Neoliberale ideologie en globalisering by Marc Vandepitte Wednesday January 30, 2002 at 05:28 PM |
Verslag van het Internationaal Colloquium: 11-12 januari 2002, Universiteit Stendahl te Grenoble. Deel 1
1. Neoliberale ideologie en globalisering
Gérard Dumenil: (auteur)
De definitie van globalisering is doorgaans neutraal: toenamen van
handel, buitenlandse investeringen, MNO's, financiële transacties,
internationale instituten, enz. Zo'n definitie is niet pejoratief.
Neoliberalisme wordt gezien als een fenomeen op zich, nationaal en internationaal.
Het betreft een nieuwe disciplinering van arbeid en
vrijheid van kapitaal; transformatie van de rol van de staat: vermindering
van bepaalde aspecten en vermeerdering van andere.
Beide zijn niet het zelfde: de internationalisering (globalisering) was
reeds een feit vóór het neoliberalisme.
Dat wil ook zeggen dat er andere vormen van internationalisering
of globalisering mogelijk zijn.
In neoliberalisme zit ideologie en ook in globalisering, met name dat de
neoliberale vorm de enige mogelijke vorm van globalisering zou kunnen zijn.
Het is goed om op te merken dat de VS het minst ver verwijderd waren
van het neoliberalisme. De schok was er dan ook kleiner. Bovendien zijn de
VS ook dominant en kunnen ze zich beter indekken tegen de kwalijke gevolgen
ervan. De VS kunnen dan ook nooit een na te volgen model zijn.
Een deelnemer: Er wordt vaak gezegd dat het neoliberalisme
er is gekomen omdat het keynesianisme [economisch stelsel waarbij de
nationale overheid rechtstreeks in de productie tussenkwam om de economie
aan te zwengelen, was in West-Europa in voege na de Tweede Wereldoorlog en
in de VS vooral tussen de twee wereldoorlogen] in crisis was.
Antwoord: Het neoliberalisme is geen systeem van sterke accumulatie,
wel van efficiëntie en van hoge rentabiliteit,
ten nadele van het salaris, arbeidsomstandigheden, werkloosheid. De hoge
rentabiliteit in het Centrum gebeurt op de kap van
de periferie, idem voor het kapitaal op de kap van de wereld van de arbeid.
De destructie is zeer groot, denk maar aan de grote werkloosheid wereldwijd.
[Dumenil heeft deze analyse samen met D. Lévi in detail uitgewerkt in
Crise et sortie de crise. in Actuel Marx, november 2000;
binnenkort zal daarvan een geactualiseerde en Engelstalige versie verschijnen.]
Bertell Ollman: (professor politieke wetenschappen
aan Universiteit van New York en maker van het spel ‘Class Struggle')
De term globalisering suggereert dat er iets in de economie veranderd is,
maar dan vooral in de handel en de financies en minder in de productie.
Op de markt ben je een individu, en is iedereen ‘koper'. Maar in de sfeer
van de productie sta je onder gezamenlijke condities en zijn er
‘verkopers' en ‘kopers'. Daar zie je het duidelijkst hoe de maatschappij
in elkaar zit. De term globalisering houdt ons daar van weg.
De term suggereert ook dat de economie enkele nieuwe kenmerken heeft, dat
niemand dat kan tegenhouden, dat niet niemand nog controleert
of anders gezegd dat er geen klassen meer zouden zijn. De macht wordt terzelfdertijd
gemystificeerd: vanwaar komt die macht, welke evolutie
en geschiedenis kenmerkt ze, enz.
De term globalisering doet alsof het ‘kapitalisme as such' vervangen is
door een andere maatschappij, dat er van de tijd van Marx niets meer over
blijft. We zitten nu in het zogenaamde ‘moderne' kapitalisme dat dan benoemd
wordt als ‘vrije markt', als ‘globalisering'. Een stijgend aantal mensen,
ook linksen, richt zijn kritiek exclusief op het ‘moderne' kapitalisme (globalisering)
en niet op het kapitalisme ‘as such'. Maar de globalisering is geen nieuwe
maatschappij.
Heel weinig mensen, inclusief diegenen die zich marxist noemen, hebben
Marx zelf gelezen. Waarom is dat zo belangrijk? Juist omdat Marx het
kapitalisme ‘as such' geanalyseerd heeft. Een dergelijke analyse stelt ons
in staat om heel wat fundamentele vragen van vandaag op te lossen.
Het kapitalisme kan ook alleen maar werken omdat het geïnternaliseerd
wordt. Dat is uitgewerkt in de aliënatietheorie van Marx.
Een deelnemer: Je hoort
heel vaak het verhaal van de goeden en de slechten. Wij zijn de goeden en
de kapitalisten zijn de slechten. Dat is een karikatuur. De macht ligt toch
op alle niveau's, iedereen heeft macht, wij zijn allemaal kapitalisten
.
Antwoord: ja we zijn
allen vissen, maar in de zee zijn er kleine visjes en grote vissen; de reusachtige
vis is het kapitalisme. Deze vis domineert al de rest en beslist voor het
grootste deel.
[Bertell Ollman heeft een schitterend boek geschreven: How 2 Take an
Exam …& Remake the World, Black Rose Books, Canada, 2001, 191 p.
Het is een boek geschreven voor studenten met allemaal tips voor een examen
(mondeling, schriftelijjk, papers, enz.) vermengd met een heldere analyse
van het kapitalisme en doorspekt met veel, zeer veel humor. Een van de beste
boeken die ik de afgelopen jaren heb gelezen.]