Força Sindical? Farsa Sindical! by Vincent Scheltiens (Rood) Thursday November 08, 2001 at 12:05 PM |
plantin@skynet.be plantinstraat 29, 1070 Brussel |
Met dit dossier gooien we een knuppel in het hoenderhok. Força Sindical, de Braziliaanse 'vakbond' waarmee CMB-voorzitter Herwig Jorissen nu al enige jaren bevoorrechte banden onderhoudt, is de naam vakbond onwaardig.
Tenminste als we het ABVV als maatstaf hanteren, en elke syndicalist weet dat we veel op de koers van het ABVV aan te merken hebben. In dit dossier stellen we u deze 'vakbond' voor. Elke rechtgeaarde ABVV'er zal zelf kunnen uitmaken of deze 'vakbond' steun verdient. Let wel. Het is geenszins onze bedoeling de noodzaak van internationale banden en solidariteit in vraag te stellen. Integendeel, maar de partnerkeuze mag wel in vraag gesteld worden. Het is geenszins onze bedoeling het ABVV te besmeuren of te verzwakken. Integendeel. Maar wij zijn er na onderzoek rotsvast van overtuigd dat de huidige bevoorrechte alliantie met deze 'Farsa sindical' de reputatie van het ABVV besmeurt en de vakbond verzwakt. Dit dossier is dan ook een poging om daaraan een einde te maken.
Een dossier van Vincent SCHELTIENS (Rood)
Força Sindical werd tien jaar geleden opgericht. Van 8 tot 10 maart 1991 woonden 2.500 mensen in Sao Paulo het oprichtingscongres bij. De vakbond werd naar eigen zeggen (1) opgericht om de Braziliaanse arbeiders-beweging "in de moderniteit" te loodsen. Força Sindical (FS) zegt een "derde weg" te zoeken tussen twee andere bonden: de CUT en de CGT. De nadruk ligt al tien jaar lang op het woord "modern": "Wij zijn modern want wij waren de eersten die de moed hadden het aanzien van het syndicalisme en van de arbeid in het algemeen te wijzigen". De "modernisering" was noodzakelijk "tegenover de koers die het syndicalisme vaarde (...) ofwel omwille van een steriel radicalisme ofwel van een verlammend conformisme". Het syndicalisme heette verzand te zijn in "veel discussie en weinig actie, onleefbare voorstellen die nergens toe leiden en gebrek aan moed om de modernisering van de syndicale beweging te bespreken en aan te pakken". Daartegenover wil FS "een syndicalisme dat resultaat behaalt". De statuten streven naar "de permanente zoektocht van een nationale verstandhouding via kritische en constructieve houdingen en altijd met als basis het overleg van algemene politieke aard".
Open markteconomie, minder staatsinmenging
Dit mag wat vaag klinken, het vervolg maakt één en ander al wat duidelijker. Het "nieuwe Brazilië", de "nieuwe maatschappij", kan volgens FS in een aantal begrippen samengevat worden: "competitiviteit, welvaart, productiviteit, democratie en participatie". FS veroordeelt het "ongebreideld kapitalisme" (wie niet overigens), het "ideaal" is "een meer open markteconomie, vrij van corruptie en staatspaternalisme". Op economisch vlak ijvert FS onder meer voor... medebeheer en werknemersparticipatie in de bedrijven.
Onpartijdig liberaal
Stichter-voorzitter is Luiz Antonio de Medeiros. Op 5 maart 1998 geeft hij de fakkel door aan huidig voorzitter Paulo Pereira da Silva, kortweg Paulinho, voorzitter van de vakbond van metaalbewerkers van Sao Paulo, waar hij eerder ook al de stichter-voorzitter opvolgde. Interessant is dat stichter Medeiros een andere taak kreeg van Força Sindical, dat zich een "onpartijdige vakbond" noemt. "Als we geen vertegenwoordiger hebben in het Nationaal Congres (parlement), het hart van de nationale politieke beslissingen, zou elke poging tot opbouw van het land gecompromitteerd worden". De centrale draagt de stichter-voorzitter bijgevolg op deel te nemen aan de verkiezingen om federaal volksvertegenwoordiger te worden. Het federale parlement in Brasilia telt meer dan 500 verkozenen. Maar Medeiros staat niet alleen: hij wordt verkozen en zetelt in de piepkleine fractie van... de Partido Liberal, "een centrum-rechtse partij die populair is onder kleine zakenlui op federaal vlak en op lokaal vlak in Sao Paulo en Rio de Janeiro. De partij ijvert voor een minimale rol voor de staat in economische aangelegenheden en is een hevig voorstander van flat tax voor zakenlui en individuen".(2) De partij is weliswaar geen lid van de Liberale Internationale, die overigens geen enkele afdeling in Brazilië telt. Wellicht heeft dat te maken met de moeilijkheid om keuze te maken tussen de tientallen zich liberaal noemende partijen en de tientallen partijen met andere namen maar met toch ook een liberaal programma.
De schandalen
Eén en ander wordt nog duidelijker als men weet dat het Braziliaanse Federale Hooggerechtshof FS ervan verdenkt over buitenlandse rekeningen te beschikken die door werkgevers gespekt worden. Hoewel patronale giften aan een vakbond dodelijk voor de onafhankelijkheid van een vakbond zijn, is dit op zich niet juridisch strafbaar. Maar het schoentje knelt pas goed, wanneer de bestemming van dat geld door het gerecht achterhaald wordt: de Verenigde Staten. We hebben dan te maken met geldverduistering, kapitaalvlucht en in Brazilië kan je daar tot zes jaar cel voor krijgen. Voor een vakbond is dat méér dan dodelijk. Hoe zit de vork aan de steel?
Vanaf 1990 ontvangen de FS-stichters enorme sommen geld om hun vakbond op te richten. Reeds in 1995 maakte het gezaghebbende dagblad Folha da Sao Paulo daar melding van. Ook het gerecht had lucht van de zaak gekregen. Volgens één van de bronnen van die krant én van het gerecht, Wagner Cinchetto (ex-schatbewaarder van het IBES, het Braziliaans Instituut van Syndicale Studies) zou het in totaal om 4 miljoen US-dollar gaan, eerst op rek.nr. 040045-71 van de Banco Cidade in Sao Paulo. Maar omdat men vreesde dat de CUT er lucht van zou krijgen via haar syndicale inplanting onder het bankpersoneel, werd uitgeweken naar de Commercial Bank in New York onder codenaam 'Heno'. Dat geld komt niet van inzamelingen onder arbeiders: het gaat om giften van... Braziliaanse privé-ondernemingen en multinationals. Het lopend onderzoek heeft dat overigens al bevestigd. Cinchetto weet waarover hij spreekt. In die periode was hij Medeiros' raadgever en "vertrouwensman".(3)
Begin oktober 2001 barst het schandaal helemaal los. Medeiros en Paulinho spreken elkaar tegen, smeren Cinchetto een proces aan wegens laster, maar die lijkt daar niet van onder de indruk. Hij beschuldigt inmiddels Paulinho ervan in 1999, een ander parallel financieringsnetwerk opgezet te hebben. Ditmaal is de gulle schenker niet de privé, maar... de federale regering!
Hoe beide FS-kopstukken zich ook verweren, dat ze geld ontvingen, ontkennen ze niet: "We gebruikten dat geld voor de oprichting van Força. Voor de verspreiding van onze ideeën, voor het leggen van de eerste contacten, voor internationale reizen (...) Niets van dat geld werd aan persoonlijke uitgaven besteed", aldus Medeiros die zegt dat de giften de 1 miljoen US-dollar niet overstegen. Paulinho voegt daar aan toe dat het geld het IBES toebehoorde en nooit op de rekeningen van FS geraakte. Of dat op het gerecht veel indruk maakt is nog maar de vraag: het IBIS werd in 1990 opgericht door... Medeiros zelf en twee andere syndicalisten.
Inmiddels geeft Medeiros openlijk toe dat hij voor de oprichting van zijn vakbond geld van privé-ondernemingen ontving. Zijn argumentatie zegt wat over zijn 'syndicalisme': "Het kan een ideologische zonde zijn, maar een misdaad is het niet", aldus de FS-stichter.(4) Ook Paulinho geeft toe en maakt als 'syndicalist' zijn geval nog erger: "Ik zie daar niks verkeerds aan. We hebben akkoorden lopen met verscheidene ondernemingen, zowel voor beroeps-opleiding als voor evenementen zoals het 1 Mei-feest".
Werkgevers die het 1 Mei-feest in SaoPaulo betalen... niets verkeerds? Geen persoonlijke uitgaven? Cinchetto is formeel: Medeiros zou maandelijks 5.000 dollar van deze rekening voor persoonlijke uitgaven geplukt hebben. De Federale Politie zamelde hierover informatie in. Eén en ander lekte uit in de Braziliaanse media (5). Met geld dat moest dienen om een vakbond op te richten, gingen Medeiros en een andere syndicalist, Marcos Cara, naar Europa om er oudejaarsnacht 1990 te vieren in het gezelschap van hun echtgenotes. Het relaas van deze reis is gedetailleerd: het derde koppel was immers Cinchetto en echtgenote. De trip duurde twintig dagen. In Portugal bezochten ze de kastelen van Sintra, het sanctuarium van Fatima om de overgang van oud naar nieuw te vieren in het casino van Estoril. Cinchetto had trouwens meeval aan de roulettetafel. In Frankrijk logeerden ze in Hotel Mercure, elk koppel beschikte er over een witte limousine mét motorescorte. Voor alle duidelijkheid: Medeiros was toen voorzitter van de Metaalarbeidersvakbond van Sao Paulo. Het is precies tijdens dat verblijf in de lichtstad dat de naam Força Sindical bedacht werd voor de op te richten vakbond. Tijdens de trip werd 50.000 US-dollar besteed aan kledij en cadeautjes.
Achter de schandalen
In 1985 komt er in Brazilië een einde aan de militaire dictatuur die in 1964 ingesteld werd. In diezelfde periode krijgt het neoliberale project stilaan vaste vorm. Tegen die achtergrond ontstaat een proces van reorganisatie van het syndicale terrein dat tot dan toe gedomineerd werd door het 'officiële syndicalisme'. Er ontstaan twee kampen. Het ene leidt tot de oprichting van de CUT (Central Unica dos Trabalhadores). Het andere kamp zal jaren later, na veel interne meningsverschillen, leiden tot het 'resultaatsyndicalisme' en verder evolueren naar een pro-neoliberaal syndicalisme. Dat tweede kamp werd aanvankelijk 'Unidade Sindical' genoemd en bestond uit syndicalisten verbonden met (Braziliaans) traditioneel links (PCB en PC do B, twee communistische partijen) en onaf-hankelijken. Het noemde zich ook de 'authentieke syndicalisten'. Dat kamp neemt niet deel aan het stichtingscongres van de CUT, richt in november 1983 de CONCLAT op, die in 1986 zal leiden tot de CGT (Central Geral dos Trabalhadores), waaruit later dan weer andere vakbonden ontstaan: in 1989 de CGT (Confederaçao Geral dos Trabalhadores) en in 1991 Força Sindical. De aanvankelijke menings-verschillen tussen de twee kampen hadden te maken met de context van politieke opening na de militaire dictatuur. Het kamp dat tot de CUT leidde ging uit van de eigen kracht van de wereld van de arbeid, van de strijd om te wegen op het politieke proces en zo steeds meer democratische en sociale rechten te verwerven. Een klassevakbond, waaruit voor een groot stuk de militanten en kaders zullen komen die de PT (Partido dos Trabalhadors) oprichten, een arbeiderspartij op klassebasis met een massa-aanhang. Het andere kamp wilde het democratiseringsproces bestendigen, maar beperkt binnen de politieke openheid die van bovenaf geboden werd.
De Metaalarbeidersbond van Sao Paulo neemt dus een houding van klassensamen-werking aan, haar praktijk is pragmatisch en ze zegt er geen ideologie op na te houden ("want dat vult de maag van de arbeider niet"). Met behulp van de federale regering wordt aanvankelijk vanuit Sao Paulo de Nationale Confederatie van Metaalarbeiders opgericht. In 1991 is er dan Força Sindical, waarvan het stichtingsdocument 'Een project voor Brazilië' opgesteld wordt door hiervoor betaalde intellectuelen en van duidelijke neoliberale snit is (zoals u bij het begin van dit dossier hebt kunnen lezen.
Samen met de corrupte president Collor
Vanaf de jaren '90 kraakt Brazilië onder de neoliberale recepten. President en regeringsleider - in Brazilië worden traditioneel beide functies gecombineerd - is dan de flamboyante Fernando Collor. De figuur is niet onbesproken. Het verzet tegen zijn politiek neemt in de arbeidersklasse massale proporties aan. FS steunt zijn beleid. Weinigen weten op dat ogenblik dat FS uit de hand van de neoliberaal eet. Maar Collor wordt ook nog eens van corruptie beticht, wat vooral de jongeren massaal op straat doet komen. Uiteindelijk wordt de corrupte Collor officieel afgezet na een impeachment-procedure. De oude vice-president Itamar Franco ziet zich verplicht het ambtstermijn uit te maken. Antonio Magri, één van de oprichters van Força Sindical, was minister van arbeid in de regering Collor en ook hij wordt beschuldigd van geldverduistering.
Zoals we reeds weten stapte ook Medeiros in de politiek. Eerst als kandidaat in de deelstaatverkiezingen van Sao Paulo voor de Partido da Frente Liberal, een rechtse partij, opvolger van Arena en wiens voornaamste kaders vooraanstaande posities bezetten in alle ministeries sinds de dictatuur. Later gaat hij, zoals we weten, voor een zetel in het federale parlement. Hij is dan overgestapt naar de Partido Liberal, ook een... rechtse partij. Belangrijk: Força Sindical staat achter deze politieke keuze. Meer nog, die keuze belichaamt haar gewijzigde houding tegenover de politiek. Van een apolitieke houding gaat het naar actieve steun aan partijen die het neoliberale project ondersteunen. Dat blijkt ondermeer in zijn hevige oppositie tegen Lula, de presidentskandidaat van de PT, voormalig boegbeeld van de CUT.
In de loop van de jaren negentig steunt FS de privatiseringen zo fel dat ze de andere vakbonden, die het verzet organiseren, hevig op de korrel neemt. FS verdedigt in het sociaal overleg ook verschillende vormen van flexibilisering van de arbeidscontracten. Sommige van deze flexibiliteitsexperimenten worden door de federale regering overgenomen als wetsontwerpen, waarbij de regering zegt dat die het resultaat zijn van druk vanwege de syndicale beweging.
FS steunde heel het plan Real alsook de totale economische politiek van de huidige regering onder leiding van Fernando Henrique Cardoso, aan de macht sinds januari 1995. Dat plan Real is geen klein bier. Vanaf de lente van 1994 moet dat monsterplan via de invoering van een totaal nieuwe munt heel de samenleving liberaliseren. De gevolgen zijn zo bont dat zelfs FS, in een poging enige geloofwaardigheid te behouden, zich recentelijk verplicht ziet kritiek uit te oefenen 'op de manier waarop' de privatiseringen gebeurden: de talloze gevallen van corruptie, het begunstigen van economische groepen, de dramatische daling van de kwaliteit van de geprivatiseerde diensten. Maar in de optiek van FS zijn deze kritieken erop gericht het privatiseringsproces te herdenken, vlekkelozer te laten verlopen.
Banco da Terra
FS lanceert Força da Terra, de vakbond wil zich immers ook bekommeren om de arbeiders op het platteland. Landloze boeren zijn in Brazilië een massaver-schijnsel even groot als de verspilling van grote, onbewerkte landbouwoppervlakten. De MST (Movimento dos Sin Terra), de beweging van landloze boeren is er een massabeweging, op internationaal vlak één van de tenoren van de beweging tegen neoliberale globalisering via de internationale koepel Via Campesina. De MST organiseert grondbezettingen waardoor landloze boeren toegang krijgen tot de onbewerkte gronden.
Banco da Terra wordt voorgesteld als een openbaar Fonds voor Landbouwher-vorming. De vakbond ondertekende immers een "partenariaat"(6) met het ministerie van landbouwontwikkeling voor het toekennen van goedkoop krediet waardoor de landbouwer een lapje grond kan kopen en zich van de nodige basisinfrastructuur kan voorzien om de grond te bewerken. Het project wordt opgestart in FS-bolwerk Sao Paulo.
In de praktijk vormt de vakbond, via haar plaatselijke 'Technische Eenheden', zich om tot agentschappen, bemiddelaar tussen de boeren en de financiële agenten. In twee jaar tijd bereikte Banco da Terra al 20 deelstaten met investeringen van zo'n 420 miljoen real voor de financiering van 481 duizend hectare. Voor 2001 wil het ministerie 80 miljoen real vrijmaken voor de actie van Banco da Terra in Sao Paulo en 520 miljoen over heel het land.(7)
Banco da Terra is duidelijk een antwoord op de spectaculaire versterking van de MST en haar strategie van strijd voor een echte landbouwhervorming. In plaats dat de regering een echte landbouwhervorming afkondigt, maakt ze er via Força Sindical een handeltje van. Door toedoen van deze 'vakbond' wordt rechtmatige collectieve strijd pervers gesaboteerd door individuele boeren leningen te doen aangaan in ruil voor een lapje grond. De regering bespaart zich een democratische landhervorming, via Força Sindical krijgt ze een poot op het platteland. We zagen op arbeidersvlak eerder al hetzelfde gebeuren. Nochtans gaat het hier niet om een project van Força Sindical, eerder om de toe-eigening door FS van een politiek van de federale regering. Geen wonder dat de MST en de CONTAG (Confederaçao Nacional dos Trabalhadores na Agricultura, aangesloten bij de CUT) deze politiek boycotten.
Agrovila Palmares
Dezelfde logica is van kracht in het pilootproject in de gemeente Apodi in de deelstaat Rio Grande do Norte. Daar kocht de metaalbewerkersbond van Sao Paulo (FS) een gebied van 380 hectare op. De vakbond wil er van dit straatarm gebied een modeldorp maken dat zich "competitief op de markt inschakelt". Naam van dit project: Agrovila Palmares. Wellicht klinkt die naam bekend in de oren van Belgische syndicalisten: de CMB had 200.000 Amerikaanse dollar veil voor de realisatie van dit project. Ook de bankwereld is weer niet ver weg: de Banco do Nordeste steunt het project ook. En kijk, ook de regering is weer in de buurt, zowel de federale als die van de deelstaat. Op drie mei woonden vertegenwoordigers van al deze eerbiedwaardige instanties de officiële opening van dat 'modelproject' bij. CMB-voorzitter Herwig Jorissen ("The families of Agrovila Palmares thanks Mr. Herwig for the support given to our project") mocht samen met voorzitter Paulinho het gedenkplaatje onthullen.
CMB-voorzitter Herwig Jorissen
Dat CMB-voorzitter Herwig Jorissen Força Sindical gunstig genegen is, is een understatement. De werkelijke ontstaansgeschiedenis, aard en rol van FS moeten hem ontgaan zijn. Hoewel. Kàn een ervaren vakbondsverantwoordelijke - en a fortiori een ABVV-verantwoordelijke - intensief omgaan met dat soort Braziliaanse 'kameraden' zonder dat bij hem een rood knipperlichtje gaat branden? Ons volstond alleszins het lezen van de FS-basisdocumenten om te weten dat die vakbond geen uitstaans heeft met aard en praktijk van het ABVV. Stel je in België een vakbond voor, opgericht met geld van bij het VBO aangesloten ondernemingen en met geld van de federale overheid die de flexibiliteit en de privatiseringen ondersteunt en waarvan de voorzitter afgevaardigd wordt naar het parlement om er voor liberalen te zetelen? Kàn het Jorissen ontgaan zijn dat FS de corrupte Collor steunde en de neoliberale Cardoso? Kàn het Jorissen ontgaan zijn dat zijn 'kameraden' onderwerp zijn van een gerechtelijk onderzoek? Voor ons volstond het lezen van de Braziliaanse pers. En àls Herwig Jorissen daar allemaal niks van afweet en misleid werd, valt dat dan te verantwoorden? Op welke basis worden dan bevoorrechte banden aangegaan met vakbonden die men amper kent? Of weet Jorissen het allemaal wel, maar stoort het hem niet?
Nog dit. Jorissen weet alvast dit: "FS is de grootste vakbond van Brazilië en van Latijns-Amerika".(9) Hij liet dit optekenen nadat hij het 1 Mei-feest van FS in Sao Paulo bijwoonde (waarvan Paulinho grif toegeeft dat het betaald werd door giften van het patronaat). Gelukkig voor de Braziliaanse arbeiders en boeren loopt het zo'n vaart niet.
Ten eerste beweert FS in Brazilië zelf niet de grootste vakbond te zijn. Officieel telt FS 1.541 aangesloten entiteiten (tegen 3.100 bij de CUT). Naar eigen zeggen telt haar 'basis' - wat niet betekent aangesloten en betalende leden - 12 miljoen mensen. De CUT telt 8 miljoen aangesloten en betalende leden. Haar basis wordt geschat op 20 miljoen leden. Internationaal speelt de CUT een belangrijke rol. Ze is één van de organisatoren van het Wereld Sociaal Forum (WSF). Als lid van de ORIT, de Latijns-Amerikaanse tak van het IVVV, organiseert ze ook het tweede Wereld Sociaal Forum dat begin 2002 opnieuw zal doorgaan in Porto Alegre. De ORIT ondertekende trouwens de 'verklaring van sociale bewegingen' op het eerste WSF. Maar dit alles maakt weinig indruk op Força Sindical, die net als de Braziliaanse regering en ondernemingen het WSF met een zeer scheef oog bekijkt. Jorissen die de CMB nochtans laat congresseren over 'internationale solidariteit' en 'globalisering vanonder uit', zwijgt zedig over deze enorm belangrijke evolutie van de Braziliaanse en Latijns-Amerikaanse vakbonden naar meer internationale samenwerking tegen de neoliberale globalisering. Het gaat hier toch over geen detail? Maar tja, het veronderstelt dan wel dat 'het obstakel' Força Sindical weggenomen wordt zodat de CMB-leden, militanten en verantwoordelijken een echte kijk op het echte Braziliaanse syndicalisme kunnen hebben.
Noten:
(1) Força Sindical, voorstelling, geschiedenis en statuten zijn te vinden op hun website: http://www.fsindical.org.br Een uiterst summiere semi-officiële voorstelling is te vinden op de website van het IVVV http://www.icftu.org in een geschreven bijdrage van Luca Bonacini in 'Trade Union World' van 1 mei 1999.
(2) Alles over het Braziliaanse parlement en de fracties die er deel van uitmaken, verneemt u op http://www.camara.gov.br
(3) Lilian Christofoletti in Folha de Sao Paulo, 9 oktober 2001.
(4) O Globo, 9 oktober 2001
(5) Zie onder meer Policarpo Junior in Veja van 10 oktober 2001.
(6) Banco da Terra, FS-voorstellingsbrochure van het project
(7) 1 real is ongeveer twee Amerikaanse dollar
(8) Apodi, Na Caatinga do Sertao nasceu Agrovila com produçao, propagandabrochure van Força da Terra
(9) De Nieuwe Werker, 25 mei 2001