Het kapitalisme zoals het is: Argentinië by christophe callewaert Sunday January 20, 2002 at 07:08 PM |
Laatste nieuws over Argentinië + artikel over oorzaken van de crisis.
Vorige vrijdag gingen nog maar eens vele Argentijnen de straat op. Zij hadden het opnieuw gemunt op de filialen van buitenlandse banken. De regering riep de noodtoestand uit en belooft hulp, maar verlaagde ondertussen wel nog eens het overheidsbudget met 6,8 miljard dollar. Justitie begint een onderzoek naar de kapitaalvlucht. Terwijl de Argentijnen niet eens toegang hadden tot hun spaargeld, verliet 10 tot 20 miljard dollar ongestoord het land. Naar het schijnt werd het geld met vrachtwagens vervoerd naar privé-luchthavens waar vliegtuigjes klaarstonden om het over de grens te vliegen.
Dat is het laatste nieuws uit Argentinië. Hieronder vindt u een artikel dat geschreven is op basis van een vorming over het IMF en de Wereldbank. Met dank aan Codewes voor de gegevens over de Argentijnse economie.
Het kapitalisme zoals het is: Argentinië
Om wijze woorden uit de mond van een econoom van de Wereldbank of het IMF te horen, moet je wachten tot hij op pensioen is. Joseph E. Stiglitz, de voormalige hoofdeconoom van de Wereldbank die in 2001 de Nobelprijs voor economie won, liet onlangs optekenen dat landen zoals China en Zuid-Korea die het best weerstand hebben geboden aan de IMF-dictaten nu de hoogste groei kennen. De actieve economen van het IMF ruïneren ondertussen de ene economie na de andere. De officiële teksten op de website van de Wereldbank lezen als een blunderboek. Wat dacht u van deze: op de pagina over Argentinië staat:
"Once among the world's most prosperous economies, Argentina experienced slow economic growth from the 1940s until the start of the Convertibility Plan in 1991."
De pagina werd nog niet geschrapt. Zoals we straks zullen zien was het net dit convertibility plan dat het genadeschot gaf aan de kwetsbare Argentijnse economie. Ik ben benieuwd hoe ze zich daar gaan uitpraten. Verwacht er niet te veel van: deze instellingen hebben niet de gewoonte om veel aan zelfkritiek te doen.
"Bepaalde tendenzen wijzen er wel op dat ontwikkelingslanden moeilijkheden zullen hebben om hun schulden te beheren, maar er is geen sprake van een algemeen probleem."
Dit schreef de Wereldbank in haar jaarrapport van 1981 enkele maanden voor de grote schuldcrisis van 1982 uitbrak.
"Wat betreft de schuldenlast in de wereld ziet de situatie er gezond uit."
Dit komt dan weer uit het jaarraport van 1997. De inkt was letterlijk nog niet droog toen de economieën van Zuid-Oost-Azië de dieperik ingingen gebukt onder een ongezonde schuldenlast. Zo ver zijn we nu: twintig jaar blunderen en het gaat maar door. "Hoe kan dat?", vroeg men mij onlangs tijdens een vorming. "Hoe kunnen de 10700 economen van beide instellingen al die jaren blijven theorieën verkopen die niet werken?" Het antwoord is eenvoudig en onthutsend. Die theorieën werken wel! Ze werken voor de banken en aandeelhouders in het Westen en de kleine toplaag van Argentijnen die er hun ziel aan verkocht hebben.
Om te begrijpen waarom de inwoners van een relatief ontwikkeld land enkele weken voor kerstmis eerst grote en daarna ook kleine handelszaken begonnen te plunderen, moeten we terug gaan naar 1973. We zouden ook kunnen terug gaan naar de tijd van de slavernij, maar daar zijn reeds schitterende boeken over geschreven. Ren naar de boekenwinkel en koop "De aderlating van een continent" van Eduardo Galeano, een meer dan fantastisch boek over 4 eeuwen plundering van Zuid-Amerika.
1973 dus, het jaar dat de oliecrisis uitbrak. De prijs van ruwe petroleum schoot flink de hoogte in. Hogere olieprijzen betekenen hogere winsten voor petroleumverwerkende bedrijven en de olieproducerende landen. Deze winsten kwamen terecht op rekeningen van Westerse banken. De oliecrisis leverde zoveel spectaculaire beelden op (denk aan de lege straten tijdens de autovrije zondagen) dat men wel eens vergeet dat achter die crisis een veel diepere en ernstiger crisis schuil ging. Vanaf het begin van de jaren '70 was er een einde gekomen aan de grootste groeiperiode in de geschiedenis van het kapitalisme. Een flinke overproductiecrisis rondde twintig jaar groei af. Overproductie betekent dat er meer geproduceerd wordt dan er kan geconsumeerd worden. Dit is de normale toestand van het kapitalisme aangezien ondernemers door de concurrentie verplicht worden alsmaar meer te produceren en de lonen laag te houden. Als daar geen grote vernietiging van productie tegenover staat door bijvoorbeeld oorlogen of een kunstmatige consumptie door bijvoorbeeld exuberante militaire uitgaven, komt de economie in een overproductiecrisis terecht. Dat gebeurde in 1970. De VS had met Europa en Japan twee concurrenten naast zich gekregen die de strijd aangingen om de goedkoopste producten en de grootste markten. Een overproductiecrisis betekent dat het voor de bezitter van kapitaal niet langer interessant is om te investeren in de uitbreiding van productie. In die vroege jaren '70 zaten dus vele miljardairs met grote hopen geld waar ze geen raad mee wisten. De banken vormden geen oplossing want die puilden ook al uit van de petrodollars.
De gevolgen van een crisis worden altijd afgewenteld op de zwakste. Zo was het ook in 1973. Terwijl in het Westen de rijen voor de stempellokalen alsmaar langer werden, spoorden de IFI's de Derde Wereld aan om massaal geld te lenen. Zo sloegen deze verschillende vliegen in één klap. Ze raakten van hun overtollig kapitaal verlost, ze schiepen een markt voor de in het Westen onverkoopbare producten en ze creëerden in de Derde Wereld de illusie dat het grote inhaalmanoeuvre eindelijk was ingezet. Om te beletten dat het geld ook daadwerkelijk gebruikt werd om de Derde Wereld te ontwikkelen, beschikte men over verschillende technieken: van corruptie, het uittekenen van grote nutteloze projecten tot steun aan dictators en militaire staatsgrepen. Argentinië vormde hierop geen uitzondering. In 1976 kwam de militaire junta van Videla aan de macht. De buitenlandse schuld van Argentinië bedroeg op dat moment 8 miljard dollar. Nog in dat zelfde jaar kent het IMF de nieuwe dictator een belangrijke lening toe. Acht jaar later loopt de schuld al op tot 43 miljard dollar. Het Argentijnse volk zag geen enkele peso van deze leningen. De meeste leningen werden op bankrekeningen in belastingsparadijzen geparkeerd. De rest kwam als staatssteun bij enkele grote privé-bedrijven terecht. Het IMF wist niet alleen dat dat gebeurde, het verleende waarschijnlijk ook bijstand bij deze frauduleuze praktijken. Al die tijd werkte Dante Simone, een hoger kader van het IMF, aan de zijde van dictator Videla.
In het begin van de jaren '80 bevindt Argentinië zich officieel in een schuldcrisis. Dat betekent dat het land nu rijp is om volledig door het IMF te worden overgenomen. Menem die in 1989 aan de macht kwam, voerde minutieus de voorschriften van het IMF uit. Nooit eerder werd een economie zo radicaal aangepast aan de normen van het IMF. De openbare diensten werden geprivatiseerd, de economie werd vrijgemaakt, de rentevoeten stegen en de peso werd aan de dollar gekoppeld. De neoliberale orthodoxie van het IMF zegt dat een land een sterke munt nodig heeft. Daarmee kan het buitenlandse investeerders aantrekken. Een koppeling van de peso aan de dollar is voor hen interessant omdat ze zo geen rekening moeten houden met een sterk dalende munt. Argentinië had net een decennium van hollende inflatie achter de rug. In 1989 bedroeg de inflatie bijna 5000 %. De regering van Menem kon dit alleen doen door ten eerste de rentevoeten hoog te houden. Wanneer de rentevoeten hoog zijn, is er immers veel vraag naar de munt waardoor die sterker wordt. Ten tweede moest de nationale bank van Argentinië veel dollars in kas houden. Iedereen kon zijn peso's in dollar wisselen als hij dat wenste. Die dollars moesten wel opnieuw geleend worden op de internationale markten. Tijdens de eerste drie jaar van het bewind van Menem komen er uit Argentinië alleen maar jubelberichten. Het BNP stijgt met 25 %. Het internationale kapitaal stroomt toe aangelokt door de hoge rentevoeten, de zekere investeringen en de openbare bedrijven die in de vitrine staan. In 1995 keert het tij. Mexico gaat voor de twee keer in 15 jaar tijd door een zware schuldencrisis. De internationale kapitaalstroom droogt op. Argentinië zit met een veel te hoge munt en kan de concurrentie van andere Zuid-Amerikaanse landen niet aan. In die drie jaar van privatiseringsvlijt ging 90 % van de banken en 40 % van de openbare bedrijven in privé-handen over. De belastingsregels zijn zo liberaal dat de staat bijna geen inkomsten meer heeft. In de VS bedraagt de belasting op bedrijfswinsten 45 %. In Argentinië 33 %. Menem probeert dit op te vangen door de BTW die door de consumenten, dit wil zeggen het gewone volk, betaald wordt te verhogen van 14 naar 21 %. Door het gebrek aan regels en controle-instanties stroomt het kapitaal het land uit. In 1998 bedroeg de kapitaalvlucht 40 miljard dollar. De afbetaling van de schuld slorpt een alsmaar groter wordend deel van de inkomsten uit export op. Bij het aftreden van Menem ging de helft van die inkomsten of 15 miljard dollar naar de afbetaling van de schulden. Argentinië kan niets anders dan lenen tegen steeds hogere risicopremies. In 2001 liepen die op tot 40 %.
In 1999 mag nog maar eens een nieuwe president proberen Argentinië uit die diepe put te halen. Fernando de la Rua erft een land op de rand van het bankroet door de maatregelen van het IMF en besluit iets aan deze situatie te doen door … de maatregelen van het IMF uit te voeren. Het zijn die maatregelen die de doodsteek gaven aan de Argentijnse economie en die rechtstreeks tot de crisis van vandaag hebben geleid. De regering de la Rua streefde op aanraden van het IMF naar een halvering van het begrotingstekort. Misschien herinnert u zich welke inspanningen de Belgische werknemers moesten doen om de Maastrichtnorm van 3% te halen. In Argentinië wordt het budget van de overheidsadministratie met 30 % verminderd. De lonen van ambtenaren worden gematigd. De belastingen voor kleine en middelgrote inkomens stijgen. Eind 2000 kreeg Argentinië een noodlening van 26 miljard $. Net genoeg om de interesten van één jaar te betalen. Het geld van het IMF en de Wereldbank wordt dus netjes doorgeschoven naar de schuldenaars zonder dat er een frank in Argentinië blijft hangen. Een regering van een land in crisis dwingen om te snoeien in de uitgaven is dodelijk. Het is juist op dat moment dat er een injectie nodig is. Lagere lonen en minder openbare bestedingen verdiepen immers de crisis. De journalist Greg Palast vergelijkt dit met het afzetten van de motoren van een vliegtuig dat aan het landen is.
Begin december wacht Argentinië op een nieuwe schijf van het IMF. Het IMF weigert de 1,3 miljoen dollar door te storten en vraagt nog maar eens een matiging van de uitgaven. Het is na deze zoveelste besparingsronde dat de Argentijnen massaal op straat komen en de regering tot aftreden dwingen.
Dankzij de maatregelen van het IMF hebben de Argentijnen veel verloren (het gemiddelde loon halveerde sinds 1974). Maar wie wint er?
Ten eerste de banken en investeerders die geld leenden aan het land. Zij hoeven niet eens te vrezen dat Argentinië de schulden niet kan terug betalen aangezien het IMF en de Wereldbank altijd klaar staan om de schulden over te nemen.
Ten twee de speculanten. Tijdens de crisis van 1995 kende de Toronto Trust Argentina van Steve Hanke een return van 79.25%. Deze economieprofessor van de John Hopkins University gokt op het falen van de IMF-maatregels. Tijdens zijn lessen durft hij al eens te stellen: "Abolish the IMF", maar dit belet niet dat hij ook dit jaar weer veel zal winnen dankzij datzelfde IMF.
Ten derde de kapitalisten van het Westen. Zij hebben dankzij de schuldencrisis opnieuw greep gekregen op de economieën van het Zuiden die in de jaren '60 en '70 naar onafhankelijkheid streefden.
Als uitsmijter nog een citaat van Franklin Serrano, een econoom van de Federal University of Rio de Janeiro. Hij klaagt over de vele economie-studenten die naar de VS trekken.
"But there is something worse than them leaving. It's when they come back." "Brain damage," zo zegt hij, "is worse than brain drain."
Tegen deze kaste van politici, kapitalisten en economen zijn de Argentijnen nu opgestaan, misschien kunnen ze zich laten inspireren door een citaat van die andere bekende Argentijn:
"If the present is of struggle, the future is ours" (Che Guevarra).
Tussentitels als het even kan graag by jpe Sunday January 20, 2002 at 09:37 PM |
Christophe: een verzoek: bij zulke lange teksten, steek er eens wat tussentitels tussen. Dat leest (scant eigenlijk) beter: je ziet meteen waar het over gaat en wat interessant is en wat niet of minder.