arch/ive/ief (2000 - 2005)

Argentinie: Een overzicht
by Joeri (vertaald door Mike) Monday January 14, 2002 at 08:07 PM

Een overzicht van wat er het laatste half jaar gebeurde in argentinie

Argentinië: een overzicht

Eind juli 2001 kondigde de Argentijnse regering zijn nieuwe soberheidsbeleid aan waarmee ze zichzelf in staat wilde stellen de buitenlandse schulden te kunnen blijven afbetalen. In dit plan, dat werd opgesteld door president Fernando De la Rua en aansluitend goedgekeurd door de Argentijnse senaat, zagen Ambtenaren en gepensioneerden hun salarissen met 13% gereduceerd. Deze maatregelen gingen gepaard met de inkrimping van provinciale budgetten, het sluiten van verscheidene openbare diensten en een veel strikter toezicht op de inning van de belastingen. Dit alles leidde tot een algemene staking. Duizenden betogers troepten samen, zowel in Buenos Aires als in de rest van het land, en verzetten tegen deze nieuwe "Zero Deficit"-wetten. Op 8 augustus namen zo'n dertigduizend studenten, ambtenaren, werklozen en anderen deel aan de massale protesten voor het presidentiële paleis op de Plaza de Mayo (Buenos Aires).

Op 21 augustus gaat IMF management directeur Horst Koehler ermee akkoord een verhoging van £5.5bn van de lopende Argentijnse stand-by lening van £10bn aan te bevelen.

In september gaan de arbeiders van de Zanon keramiek fabriek, gelegen in de provincie Neuquen, in staking, wanneer het bedrijf probeert terug te komen op de voordelen die de werkers een jaar eerder na een bittere strijd hadden verworven. De reactie van het management bestond eruit de betaling van de lonen te bevriezen en de medische zorgen op te schorten in een poging de vakbond op deze manier dood te knijpen en de arbeiders terug aan het werk te krijgen. Deze reageerden echter met een bezetting van de bedrijfsgebouwen en lanceerden een benefietactie om hun families te kunnen voeden.

Na de nationale verkiezingen van oktober krijgen de tot dan toe oppositie voerende Peronisten zowel in de senaat als in het congres de macht in handen.

Op één november geven De la Rua en Cavallo de details vrij van enkele nieuwe economische maatregelen die ondermeer een herschikking van de schulden bevat die het merendeel van de openbare schuld van 90bn zou moeten omsluiten alsook een verhoging van de consumptie met zich mee zou moeten brengen.

Eind november, na twee maanden van staking, wordt zowel tegen de keramiek arbeiders als tegen de werklozen, leerkrachten, het overheidspersoneel van Neuquén en verscheidene mensenrechtenorganisaties een repressie ontketend, en dit enkel omdat ze voor het regeringsgebouw de wederindienstneming eisten van 380 door de Zanon Keramiek Fabriek en de Cerámica del Valle ontslagen arbeiders. Deze repressie - na verscheidene provocaties - werd uitgevoerd door de DESPO, de speciale politie-eenheid van Neuquén, en dit in samenwerking met diverse andere politionele groeperingen. Sommige arbeiders werden met rubberkogels in het gezicht geschoten in wat steeds meer op een "arbeidersjacht" was gaan lijken. Er werden arrestaties verricht en de werkers werden opgejaagd en in het nauw gedreven binnen een straal van 15 huizenblokken waarna ze in elkaar werden geslagen en in politievoertuigen werden gegooid.
Enkele arbeiders trachten aan deze waanzin te ontvluchten door zich in het plaatselijke hospitaal schuil te houden maar zelfs daar werden ze door de politie achtervolgt en met traangas bestookt. Kort daarop vond in Beunos Aires een solidariteitsmars plaats waarbij het "Huis van Neuquén" werd geviseerd.

Begin december stond Argentinië op de rand van het bankroet, toen honderden mensen zich voor de bankautomaten en bankkantoren ophoopten om na de bekendmaking van het regeringsbesluit dat zowel geldafhalingen en overzeese bankverrichtingen strikt limiteerde nog zoveel mogelijke geld van hun rekeningen af te halen.

Vooraleer ze het land konden verlaten werden zowel vliegtuigpassagiers als reizigers per boot gefouilleerd op het bezit van illegale dollars.

Met het besluit groeide ook de angst voor een op handen zijnde devaluatie van de peso, een devaluatie die met één klap alle spaargeld waardeloos zou kunnen maken. De bestorming van de banken vormde echter slechts het meest recente teken van de financiële crisis die nu al een tijdje de derde grootste economie van Latijns-Amerika teisterde, en die gedurende de laatste vier jaar geen enkel teken van herstel meer had vertoond.

Nadat analisten de waarschuwing hadden geuit dat het financiële systeem hoogst waarschijnlijk binnen de tien dagen zou ineenstorten besliste de regering de geldopname te beperken tot $250 per week en dit tenminste voor de volgende drie maanden. Geconfronteerd met de steeds groter wordende economische crisis werd de Argentijnse bevolking gemobiliseerd. De nieuwe werklozen sloten zich aan bij wegblokkades rond een "Werkers Gebied" in La Matanza en het zuidelijke deel van Buenos Aires. Leerkrachten en ambtenaren verzetten zich tegen plannen voor privatisering, uitgestelde lonen en salarissen in de vorm van een schuldbekentenis, en mijnwerkers in Río Turbio
bezetten hun mijn uit solidariteit met hun ontslagen collega's.

Op 13 december kwam zowat heel Argentina tot stilstand als gevolg van een algemene 24-uurs staking van de openbare diensten die het werk hadden neergelegd om te protesteren tegen een nieuwe overheidsmaatregel om geldopnames nog verder te beperken, pensioen met vertraging te gaan uitbetalen alsook nog een aantal andere economische maatregelen.

17 december: De overheid stelt zijn begroting voor het jaar 2000 voor waarbij aan de uitgavenzijde zo'n 20% werd bespaard.

December 18: Het IMF laat weten dat Argentinië de terugbetaling van £650m leningsinteresten (normaliter te betalen in januari) mag uitstellen, maar zegt er tevens bij dat het huidige economische beleid onhoudbaar is.

In Argentinië begint woensdag 19 december op een nogal turbulente manier. Grootmoeders en grootvaders waarvan de meesten met de tranen in de ogen komen op straat om voor de bankgebouwen te protesteren tegen het feit dat ze nu nog steeds hun pensioenen niet uitbetaald hebben gekregen. Tienduizend fans van de Racing Club van Avellaneda, waarvan er sommigen reeds meer dan 40 uur in de rij hebben gestaan om een ticket te bemachtigen voor de kampioenenmatch - de eerste in 35 jaar - van hun favoriete team, nemen deel aan een schermutseling buiten het stadion die ontstaat na de opening van de loketten waarna degenen die het geluk hebben (of het ongeluk???) nog over een job te beschikken naar hun werk vertrekken.

Dit alles gebeurde ruim voor het middaguur. Maar. Tegen het tijdstip dat de namiddag er zowat aan zat te komen, werd het in ijltempo duidelijk dat dit geen dag zou worden zoals alle anderen. Het was het begin van een 48-uur durende revolutie gepaard gaande met massale plunderingen, het gevecht om Buenos Aires en het einde van een president.

Het eerst nieuws in die zin kwam uit de provincies en vanuit de buitenwijken van de hoofdstad. Daar zouden plunderingen aan de gang zijn. Meteen daarop werd er bericht over hevige gevechten in de stad La Plata, waar militante linkse organisaties en gemeentearbeiders slaags waren geraakt met de politie in een poging het gemeentehuis over te nemen. Rubberkogels en traangas vulden de straten, wegversperringen stonden in brand en de ramen van de bankgebouwen versplinterden.
Slechts minuten later werden er nog meer plunderingen gemeld en een massa mensen, soms enkele dozijnen, soms honderden en zelfs een enkele keer een paar duizend, verdrongen zich rond de ingangen van supermarkten om daar voor voedsel te bedelen en wanneer ze het niet kregen het gewoon met zich mee te nemen. Er kwam nieuws over gevechten tussen stadsarbeiders en de politie in de stad Cordoba nadat overheidswerknemers hun eigen overheidsgebouw in brand hadden gestoken. Meer nieuws nog over de politie, overduidelijk helemaal buiten zinnen en losgebroken (een voortdurende realiteit in Argentinië) die traangas had binnengeschoten in de gebouwen van de Luz y Fuerza vakbond waar op dat moment kinderen hun ballet aan het oefenen waren, kinderen die na de aanval hoestend en wenend werden afgevoerd onder het geschreeuw en het geluid van rubberkogels in de verte.

Ondertussen verplaatsten de plunderingen zich steeds dichter en dichter in de richting van het centrum van de hoofdstad. Soms keken politieagenten hierbij hulpeloos toe en verkozen ze niet tussen beide te komen maar op andere plaatsen werd de zaak beklonken met kogels en gas en heel soms konden de mensen die naar de televisie zaten te kijken de vertrapte en de vergeten inwoners van Argentinië toejuichen terwijl ze zich meester maakten van hetgeen van de multinationals en de grote corporaties nodig hadden om hun leven toch tenminste een stukje beter te maken zelfs al was dat dan maar voor enkele dagen.

Op dit moment, de nacht was zelfs nog niet eens gevallen, en het ergste, samen met het beste, diende zich nog aan te bieden. Rond 20 uur werd de noodtoestand uitgeroepen en werden daarmee alle grondwettelijke zekerheden omtrent persoonlijke vrijheid zowel als het recht op openbare bijeenkomsten van meer dan 3 personen op de helling gezet en zelfs botweg verboden. Om 22 uur verscheen president De la Rua op de nationale televisie voor een vier minuten durende toespraak. Het was op dit moment dat het volstrekt duidelijk werd dat de natie door een president geleid werd die niet enkel overtuiging en richting miste maar ook nog eens compleet onbekend bleek te zijn met de noden en eisen van het Argentijnse volk. Geconfronteerd met de onmiskenbare realiteit van een leger werkloze en zelfs werkende armen die de straat waren opgekomen om in hun wanhoop te grijpen wat ze konden om hun vakanties tenminste met iets minder honger door te kunnen komen en zelfs met een middenklasse die herhaaldelijk de straat op ging om wegen te blokkeren ten einde te protesteren tegen hetgeen zij zagen als het ontroven van hun toekomst, kon de president slechts repliceren door te zeggen dat hij het lijden van de mensen "begreep en zelfs voelde", maar dat de "volksmenners" die achter dit geweld zaten en het slechts voor politieke doeleinden aanmoedigden gestopt zouden worden, en dat dat dan ook de reden was waarom hij de noodtoestand had uitgeroepen. Dit werd echter de laatste schijnvertoning. Het keerpunt. Minuten later begonnen immers in elke buurt, op elke straat, vanuit elk balkon en van op elke straathoek de potten en pannen te weerklinken. Mensen begonnen de straat op te komen en enkele duizenden verzamelden zich voor de presidentiële residentie in Olivos. Meer dan vierduizend kwamen bij elkaar voor het huis van Domingo Cavallo, de minister van economische zaken in de rijke buurt van Palermo, tienduizenden hoopten zich op voor het presidentiële paleis (het roze huis) op de Plaza de Mayo en nog een tienduizenden meer voor het congres en op elke straathoek van elke wijk van het land. Kort daarop, iets na 23 uur, werd het nieuws bekend gemaakt dat de minister van economische zaken, Domingo Cavallo, ontslag had genomen, waarop een enorme juichkreet doorheen de straten resoneerde. Maar hiermee was het volk in geen geval tevreden. Ze wilden meer. De plunderingen gingen gewoon door en de duizenden, duizenden mensen bleven op straat. Het werd duidelijk dat dit niet enkel een protest was tegen één of andere specifieke politicus maar wel een proces tegen de hele Argentijse politieke klasse, zij het deze van de Partido Justicialista of deze van het UCR. Het was het protest tegen de heersende klasse die nu wel voor al te lang zichzelf had toegelegd tot het plunderen van de toekomst en de levensvatbaarheid van Argentinië. Een heersende klasse die het land had overgeleverd aan de genade van een neoliberale economische politiek die enkel de belangen van enkelen kon dienen en dit ten koste van velen.

De gezangen zegden het, grof maar duidelijk: "Idioten, de noodstand, steek het in jullie reet, Menem en De La Rua zijn van dezelfde stront gemaakt, trap het allemaal af," enzovoort … Dit was revolutie, en zoals altijd wanneer een aangeschoten regering zich geconfronteerd ziet met een dreigende opstand, ontbloot ze haar tanden en reageert met de enige legitimiteit die haar nog rest: die van het geweld. Sommigen beweren dat er zich tussen de massa linkse provocateurs bevonden die stenen naar de politie gooiden. Andere zeggen dat er wederzijdse pesterijen aan de oorsprong lagen. Nog andere suggereren dat het ging om een volkomen onuitgelokte aanval ging. Wat er op de televisie te zien was, was in elk geval dat er zich een groep jonge politieofficieren schuilhield achter de pilaren van het congres en dat terwijl ze werden belegerd door demonstranten die zich langszaam overheen de trappen naar boven heesen. Deze bewegingen werden gevolgd door een onmogelijk te bepalen aantal schoten, onmiddellijk daarop gevolgd door een brutale onderdrukking van de mensenmassa op de trappen en dit met behulp van kogels, gas en de wapenstok. Ondanks het feit dat het niet precies duidelijk is hoe dit allemaal begon is het in elk geval zeker dat de politie van Buenos Aires zich van dat moment af vergreep aan een 24-uur durende orgie van bloed en geweld die resulteerde in 7 doden, duizenden gewonden en nog eens duizenden arrestaties daarbovenop. Zo ongeveer rond 5 uur 's morgens, met toch wel een aantal gewonden, enkele arrestaties, enkele wegversperringen en enige vernielde banken (8 in totaal en 1 McDonalds) hervond Buenos Aires zijn kalmte, zij het dat deze van korte duur was aangezien de tweede dag van het gevecht om de stad nog moest beginnen. En terwijl de Argentijnse politieke elite dacht dat misschien, heel misschien, de storm voorbij was geraasd, waren de inwoners van aan het bedenken hoe ze controle konden verkrijgen over de pleinen en de traditionele verzamelplaatsen en zich voorbereidden op een dag die een president zou doen vallen en misschien ook nog samen met hem een systeem en een tijdperk.

Vertaling deel 2 …

In de rust die aan het congres en de Plaza de Mayo op het politieoptreden volgde, een rust die algauw niet meer dan de stilte in het oog van de storm zou blijken, begonnen enkele dapperen, niet meer dan honderd of tweehonderd mensen, zichzelf voor het presidentiële paleis te installeren met de bedoeling daar de nacht door te brengen en dit allemaal in het vaste geloof dat naarmate de dag zou vorderen en de mensen zou ontwaken of zich naar het werk zouden begeven zij zich opnieuw bij hen zouden aansluiten en op die manier een mobilisatie zou teweeg brengen die even groot of misschien nog groter zou zijn dan die van de dag daarvoor.

Vanzelfsprekend waren zij niet de enige met deze mening. Er werd immers door de Argentijnse linkerzijde (Verenigd Links, Communistische Partij, Socialistische Arbeidersbeweging, Socialistische Beweging van de Arbeiders, Arbeiderspartij, Socialistische Convergentie, Arbeiders Pool, Beweging naar het Socialisme, Revolutionaire Communistische Partij, enzovoort) samen met een aantal studenten- en werklozenorganisaties (zoals de Combative Classist Current) opgeroepen om van aan het congres tot de Plaza de Mayo op te trekken om daar het ontslag van De La Rua te eisen en te vragen de noodtoestand af te blazen.

Rond 10 uur 's morgens begon de politie echter reeds de mensen langzaam vanuit de Plaza terug te dringen en dit weg van het presidentiële paleis. Dit optreden gebeurde in een relatief serene sfeer, ondanks de verscheidene eerder ruwe arrestaties. Een aantal uur later, met enkele honderden demonstraten uit alle lagen van de bevolking op het plein - vaak bijgetreden door mensen op weg van en naar het werk of bezig aan hun lunchpauze alsook door de Moeders van de Plaza de Mayo, de moeders die zowel de militaire dictatuur als de tweepartijen dictatuur hadden weerstaan om gerechtigheid te eisen voor hun verdwenen zonen en dochters alsook een straf voor hun moordenaars- deed de politie met behulp van luidsprekers de mededeling dat ze orders hadden gekregen "de Plaza op te ruimen" en dat ze de demonstranten precies 15 minuten de tijd zouden geven om te verdwijnen. Het is vanzelfsprekend overbodig te zeggen dat de demonstraten niet van plan waren te bewegen en dat dan ook niet deden. Algauw begon de bereden politie met een charge op de menigte die zich echter tot het uiterste verzette. Enkele vochten terug, sommige zetten zich neer en nog andere begonnen met dingen te gooien. Enkele auto die langsreed deed dat al toeterend, mensen verlieten hun kantoorgebouwen en sloten zich aan bij de demonstranten, auto's die de politie konden hinderen deden dat, maar ondanks dit alles werd het plein toch schoon geveegd.
Toch daagde een honderdtal betogers iedere tien of vijftien minuten opnieuw op in de zijstraten van de Plaza de Mayo en hun aantal groeide zelfs nog. De mensen kenden hun doel en waren bijgevolg onmogelijk uiteen te jagen. Het was tijdens deze eerste gevechten van de dag dat de strijd om de Plaza de Mayo zijn eerste slachtoffers eiste. Eentje viel door een rubberkogel in de nek, een andere via een kogel, een hele echte deze keer, in de borststreek.

Ondertussen vond voor het congres een linkse betoging plaats en dit met een energie en een enthousiasme dat reeds lang niet meer in linkse Argentijnse middens was gezien. Meer dan tweeduizend mensen namen eraan deel en de wil om te vechten was duidelijk aanwezig. Na iets meer dan twee huizenblokken te hebben gestapt was ook het gas al zichtbaar van de partij aan de kop van de betoging. T-shirts werden meteen als kap gebruikt, banken en vuilnisbakken werden barricades, katapults werden bovengehaald, het plaveisel werd munitie en bij gelegenheid werden bij een sporadische gebrek aan politie enkele bankgebouwen het doelwit. Na het tijdje werd het echter duidelijk dat een langdurige weerstand op de huidige plaats niet echt houdbaar zou blijven en gezien het relatief lage aantal aanwezige betogers tactisch ook niet al te verstandig was. Daar kwam dan ook nog bij dat het echte gevecht, dat op en om de Plaza de Mayo, toch nog een eindje van het congresgebouw vandaan werd gevoerd. En dus werd er opnieuw begonnen, ditmaal via een alternatieve route. Verrassend genoeg was de politie deze keer nergens te zien en verliep de optocht afgezien van het sneuvelen van een occasioneel bankraam tot de aankomst aan de Obelisk op de Julio-avenue, zo'n vier of vijf huizenblokken verwijderd van de Plaza de Mayo, in relatieve kalmte. Het tafereel bij de overgang van de Diagonal Norte in de Plaza de Mayo was werkelijk inspirerend en absoluut onvergetelijk. Duizenden en nog eens duizenden mensen, mannen en vrouwen van zoveel verschillende sociale en economische achtergronden, jongere en ouderen, wierpen zichzelf recht op het gas en de kogels en dit zonder te weten of het hier loden of rubberen betrof. Op deze manier probeerde de massa zich voorwaarts te bewegen, daarbij gebruik makend van tafels, stoelen, hekken en alles wat ook maar enigszins als schild kon dienen. Stap voor stap, meter voor meter, huizenblok voor huizenblok rukten ze op, daarbij slechts wijkend om zich opnieuw te groeperen of om zich voor even aan het gas te onttrekken, en steeds sterker wordend met in de verte het presidentiële paleis in hun vizier.

Bejaarde mannen met stenen in de hand schreeuwden de jongeren voorwaarts, jongens op motorfietsen deden er alles aan om de politie zoveel mogelijk op te houden (en waarvan er twee hun inspanningen met de dood bekochten), mensen in das en driedelig pak braken de straten op om op die manier de frontlinie te bevoorraden en winkeleigenaars kwamen met water aandragen en boden hun ruimten aan als rustplaatsen voor strijders die even op adem wilden komen alvorens naar het front terug te keren. De vele jongeren, gemaskerd en vechten in de eerste linies, waren allicht jonge revolutionairen die beslist hadden dat de situatie voor hen op dit eigenste moment onaanvaardbaar was geworden en zich dus verplicht hadden gevoeld tot actie over te gaan, dit zonder overkoepelende partij, zonder leiders en slechts gewapend met overtuiging en moed.

Vanzelfsprekend ging het hier niet zoals de avond voordien enkel maar over de middenklasse en ging het ook al niet over een troep die op elk moment op de vlucht kon slaan voor het geweld van de politie. Het was een strijdbare menigte die de verenigde media de stuipen op het lijf was beginnen te jagen en hierdoor rechtstreeks het startsein gaf voor de gebeurtenissen van donderdag.

Maar ondanks de gewoonlijke leugens, blijft de onweerlegbare waarheid -en dit zal ze ook altijd blijven, dat het hier ging om de gerechtvaardigde woede van een volk moe getergd door de leugens, de corruptie en de onrechtvaardigheid. Het was het gevecht van duizend mensen die werkelijk dachten dat zij een nieuwe toekomst en een nieuwe realiteit zouden baren die, zoals alle geboorten, pijnlijk zou zijn en vooral zeer bloedig.

Maar helaas keerden de kansen zich tegen de mensen. Tanks met waterkannonnen werden aangevoerd en verpulverden de barricades. De menigte werd teruggedrongen al werd er getracht de opmars van de politie zo moeilijk mogelijk te maken. Banken en multinationals werden vernietigd en in brand gestoken, het meubilair ervan naar buiten gesleept om daar ook te worden aangestoken en als brandende barricades te dienen.

Op dit moment was De la Rua reeds afgetreden en was hij met een helicopter vanaf het dak van het presidentiële paleis ontsnapt.

Met dit alles in het achterhoofd en ook in de wetenschap dat de politie orders had gekregen de menigte ten allen prijze uit het presidentiële paleis te houden diende het congres er op toe te zien dat het machtsvacuüm zo spoedig mogelijk werd opgevuld en dit zeker niet door een gedecentraliseerd en zichzelf besturend systeem van gemeenschappelijk bestuur en rechtstreekse democratie, zelfs niet geleid door de Argentijnse politieke linkerzijde, maar wel weer opnieuw door het ongedierte dat reeds jaren de wandelgangen van de Argentijnse macht had bevuild: de Partido Justicialista.

Vanaf dit moment, zo ongeveer rond 20uur, begonnen de mensen aan een geleidelijke aftocht. Er restten steeds enkele duizenden en ook de sfeer bleef steeds strijdbaar al werd stilaan vervangen door enkele ongecontroleerde plundertochten. Vanzelfsprekend waren banken, McDonalds en andere multinationals hiertoe voorbestemd en terwijl de politie zichzelf langzaam begon te verspreiden konden de mensen zomaar beginnen te nemen wat ze wilden van waar ze dat wilden zonder rekening te houden met de eigenaars van het etablissement. Opnieuw begon dit te lijken op een gevecht tussen armen en armen waarbij hele buurten hun appartementen verlieten en plunderaars begonnen aan te vallen om de winkels te verdedigen die uiteindelijk toch de oorzaak waren van hun schrale lonen. En zo ging het enkele uren voort. Terwijl er nog steeds mensen waren die sinds lang het plezier in het leven waren verloren en die namen wat ze wilden om straks toch nog een beetje Kerstmis te kunnen vieren was het zeker niet meer zo onbevangen als tijdens de eerste uren. Winkels van muziekketens werden geplunderd, een kledingwinkel voor mannen, een sportwinkel, enzovoort, enzovoort. Op enkele sporadische plunderingen -die uiteindelijk nog uren door zouden gaan in het centrum van de stad - betekende dit alles zo ongeveer het einde van de spontane mobilisatie.

Twee dagen later, op zaterdag, riep de verzamelde linkse beweging opnieuw op voor een betoging voor het congres waar op dat moment de discussies over wie de volgende president zou zijn, hoe lang hij zou regeren en wanneer de volgende verkiezingen zouden plaatsvinden, zouden worden gevoerd. Ongeveer 500 mensen waren aanwezig terwijl binnen de Partido Justicialista ondanks de fikse tegenstand van zowat elke andere partij (vooral die uit het linkse kamp) een machtsgreep aan het bekokstoven was en daarmee een schandelijke negatie van de overwinning van het volk.
De parlementaire zitting nam een aanvang rond 21 uur en ze eindigde met de benoeming van Adolfo Rodriguez Saa, de gouverneur van de provincie San Luis tot president van Argentinië.

En terwijl Argentinië herstelde van twee dagen vol plunderingen en straatgevechten en de verdeelde Peronistische partij achterbleef om de stukken bij elkaar te rapen, gleed het land steeds verder af naar de totale ineenstorting.

Ondertussen kondigde Adolfo Rodriguez Saa de opschorting aan van alle betalingen aan buitenlandse schuldeisers om met dit uitgespaarde geld de binnenlandse economie opnieuw op te bouwen. Op hetzelfde moment kondigde de heer Rodriguez Saa de creatie van een nieuwe munteenheid, de Argentino, aan, die zou voortaan samen met de dollar en de Argentijnse peso (die reeds een hele tijd aan de Noord-Amerikaanse munt gekoppeld was) zou gaan bestaan en op die manier zou helpen de Argentijnse uitvoer opnieuw rendabel te maken.

Nieuwe protesten dienden zich aan en dit hoofdzakelijk naar aanleiding van de benoeming van corrupte ambtenaren door Rodriguez Saa alsook door zijn beslissing om de gehate dwangmaatregelen op de geldafhalingen te behouden. Volgens de Buenos Aires Herald werd zelfs censuur gebruikt om de pers en de media ervan te weerhouden om over toekomstige plunderingen te berichten en dit vanaf het moment dat de Peronisten de macht zouden overnemen.

Op de avond van 29 december werden andermaal wegversperringen opgeworpen in de straten van Buenos Aires en begaf zich een spontane beweging van enkele duizenden in de richting van het parlement. De menigte eiste het ontslag van minister Grosso en het opperste gerechtshof alsook de vrijgave van alle aan de banken toevertrouwde fondsen. Maar er was meer. De slogan "Iedereen buiten, niemand moet blijven" die tegen de nieuwe regering was gericht bleef nog steeds de favoriete uitroep van velen. Het gerucht begon zich te verspreiden en werd dan een strijdkreet: "het volk gaat naar de Plaza en niemand zal ons daarvan weerhouden". Een spontane rukte vastberaden op in de richting van de Plaza de Mayo. Met de Argentijnse vlag voorop bleef de massa aangroeien en toen ze uiteindelijk op de Plaza de Mayo aankwam bestond de beweging reeds uit vele duizenden. Mensen trachten het paleis in te raken om persoonlijk met de president te kunnen spreken en na een korte tijd begaven de hekken het. Terwijl de politie zich langs één zijde ontplooide stond de massa nu oog in oog met de deuren van het Roze Huis. De mensen drongen de galerij binnen en schreeuwden dat iedereen naar buiten moest, zowel de peronisten als de radicalen.
"Zonder peronisten en zonder radicalen gaan we een beter leven tegemoet," werd er geroepen. Het antwoord werd weer maar eens door de politie gegeven al deden ze het deze keer zodat ze het later als een daad van zelfverdediging konden voorstellen. Ze stuurden twee "politiemannen" naar voor om de hele bende te "overtuigen". Vanzelfsprekend werden ze niet echt hartelijk door de massa ontvangen en in afwezigheid van enige "overtuiging" werden maar weer eens het gas en de rubberkogels bovengehaald. Het was duidelijk dat de twee politiemannen als offer moesten dienen voor alweer een repressief optreden. Nadat de politie begonnen was met het gebruik van de gassen begonnen de mensen te lopen en zich in verschillende groepen te splitsen. Een belangrijk deel bleef op de Plaza en een andere deel groepeerde zich tot een troep van enkele duizenden op de Av. de Mayo. De overgrote meerderheid vertrok echter in de richting van het parlement. Barricades werden opgeworpen en sommige koelden hun woede op banken, reclameborden en bushokjes.
Voor het parlementsgebouw werden vuurtjes gestookt en mensen drongen het gebouw binnen om daar meubilair weg te slepen waarmee het vuur verder kon worden gevoed.

Minuten daarvoor werd de infanterie omvergeworpen maar dan, net op het moment dat de borstbeelden naar buiten begonnen te vliegen, werd het gas weer bovengehaald. Nu waren er nog meer agenten en deze keer zelfs met een waterkanon. Tijdens de terugtocht begonnen de mensen leuzen te scanderen tegen het opperste gerechtshof en ook daar werden vuurtjes gestookt en barricades opgeworpen. Algauw werd de menigte echter door de politie omsingeld. Er werd hen geen mogelijkheid meer geboden zich te verbergen en de organisatie van een tegenbeweging werd onmogelijk gemaakt. Na een tijdje konden de meeste mensen echter ontsnappen naar de omliggende straten en werd alles opnieuw rustig.

Op 30 december trad Rodriguez Saa af, officieel omdat hij binnen zijn eigen partij op te weinig steun kon rekenen.

Op 1 januari werd de Peronistische Senator Eduardo Duhalde door het Congres als nieuwe president beëdigd en dit voor een termijn van twee jaar. Duhalde devalueerde de peso waarmee hij een tien jaar durende koppeling aan de Amerikaanse dollar beëindigde.