arch/ive/ief (2000 - 2005)

Over perspelsluizen & het kaartenhuisje van de vierde macht
by jpe Saturday December 29, 2001 at 08:58 PM
mediadoc.diva@skynet.be

Als de media aan 'zelfkritiek' doen: De Standaard en De Morgen brachten deze week artikels waarin de media zelf onderwerp van discussie waren. In DM ging het om Eric Mins bijdrage 'Een luis in de pels van de pers'. In DS onderzochten twee communicatiewetenschappers enkele 'beschuldigingen' aan het adres van de media ...

... DS bracht ook een interview met Terry Verbiest
getiteld: "Democratie in gevaar".

Inhoud:
1) "Een luis in de pels van de pers' (De Morgen)
Karl Wie ?
"Striemende kritiek die man en paard noemde"
Waar Min en De Morgen niet over schrijven
'Perspels-luizen' ?
2) "The usual suspects: de media beschuldigd" (De Standaard)
Veel te veel hooi op de vork
Kaartenhuisje
Dragen de media niet bij tot de opkomst van extreem-rechts ?
Simplistisch
Janssen & Janssens over 'waarom de media zo onder vuur liggen'
3) Terry Verbiest: "De democratie komt in gevaar" (DS)


1) "Een luis in de pels van de pers' (De Morgen)

Voor De Morgen (26/12/01) schreef Eric Min een commentaar op het boek 'Schmock ou le triomphe du journalisme' waarin de Franse filosoof Jacques Bouveresse het levenswerk van 'enfant terrible' Karl Kraus behandelt.


Karl Wie ?

"Het verbale geweld van Karl Kraus trilt ook vandaag nog na." Zo opent Eric Min zijn artikel ofschoon hij toch ook wel zal beseffen dat voor 99,9999 % van zijn tijdgenoten (het merendeel van de journalisten inbegrepen) Karl Kraus volslagen onbekend is.
Even situeren dus. Eric Min omschrijft Kraus (1874 - 1936) als "een criticus, polemist en dichter." "Zevenendertig jaar lang, van 1899 tot enkele maanden voor zijn dood, incarneerde hij het satirische tijdschrift 'Die Fackel': op het omslag werd zijn naam haast even groot afgedrukt als de titel. Vanaf 1912 schreef hij het blad zelfs helemaal alleen vol - 22.586 bladzijden gistend maar goed gedoseerd gif, voer voor de pijlen die Kraus vanuit zijn vuurrode cahiers afvuurde op de erfvijanden van de waarheid: bureaucratie, kerk, kapitaal, leger en politie, psychoanalyse en spoorwegmaatschappij, regering en oppositie, theater en vooral de pers. Vandaag zouden we de man een kritisch 'mediawatcher' noemen (...) 'Die Fackel' was het enige antwoord dat Kraus kon bedenken tegenover de almacht van de kranten: een volledig onafhankelijk medium. De gefortuneerde criticus had geen geldschieters nodig en hoefde dus niet te dansen naar de pijpen van invloedrijke adverteerders."


"Striemende kritiek die man en paard noemde"

Ondanks de 'todschweigetaktik' tegenover 'Die Fackel', vonden de ideeën van Kraus door hun scherpte toch brede weerklank. Zo breed dat dus nu een Franse filosoof een boek gewijd heeft aan Kraus.

Eric Min is het met die filosoof - 'een professor van het Collège de France' - niet altijd eens, zeker niet als die "brave borst vindt dat de media zich vandaag behoorlijk vrij, verantwoordelijk en volwassen gedragen". Min denkt dat "er niet zoveel echt ten goede is veranderd" en dat Kraus "nog altijd een essentieel ijkpunt is voor al wie nadenkt over de macht van de media".

Min wijst er ook op dat Kraus niet de eerste mediakriticus was en hij noemt Ferdinand Lasalle, Joseph Roth en Wilhelm Liebknecht (die noteerde "dat slechts winstbejag de uitgevers drijft"). Kraus was dus "niet de enige luis in de pels van de pers, maar hij ging" volgens Min "zeker het verst in zijn afrekening met het milieu". "Kraus' handelsmerk was een striemende kritiek die man en paard noemde, wantoestanden uitbeende en geen genoegen nam met het gebruikelijke gemorrel in de marge dat volstrekt ongevaarlijk was voor de maatschappelijke consensus." Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat hij op tegenkanting botste. Eén keer werd hij zelfs fysiek aangevallen. Uiteindelijk zou Kraus het moeten opgeven tegen de komst van het nazisme. "Tegen die overtreffende trap van dwaasheid en gruwel was zelfs de scherpste pen niet opgewassen" schrijft Min. "Hij gaf er de brui aan." De titel van Bouveresse's boek "Schmock ou le triomphe du journalisme" is dus misplaatst: van een triomf van de journalistiek was er in Kraus' leven geen sprake. Het werd integendeel de triomf van 'Schmock': de inktkoelie zonder overtuigingen of scrupules uit de komedie 'Die Journalisten' (1853) van Gustav Freytag.


Waar Min en De Morgen niet over schrijven

Wie inspiratie zoekt om aan onafhankelijke journalistiek te doen, kan nu dus terecht in het boek over Kraus. Maar laten we eens kijken naar de krant die het artikel "Een luis in de pels van de pers" publiceerde. Is het niet opmerkelijk dat De Morgen hier een mediakritiek laat verschijnen zonder de minste verwijzing naar de kritiek die De Morgen zelf de jongste tijd te slikken krijgt ? Kent de schrijver van het stuk, Eric Min, die kritiek ? Waarom legt hij - die het niet eens is met de vergoelijkende opmerkingen van professor Bouveresse - de link niet wat explicieter naar de huidige media ? Waarom durft Min die zo hoog oploopt met Kraus, zelf geen man en paard noemen ? Zelfcensuur ?

Waarom verwijst Min bv. niet naar de botsingen tussen De Morgen en Indymedia en het feit dat De Morgen een recht van antwoord afwees op een giftig stuk in de krant over Indymedia (naar aanleiding van een analyse door ondergetekende van de berichtge ving inzake de antiglobalistenbetogingen) ? Waarom vermeldt Min Indymedia niet in zijn artikel ? Waarom komen in De Morgen ook nooit andere onafhankelijke hedendaagse media-critici (zoals bv. de mensen die meewerken aan DIOGENE(S)) aan bod ? Waarom liet De Morgen bv. toen de Gentse professor Biltereyst zich recent in een studie kritisch uitliet over het educatief aanbod op de VRT, de dag nadien die studie uitgebreid door de VRT weerleggen en dat zonder enig weerwoord ? Waar zijn de kritieken van De Morgen gebleven op de VTM-satellietbedrijven ?

Waarom kan er in de Vlaamse pers geen echt kritisch debat over de Vlaamse pers gevoerd worden: over wie de Vlaamse media in handen heeft, welke media met elkaar samenwerken, welke de connecties zijn met de politieke partijen, met het bedrijfsleven ... ???

Eric Mins artikel deed me denken aan wat Wim Van der Biesen - een kritische en te jong gestorven docent communicatiewetenschappen - in zijn lessen aan de KULeuven vaak beklemtoonde: dat "de pers wel een grote mond op zet als het gaat om het verleden en het buitenland, maar niet voor de eigen tijd en het eigen land." 'Gevaarloos progressief' zijn dus omdat het zo mooi staat, omdat het zo 'dapper' lijkt, omdat het zo goed verkoopt ...

(Voor wie het boek van Jacques Bouveresse wil lezen; "Schmock ou le triomphe du journalisme - La grande bataille du Karl Kraus" werd uitgegeven door Seuil (Collection Liber), Parijs, 235 p;, 18,30 euro)


'Perspels-luizen' ?

Eigenlijk zit de titel van Eric Mins artikel er al naast (een titel die er misschien door de redactie van de krant is bovenge plakt ?). Sinds ik midden jaren negentig begon met een tijd schrift over de documentairefilm ('Docu-Nieuws') dat in 2001 overging in het nieuwe mediakritische 'DIOGENE(S)', mocht ik zo nu en dan het genoegen smaken dat vrienden me 'feliciteerden' met het 'compliment' dat ik 'duidelijk een luis in de pels' ben van 'het Vlaamse media-establishment' (inbegrepen een De Graeve (VRT) die me naar het schijnt 'rauw lust'). Een luis ...

Realiseren mensen zoals Eric Min en die vrienden van me, zich wel wat een luis is ? Dat is een beestje dat leeft van de 'gast heer/vrouw' waarop het parasiteert. Mediacritici daarentegen parasiteren helemaal niet van de media die ze bekritiseren. Integendeel, van de massamedia mogen ze alleen maar 'ambras' (en 'laster' zoals recent in De Morgen over Indymedia) verwachten.

'Pers-luizen' ? Het doet denken aan al die andere negatieve benamingen voor mensen die streven naar een betere wereld: Don Quichote's, geitewollensokken naïevelingen en waarom ook niet, 'terroristen'.

'Pers-luizen' ? Zouden we in het vervolg dit leuke begrip niet reserveren voor al het 'journaille' dat echt parasiteert in de warme pels van de economische en politieke macht ?


2) "The usual suspects: de media beschuldigd" (De Standaard)

Eind 2000 publiceerde De Standaard de ophefmakende serie artikels "Het Vlaams Blok in ieder van ons" van Manu Claeys. "Dit jaar boren we een ander thema aan" schreef de krant op 26 december: "in vier pagina's diepen we het thema 'media en politiek' uit." Auteurs van het nieuwe 'kerstessay' (26-29/12/01) zijn Stefaan Walgrave, politiek socioloog en Peter Van Aelst, communicatiewe tenschapper, beiden verbonden aan de Universiteit Antwerpen.


Veel te veel hooi op de vork

Walgrave en Van Aelst openden hun artikelenreeks met de vaststel ling dat politici - wiens "democratische rol er vooral in bestaat van mening te verschillen", wat voor een omschrijving is dit ? - "over één ding volledig akkoord gaan: de nieuwsmedia zijn niet meer slechts de vierde macht. De media zijn onweerstaanbaar opgerukt naar het centrum van het politieke bedrijf. (...) Ze bepalen de politieke agenda, bieden kaders aan om het politieke spel te interpreteren en maken of kraken politici. Het gevolg van die 'almachtige media'-diagnose is dat de media vooral door politici met alle zonden van Israël worden overladen."

Walgrave en Van Aelst besloten daarom drie 'beschuldigingen' aan het adres van de media, onder de loupe te nemen: de beschuldiging dat de media de politieke agenda bepalen ('determineren' noemen ze het), dat ze door hun negatieve berichtgeving koren op de molen zijn van de antipolitiek en dat ze het politiek spel herleiden tot een strijd (tussen persoonlijkheden) zonder inhoud.

Walgrave en Van Aelst stelden dat ze 'getuigen à charge' maar ook 'à décharge' (ten laste en ter verdediging) aan het woord zouden laten, dat ze bewijsmateriaal zouden opsnorren en binnenlandse en buitenlandse experts ondervragen. "Kunnen we de beschuldigin gen tegen de massamedia hard maken ? Is er genoeg bewijsmateriaal om de media te veroordelen ? Of blijft het bij 'circumstancial evidence' en is de schuld van de media in het beste geval onbewezen, en in het slechtste geval gewoon fout ? En wat zit er achter die beschuldigingen ?"

Nu mogen we van wetenschappers verwachten dat ze gezegend zijn met enige realiteitszin. Dus hadden onze beide heren moeten beseffen dat je zo'n omvangrijke doelstelling niet op vier krantenpagina's waar kunt maken. Veel te veel hooi op de vork dus, waardoor het geheel noodzakelijkerwijze oppervlakkig blijft.

Kaartenhuisje

Dé kritiek die het bouwdenkwerk van de beide 'wetenschappers' als een kaartenhuisje doet ineenstorten, betreft het feit dat ze totaal geen analyse maken van hoe de media ten dienste staan van een economisch systeem waarvan ze een integraal onderdeel vormen.

Walgrave en Van Aelst gaan nog uit van de lang achterhaalde mythe van de media als onafhankelijke (vierde) macht, de media als waakhond van de democratie ...

Ik raad hen aan om eens het interview te lezen met de Luikse mediawachter Geoffry Geuens dat in het Nederlands en in het Frans verscheen in het tweede nummer van DIOGENE(S). Wie ziet hoe de media met handen en voeten gebonden zijn aan de economische en andere machten in dit (en in andere) land(en), is voorgoed verlost van de mythe van de onafhankelijke media. Zie ook het interview in datzelfde nummer van DIOGENE(S) van Han Soete en Drik Barrez met Ignacio Ramonet van 'Le Monde Diplomatique'; een Nederlandstalig artikel waarvan we op verzoek de Franse vertaling publiceren in nummer 4 van DIOGENE(S). Ramonet stelt daarin o.a. dat de media vandaag "één van de elementen zijn van de heersende macht", "het ideologische apparaat van de globalisering". Zulke termen tref je bij Walgrave en Van Aelst echter niet aan.

Integendeel, zij presteren het om te schrijven dat de politieke wereld "verbijsterend weinig controle" heeft over de wijze waarop de media de politieke agenda bepalen. De auteurs vergeten en/of verzwijgen wel dat in het geval van de openbare omroep de politici door het afschaffen van het kijk- en luistergeld (waarop een vaste, gewaarborgde dotatie aan de omroep had kunnen gebaseerd zijn, zoals in de eerste omroepwet van 1930 bepaald werd), de politici de openbare omroep in een wurggreep houden. Wat VTM en de Persgroep betreft, is het een publiek geheim dat Christian Van Thillo regelmatig tafelt met de liberale excellen ties Verhofstadt en Dewael. Verbijsterend weinig controle ? Schijn bedriegt ! Dan hebben we het nog niet over al de methoden waarop politici journalisten voor zich kunnen 'winnen'. Ik heb 1,5 jaar als reporter voor de Christendemocratische Omroep gewerkt en kan verzekeren dat het sfeertje in en om de Wetstraat (én de 'huizen' van veel politici), erg 'aanstekelijk' werkt. Denk ook aan hoe de journalisten over 'de top van Laken' verslag uitbrachten vanuit een comfortabel perscentrum dat hen ter beschikking gesteld werd door de regering die daarvoor als ik me goed herinner 400 miljoen frank uittrok ...


Dragen de media niet bij tot de opkomst van extreem-rechts ?

Het valt niet te ontkennen dat de 'grilligheid' van de door hun commerciële doelstellingen gedicteerde mediabedrijven de politici vaak voor problemen plaatst. Zie hoe de media de 'dioxinecrisis' en de 'Dutroux-affaire' 'opklopten'. Bovendien vinden spanningen binnen de politieke wereld vaak ook in de media hun uiting (zie de kritiek van editorialist Vanderkelen van Het Laatste Nieuws op sommige liberalen). Maar in het algemeen staan de media trouw ten dienste van 'het systeem'.

Eén bewijsje daarvoor aan de hand van iets wat door onze weten schappers totaal over het hoofd gezien wordt: het feit dat iedereen die het systeem radicaal in vraag stelt (van 'democrati sche antiglobalisten' tot en met de gevarieerde waaier aan nog reëel bestaande communisten, met publikaties zoals 'Solidair' en 'Rood') in de media continu doodgezwegen worden. Opvallend was bv. hoe de omroepen VRT en VTM tijdens hun dagenlange berichtge ving over de decemberbetogingen van de antiglobalisten, met geen één enkel woord repten over de opvallend grote (en goed zichtba re) aanwezigheid van 'communisten' (van allerlei pluimage) in die betogingen. Enkele dagen later bracht de VRT wel een nieuwsitem over de hongersnood in het 'communistische' Noord-Korea en toonde Panorama een reportage over de onderdrukking van een sekte in 'communistisch' China. Bestaat er op de openbare omroep een regel dat het woord communisme enkel in negatief, maar niet in positief verband gebruikt mag worden ? Of is zo'n regel niet nodig: voelen VRT-journalisten dat stilzwijgend wel aan ?

Ondertussen bestaan er in Vlaanderen (op de in beperkte kring gelezen publikaties zoals 'Solidair' en 'Rood' na), zo goed als geen linkse media meer. In de inleiding van het boek 'Het neoliberalisme' van Jaap Kruithof schreef Eric Goeman (Attac Vlaanderen): "Er is geen linkse vrije radio. Er is geen linkse televisiezender. Er is geen linkse populaire krant meer. Er zijn geen populaire linkse magazines meer. Er zijn steeds minder uitgeverijen die linkse boeken uitgeven en er zijn steeds minder linkse uitgeverijen. (...) De verschraling van het aanbod is indrukwekkend, de dominantie van 'la pensée unique' enorm."

Pas als men dit opmerkt én het daarmee samenhangende feit dat zowel Agalev als SPa zich verregaand met het systeem vereen zelvigen, kan men beter begrijpen waarom extreem-rechts zo hoog scoort. Want al de mensen die de dupe werden van de 'vrijewinst- economie', van de chaos van het kapitalistisch systeem, 'zien' gewoon geen alternatief om op te stemmen. Walgrave en Van Aelst kunnen dus niet zomaar beweren dat - zoals ze in hun tweede en vierde artikel doen - de media niet bijdragen tot de opkomst van extreem-rechts. Het is vreselijk dat zij met een wetenschappe lijke 'aura' dat hier toch willen beweren. Zelf ben ik al lang een DIOGENE(S)-nummer aan het voorbereiden over de media en extreem-rechts. Dat dat nummer er nog niet is, komt door de ingewikkeldheid van de problematiek en het feit dat we niet zoals Walgraeve en Van Aelst over één nacht ijs willen gaan.

Waarom doen zij dat wel ? Wellicht omdat ze goed beseffen dat indien ze een andere klok zouden luiden, hun carrière - in het rechts denkende Vlaanderen - in het gedrang zou kunnen komen. Een carrière die o.a. een mooi loon (proffen verdienen meer dan 100.000 fr. netto maandelijks, niet mis als 'zwijggeld'), vele extra voordelen en een hoge maatschappelijke status inhoudt.


Simplistisch

Betekent al de bovenstaande kritiek dat de artikels van Walgrave en Van Aelst waardeloos zijn ? Neen, want ze geven wel aan hoe binnen het Vlaamse establishment (o.a. in de 'wetenschappelijke', de politieke wereld en de mediasector) over de media gedacht wordt. De artikels zijn het bestuderen waard om te zien hoe essentiële problemen in de media steeds weer onder het tapijt geborsteld worden.

De artikels laten verder ook een aantal reële problemen en ontwikkelingen aan bod komen. Zo bv. het feit dat in debatten op televisie de politici steeds kortere spreektijden toebedeeld krijgen, waardoor "alleen 'oneliners' gedebiteerd kunnen worden". Zo bv. dat de opkomst van de televisie de verpersoonlijking (de 'ver-laatste-showing' noemen onze twee wetenschappers het) van de politieke boodschap in de hand werkte. Maar nieuw is dit niet: hierover heeft o.a. de Amerikaanse mediacriticus Neil Postman jaren geleden al zeer interessante teksten geschreven.

Walgrave en Van Aelst citeren Postman niet, Chomsky evenmin. Ze vermelden als buitenlandse referenties wel enkel(e) Amerikaanse en Nederlandse studies. Nergens geven ze echter blijk van vertrouwdheid met de nochtans belangrijke mediakritiek in de Franstalige wereld (in bv. het maandblad 'Le Monde Diploma tique').

Jammer ook dat ze hun conclusies formuleren in de vorm van een 'verdict van de jury' waarbij ze in het geval van de eerste beschuldiging (de agendabepaling) zelfs zo ver gaan dat ze stellen dat "de verdachte wordt vrijgesproken". Wat "niet wil zeggen dat hij een blanco strafregister heeft. De rechter voelt zich genoodzaakt toch enige vermanende woorden te spreken" ...

Grenst zo'n formulering niet aan het kinderlijke ? Kan je over 'de media' als 'de beschuldigde' spreken ? Doen onze wetenschap pers hier niet zelf mee aan de demagogie van met name een zender zoals VTM die de politiek als een hanengevecht voorstelt, als een bokskamp ? Overigens spreken beide wetenschappers de media ook vrij voor de tweede beschuldiging (de negatieve berichtgeving die de antipolitiek aanwakkert). Alleen voor aanklacht drie (de personalisering en emtionalisering van de politiek door de media) oordelen ze dat "misschien niet de schuld van de media, maar wel hun medeplichtigheid werd aangetoond."


Janssen & Janssens over 'waarom de media zo onder vuur liggen'

In hun slotartikel (29/12) zoeken Walgrave en Van Aelst naar de bron van de beschuldigingen aan het adres van de media. Ze komen uit bij "de driehoeksrelatie bevolking-politiek-media die fundamenteel veranderd is. Het vroegere evenwicht tussen de drie polen is verstoord. Terwijl voorheen de politiek de dominante rol was - zowel de media als het publiek volgden de politiek - is het zwaartepunt in de driehoeksrelatie thans naar de bevolking verschoven. Zowel media als politiek keren zich naar die nieuwe sterke burger en proberen in zijn gunst te staan, elkaar wegdrummend. Beide schurken zich tegen de burger aan, willen zich warmen aan de publieke opinie, de polsslag van de samenleving voelen, en onophoudelijk speuren naar de diepste gevoelens en kleinste irritaties van de burger."

Schrijven kunnen beide heren (al schurkend ...) ... Alleen is dit bullshit in het kwadraat. Nonsens. Wanneer kreeg u nog een politieker over de vloer (of aan de telefoon, of in uw emailbox) die "onophoudelijk speurde naar uw diepste gevoelens en kleinste irritaties" ?

Walgrave en Van Aelst hebben blijkbaar een tijdje buitenaards vertoefd, want de kritiek van de antiglobalisten lijkt nog niet tot hen doorgedrongen: dat het de economie is die de politiek bepaalt. Het gaat niet om een driehoeksrelatie (bevolking- politiek-media) maar op zijn minst een vierhoeksrelatie waarbij de hoeken economie-politiek-media veel dichter bij elkaar liggen dan bij die van de burger.

Wie dit inziet kan zich aan de rest van het artikel alleen maar ergeren, temeer omdat Walgraeve en Van Aelst het nergens hebben over hoe de media de mensen continu manipuleren met methoden die met - zoals een Franse feministe ooit schreef - die van de verleidelijkste prostituees kunnen wedijveren.

Als echte Jambers-fans stellen Walgraeve en Van Aelst dat de media de bevolking geven wat ze vraagt. "De media zijn" (inzake de versterking van de democratie) "een bondgenoot van de bevolking" schrijven ze ...

Over welk soort democratie hebben we het dan ? Is dit koninkrijk een echte democratie ? Heeft de 'gewone' mens hier eigenlijk iets te zeggen ? Andere critici hebben het al eerder uit de doeken gedaan hoe de 'gewone' mens door het systeem als een kind behandeld wordt, een consument/werknemer die continu achter zijn staart moet aanhollen om in de 'actieve welvaartsstaat' zoveel mogelijk te produceren en te consumeren. De politici - denk aan de 'vaderlijke' populist Steve Stevaert - zullen wel zorgen dat alles gesmeerd loopt. Daar hoeft de consument/werknemer zich niet druk om te maken.

Ook de media doen hun best om ons gelukkig te maken. Zie wat Bert De Graeve in 1997 in 'Flanders Flash' verklaarde over de taak van de VRT: "The customer is central and will be made happy and kept happy through diversity and through high quality". De topman van de VRT beschouwt het dus als het doel van onze Vlaamse openbare omroep om de Vlaamse "klanten" (hij spreekt niet over burgers) "gelukkig te maken en gelukkig te houden". Brave New Flanders ...

Allemaal leuk voor de consument/werknemer. Tot de economie weer eens gaat sputteren of er iets anders fout loopt en papa/mama- politicus de gedane beloften niet meer kan nakomen. Dan wordt het boos stemmen op de eerste de beste foertpartij.

De oplossing die Walgraeve en Van Aelst op het eind van hun vierde artikel aanreiken voor het probleem van het Vlaams Blok, klinkt vertrouwd in de oren. Ze doet denken aan die van het kerstmisessay van vorig jaar. De auteurs schrijven: "De enige uitweg uit deze spiraal van populisme, is meer politieke durf. Politici moeten het lef hebben om tegen de stroom in te roeien, om onpopulaire maatregelen te nemen en er nog fier op te zijn ook. Het zou best weleens kunnen dat standvastige politici op termijn meer respect en stemmen krijgen, dan de politieke windhanen die zelfs niet tegen een zuchtje van de publieke opinie durven in te gaan. Maar we moeten ons niet te veel illusies maken: het einde van de overdreven verbale aandacht voor de burger, de mensen of het volk is nog niet in zicht. Voor opiniepeilers en politieke impressiemanagers volgen er nog vette jaren."

Met andere woorden: het programma van het Vlaams Blok realiseren zonder het Vlaams Blok: met sterke leiders naar een stralende toekomst. Dat de werking van onze semi-democratie zelf verbeterd moet worden, dat de 'gewone' mens echt iets in de pap te brokken moet krijgen (ook op de werkvloer !), daar hebben Walgraeve en Van Aelst niet aan gedacht.


3) Terry Verbiest: "De democratie komt in gevaar" (DS)

Er was een tijd dat Leo Bonte in De Morgen vaak kritische artikels over de media bracht. Maar De Morgen - waar alleen de top het lang schijnt vol te houden - bedankte hem voor bewezen diensten waarna Bonte aan de slag ging bij De Standaard. Die krant bracht op vrijdag 28/12 een interview van hem met Terry Verbiest, een 'medianomade' die al voor diverse omroepen en 'printmedia' (waaronder Bonanza) werkte tot hij dit jaar een job in de internetsector vond. Wat had hij te vertellen in een artikel dat aanheft met zo'n ernstige titel ?

Twee vragen van Bonte springen er uit. Eerst die over de nieuwe beheersovereenkomst voor de VRT en "wat er zich allemaal achter de schermen heeft afgespeeld" (en waar Walgrave en Van Aelst niet over repten).

Verbiest: "De verhouding tussen de Vlaamse Media Maatschappij en de VRT wordt almaar zuurder. Dit is geen media-oorlog meer, dit is een vendetta. Bert De Graeve en Christian Van Thillo lusten elkaar werkelijk rauw. Ik heb mij mateloos geërgerd aan de demarches van VMM om het beheerscontract met de VRT te manipule ren. Dit kun je objectief gezien niet goedpraten. Positief is dat de VRT extra middelen kreeg waardoor we een nieuwsoffensief krijgen, zowel van VRT als van VTM. Ik hoop dat dit de kwaliteit ten goede komt. Het gevaar is dat ze elkaar vliegen zullen proberen af te vangen en we de onnozelste scoops krijgen."

Een andere vraag van Bonte betrof het verdwijnen van 'Bonanza', 'Lola', 'Teek' en 'Maomagazine'. "Hoe zwaar moeten we daaraan tillen ?"

Verbiest: "Er is wel degelijk sprake van een verschraling van het aanbod. Dat we nog maar zo weinig kranten en tijdschriften overhouden, geeft te denken. De mediaconcentraties zijn een gevaar voor de democratie. Dat bedoel ik niet sloganesk, maar letterlijk. Elke titel die verdwijnt is een opinie die ver dwijnt."

Zou Verbiest zich niet beter zorgen maken over het niet aan bod komen van 'echt andere' opinies dan al de vermelde commerciële druksels ? Toen er nog maar plannen circuleerden voor een nieuw rechts weekblad, berichtten De Morgen en andere publicaties daar herhaaldelijk over. Maar voor de bestaande linkse én de nog schaarsere onafhankelijke uitgaven geldt in zowat al de commerciële en overheidsmedia de 'todschweigetaktik'.

Bovendien mocht mediaminister Van Mechelen onlangs nog in De Morgen een pagina lang de lof van de concentraties zingen. Deze 'liberale' excellentie zal de concentrators (Van Thillo & Co) geen strobreed in de weg leggen.

De Standaard zette op zaterdag 29/12 dan weer 'Gouden Bertje De Graeve' in de bloemen: "VRT boekt beste resultaat sinds afschaf fing monopolie" stond er boven een artikel van alweer Leo Bonte. Een stroperig artikel waaruit weer eens de goede banden bleken tussen de VUM-groep (De Standaard) en de VRT, temeer doordat in een nevenartikel - tussen de regels door - de spot gedreven werd met VTM.

Een artikel zonder enige kritiek op de 'beste VRT-resultaten', zonder vermelding van wat er onder De Graeve (die in culturele middens als een dictator omschreven wordt) allemaal gesneuveld is, zonder vermelding ook van de nieuwe verplichting die de Vlaamse politici de VRT oplegden om met informatieve programma's een hoog waarderingscijfer te halen waardoor - zoals zelfs wijlen Bonanza opmerkte - het gevaar voor conformistische programma's nog groter wordt .... Is Leo Bonte het moe geworden om voor dat soort kritische opmerkingen nog een inspanning op te brengen ? Of wil hij niet het risico lopen om zoals andere journalisten en reporters (waarvan Luckas Vander Taelen het bekendste geval is) op de Reyerslaan niet meer binnen te mogen ?

Maar als zelfs een 'bon vivant' zoals Terry Verbiest de noodklok luidt, dan zou de rest van het mediakippenkot/bordeel/noem-het-zoals-u-wil toch moeten beseffen dat er werk aan de winkel is.