arch/ive/ief (2000 - 2005)

Ramadan is een bijkomende reden om te stoppen met de bombardementen

(persmededeling vrijdag 9 november 2001)

Agalev en Ecolo zijn ten zeerste bezorgd over uitspraken van Amerikaanse en Britse regeringsverantwoordelijken om de bombardementen niet te onderbreken tijdens de ramadan, die start op 17 november. De Groenen blijven bij hun standpunt dat er een einde moet komen aan de bombardementen. Daar zijn vele goede redenen voor.

Ten eerste lijkt het er meer en meer op dat de bombardementen nog maar weinig bijdragen aan de militaire operatie, terwijl het aantal burgerslachtoffers blijft toenemen. Het stoppen van de bombardementen maakt een evaluatie mogelijk van hun effectiviteit ten opzichte van de politieke doelen.

Ten tweede is het in de huidige omstandigheden (de houding van het Taliban-regime en de bombardementen) bijna onmogelijk om de humanitaire hulp te organiseren voor de bevolking van Afghanistan. Vorige week vroegen de verantwoordelijken van verschillende groene partijen en van de Eurofractie ook om nu absolute voorrang te geven aan een humanitair offensief. Ook VN-secretaris-generaal Annan vroegt trouwens, tijdens een persconferentie in Genève, een snel einde aan de bombardementen.

Ten derde komt de solidariteit binnen de internationale coalitie serieus onder druk, wat ook blijkt uit recente verklaringen van de Pakistaanse leider Musharraf. Het verder zetten van de bombardementen tijdens de ramadan zou zware gevolgen kunnen hebben. Het zou minstens de indruk kunnen wekken dat er in dit conflict wel sprake is van een ‘oorlog tegen de moslims'.

Daarom roepen de Groenen de verschillende landen die betrokken zijn bij de militaire actie in Afghanistan met aandrang op snel bekend te maken dat de bombardementen niet zullen doorgaan tijdens de ramadan. Door een snelle verklaring in die zin zou men een belangrijk signaal geven naar de moslimgemeenschap in binnen- en buitenland. En een dergelijk signaal lijkt ons dringend nodig, alleen al maar om een gevaarlijke escalatie in de buurlanden van Afghanistan te vermijden.

In eigen land vragen we van de Belgische regering om de nodige stappen te zetten om een actieve dialoog op te zetten met de moslimgemeenschap. Bij veel moslims in ons land leeft grote ongerustheid. Er zou onder meer moeten bekeken worden of er voldoende veiligheidsmaatregelen genomen zijn om de moskeeën en hun verantwoordelijken te beschermen tegen mogelijke daden van racisme of vreemdelingenhaat. Verder is het ook nodig dat er actief geïnvesteerd wordt in de dialoog met de moslimverantwoordelijken. De moslims mogen niet het idee krijgen dat de Belgische regering te weinig oog heeft voor hun gevoeligheden.

Jos Geysels, Politiek Secretaris
Fauzaya Talhaoui, Volksvertegenwoordiger
Meryem Kaçar, Senator