arch/ive/ief (2000 - 2005)

Open brief tegen de inhaligheid van de muziekindustrie
by Jan Claus (posted by bart) Saturday October 06, 2001 at 04:33 PM
jan.claus@digilife.be

Antwoord op enkele opiniebijdragen in de standaard over de billijk vergoeding en de muziekindustrie

Antwoord op volgende opiniebijdragen in "De Standaard":

*) Inkomen artiesten bedreigd
De billijke vergoeding betaalt het secundaire gebruik van onze muziek en vergoedt dus een door
ons geleverde prestatie

De Standaard, dinsdag 04 september 2001
http://www.standaard.be/archief/zoeken/DetailNew.asp?articleID=DSS04092001_002

*) Geen ander alternatief dan vervolging
Van onze redacteur
Peter Vantyghem

De Standaard, woensdag 12 september 2001
http://www.standaard.be/standpunt/opinie/index.asp?articleID=DST12092001_042&DocType=detail.asp
----------------------------------------------------------------------

Kreativiteit onafhankelijke amateurartiesten en onafhankelijke konsertorganizatoren bedreigd door de muziekindustrie

Enkele bekende beroepsmuzikanten deden in "De Standaard" van 04 september 2001 een pleidooi voor de billijke vergoeding voor de uitvoerende muzikanten. In de kranten hoort men altijd maar het standpunt van de muziekindustrie (grote platenmaatschappijen, auteursrechtenorganizaties, muziekzenders,...) en "grote" beroepsartiesten, maar niet dit van de "kleine" (amateur)artiesten en onafhankelijke konsertorganizatoren die niet volgens het "copyright"- maar volgens het "copyleft"-principe werken. Nochtans worden hun rechten heel vaak met de voeten getreden door diezelfde muziekindustrie die al jaren steen en been zit te klagen. Als onafhankelijke (amateur)artiesten, onafhankelijke konsertorganizatoren en hun sympatizanten willen wij dan ook eens een ander klokje laten luiden.

De doorsnee muziekliefhebber wil de rechthebbende auteurs best een rechtvaardige vergoeding betalen, maar beginnen wel meer en meer in opstand te komen tegen het arrogante en vooral inhalige gedrag van de muziekindustrie. Via de aankoop van een CD betaalt hij al een heffing. Wil hij het voor eigen gebruik nog eens opnemen, dan betaalt hij nog eens via een heffing op de informatiedrager of de opname-apparatuur. Houdt hij een kaffee open, dan moet hij nog eens betalen. Houdt hij een fuif in zijn kaffee, dan moet hij nog eens betalen. Organizeert hij een konsert, dan moet hij nog eens betalen. Verder wordt alles dan ook nog eens erg abstrakt opgesplitst in de auteursrechten voor de auteurs en de billijke vergoeding voor uitvoerende muzikanten, een voor muziekliefhebers erg abstrakt en kunstmatig onderscheid daar auteurs en uitvoerende artiesten in de praktijk vaak dezelfden zijn, wat voor muziekliefhebbers dus overkomt als twee keer voor hetzelfde betalen. Daar bovenop probeert men een konsertorganizator ook nog eens bedrijfsvoorheffing te doen betalen op een kostenvergoeding voor transport voor optredende amateurmuzikanten, al is dit laatste eerder een ekstra last die door Vadertje Staat wordt opgelegd.
Hoeft het dan te verwonderen dat muziekliefhebbers de indruk krijgen dat de muziekindustrie echt de allerlaatste cent uit hun zakken wil kloppen? En dat ze de indruk krijgen dat hun geld niet terechtkomt waar het moet als artiesten maar blijven klagen dat ze niet krijgen waar ze recht op hebben? Deze muziekindustrie maakt zich trouwens ook allesbehalve sympatiek als alvast een deel van hen ook winkels waar tweedehands-CD's en -platen worden verkocht vizeren en een internetkonsumentenblad afdreigen met een rechtszaak omdat het over het MP3-fenomeen durfde schrijven en enkele links naar MP3-sites publiceerde. Alsof de autoindustrie ons zou willen verbieden om een tweedehandswagen te kopen; alsof de autoindustrie konsumentenbladen zou vervolgen als ze over een nieuwe konkurrent zouden durven schrijven.

Als onafhankelijke konsertorganizatoren en onafhankelijke muzikanten moeten wij ons voortdurend tegen de inhaligheid van de muziekindustrie verdedigen, die ons zelfs wil doen betalen voor het weergeven van ons eigen werk! Alhoewel wij in de praktijk vaak uitsluitend werken met artiesten die niet bij een auteursvereniging zijn aangesloten en wiens werk dus niet door hen beschermd is, krijgen wij toch regelmatig inhalige inningskantoren van auteursmaatschappijen over de vloer. Die krijgen immers een percentje op hetgeen ze voor deze auteursmaatschappijen te innen. Ze hebben er dus belang bij om zoveel mogelijk voor hen te innen, ook als dit voor een deel niet-verschuldigde bedragen zijn. Als de konsertorganizator dan durft te protesteren dat geen enkele van de bands in kwestie bij een auteursorganizatie zijn aangesloten, dan wordt die afgedreigd met rechtszaken. Veel organizatoren betalen dan maar die niet-verschuldigde rechten voor de minste mizerie. Zelfs onafhankelijke muzikanten die gewoon een optreden van zichzelf organizeren moeten dan vaak niet-verschuldigde auteursrechten afdokken om hun eigen werk te mogen spelen! Deze niet-verschuldigde bedragen worden echter niet aan deze niet-aangesloten artiesten uitbetaald, maar aan de "grote" artiesten die wel zijn aangesloten. Deze onafhankelijke muzikanten beschouwen dit nog veel meer als diefstal van hun eigen werk door de muziekindustrie dan eventuele inkomsten die ze zouden kunnen mislopen als hun werk op een fuif zou worden gedraaid. Als een onafhankelijke organizator het vertikt om niet-verschuldigde rechten te betalen op een konsert van uitsluitend niet-aangesloten artiesten, dan begint het inningskantoor dan maar met spitsvondigheden zoals de mogelijke covers dat deze bands eventueel van beschermde werken zouden kunnen spelen, waarbij de bewijslast voortdurend bij de organizator wordt gelegd. Of sleurt men hen gewoon voor de rechtbank op basis van juridische spitsvondigheden.

Deze auteursrechten komen vaak niet bij de juiste personen terecht. Zoals eerder gezegd worden niet-verschuldigde rechten niet uitbetaald aan de oorspronkelijke auteurs, maar aan auteurs die wel zijn aangesloten. En zelfs onder de aangesloten auteurs worden die bedragen niet eerlijk verdeeld. Zo worden bijvoorbeeld "statistisch niet-signifikante" bedragen niet uitgekeerd. Waar gaan die dan naartoe? Naar de auteursmaatschappij? Naar de "grote" artiesten? In ieder geval niet naar de rechthebbende. Ook bij forfaitair geïnde bijdragen verschuilt een auteursmaatschappij zich vaak achter het argument dat ze onmogelijk de juiste verhoudingen onder de rechthebbenden kan bepalen, laat staan deze van de niet-aangesloten auteurs. Maar toch vraagt ze playlists aan radio- en TV-stations met als doel deze verhoudingen vast te stellen. Waarom gebruikt ze die informatie dan niet voor een rechtvaardige evenredige verdeling over alle rechthebbende artiesten, zowel degene die zijn aangesloten als deze die dit niet zijn? En het gedeelte van de niet-aangeslotenen gewoon niet te innen of anders aan hen uit te betalen of -meer in overeenstemming met het "copyleft"-principe- te geven aan een non-profitdoel naar keuze van de rechthebbende?

Daar waar "copyright" uitgaat van het principe dat er voor elk gebruik van een werk aan de auteur moet betaald worden en een werk niet zonder de toestemming van de auteur of zijn/haar vertegenwoordiger mag worden gebruikt, gaat "copyleft" daarentegen uit van het principe dat iedereen het werk van de auteur mag gebruiken voor niet-kommerciële doeleinden. Pas als men hun werk gaat verkopen (meestal in de vorm van CD's) willen ze ook een dikke vinger in de pap hebben en ook hun deel krijgen van degene die ze verkoopt. Over gebruik van hun werk op fuiven, het draaien op de radio en het coveren ervan door andere artiesten maken ze praktisch nooit een probleem. Integendeel, ze beschouwen dit vaak als een kompliment en als gratis reklame voor hun CD's, hun optredens en hun merchandising (posters, T-shirts, ...) waarvan ze het vaak moeten hebben.
Kleine onafhankelijke (amateur)muzikanten werken vaak volgens het "copyleft"-principe. Zij spelen eerder voor hun plezier en beschouwen het eerder als een kompliment als hun muziek wordt gedraaid of gecoverd. Ze zijn tevreden met de inkomsten uit konserten, CD-verkoop en merchandising. Vaak zijn ze voor een konsert zelfs al tevreden met een kostenvergoeding voor het transport, een maaltijd en een slaapplaats. Voor hen is het een manier om met hun hobby een stukje van de wereld te zien. Vooral bij "kleinere" en wat aparte muziekgenres die niet mainstream zijn is dit een tamelijk gebruikelijke regeling. Ook veel beroepsartiesten zijn vaak op die manier begonnen, maar zijn dit ook even vaak vergeten.
Organizaties van georganizeerde auteurs reageren altijd met het argument dat deze onafhankelijke (amateur)muzikanten zich maar bij hen moeten aansluiten. Ze kunnen blijkbaar maar niet begrijpen en aanvaarden dat er ook niet-georganizeerde muzikanten zijn.

De muziekindustrie is één van de laatste ekonomische sektoren (samen met brouwerijen) waar erg eenzijdige kontrakten gelden en waar de "klanten" (in dit geval minder bekende artiesten en de muziekliefhebbers) als onmondige kinderen worden behandeld die -als ze durven protesteren en tegenspreken- als stoute kinderen moeten worden gestraft door hen voor de rechtbank te sleuren. En dit terwijl bijna alle andere ekonomische sektoren hun klanten tegenwoordig als mondige konsumenten behandelen die het recht hebben om naar de konkurrentie te gaan.
Veel platenmaatschappijen laten muzikanten een erg eenzijdig kontrakt ondertekenen dat hen jarenlang verplicht om bij dezelfde platenmaatschappij CD's uit te brengen, hen het gebruik van opnames van hun eigen werk verbiedt (getuige de vele processen rond de zogezegde "master"-opnames), hen de verplichting oplegt om een (meestal hoog) minimum aantal CD's te verkopen, en hen soms zelfs een boete oplegt als ze dit minimum niet halen. Het gaat hier vaak om eenzijdige feodale kontrakten met vele bladzijden plichten en enkele zinnetjes rechten voor de artiest. De zogezegde risiko's die grote platenmaatschappijen nemen zijn vaak volledig naar de artiest doorgeschoven. Je moet al heel veel verkopen vooraleer je als artiest aan zo'n kontrakten voordeel doet. Meestal is dit voordeel dan ook alleen maar weggelegd voor enkele suksesvolle artiesten, terwijl de grote meerderheid van de artiesten die bij zo'n grote platenmaatschappijen onder kontrakt zijn eerder worden uitgebuit door hen.

Voor veel artiesten zijn kleine onafhankelijke platenlabels die volgens het "copyleft"-principe werken of uitgave in eigen beheer vaak de enige manier om hun werk uit te brengen. De huidige technologie waarbij ze zelf op een tamelijk goedkope manier hun eigen werk op CD's kunnen branden en uitgeven is vanuit het standpunt van het demokratizeren van de muziek alleen maar toe te juichen. Uiteraard is de muziekindustrie voor deze nieuwe vorm van artistieke vrijheid waarbij ze overbodig wordt erg bang. Ze zou immers wel eens meer normale ekonomische relaties met de artiesten en de muziekliefhebbers moeten aangaan. Ze probeert toch nog een graantje mee te pikken van de huisvlijt van deze onafhankelijke artiesten door bijvoorbeeld op de informatiedragers die deze gebruiken (tapes, CD-r's, mini-discs,...) een heffing voor auteursrechten te laten innen, die ze dan volgens hun eigen kriteria aan hun eigen leden uitdelen. De onafhankelijke artiest betaalt dus auteursrechten aan anderen om zijn eigen werk te mogen opnemen, en ervaart dit dan ook als legale diefstal door de muziekindustrie.

De muziekindustrie en de "grote" beroepsmuzikanten willen dat de konsument een vergoeding betaalt voor de muziek die ze beluisteren? Wel, geen probleem! Als muziekliefhebbers hebben we niets liever dan dat onze zuurverdiende centen zoveel mogelijk terecht komen bij de desbetreffende artiesten zelf en zo weinig mogelijk ergens onderweg blijven plakken aan andere handen. Maar laat de muziekindustrie en de officiële auteurs- en artiestenorganizaties dan maar eens beginnen met zelf het spel korrekt te spelen! Laat ze maar eens ophouden om altijd ongevraagd een "copyright"-vergoeding te vragen op "copyleft"-werk van onafhankelijke (amateur)artiesten. Laat ze de verworven inkomsten maar eens evenredig verdelen over alle artiesten in kwestie in plaats van "statistisch niet-signifikante bedragen" voor "kleinere" artiesten uit te keren aan henzelf of aan de "grote" artiesten. Laat ze dan ook bedragen die ze ongevraagd geïnd hebben voor het werk van niet-aangesloten artiesten ook aan deze uitbetalen of -meer in overeenstemming met het "copyleft"-principe- uitkeren aan een non-profitorganizatie naar de keuze van deze onafhankelijke artiesten in kwestie. En laat ze dan maar eens ophouden met muziekliefhebbers te behandelen als stoute en/of onmondige kinderen die moeten worden gestraft als ze niet luisteren.

Wij doen hier als onafhankelijke muzikanten en onafhankelijke konsertorganizoren meteen enkele voorstellen:

*) Een even goede wettelijke bescherming van het "copyleft" als van het "copyright". Dit wil zeggen: een verbod op het innen van "copyright" op werken die onder het "copyleft" vallen. En terugbetaling of doorstorten naar non-profitdoeleinden van forfaitair geïnde bedragen op "copyleft"-werk (op radioprogramma's met "copyleft"-werk, op informatiedragers die artiesten gebruikten voor eigen opnames,...). Met andere woorden: muziekindustrie, handen af van ons "copyleft"-werk!

*) Een degelijke wettelijke bescherming voor ALLE artiesten: een sociaal statuut voor de beroepsmuzikanten en een even goede bescherming van de rechten van amateurmuzikanten.

*) Een aangepaste copyrightwetgeving ten voordele van artiesten én konsumenten. Die moeten het recht krijgen om rechtstreeks zaken met elkaar te doen zonder de tussenkomst van auteursrechtenorganizaties of grote platenmaatschappijen. En als gevolg daarvan: afschaffing van auteursrechten en dergelijke op konserten en andere live-uitvoeringen waar organizatoren en artiesten rechtstreeks zaken met elkaar kunnen doen. Dit systeem is niet meer aangepast aan de huidige tijd en geeft aanleiding tot teveel burokratie en teveel misbruik van sommige inningskantoren van auteurs- en artiestenorganizaties. Vaak komen die rechten dan niet terecht voor wie ze eigenlijk waren bestemd, maar bij anderen ("grote" bands, auteursrechtenmaatschappijen, platenmaatschappijen,...). De auteurs zelf kunnen dit kompenseren door dan een iets hogere vergoeding te vragen aan de organizator, die dan het verschuldigde ekstra bedrag rechtstreeks aan de auteurs kan betalen in plaats van via de omweg van auteursrechtenmaatschappijen. Zo worden de auteurs rechtstreeks vergoed zonder de overbodige tussenkomst van inningskantoren en zijn konsertorganizatoren tenminste zeker dat de ekstra vergoeding voor de artiest wel degelijk terecht komt bij de artiest in kwestie. Eventueel kunnen artiest en konsertorganizator dan samen in alle vrijheid beslissen dit ekstraatje te gunnen aan beginnende bands in het voorprogramma van een konsert om nieuw talent aan te moedigen.

*) Een wettelijke bepaling dat alleen de auteur zelf rechten kan laten gelden op zijn werk en eigenaar is van de oorspronkelijke opnames. Daar bovenop een verbod op eenzijdige eksklusiviteitskontrakten waarbij platenmaatschappijen alle risiko's naar artiesten doorgeschuiven, en hen daarbij minimumafnames en boetes bij het niet halen ervan oplegt. Ook moet een artiest na een periode van maksimaal 1 à 3 jaar het kontrakt kunnen opzeggen, zoals dit kan bij bijvoorbeeld huurovereenkomsten en verzekeringskontrakten. Ontevreden artiesten moeten zonder problemen hun platenmaatschappij kunnen verlaten en naar de konkurrentie gaan, net zoals dit bij andere ekonomische sektoren het geval is. En verder mogen platenmaatschappijen geen eigenaar meer zijn van het werk van de auteurs (en dus ook niet van de zogezegde "mastertapes"), maar moeten ze voor hun diensten aan hen maar op een meer normale manier een vergoeding vragen. De muziekindustrie moet ook maar eens volgens de regels van de andere ekonomische sektoren beginnen werken.

*) Geen kunstmatig onderscheid tussen de auteursrechten voor de auteurs en de billijke vergoeding voor de uitvoerende artiesten, die vaak dezelfden zijn. Laat ze hun rechten innen door een gemeenschappelijk inningskantoor en dan alles onderling regelen in plaats van konsumenten de indruk te geven dat ze twee keer voor hetzelfde betalen.

*) Ook moet de BTW op CD's dezelfde worden als deze van andere kultuurprodukten (zoals boeken), namelijk 6 procent in plaats van 21 procent. Verder moeten platenmaatschappijen verplicht worden hun veel te hoge prijzen voor CD's naar beneden te brengen en moeten auteurs- en artiestenrganizaties ophouden om rechten te innen waar ze in feite geen recht op hebben (zoals op konserten waar geen beschermde werken werden gespeeld).

*) Voor organizatoren van konserten en andere evenementen een onderscheid maken tussen een kostenvergoeding en een loon voor de artiesten. Nu moeten bijvoorbeeld kleine konsertorganizatoren op belachelijk kleine kostenvergoedingen voor amateurmuzikanten vaak toch bedrijfsvoorheffing betalen.

De onafhankelijke artiesten, onafhankelijke konsertorganizatoren en hun sympatizanten