arch/ive/ief (2000 - 2005)

Tomsk : Libertair regionalisme?
by Raf Grinfeld Tuesday January 22, 2002 at 03:26 PM

Uit de nieuwe Tomsk brengen we twee bijdragen : tips voor surftrips (voor meer nieuws over Argentinië en jong verzet in de USA) en de verhouding anarchisme t.o.v. regionalisme.

1. Tips voor surftrips.


Anarchisme en nieuws uit Argentinië op http://infoshop.org/news6/argentina.php


KATIE SIERRA
Katie Sierra is a 15-year-old anarchist who lives in
Sissonville, West Virginia. She recently made
international news after her high school suspended her
for wearing a t-shirt critical of the war in
Afghanistan, as well as for her efforts in organizing
a student anarchy club at the school. Her legal
protest of the school's decision was turned down by
the courts. There is an international effort to
support her and her fight against the school.

Meer op http://infoshop.org/interviews/index.html

2. Libertair regionalisme ?


De volgende tekst haalde ik van de antifa-website van Dwars, het Groen Links jongerennetwerk in Nederland.


Van centralisme naar regionalisme naar basisdemocratie...
regionalisme vanuit anarchistisch perspectief.


Tijdens het lezen van de discussie die vorig jaar (voorjaar 2000) in verschillende linkse bladen werd gevoerd over het wel of niet steunen van regionalistische/separatistische bewegingen als de Baskische bevrijdingsbeweging (artikelen gebundeld in Gebladerte nr. 19) heb ik mij verbaasd over de krampachtigheid waarmee met dit onderwerp werd omgegaan. Vooral het gemak waarmee sommigen komen tot een fundamentele afwijzing van mogelijke steun aan regionalistische bewegingen, enkel omdat dit onderwerp vooral door rechts wordt opgepakt, heeft mij verbaasd. Regionalisme als vorm van antinationalisme, zeker wanneer het deel uit maakt van een anticentralistisch federalistisch gedachtegoed, is immers altijd onderdeel geweest van de (internationale) anarchistische en dus antinationalistische beweging. Vooral binnen het gedachtegoed van denkers als Proudhon en Bakunin wordt voortdurend steun uitgesproken voor de regionalistische strijd tegen de centralistisch georganiseerde natiestaat.

Het regionaal verzet tegen een centralistische staatsvorm is al zo oud als het ontstaan van het centralistische en absolutistische gezag zelf. Gedurende de zestiende eeuw, de eeuw waarin staatskundigen als Jean Bodin in hun werk de idee van een absoluut soevereine vorst propageerden, ontstond er al een (in wezen conservatieve) tegenbeweging die de oude middeleeuwse standenmaatschappij, en daarmee ook de adellijke rechten in de verschillende landsgebieden van een rijk, wilde handhaven. In de absolutistische staatstheorie was de macht van de gecentraliseerde staat gecentreerd in de persoon van de oppermachtige en onschendbare vorst. Het is deze personificatie van de gecentraliseerde staatsmacht waartegen de oude adellijke standen, die hun regionale zeggenschap dreigden te verliezen, zich al in de zestiende eeuw verzetten. Zij streden voor een vorm van 'Widerstandsrecht' (Term van Fritz Kern zie Kern 1914), gelegaliseerde anarchie, de mogelijkheid om, wanneer 'het volk' dat wilde, de vorst met geweld van zijn troon te stoten en de macht terug te nemen.

Een van de staatsgeleerden die dit idee van het 'Widerstandsrecht' propageerden was bijvoorbeeld Johannes Althusius (zelf afkomstig uit Oost-Friesland) die spreekt van het recht van bepaalde regio's zich van de staat af te scheiden: "One of the estates, or one part of the realm, can abandon the remaining body to which it belonged and choose for itself a separate ruler or a new form of commonwealth when the public and manifest welfare of this entire part altogether requires it, or when fundamental laws of the country are not observed by the magistrate but are obstinately and outrageously violated, or the true worship and disclosed command of God clearly require and demand that this be done." (Althusius 1964: 191) Een actueel thema in de vroegmoderne tijd, die zich kenmerkt door heftige godsdienstoorlogen waardoor regelmatig conflicten ontstonden tussen regionaal en centraal bestuur.


Gedurende de achttiende en vooral negentiende eeuw zou het idee van de centralistisch georganiseerde staat tevens voorzien worden van haar eigen mythen. Al in de zeventiende eeuw zien we die behoefte aan een 'nationaal bewustzijn' groeien. Zo schrijft Hooft in 1617 zijn toneelstuk "Baeto, oft oorsprong der Hollanderen", waarin de Bataafse mythe als oorsprong van het Hollandse volk gestalte vindt. Een mythe die in de achttiende en negentiende eeuw verder ontwikkeld en geromaniseerd zou worden en gekoppeld zou worden aan burgerlijke waarden als vaderlandsliefde/patriottisme. Hieruit voortvloeiend werd dus een nationaal ras-denken ontwikkeld, maar ook gestreefd naar zaken als een eenheidstaal en een 'nationale cultuur'. Dit alles om het gevaar van cultureel pluralisme voor de verdere ontwikkeling van de natiestaat en staatscentralisme uit te bannen.

In diezelfde negentiende eeuw organiseerde zich ook steeds sterker een antinationalistische beweging. Dit antinationalistische denken kwam niet op de laatste plaats bij anarchistische denkers sterk tot ontwikkeling. Onder invloed van het door separatisten ontwikkelde antinationalisme ontstonden echter ook 'nieuwe' nationale culturen. Vanuit regionalistische bewegingen in IJsland, Finland, Noorwegen, Polen, Tsjecho-Slowakije, Bretagne, Catalonië, België werden nieuwe nationale gevoelens aangewakkerd. (Zie ook: Leerssen 1993: 75-76) Een bekend voorbeeld hiervan is de vrijheidsstrijd in Hongarije, waar men zich los wilde maken van het Habsburgse bewind vanuit Oostenrijk. Proudhon over deze Hongaarse vrijheidsstrijd: "You can see that in Hungary most of the grandees and bourgeois are of the same opinion as myself about their situation. While they are doing their utmost to create liberties and guarantees, they are remaining within the federal system and trying to reject the centralization which the Emperor urges them to accept." (Proudhon 1970: 192)

Natuurlijk heeft Proudhon een afkeer van de Hongaarse bourgeois, maar steunt dus wel hun separatisme als een vorm van verzet tegen de Habsburgse eenheidsstaat zolang dit is ingebed in een federaal denken zoals Proudhon dat zelf ook voorstond. Proudhon gaat hier echter voorbij aan de nationalistische gevoelens die ook binnen de Hongaarse onafhankelijkheidsstrijd werden gebruikt om een separatistische beweging op te bouwen. Natuurlijk was hij er zich terdege van bewust dat men dergelijke gevoelens gebruikte. Proudhons advies was echter deze tegenbeweging toch te gebruiken voor de strijd tegen de natiestaat en hier tegenover een ideaal van "vrijheid, gelijkheid en filosofie" te plaatsen. Proudhon over het Pools separatisme: "Preach liberty, equality, and philosophy to her, help her obtain the constitutional, political and civil liberties which are the characteristic features of our age, and through them prepare her for a more radical revolution which will destroy, along with the large States, all the henceforth groundless distinctions of nationality." (Proudhon 1970: 192)

In 1862 schrijft Proudhon een uitgebreid vertoog over 'Federatie en Eenheid in Italië'. Het vertoog vormt een uitgebreide aanval op de ideëen van Mazzini, die de grote motor was achter het Italiaanse eenheidsstreven. Dit eenheidsstreven zou volgens Proudhon enkel uit zijn op een vernietiging van het lokale bestuur en van alle regionale en municipale vrijheden, ten gunste van een kleine bestuurlijke 'klasse', de landsregering. Lokaal wordt men het zwijgen toegelegd, l'esprit de clocher (de geest van de kleine stad, letterlijk 'de kleinsteedsheid') wordt verdrongen, "tot het uur van de verkiezingen aanbreekt waarop de stedeling zijn 'soevereiniteit' mag tonen door het invullen van een naam op een stukje papier, hij mag stemmen voor het landsparlement en de collectiviteit is daarmee definitief ingeruild voor de centrale macht." (Proudhon 1862: 25)

We zien dat Proudhon vervolgens in een worsteling verzeild geraakt met het begrip 'nationaliteit'. Want immers, als je beweert dat een gevaarlijk 'nationalisme' ingeruild moet worden voor een niet-nationale vorm van 'collectiviteit', waarom is die regionale vorm van 'collectiviteit' dan zo verschillend van een nationale 'collectiviteit', of in moderne bewoording: wat maakt het geloof in een 'nationale identititeit' zoveel gevaarlijker dan het geloof in een 'regionale identiteit'?

Proudhon geeft hier niet een heel duidelijk oordeel over. Hij concludeert alleen dat nationalistische gevoelens worden misbruikt om een centrale staat op te bouwen, gevoelens die enkel ten dienste staan van een kleine bestuurlijke en burgerlijke minderheid. De nationalisten gebruikten volgens Proudhon echter ook regionalistische gevoelens, beloofden de regio's een zekere onafhankelijkheid binnen een eenheidsstaat, die voor welvaart voor alle regio's zou zorgen. (Proudhon 1862: 28) Nationalisten zullen de eenheidsstaat immers alleen kunnen verwerkelijken als zij ook de diverse provincies achter zich hebben staan. Nationalistische gevoelens kunnen dus zowel gebruikt worden door 'unitairen' als door radicale democraten die het vrijheidsstreven van onderdrukte regionale groepen ondersteunen. ("Or, si le principe du nationalisme est vrai, il l'est pour les plus petites nationalités comme pour les plus grandes; il implique l'indépendance et l'autonomie des moindres groupes comme des plus vastes agglomérations (...)" Proudhon 1862: 23)

Voor Proudhon is de strijd tegen het idee van 'een natie' en 'een volk' vooral een strijd tegen een 'mythe', een nationale mythe die de machthebbers nodig hebben om het eigen idee van nationale eenheid en centraal gezag, en daarmee de eigen macht, te legitimeren: "Everything becomes a fiction, a symbol, a mystery, an idol. (...) The people imagine themselves, in their obscure manner, as a huge and mysterious entity, and their language serves to reinforce this notion of indivisible unity. They call themselves the People, the Nation, the Multitude, the Mass; they are the true Sovereign, the Legislator, the Power, the Ruler, the Country, the State; (...)." (Proudhon 1979: 57-58)

De strijd tegen de mystiek van een gecentraliseerde nationale macht wordt volgens Proudhon vooral gevoerd in de steden en de regio's. Dit zijn immers ook de georganiseerde bestuurlijke lagen aan wie de gecentraliseerde staat haar macht zal moeten afstaan. De rol van de (natie)staat beperkt zich in de ideeën van Proudhon uiteindelijk slechts tot een faciliterende. Hij ziet echter altijd nog een belangrijke rol weggelegd voor de staat als 'initiator' en 'aanvoerder van veranderingen'. (Proudhon 1979: 45) De staat neemt het initiatief, maakt een begin aan bepaalde veranderingen, zet de machine in werking en trekt zich dan telkens weer terug om de rest aan de lokale autoriteiten over te laten. Kennelijk geloofde Proudhon nog niet heel erg in het 'initiatief' van onderop en menselijke creatieve spontaniteit. De staat als 'aanjager van veranderingen' bleef voor hem een noodzakelijkheid.

In Proudhons (con)federalistisch ideaal wordt de invloed van 'de staat' echter tot een minimum beperkt. Macht gaat niet langer van boven naar onder maar van onder naar boven: de centrale macht is ondergeschikt aan die van de provincies welke weer ondergeschikt is aan de lokale delegaties, waarbij de uiteindelijk macht gewoon bij de mensen zelf ligt. Deze lagen zijn aan elkaar gebonden door een 'federaal contract' en vormen zo vrije associaties van onder naar boven. Een eerste stap naar zo'n confederatie van vrije associaties ligt volgens Proudhon dus in de antinationale, of beter gezegd, de regionale strijd tegen de gecentraliseerde staatsmacht. Opmerkelijk is dat Proudhon hierbij teruggrijpt op historische voorbeelden van confederaties. Hij stelt zelfs dat "de eerste stap op weg naar een totstandkoming van verschillende Europese confederaties een heroprichting van de Italiaanse, Griekse, Bataafse (Republiek der verenigde Nederlanden), Scandinavische en Danubische confederaties kan zijn als een voorspel tot de decentralisatie van de grote staten." (Proudhon 1970: 112)

Ook Michael Bakunin geloofde in een confederaal georganiseerd Europa waarin democratie van onderop zou kunnen worden georganiseerd. Hij sprak zelfs al van de Verenigde Staten van Europa als een eerste stap naar een dergelijk federaal Europa (Bakunin 1899, 37/38), maar had hierbij uiteraard iets geheel anders voor ogen dan de huidige Europese Unie. Het democratisch primaat moest volgens Bakunin allereerst liggen bij gemeenten en provincies, die zich binnen 'naties' confederaal organiseren, waarbij Europa weer een confederatie van confederaties zou vormen.

Opmerkelijk is ook Bakunins aandacht voor de rol van de provincies in een dergelijk confederaal Europees model. In de strijd tegen de natiestaat zouden de provincies een centrale rol spelen omdat afzonderlijke gemeenten niet in staat zouden zijn voldoende tegenmacht te organiseren die tegen de gecentraliseerde macht weerstand zou kunnen bieden, zoals Mazzini dat voor ogen had. Bakunin: "Mazzini vergist zich: geen enkel afzonderlijke gemeente zal geschikt wezen om de macht van de geduchte centralisatie weerstand te bieden; zij zou erdoor verpletterd worden. Om in deze strijd niet het onderspit te delven, zou zij zich dus voor een gemeenschappelijke tegenstand moeten verbinden met al de naburige gemeenten, dat wil zeggen dat zij met de gemeenten een zichzelf regerende provincie zou moeten vormen."

Bakunin is duidelijk in zijn afwijzing van nationalisme, patriottisme/vaderlandsliefde omdat dit nationalisme het solidariteitsbeginsel van 'de groep' misbruikt, door het naar een nationaal niveau te tillen, met als doel de vorming van nationale Staten mogelijk te maken. Hierdoor werd de 'vaderlandsliefde' tot een "slechte en bekrompen gewoonte, daar zij de ontkenning vormt der menselijke solidariteit" (Bakunin 1899: 212). Hier tegenover plaatst Bakunin echter een 'natuurlijk gevoel', dat wordt voortgebracht door het 'werkelijk solidaire leven van een gemeenschap': "In den aanvang van de geschiedenis (...) bestond er geen vaderland in de staatkundige betekenis van het woord. Iedere kleine plaats, ieder dorp had een bijzondere taal, een eigen God, priester, tovenaar." Zelfs stelt Bakunin: "Dit is de natuurlijke vaderlandsliefde in haar oprechte eenvoud.".

Het zou deze lokale en 'natuurlijke vaderlandsliefde' zijn die uiteindelijk de drijvende kracht kan vormen in een strijd tegen centralisme en nationalisme. Bakunin sluit zich hier aan bij de ideeën van Proudhon aangaande de weerstand in Italië tegen de eenheidsdrang van de bourgeoisie waarbij hij diezelfde 'plaatselijke vaderlandsliefde' als positieve kracht erkent in de strijd tegen centralisme: "Proudhon heeft in zijn brochure over de Italiaanse eenheid de opmerking gemaakt dat deze eenheid nog slechts een geheel burgerlijke idee en hartstocht was; dat de landbevolking tenminste tot heden er grotendeels vreemd aan bleef, en ik zou zelfs zeggen vijandig, omdat deze eenheid aan de ene zijde in strijd komt met hun plaatselijke vaderlandsliefde, en hun tot heden aan de andere kant slechts meedogenloze uitbuiting gebracht heeft, onderdrukking en verval." (Bakunin 1899: 213).

Bakunins streven was uiteindelijk een (con)federaal Europa dat zou bestaan uit een 'Vrije federatie der individuen in de gemeenten, de gemeenten in de provincies en de provincies in een Europese confederatie. (Bakunin 1899: 39) Vanuit de gemeenten en provincies zou democratie van onderop kunnen worden georganiseerd die de macht van de door 'dierlijke nationale gevoelens' gesteunde natiestaat zou kunnen breken. Als voorbeeld neemt hij het verzet tegen het verlangen naar centralisme in Zwitserland: "Zelfs in Zwitserland, vooral in de oorspronkelijke kantons, zien we vaak de plaatselijke vaderlandsliefde strijden tegen de kantonnale vaderlandsliefde, en deze laatste tegen de politieke, nationale vaderlandsliefde van het gehele republikeinse bondgenootschap." (Bakunin 1899: 213)

Hoewel velen moeite zullen hebben met deze woorden van Bakunin kan niet ontkend worden dat hij in ieder geval helder maakt dat als we separatistische of regionalistische bewegingen willen ondersteunen niet zullen ontkomen aan het feit dat binnen die groepen geappelleerd wordt aan gevoelens van lokale 'vaderlandsliefde'. Ook moeten we niet vergeten dat dit regionalisme veel overeenkomsten heeft met nationale gevoelens zoals die omgekeerd weer gebruikt worden door de gecentraliseerde staten in Europa om regionalistische gevoelens te onderdrukken en legitimatie te blijven geven aan een gecentraliseerde staatsmacht. Je maakt dan in feite gebruik van dezelfde 'dierlijke' gevoelens van uitsluiting en angst voor 'het vreemde' als de door de linkse beweging zo verfoeide (staats)nationalisten.

Bakunin durft uit te spreken dat hij deze gevoelens niet bij voorbaat negatief tegemoet treedt, zolang zij maar in eerste instantie een uiting zijn van solidariteit binnen een kleine (autonome) groep. Wanneer deze gevoelens echter gebruikt worden om andere individuen of groepen agressief of repressief tegemoet te treden wijst Bakunin op de universele menselijke solidariteit als tegengif tegen de lokaal-'patriottische' kleinzieligheid en egoïsme: "Uit het oogpunt van het moderne bewustzijn, van humaniteit en rechtvaardigheid, zoals we ze eindelijk begrijpen, dankzij de ontwikkelingen van de geschiedenis - uit dat oogpunt is de vaderlandsliefde een slechte, bekrompen en rampzalige gewoonte, daar zij de ontkenning vormt van de menselijke gelijkheid en solidariteit."

Dit alles neemt niet weg dat het idee van federalisme, dat uiteindelijk toch uitgaat van het organisatievermogen van basisgroepen en confederale organisaties in regio's altijd de basis heeft gevormd van anarchistisch en basisdemocratisch denken. Om naast Proudhon en Bakunin tenslotte nog de Friese anarchist Domela Nieuwenhuijs aan te halen: "De federalistische organisatie es een vorm van associatie, hetzij van individuen, hetzij van groepen, op basis van gelijkheid, waarin het individu zoowel als de groep hun autonomie bewaren. Centralisme daarentegen is een subordinatie van individuen en groepen." Op dit moment is deze strijd tegen staatscentralisme niet alleen maar een strijd tegen 'de natiestaat' maar meer en meer ook tegen een Europees federaal-centralistisch denken. Het nieuwe "Europa van de regio's" moet het regionaal verzet ogenschijnlijk tegemoet te komen. In wezen betekent dit "Europa van de regio's" vooral dat Europa een zogenaamde decentralisering naar de regio's (dat zich dan met name beperkt tot uitvoering van door Brussel en lidstaten bepaald en voorgeschreven beleid) wil gebruiken als legitimatie voor het steeds verder centraliseren van de macht naar Brussel.

Regionalistische bewegingen die zich verzetten tegen de regenten in Brussel, maar vooral ook tegen een eeuwenoude nationale staatsagressie die culturele en taalminderheden in landen marginaliseert, verdienen daarom in principe de steun vanuit de linkse beweging. Natuurlijk moet hierbij gelet worden op het karakter en de wijze waarop dit verzet georganiseerd is. Dit verzet kan immers net zo goed gebaseerd zijn op oerconservatief en rechts regionalisme als op 'links-nationalisme', de ongelukkige term waarmee sommigen de linkse strijd voor regionale democratisering wel eens betitelen.

De regionalistische strijd is echter te wezenlijk voor het verzet tegen nationalisme en centralisme om als anarchistische beweging links of beter rechts te laten liggen. 'De regio' heeft binnen het denken over directe democratie tot en met de opbouw van een Europese confederatie (Bakunin) een centrale rol gespeeld. De regio als organisatorische maar vooral ook mobiliserende laag binnen een ideaal confederalistisch organisatiemodel is van groot belang. Geen antinationalisme zonder de regionale strijd tegen de natiestaat, als bundeling van verzet op lokaal en municipalistisch niveau.

Geraadpleegde literatuur:

Johannes Althusius, 'The Politics of Johannes Althusius', Londen 1964
Michael Bakunin, ‘Federalisme, socialisme en anti-theologisme' en brieven over vaderlandsliefde, In: 'Nagelaten Werken', Amsterdam 1899
Fritz Kern, 'Gottesgnadentum und Widerstandsrecht im Frühen Mittelalter', Leipzig 1914
Joep Leerssen, ‘Nationaal denken in Europa' , Amsterdam 1999
Pierre-Joseph Proudhon, 'Féderation et l'unité en Italie', Parijs 1862
Pierre-Joseph Proudhon, 'Selected Writings', Londen 1970
Pierre-Joseph Proudhon, 'The Principle of Federation', Toronto 1979
Gebladerte reeks 19, ‘Solidair met Baskisch links-nationalisme?, Over internationalisme en anti-nationalisme',
Colin Ward, 'The Anarchist Sociology of Federalism', Freedom, juni-juli 1992
Colin Ward, ‘ Federalism, regionalism and planning', The Raven (31), 1995

Meer info bij antifa@deds.nl • oudegracht 229 • 3511 NJ Utrecht

Interessant !
by Soepkommandant Uilenspiegel Tuesday January 22, 2002 at 09:29 PM

Uiterst interessant en een stap in de goede richting, maar op basis van theoretische geschriften uit de vorige eeuwen gaan beweren dat "links-nationalisme" onbestaande is, of erger nog, een cachering van rechts-nationalisme is arrogant en geschiedenisvervalsend.
Ik hoef maar te verwijzen naar de "abertzales" in Euskadi en de Ieren, etc...maar ook groeperingen in VL en WAL.
Toch een goed stuk !

Proudhon was wel antisemiet
by antifa Wednesday January 23, 2002 at 12:30 AM

Proudhon was wel een bijzonder giftig antisemiet, en wordt tegenwoordig door neo-nazis aangehaald. Het stuk vermeldt deze kwestie niet

dwepen met nationalisme
by Peter De Libertair Wednesday January 23, 2002 at 12:12 PM
dikkexpierre@yahoo.com

Antifa, gewoon een vermelding is hetzelfde als geen vermelding. Ik ontken je stelling niet, maar bewijs het aub.

Verder moet het anarchisme kunnen gepaard gaan met een 'licht dwepen met nationalisme'. Een prachtig stuk kan ik hierover niet schrijven, maar ik wil bv. aanhalen dat andere libertaire groepen en mensen minder moeite hadden om trots te zijn op het feit dat ze van die of die nationaliteit waren of om over dit of dat volk te spreken.
Ik denk bv. aan de propaganda-posters van de CNT die het 'Spaanse volk' opriepen tot... In Vlaanderen, mede door onze geschiedenis hebben wij daar precies moeite mee om ook maar te spreken over het 'Vlaamse volk'.
Met lichtjes dwepen bedoel ik geen ophemeling, maar we mogen gewoon geen fobie krijgen van alles wat begint met de letters N-A-T.

Ik ben zelf niet zo tevreden met deze tekst. Het lukt me niet om precies te zeggen wat ik bedoel.

Proudhon antisemiet: veel informatie
by antifa Wednesday January 23, 2002 at 08:01 PM

Zie o.a. http://www.anarca-bolo.ch/csl/ve052000/en-graur.htm Of zoek onder http://google.com met zoektermen Proudhon en Jews. Of Proudhon en Juifs voor Franstalige stukken, enz.