Media in tijden van globalisering - een debat van Wereldwijd Mediahuis by Maarten Van Hove Thursday January 31, 2002 at 07:51 PM |
vanhovemaarten@yahoo.com |
BRUSSEL – Op vrijdag 25 januari organiseerde Wereldwijd Mediahuis een eerste debat over media in tijden van globalisering. De aanleiding was het stilaan wijd verspreid rakende besef dat de media in een crisis zit. Vervlakking bij de VRT en commerciële motieven achter nieuwsgaring worden iedereen pijnlijk duidelijk. Wereldwijd zette een belangrijke stap om het debat ook naast Indymedia verder open te trekken. VERSLAG EN ENKELE VRAGEN
DE OPEN BRIEF
De aanleiding voor het debat was een open brief die wijd verspreid werd onder de algemene media. Die legde enkele feiten bloot voor wie het nog niet wist: een economische censuur overspoelt de media en staat aan de basis voor een trend richting ontspanning en snelle hapklare beelden zonder weinig duiding. De belangen van marketeers, aandeelhouders en het establishment winnen het steeds vaker over redactionele vrijheid, en nieuws wordt gewogen op zijn bruikbaarheid binnen de gangbare meningen en op zijn betaalbaarheid. Daarbij wordt het budget voor eigen onderzoek steeds kleiner. Waar een storm van protest zou moeten zijn, zwijgt het grootste deel van de journalistieke wereld.
Wereldwijd Mediahuis merkte in zijn brief op dat de media op cruciale momenten geen echt forum biedt voor publiek debat. Journalist Dirk Barrez, Attac-woordvoerder Eric Goeman en Indymedia-man Han Soete ondersteunden deze mening. Han Soete wierp Indymedia op als alternatief, maar Wereldwijd bracht in zijn brief één bedenking op die misschien reflectie verdient: ‘als iedereen zijn eigen journalist is, hoe zal er dan gewaakt worden over de deontologie en de competentie die gevraagd worden van de media? Niet iedereen kan chirurg zijn, ook al zijn er honderden redenen om je aan de medische hiërarchie te ergeren'. Een bekende kritiek op Indymedia. Hebben we er al een sluitend antwoord voor?
Wereldwijd benadrukte dat er een hele ruimte ligt tussen aandeelhouderslogica en de overtuiging dat iedereen zijn eigen journalist is. Het merkte op dat er wel degelijk een maatschappelijke behoefte is aan journalistiek die zich verzet ‘tegen de quasi-natuurwet van de commerciële concurrentie en de daarbij horende overtuiging dat elke lezer, kijker, luisteraar of surfer een mentale leeftijd van twaalf jaar heeft en dus alleen maar snakt naar hapklare brokjes emotie', en dat er ‘dringend nood is aan media die het als hun opdracht zien om hun publiek te upgraden tot participanten aan relevante debatten, en die daarom informatie brengen die mensen inzicht en doorzicht kan geven in de chaotische gemaakte wereld waarin we leven.'
De relevantie van het debat van Wereldwijd ligt er in dat het misschien een belangrijke stap kan zijn om de discussie open te gooien voorbij de grenzen van het andersglobalisme. Een debat waarin Indymedia, met haar eigenzinnige kijk, volgens mij een levensbelangrijke rol zou moeten spelen.
De open brief is te vinden op: http://www.wereldwijd.be/start/pers.htm
HET DEBAT
Het debat ging de jaarlijke receptie voor de lezers en sympathisanten van Wereldwijd vooraf, en lokte dus vooral dit publiek. De eerste spreker was de ietwat cynische Piet Piryns, Knack-journalist en in het verleden een belangrijke kracht achter De Morgen, Vrij Nederland en Nieuw Wereld Tijdschrift. Daarnaast Peter Dhondt van het persagentschap IPS Vlaanderen en ex-hoofdredacteur van Wereldwijds tegenhanger De Wereld Morgen. Tenslotte Veerle Devos, journaliste in de VRT Radio Nieuwsdienst. De hoofdredacteur van Wereldwijd, Gie Goris, trad op als moderator.
Gie Goris stak van wal met de opmerking dat media, als commerciële producten, tot de conclusie komen dat hetgeen het best verkoopt, niet steeds het meest kwalitatieve is. Integendeel: degelijk onderzoek kost geld en heeft toch weinig meerwaarde in de verkoop. ‘Welke info wordt er verspreid, hoe, en waarom andere niet? Deze vragen willen we zien te beantwoorden tegen mei, op de dag van de persvrijheid'. Daarvoor willen we een breed maatschappelijk debat lanceren. Dit debat is slechts de aanzet daartoe.
Piet Piryns: ‘buitenlands nieuws wordt steeds minder belangrijk binnen de media. Het is alsof media in tijden van persconcentraties steeds parochialer worden. Met ‘buitenlands nieuws' versta ik ook nieuws uit Nederland. In mijn tijd wist ik wat er in Nederland gebeurde, en lazen Vlaamse intellectuelen het NRC Handelsblad of keken ze naar Nova. Dit is niet langer zo. Wat er onder de kerktoren gebeurt is wat de aandacht krijgt. En dat terwijl mediagroepen steeds globaler worden! Nee – media is economie geworden. Merk bijvoorbeeld op dat Vlaanderen vroeger een minister had van cultuur en media. Dat is nu économie en media geworden.'
Piryns vervolgde: ‘het gevaar zit volgens mij minder in persconcentratie dan in het groeiende belang van marketing. Ik kan me voorstellen hoe Bavo Claes uit het 19 uur nieuws gewipt is: hoe ze hem van achter een doorkijkspiegel beoordelen of hij nu meer op een poedel of op een bulldog lijkt. Geloof me: ik heb dit soort dingen al meegemaakt.'
‘En kan je er iets aan doen?' Piet Piryns werd heel pessimistisch op dit punt. ‘Ik betwijfel het. Ik vind de vergelijking in jullie open brief tussen goedmenende journalisten die toosten ‘op het succes van het onmogelijke' en Russische politieke dissidenten pathetisch en overtrokken. Ik geloof er niet in.'
Het woord was nu aan Peter Dhooge: ‘globalisering zou toch positief moéten zijn voor media. Maar ook ik zie enkele gevaarlijke tendenzen. Bijvoorbeeld hoe kranten steeds vaker nieuws van buitenlandse kranten overnemen. Dat zie ik als een gevraagde kolonisatie, die ervoor zorgt dat journalisten uit eigen land minder kansen krijgen om hun éigen visies en verhalen uit te werken. En als we het hebben over buitenlandverslaggeving, merk ik ook steeds weer op dat het altijd gaat om landen die economisch belangrijk zijn. Als ik beelden over Argentinië zie, vraag ik me af: ‘waar is Afrika?' In Ecuador bijvoorbeeld was er enkele jaren geleden een gelijkaardige crisis als die in Argentinië nu. Maar Ecuador heeft economisch minder belang dan Argentinië, en komt niet aan bod.'
‘Maar ik zie toch enkele hoopgevende tekens', zo ging Dhooge een beetje de positievere kant op. ‘Metro bijvoorbeeld. Dat is ook een commerciëel project, en één dat gewoon de markt in geworpen was omdat het rendabel zou zijn. Toch is er binnen Metro veel aandacht voor het buitenland, en laat men de journalisten daar vrij veel eigen initiatief.'
‘Maar nieuws is wel degelijk nog steeds belangrijk,' merkte Dhooge verder op. ‘Zie bevoorbeeld maar eens hoe VTM en VRT met elkaar concurreren via hun journaals in plaats van via hun andere programma's. Er zijn ook enkele hoopgevende projecten geweest die zich op onderzoeksjournalistiek wilden toeleggen. Een goed voorbeeld was MaoMagazine. Bijzonder jammer dat het ter ziele is gegaan.'
‘De grootste verliezers in heel dit verhaal zijn de buitenlandjournalisten, daar ga ik mee akkoord. Voor genuanceerde informatie over het buitenland moet je steeds meer ten rade gaan bij … de economische pagina's van de krant. En steeds vaker zijn het politici of ngo's die journalisten lijken in te huren om hen te vergezellen naar het buitenland. Anders is het niet betaalbaar,' zo sloot Dhooge af.
Veerle Devos sloot de rij sprekers af: ‘Wat mij is opgevallen, is hoe veel mensen het jammer vinden dat VRT niet langer het ‘baken' is dat het ooit was, door concurrentie. Toen VTM opdook, nu al meer dan tien jaar geleden, dacht men bij VRT dat alles bij het oude zou blijven, dat ‘kwaliteit wel boven zou drijven'. Maar wat bleek? Kijkers bleven overlopen naar VTM, de kijkcijfers van het journaal van zeven uur slonken zienderogen. En dan hadden ze geen keuze meer dan mee te gaan in de stroom! VRT heeft immers een contract met de overheid om verplicht één miljoen nieuwskijkers te hebben per dag… Bert De Graeve zit in een commerciëel speelveld – hij moét meespelen. Als de kijkcijfers dalen, dan wordt het volgens de overheid immers een medium voor alleen de elite… De VRT heeft weinig keuze.'
‘Ook het radionieuws had vroeger dergelijke concurrentie niet. Vanaf er concurrentie kwam, is het aantal luisteraars echter ineengestort. Daarom is de radio de trend naar korter nieuws gevolgd. Bij de VRT-radio's hebben we nu nieuws van 7 à 10 minuten. Dat staat in schril contrast met Wallonië, waar de RTBF, ook met de concurrentie van RTL, bijna gedwongen moet worden om haar nieuws van 15 naar 13 minuten te herleiden.'
‘Maar journalisten probéren wel. Ze zijn over het algemeen niet van kwade wil,' voegde Veerle Devos toe. ‘De onafhankelijke media en Indymedia hebben de kwaliteitsdaling van de algemene media echter pijnlijk duidelijk gemaakt, net als de macht van de markt en de economische dogma's die meespelen in nieuwsvergaring. Ze hebben ons een spiegel voorgehouden die onze fouten duidelijk maken.'
Piet Piryns kreeg terug het woord: ‘Ik zie dit als een kwestie van geld: waar komen de fondsen vandaan, van de overheid of van de markt? In Nederland is er overheidssteun aan kranten. Ook wordt er gepraat over drukfabrieken en dergelijke waar dan alle kranten samen gedrukt worden, gesteund door de overheid. Bij de Vlaamse schrijvende pers merken we dat men alles aan de markt overlaat. Plots is de oplage van De Morgen slechts 50000. In Nederland begrijpen ze daar niks van! Daar beginnen ze al te praten over failliet vanaf 100000. Maar volgens mij zijn journalisten geen schoothondjes van de markt, maar zijn het bondgenoten van hen! Alles wat niet sexy is, wordt niet doorgefilterd naar de inhoud. Steeds meer zien we hoe artikels over tourisme rechtstreeks door het tourisme betaald worden! De media is niet langer een ‘vierde macht'. De waakhondsfunctie is weg. Al zijn de media wel nog steeds ‘kingmakers', die reputaties kunnen maken of breken'.
En tenslotte voegde Peter Dhooge nog het volgende toe: ‘Ik vraag me enkel af of journalisten niet even gemakkelijk schoothondjes worden als het geld vanuit de overheid komt. In Nederland reizen journalisten steeds vaker mee in regeringsvliegtuigen. En als het geld van ngo's komt, is er weer hetzelfde probleem: hoe vaak reizen ze niet mee naar rampgebieden of projecten van hen, op hun kosten? Ze worden liever binnen de marge gehouden, zowel door markt, overheid als ngo's. Een luie journalist zal dat doen, een goeie niet. Die is in principe niét afhankelijk van hen, maar hun voorbetaalde trips bepalen wel welke landen er in het nieuws komen.'
‘Maar ik geloof wel dat dat geld er is om die reizen vanuit het medium zélf te financieren: kijk maar naar sport, waar er altijd geld genoeg is om in Australië wedstrijden te verslaan.'
Toen klonken er enkele meningen vanuit het publiek. Ik geef sommige ervan weer:
Han Soete, medewerker bij Indymedia, zat ook in de zaal. Zijn opmerking lag erin dat diepgaande informatie duur is: ‘voor moeilijke onderwerpen moeten er specialisten zijn, maar die zijn ontzettend duur, omdat die soms een week geen werk hebben. Over het algemeen zijn het dus ‘allrounders' die het werk doen en die van onderwerp naar onderwerp hollen, zodat ze moeilijk de nuances kunnen blootleggen. En de media kiest ook steeds weer om hetzelfde clubje aan te brengen, BV's waarvan we alles weten. Terwijl het vreselijk moeilijk was om het woord te krijgen, bijvoorbeeld in Laken op 14 december – en wij hadden wél iets te zeggen.'
Ik weet niet meer wie de volgende dingen zei: ‘Wat financiële onafhankelijkheid betreft, kunnen we het voorbeeld aanhalen van de Munt, die zwaar door de overheid wordt gesubsidieerd. Als je de Muntschouwburg zou overlaten aan de markt, dan is er plots geen opera meer. Het publiek ervoor is immers niet zo groot. Echt onafhankelijke bladen zijn er niet. Wel proberen de meeste journalisten om hun wérk zo onafhankelijk mogelijk te doen.'
‘De autonome media fungeren als een zweeppartij op de massamedia. Grote media kunnen op deze manier worden bijgestuurd. De invloed van het publiek op de media stijgt met de komst van het internet en omdat de media een eigen maatschappelijk terrein zijn geworden, een onderwerp op zich. Toch is er nog een heel grote drempel naar participatie in de media. In de VS zijn er echter enkele kleine, aparte initiatieven waarop er heel wat respons komt. Creatieve oplossingen kunnen gevonden worden om druk uit te oefenen op de commerciële logica.
Eén vraag stak er boven uit: ‘wat is nu eigenlijk ‘een goede journalist'?'
Het antwoord van Piet Piryns: ‘een goede journalist is iemand die zijn huiswerk doet, en die zoekt naar Goedheid, Schoonheid en Waarheid.'
EEN PAAR VRAGEN
Eigenlijk is het vrij verbazend om te zien hoe veel vragen die Indymedia stelt, in een andere vorm terugkomen in dit debat. Dat toont aan dat er velen zijn die deze tendenzen beseffen maar ze tot nu toe niet luid schreeuwend toegaven. Wereldwijd Mediahuis kan echter niets verweten worden, integendeel: zij nemen de volgende logische stap die hun plaats in het Vlaamse medialandschap hen toestaat – en trekken het debat verder open.
Mij lijkt het wel toe alsof veel discussies voor een stuk nogmaals worden overgedaan. Alsof er veel gepraat wordt maar zelden tot conclusies is gekomen. Ik kwam een beetje met honger naar meer terug thuis, het was alsof fundamentele dingen niet waren gezegd. Ik kon mijn vinger er niet opzetten, net zomin als Han Soete of voor een stuk Gie Goris zelf, de hoofdredacteur van Wereldwijd.
Schrijnend vond ik echter hoe uit de reacties van de sprekers op dit debat, en van vele tientallen voordien, lijkt dat Indymedia een onbekende blijft die slechts een specifiek niche-publiek bereikt. Maar ook al hebben we misschien grote delen van de waarheid en een nog groter deel van de integriteit aan onze kant, toch vervallen we vaak tot demagogie, propaganda en pamfletgeschriften. Hoe een buitenstaander naar iets dergelijks kijkt weet ik niet – ik blijf me echter afvragen of dit geen dodelijke fout is. Want wat is de waarde van wat we zeggen als het niet voor 100% correct en betrouwbaar is?
Enkele extra bemerkingen heb ik uit artikels uit Indymedia geplukt. De rest is ‘out there'. Net zoals de veel van de antwoorden.
- Wat is de taak en de verantwoordelijkheid van een journalist, en negeren velen die bewust? Waarom?
- Zijn journalisten geen ‘gewone mensen' die zelf ook hun info en inzichten moeten verkrijgen? Als ze eenzijdige verhalen brengen, is dat dan omdat ze willen liegen of omdat ze de context zélf niet kennen, of nog iets anders? Hoe kunnen we hen die inzichten wél geven?
- Waar ligt onze verantwoordelijkheid als de algemene media weer eens alleen aandacht heeft voor geweld in onze protestacties? Geven we hen steeds een verenigd beeld, of zijn we steeds realistisch, eerlijk of geweldloos?
- En Indymedia? Zijn wij steeds bereid om onafhankelijkheid en correctheid na te streven? Als we het niet doen, wat is dan het effect daarvan op de beweging en vooral op de outsiders? Hoe kunnen wij uitreiken naar de mensen die niet naar de site komen (zonder zélf te vervlakken)?
Fragmenten uit: ‘How to broaden the democratic globalist movement?', MVH, op http://archive.indymedia.be/front.php3?article_id=11304
- Staat de journalist aan de kant van hen die via de media veel geld willen verdienen en/of de bevolking koest willen houden? Of kiest hij voor zichzelf (zijn eigen vrije ontwikkeling als mens) en de medemens, voor de wereld en verdedigt hij sociale rechtvaardigheid, de gelijkwaardigheid van alle mensen, het leefmilieu…?
Een fragment uit: ‘Een andere journalistiek is mogelijk, JPE, op
http://archive.indymedia.be/front.php3?article_id=16317&group=webcast
Ik pleit ervoor dat wij de plaats innemen die we moeten innemen, en doen wat we kunnen om mee te helpen de hardnekkigste vragen te beantwoorden en mee alternatieven af te dwingen.
een sluitend antwoord, neen, maar... by Françoise Friday February 01, 2002 at 02:00 AM |
fvermeersch@hotmail.com |
Reactie op de vraag:
" ‘als iedereen zijn eigen journalist is, hoe zal er dan gewaakt worden over de deontologie en de competentie die gevraagd worden van de media? Niet iedereen kan chirurg zijn, ook al zijn er honderden redenen om je aan de medische hiërarchie te ergeren'. Een bekende kritiek op Indymedia. Hebben we er al een sluitend antwoord voor? "
Toch even een citaatje uit 1887, om een andere visie op objectiteit te geven dan wat men doorgaans veronderstelt van journalisten (het handelt niet per se om journalisten, en was eerder een debat met filosofen rond de idee van absolute kennis, maar de kern van de zaak kan volgens mij ook worden toegepast op het debat rond de 'objectiviteit' van journalisten en Indymedia):
"De dingen aldus eens anders (te) bekijken is geen geringe disciplinering en voorbereiding van het intellect voor zijn 'objectiviteit' eens in de toekomst - objectiviteit niet in de zin van 'belangeloze aanschouwing' (hetgeen een domheid en ongerijmdheid is), maar als het vermogen, je pro en contra in de hand te hebben en naar verkiezing uit en in te schakelen: zodat je juist de verscheidenheid van perspectieven en affect-interpretaties voor de kennis productief weet te maken.
Want, mijne heren filosofen, laten we voortaan beter oppassen voor de gevaarlijke oude begripsfabel, die een 'zuiver, willoos, pijnloos, tijdloos kensubject' postuleerde, laten we oppassen voor de vangarmen van contradictoir begrippen als 'zuivere rede', 'absolute geest', 'kennis op zichzelf'; - hier wordt steeds een activiteit verlangd van een oog, dat zelf niet gedacht kan worden, een oog wiens blik geen richting mag hebben, waarbij de actieve en interpreterende krachten gestremd, afwezig moeten zijn die het zien toch eerst tot een iets-zien maken, hier wordt dus steeds en ongerijmdheid en domheid van het oog verlangd.
Er is alleen maar een perspectivistisch 'kennen'; en hoe meer affecten we betreffende een zaak laten meespreken, hoe meer ogen, hoe meer verschillende ogen, we voor dezelfde taak weten te gebruiken, des te vollediger zal ons 'begrip' van deze zaak, onze 'objectiviteit' zijn."
(uit Nietzsche, 'Over de genealogie van de moraal. Een polemisch geschrift')
Onze waarneming van de dingen is altijd gekleurd. Door zoveel mogelijk gekleurde waarnemingen te laten meespreken kunnen we misschien ook tot objectiviteit komen? Een collectieve objectiviteit dan, in plaats van de subjectieve objectiviteit waarover Nietzsche het in dit fragment had. En inderdaad, veel stemmen aan het woord laten is niet hetzelfde als berichtgeven met je baas, je adverteerders, je mediagroep, je oplage, je angst om niet meer te mogen meedoen en weet ik veel wat journalisten nog beperkt in je achterhoofd... (Terwijl ik best wel wil geloven dat de meeste journalisten oprecht goed hun werk willen doen)
Door iedereen aan het woord te laten, krijg je bovendien berichten over zaken waar de 'normale' media geen woord over reppen, krijg je analyses die in de 'normale' media (bewust?) worden verzwegen, ... Zo kom je misschien wel tot meer objectiviteit dan door een voorzichtige opsomming van feitjes?
OK, maar... by Maarten Van Hove Friday February 01, 2002 at 05:37 PM |
vanhovemaarten@yahoo.com |
Goed Françoise, ik denk dat we het eens zijn over die objectiviteitskwestie. Ik zie de waarheid als de synthese die komt uit botsingen van verschillende meningen ongeacht de kleur (bekend, niet?). Zolang die kleuren niet primeren over de waarheid en we even kritisch durven zijn tegenover onszelf als tegen 'de' tegenstanders, hebben we onszelf niks te verwijten wat objectiviteit betreft: we hebben nu eenmaal het grote pluspunt dat die Grote Verhalen die onze meningen en artikels vullen, vaak echt wel wààr zijn, of op zijn minst voor het grootste deel. Hen aan bod brengen is dus onze plicht, als de waarheid ons iets zegt.
Of we naast deze duiding ook aan meningsvorming en overtuiging moeten doen, betwijfel ik. De informatie kan voor zich spreken, en de kritische surfer zal de verbanden zien en zelf wel de conclusies trekken, zonder dat wij hem in een bepaalde richting duwen. Wat voor een rijkdom een dergelijke open informatiestroom zou kunnen zijn voor de kritische zelfontplooiing van de mens...
Wat ik bedoelde: kennen we steeds onze 'stiel' wel altijd even goed, of passen we die altijd even juist toe? Als een timmerman die zijn hamer scheef houdt en niet steeds rechte nagels kan slaan, slaan ook wij soms de bal mis omdat het die journalistieke deontologie en vormregels zijn die we ontberen. En die zijn nu net de meest neutrale en waardevolle grondvesten van de journalistiek - en de informatieverspreiding in het algemeen.
Als we ons die ethiek machtig kunnen maken, geloof ik dat we ook bij de algemene media (die we misschien echt wel die spiegel uit het artikel kunnen voorhouden) meer waardering kunnen verkrijgen. Als onze bronnen gecheckt zijn en onze informatie juist (ook al is die informatie soms via een bepaalde kleur of invalshoek bekeken - wat we nu eenmaal doen, iedereen op zijn manier), dan zullen journalisten veel sneller de stap zetten om ons materiaal ernstig te nemen, en het misschien zelfs wel te gebruiken als het moet. Wat dus maakt dat onze informatie breder verspreid is - en dat is nu toch net precies wat onze bedoeling is, niet?
Het goede voorbeeld wordt ons volgens mij gegeven door Indymedia New York. Toen ik op d14 hun Indypendent (hun krant) zag, stond ik perplex: dat was àlles wat ik ooit in de media wilde zien, concreet, diepgaand, betrouwbaar en genuanceerd, en vrijwel los van propaganda. De sociale functie blijft daar immens krachtig aanwezig, maar de vinger van 'wij hebben de grote waarheid' komt veel minder tot uiting. Dat is de richting waarin wij heen zouden moeten, vind ik: kwaliteitsvolle duiding zonder grenzen. In alle betekenissen.
Volgens mij kunnen wij dat ook als we dat willen.
nog dit by Françoise Sunday February 03, 2002 at 04:57 PM |
Maarten,
We moeten inderdaad nadenken over onze manier van werken, maar dit veronderstelt dat mensen zich niet beperken tot het schrijven van artikel(tje)s en constructief willen meehelpen aan de opbouw van een dergelijke berichtgeving; ze moeten eventueel ook tijd en energie willen steken in bijkomstige zaken als het opbouwen en bekendmaken van de site, het uitleggen van de principes, het uitdelen van ons materiaal. Momenteel zijn er weinigen die zich op deze manier inzetten. Meer volk die dit soort achtergrondwerk doet, zou met zich kunnen meebrengen dat er ook meer aandacht gaat naar inhoudelijke aspecten. Daarom is het ook zo dat Indymedia niet louter journalistiek werk inhoudt, maar ook een zeker engagement om die andere zaken te doen.
Hierbij zeg ik zeker niet dat er geen tekstschrijvers nodig zijn, integendeel. Zonder constructieve en waarheidsgetrouwe informatie bestaat indymedia niet.
Maar als we een platform willen zijn waar mensen hun ervaringen kunnen delen met anderen, moeten er ook andere zaken gebeuren.
Wat die krant van Indymedia NY betreft: het is ook slechts een van de projecten van het IMC aldaar, en toont o.a. aan dat ze over meer financiële en menselijke middelen beschikken om die te realiseren dan wat we in België in huis hebben.
Als je naar hun site kijkt, hebben ze echter dezelfde inhoudelijke beperkingen als indymedia.be, nl. die van het open publishing.
Misschien moeten we eerder de vraag stellen : "hoe kunnen we mensen ertoe aanzetten om relevante informatie waarheidsgetrouw te brengen?" of "hoe kunnen we zoveel mogelijk mensen overtuigen van het feit dat hun mening telt?". Dit kan worden doorgetrokken naar: hoe kunnen we meer vrouwen, migranten, enz. aanzetten om ook hun versie van de feiten, hun visies, hun interessepunten etc. te delen met anderen? Indymedia is nu eenmaal niet een enkel het werk van een stelletje journalisten, maar het werk van elkeen die ertoe bijdraagt. Wanneer foute informatie wordt gepubliceerd, komen er reacties van kritische lezers. Dat kan je niet altijd zeggen van de traditionele media, waar het recht op antwoord vaak met de voeten wordt getreden.
Indymedia zonder de berichten van de geïnteresseerden zelf is volgens mij geen Indymedia meer. Als je er per se een "stiel" van wil maken, beperkt dit het principe van het open publishing en kunnen slechts nog enkele "ingewijden" publiceren. Wel moeten we er op een relevante manier meer orde in kunnen brengen: dat is o.a. het werk dat door het edito team wordt gerealiseerd -- de features, de overzichten, ... En moeten we duidelijker richtlijnen geven omtrent de publicaties. Deze discussie is momenteel volop op gang, en iedereen die het wil kan erop reageren.
Zo, dat was het ongeveer... (dit is slecht mijn visie over de zaken, en een beetje verward, omdat ik nu niet veel tijd heb om te schrijven)