelinge verontschuldigingen?
Louis Michel, Belgisch minister van Buitenlandse Zaken, heeft zijn 'excuses' aangeboden aan de familie van Patrice Lumumba, Congolese eerste minister vermoord op 17 januari 1961. Michel kondigde de oprichting aan van een Fonds Lumumba ter promotie van de rechtstaat. Maar verbergt Louis Michel geen neokoloniale politiek achter deze mondelinge verontschuldigingen?
Voor een kleine burgerij zoals de Belgische, onopvallend tussen Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië en helemaal gemarginaliseerd door de VS, kunnen louter symbolische daden soms handige hefbomen zijn voor een neokoloniale politiek. Leopold II wist dat einde 19° eeuw reeds, Louis Michel doet het hem anno 2002, onder luid applaus van de hele Belgische pers, feilloos na.
Toen Leopold II de verovering van Congo plande, begon hij met het op poten zetten van een stichting voor het wetenschappelijk onderzoek in Congo. Toen hij enkele jaren later beschuldigd werd van misdaden tegen de mensheid in zijn pas veroverde Congo, reageerde hij in 1896… met het oprichten van een parlementaire onderzoekscommissie. Terwijl hij rustig verder ging met moorden en plunderen in Congo.
Louis Michel doet het andersom: hij richtte eerst een onderzoekscommissie op. Die commissie vermeed zorgvuldig echte strafrechterlijke verantwoordelijkheden van de Belgische overheid vast te leggen. De mondelinge interviews van sleutelpersonen werden haast allemaal weggelaten uit het rapport en de commissie kon zich beperken tot een vage formulering over "morele verantwoordelijkheid" en de "apathie en onverschilligheid ten aanzien van het lot van Lumumba". Daar waar alles er op wijst dat de Belgische regering ten tijde Koning Boudewijn betrokken was bij de moord op Lumumba.
Ondertussen kon de moordende agressieoorlog tegen het Congolese nationalisme (3,5 miljoen doden op 3 jaar tijd) rustig verder gaan en konden Mobutistische netwerken vanuit Brussel en Parijs de moord op president Laurent Kabila organiseren en uitvoeren.
Na een mislukte poging om Kinshasa in de chaos te storten, onmiddellijk na de moord op Kabila, concentreerde Michel zich op het bewerken van de zoon en opvolger van Laurent Kabila: Joseph Kabila.
Na een jaar van zware concessies ten aanzien van de Westerse dictaten, vanwege de nieuwe regering in Kinshasa, vind Michel de tijd gekomen om zich meer op het terrein zelf te begeven. Daarvoor richt hij een stichting op die hem moet toelaten met veel geld (3,75 miljoen euro), jonge Congolezen te winnen voor de Belgische visie op democratie en rechtstaat in Congo.
Hoezeer die visie bol staat van loze woorden en beloften ten aanzien van het Congolese volk, en voornamelijk de financiële en politieke belangen van de Belgische burgerij nastreeft, bleek nog maar enkele weken geleden:
Justin Bomboko was toen één van de hoofdfiguren die tijdens de ronde tafelconferentie in Brussel kwamen praten over Louis Michel's visie over democratie en de toekomst van Congo. Diezelfde Bomboko wordt in het rapport van de Lumumba commissie afgeschilderd als de man die ten tijde van de moord op Lumumba de belangrijkste politieke pion van de Belgen was. Hij tekende het aanhoudingsmandaat van Lumumba. Hij protesteerde bij de UNO toen die de toegang tot Lumumba's woning ontzegde aan de troepen van "rebel" Mobutu.
Deze Bomboko was samen met verschillende andere grote Mobutisten aanwezig als lid van de ronde tafelconferentie van de Congolese oppositie die Louis Michel had georganiseerd.
Om de heropbouw van Congo te steunen en om te breken met het koloniale verleden, moet de Belgische regering in de eerste plaats breken met haar vroegere Mobutistische agenten.
Dat Brussel stopt met de voormalige grote Mobutistische baronnen vrije toegang te geven tot Belgisch grondgebied.
Dat men stopt met te eisen dat juist deze misdadigers mee in aanmerking moeten komen om te bepalen hoe de nieuwe Congolese staat tot stand zal moeten komen.
Dat men ijvert voor de onmiddelijke en onvoorwaardelijke terugtrekking van de agressie-troepen van Rwanda en Ouganda.
Dat men een dialoog begint met de Congolese regering om op ernstige manier een onderzoek te openen naar de misdaden begaan door de Belgische staat tegen het Congolese volk tijdens het kolonialisme en het neo-kolonialisme.
Dat men tevens een dialoog begint over de schadeloosstellingen die nodig zijn om de slachtoffers van deze misdaden te vergoeden.
Dat men relaties tussen de twee landen opbouwt die gebaseerd zijn op de principes van gelijkheid, wederzijds respect en wederzijds voordeel.
Reageer op dit artikel