Terreur en contraterreur in de media, sinds 11/9, een analyse by JP Everaerts Wednesday October 24, 2001 at 11:28 PM |
mediadoc.diva@skynet.be |
De hier volgende bespreking/analyse behandelt de manier waarop (vooral) de Belgische (en met name de Vlaamse) media berichtten in de eerste zes weken (woensdag 12/9 - woensdag 24/10) na de terreuraanslagen van 11 september op de V.S. Let op voor het printen: tekst is 30 p. lang
"In tijden van oorlog is de waarheid het eerste slacht offer." Hiram Johnson, Amerikaans senator, 1917
Inleiding: 'Media-escalatie' zonder bezinning
Elke dag sterven er wereldwijd naar schatting 36.000 kinderen door honger en ondervoeding. Elke dag worden bloedige maar vergeten (burger)oorlogen uitgevochten in landen zoals Congo, Colombia, Sri Lanka ... In Centraal-Afrika alleen al vielen de jongste jaren meer dan drie miljoen doden, maar voor hen laten we onze slaap niet. VTM en VRT brengen er nauwelijks beelden van, zelfs niet als onze premier de ex-kolonie bezoekt. De Kongolese 'lijken' lijken ook zo ver van hier. Hun dood is voor onze 'humane beschaving' geen enkele bedreiging. Naar Kongo gaan we niet werken of zonnen en de moordenaars die ginder actief zijn, werken voor de lokale slachtmarkt.
"Een journalistieke wet" schreef Willem De Bruin in 'De Volks krant', "wil dat de aandacht voor een ramp wordt bepaald door het aantal slachtoffers gedeeld door de afstand. Afstand moet hier niet alleen worden begrepen als de fysieke afstand tussen ons en de slachtoffers, maar ook als de psychologische af stand. Het verlies van een naaste doet nu eenmaal meer pijn dan de dood van een onbekende in een ver land."
Die journalistieke wet plus de 'politieke lotsverbondenheid' en culturele verwantschap tussen Europa en Amerika maken dat één dag van het jaar 2001 op ons netvlies gegrift staat: 11 september. Die dag stortten drie gekaapte vliegtuigen zich op gebouwen in New York en Washington. De beelden van de instor tende 'Twin Towers' ("waar velen van ons zelf ooit op het dak stonden", schreef Willem De Bruin lichtjes overdrijvend) gingen 'life' de wereld rond.
Ondanks het feit dat we op CNN bijna geen dode New Yorker te zien kregen leefden we van minuut tot minuut met de getroffen Amerikaanse stadsbewoners mee. Overlevenden brachten voor de camera's hartverscheurende verhalen. En er waren de spectacu laire beelden van de vliegtuigen die invlogen op de WTC-to rens, de ontploffing, de instorting ... Meer dan alle onzicht bare doden waren het de eindeloos herhaalde beelden van de brandende torens die ons raakten. 'Nooit meer veilig' titelde De Standaard de dag nadien. Oud-minister Mark Eyskens sprak op 11/9 op de VRT al over de 'Derde Wereldoorlog' ... De toon was gezet.
Zowel in binnen- als buitenland schuwden de media de grote woorden niet. Dit was een aanval op het hart van onze Westerse beschaving. Dit kon niet ongestraft blijven. We zouden terug slaan ... In heel het Westen maakten de media ons via de 'War on America' rijp voor de 'War on Terror' ...
Kranten en weekbladen brachten extra-edities, journaals ver drongen alle andere radio- en televisieprogramma's en ook Internet leverde zijn bijdrage door een niet te stelpen stroom aan berichten én geruchten die soms (zoals het verhaal over de 'valse' beelden van de juichende Palestijnen, zie verder) voor hevige discussies in de klassieke media zorgden.
Kortom: de media konden hun belang weer volop bewijzen. Alle overheden waren zich daar van bewust. Ze schakelden overal waar mogelijk de media (ook de zogenaamd onafhankelijke, commerciële media) voor hun eigen agenda's in.
Jim Schilder verklaarde in De Standaard (13/10) het grote belang dat de Amerikaanse overheden aan de media hechten als volgt. "In de jaren zestig werd op grote schaal gedemonstreerd tegen de Vietnamoorlog, terwijl de media nog meeliepen met het Witte Huis. Na het Tet-offensief in 1968 verklaarde de gezag hebbende nieuwslezer Walter Cronkite dat de oorlog niet te winnen was, waarna president Johnson gezegd zou hebben: 'Als ik Cronkie kwijt ben, ben ik doorsnee-Amerika kwijt." De oorlog duurde wel nog zeven jaar, maar vaak hoor je ook nu weer dat de Amerikaanse militairen denken dat ze de Vietnam- oorlog op de beeldbuis verloren hebben. Dat zal hen geen tweede keer overkomen. De Golfoorlog was er al één van enorme censuur en ook van de oorlog in Afghanistan krijgen we nauwe lijks iets te zien. Wat nog in de hand gewerkt wordt door het feit dat de oerconservatieve Taliban zowat alle media in hun land verboden hadden.
De terroristen die op 11 september toesloegen wisten echter maar al te goed hoe de Westerse massamedia te bespelen. "De aanslag werd live door CNN uitgezonden en de terroristen lieten de vijandelijke media opdraaien voor de kosten van hun mondiale propaganda" stelde Piet De Moor in De Morgen (13/10). "Ze haalden de Amerikanen op alle terreinen naar beneden door ze - als donderslag bij heldere hemel - te treffen in hun symbolen, hun macht, hun brains, hun vriendschappen en lief des. De terroristen maakten de Amerikanen belachelijk door hun aanslag te ensceneren als een panoramisch spektakel, opgevoerd in het mondiale stadion, waarin gebruikt werd gemaakt van de filmfantasie van Hollywood, de Flight Simulators van Microsoft en de vliegroutes die je terugvindt op de websites van inter net. Door 's morgens toe te slaan zorgden de misdadigers voor een dagvullend tv-programma."
De Moor sprak van een "mediale escalatie". Bij zo'n escalatie, waarbij overheid en terroristen geen inspanning onverlet laten om de media naar hun hand te zetten, zou je hopen dat er in de mediawereld een ruime bezinning op gang komt. Dat gebeurde echter nauwelijks.
In één van de zeldzame mediakritische artikels die er tijdens de eerste zes weken na de terreuraanslagen van 11/9 in de Vlaamse pers opdoken (een artikel van Chris De Stoop in Knack van 17/10) stelde de Gentse mediadeskundige Hans Verstraeten dat de media na de aanslagen van 11 september de oorlogslogica even hard ondersteunden als de militairen. "Daar zijn ze volgens mij serieus uit de bocht gegaan. Niet alleen in de Amerikaanse maar zelfs in de Belgische media had je meteen die teneur. In feite lieten ze allemaal steeds dezelfde klok horen: de aanslagen waren een aanval op het Vrije Westen en dus moest het hele Vrije Westen wel terugslaan. (..) In Ameri ka waren er zelfs media die al te kritische stemmen meteen buitengooiden. Dan blijkt dat niet alleen objectiviteit maar ook pluralisme een luxeproduct is voor in vredestijd."
Laten we nu medium per medium bekijken hoe één en ander zich manifesteerde.
1. De geschreven pers: alleen maar schoonheidsfoutjes ?
"Het is natuurlijk cynisch" constateerde Luc Standaert in het vakblad 'De Journalist' (25/9), "maar de media hebben in de hele wereld een absolute topweek gehad na de vreselijke aan slagen. Ook bij ons scheerden krantenverkooop en kijkcijfers ongeziene pieken."
De geschreven pers mag dan bij rampen zoals de terreuraansla gen in de V.S. niet op kunnen tegen de snelheid van de elek tronische media, toch werden er na de aanslagen massa's extra (dikke) kranten en tijdschriften gedrukt.
De pers mag dan 'tweedehandsnieuws' brengen zoals Gaston Durnez het in het weekblad Tertio (19/9) omschreef, "ze voegt er uitgebreide getuigenissen aan toe van eigen verslaggevers of gelegenheidscorrespondenten, plus uitleg en commentaren. (...) Zo kregen we eindelijk nog eens producten te zien die geleken op Echte Kranten, dagbladen die een journalist het troostrijk gevoel geven: 'De gedrukte pers is wel in de ver drukking gekomen, maar als het er werkelijk op aankomt, is zij nog tot serieus werk in staat.'" En de lezers stelden dat op prijs. Durnez: "De Vlaamse kranten drukten de eerste week twintig tot veertig procent meer exemplaren. Naar verluidt werden er gemiddeld zo'n kwart meer Vlaamse kranten verkocht."
Durnez moest echter ook vaststellen dat de gedrukte pers economisch moeilijke tijden meemaakt én dat de Vlaamse pers haar commentariërende rol niet altijd met even veel ernst op zich neemt. Vooral de vele 'oorlogskoppen' stoorden hem.
Veel oorlog, weinig vrede
Leg je de 'covers' naast elkaar van een aantal kranten en tijdschriften van na de aanslagen en de Amerikaanse 'vergel dingsaanvallen', dan springen diverse verschillen dadelijk in het oog.
* Zeg nooit 'nooit'
De Morgen pakte de dag na de aanslagen nog uit met een artis tieke cover met als titel: 'Apocalyps'. Zusterkrant Het Laat ste Nieuws stelde cru: 'Amerika in oorlog'. 'Dit is oorlog' schreeuwde ook Het Volk. Dag twee volgde ook De Morgen: 'Ten Oorlog' ...
Het weekblad Knack bracht een speciale editie met als op schrift: 'Aanslag op de wereld'. Hubert van Humbeeck betitelde het Knack-edito van 19/9 met 'Nooit meer vrede.' Eerder kopte De Standaard: 'Nooit meer veilig' "De wereld gaat een nieuw tijdperk binnen, één waarin niemand zich nog veilig kan voe len." Aan absolute termen geen gebrek. Alleen de Financieel Economische Tijd hield het hoofd koel. De FET noteerde oven zijn openingsartikel, "met de nuchterheid van een zakenman die zijn balans opmaakt" (dixit Durnez): 'Terreur vernietigt hart van de Verenigde Staten.'
De Standaard (die overigens interessante analyses bracht, daar niet van) maakte nog op 29/9 een uitschuiver met het artikel 'Waar ben ik nog veilig ?' In blokjes van een 20-tal lijnen (lang genoeg dus voor een gefundeerd antwoord ...) werd inge gaan op vragen zoals: "Moet Saddam Hoessein uitkijken ?, Wat is het allerergste scenario ?, Wat doe ik als mijn vliegtuig gekaapt wordt ?, Zijn wij het volgende doelwit ?"
* Aanslagen = 'oorlog', bombardementen = 'vergelding'
Na de aanslagen op de V.S. hadden de meeste media het dus al over 'de nieuwe oorlog', 'Amerika in oorlog' ...
Na de eerste bombardementen op Afghanistan kopte Knack: 'De Vergelding' (daarmee voorbijgaand aan het feit dat men niet eens weet of Afghanistan wel iets met de terreur in de V.S. te maken heeft). La Libre Belgique was zo krijgshaftig om 'Ripos te militaire, acte I' te titelen.
* Het mannetje in plaats van het regime
Naargelang een krant zich tot een 'breder' publiek richt, wint het emotionele en 'persoonlijke' het vaak van het rationele. 'Het Laatste Nieuws' had het na de aanslagen onder andere over 'Tranen tegen terreur' (HLN, 15/09). De dag na de eerste aanvallen op Afghanistan prijkte president Bush op de cover met als titel: 'Bommen voor Bin Laden' (HLN, 8/10). De Stan daard daarentegen kopte: 'VS beginnen militaire campagne tegen terreur'.
* Weggetrukeerd
Standpunten van de vredesbeweging moest je in het begin zoeken op Internet of in het enige linkse weekblad dat België nog rijk is: Solidair. 'Vrede trekt de straat op' titelde Solidair van 3 oktober. Later wees ook De Morgen er op de voorpagina op dat het standpunt van de vredesbeweging in de media niet aan bod komt. De Standaard wees eveneens op het 'doodzwijgen van de vredesdemonstranten': in de V.S. werden in de eerste weken na de aanslagen reeds tal van vredesoptochten georganiseerd, "maar via het indrukwekkende nieuwsaanbod op tv en internet is er niks over te vinden. Wie er niet bij was, weet niet dat ze hebben plaatsgevonden" berichtte Jim Schilder (De Standaard, 13/10). Zowel De Morgen als De Standaard hadden het wel over de Amerikaanse vredesbeweging ...
Het viel overigens ook op hoeveel 'buitenlandse copij' er in kranten zoals De Morgen en De Standaard staat. Die 'copij' mag dan van hoge kwaliteit zijn (wat bv. zeker geldt voor de Brit Robert Fisk (The Independent) wiens stukken in De Morgen echt op het debat wogen), het gevaar dreigt dat we zo toch weer met een buitenlandse bril op zitten. Al kan dat nu en dan zeker geen kwaad; als het maar duidelijk is.
* De terroristen zijn onder ons
De pers ging ook driftig op zoek naar terroristen in eigen land. De Morgen (15/9) pakte uit met 'Bin Laden: De Belgische connectie'. Humo had het over de 'De Heilige Oorlog in België: Humo sprak met radicale moslims - Spijtig dat heel Amerika niet in de lucht is gevlogen' (9/10) en over "Het geheime moslimleger in België" (16/10). Maomagazine (11/10) zocht dan weer naar de 'Heilige Oorlog op het Net'. Enzovoort ...
Nu moet de pers wel degelijk aandacht hebben voor de misdaad in de samenleving: deskundigen waarschuwen al langer dat in de strijd tegen de georganiseerde misdaad, onze samenleving het water aan de lippen staat. Het toontje en de sensatiezucht waarmee de pers vaak over de misdaad bericht, is er te veel aan. En het wordt nog erger als men ongenuanceerd misdaad, geloof en ras met elkaar gaat combineren.
Merkwaardig was ook hoe ene Martin Van Creveld in de media opdook, een zionistisch Israëlisch historicus en 'polemoloog' die denkt dat "terreur een normale zaak wordt: we zullen er mee moeten leren leven". Van Creveld vindt dat "Arabieren binnen onze (Israëlische) grenzen veel gevaarlijker zijn dan buiten onze grenzen." (Humo 16/10) In De Morgen (22/9) beweer de hij dat "de democratie zal ten onder gaan" en vervangen wordt door middeleeuws aandoende feodale staten. Van journa listiek weerwerk was bij die beweringen geen sprake.
* Veel 'baardmannen', weinig vrouwen en kinderen
Het viel op hoe de media in het algemeen vooral BEELDEN brach ten van mannen: heldhaftige Amerikanen, verdachte moslims ... Vrouwen en kinderen kregen we minder te zien.
Commerciële bladen pakten op hun covers herhaaldelijk uit met angstaanjagende 'baardmannen': van Bin Laden zelf of van al dan niet opgezweepte 'volgelingen'.
Het ecologisch-sociale maandblad 'Imagine' daarentegen plaats te op de cover van zijn oktobernummer twee Afghaanse kinderen. In de commerciële publicaties moest je voor berichten over Afghaanse vrouwen en kinderen meestal op de binnenpagina's terecht.
Waarom ook kwamen er in de media zo weinig vrouwen aan het WOORD over terreur en oorlog ? Dat zijn natuurlijk 'typische' 'mannenzaken' maar dat betekent nog niet dat de stem van de vrouw moet genegeerd worden. Zeker niet als we de Taliban een lesje in beschaving willen geven.
Blunderen (?) met illustraties
Kaarten van de 'islamwereld' doken de jongste weken overal op.
Zo bv. in Knack (17/10). Onder de titel 'De Islam in de we reld' bracht Knack een kaart met 'moslimpercentages', van '25- 49 %' tot 'meer dan 75 %'. Probeem: de kaart stond bij een artikel dat niet over de islam ging maar over 'De sluipwegen van het geld'. Die leiden - zo bleek - langs westerse banken en 'belastingsparadijzen'. Die staan niet te springen om klaarheid te geven. Van de Belgische banken schreef Dirk Drau lans dat "waarnemers menen dat de banken niet willen meewer ken". De banken vormen dus een probleem. Maar bij het artikel vond je geen foto van banken; naast de moslimkaart was er wel een foto van een jongen met bazooka en affiche van Bin Laden. Gewoon slordig illustratiewerk ?
Het populaire weekblad 'Dag Allemaal' gaf op 16/10 ook een kaart van de verspreiding van de islam. Na een artikel waarin een Belgische F16-piloot 'meevoelt met de Amerikaanse colle ga's in Afghanistan' ('In de lucht kan elke fout fataal zijn') volgde de bijdrage 'Alle macht aan Allah': over 'fundamenta listen die de islam claimen en oproepen tot heilige oorlog'. Als illustratie dienden twee foto's van biddende moslims en een kaartje. Als 'legende' stond daarbij enkel: "Cirkel: Streng islamregime', 'Driehoekje: Terreurgroepen', en dan bevolkingspercentages, van 80-100 % tot 10-20 %.
Een derde 'illustratie-fout' komt uit De Morgen. Op 18/9 bracht de krant een opiniestuk van een Afghaan die beschreef hoe de Afghanen het slachtoffer zijn van de Taliban, een 'wereldvreemde sekte psychoten'. De foto bij het stuk toonde echter "aanhangers van de soennitische extremistische groepe ring Sipah-e-Sahaba Pakistani". Wie het artikel "Oorlog tussen islam en het westen is wat Bin Laden wil" niet las, enkel er naar keek, kreeg dus het 'beeld' dat de schrijver net wou counteren.
Dat De Morgen graag met 'eros en thanatos' flirt, wisten we al. Opvallend was de combinatie die de krant op 1 oktober op haar voorpagina bracht. Onderaan links stond er het artikel "New York kreunt onder de 'terror sex'": veel angstige New Yorkers bleken 'het' nu extra vaak te doen. Naast dit artikel: een promotieaffiche van 'Teek', met een sexy geklede 'non' en de titel "De nieuwe sex". Tevergeefs: midden oktober werd Teek opgedoekt.
'De media maken de moslim.' En vice versa ?
"De media zijn de mensen tegen elkaar aan het opstoken. Ze prediken haat. Het is misdadig." Aldus een in New York wonende moslim in De Morgen van 19 september. Een deel van de Amerikaanse media vertaalde de woede om de aanslagen openlijk in een anti-Arabische hetze. De radiotalkshows waren vaak het ergste. Maar ook de geschreven pers deed mee. "Vermoord de smeerlappen" schreef Steve Dunleavy in The New York Post. "Schiet hen tussen de ogen, verpulver hen, vergif tig hen als het moet" enzoverder ... Op CNN vertelde ex-minis ter van Buitenlandse Zaken Eagleburger: "We moeten sommigen van hen vermoorden zelfs al zijn ze niet direct betrokken in deze aanslagen." De 'gematigde' Collin Powell formuleerde het op CNN zo: "We will bring them to justice or we will bring justice to them". 'Newspeak' om te zeggen dat de V.S. Bin Laden en co. willen vermoorden.
In het beste geval schreven de commerciële media wel dat 'het beeld van de moslims' in het westen, een vertekend beeld is. Maar waarom pakten ze dan zo vaak uit met angstaanjagende moslimkoppen, van Bin Laden & Co ? Waarom hielpen ze met hun voorpagina's de oorlogsstemming en de vrees voor islamitische medelanders aanwakkeren, in plaats van oog te hebben voor bijvoorbeeld de armtierige toestand waarin grote delen van de wereld verkeren ? Voor de verkoopcijfers ?
Ook in eigen land kwamen haatgevoelens tegen moslims tot uiting. Net als in de V.S. werden ook hier zelfs enkele Sikhs er het slachtoffer van.
Openlijk racistische uitvallen tegen moslims bleven in de pers wel beperkt tot de publicaties van extreem-rechtse groepen zoals het Vlaams Blok. Op de voorpagina van het partijblad van na 11/9 prijkte een foto van een brandende WTC-toren met daarboven de tekst 'In naam van Allah' ... Verder in het blad bleek de islamofobie van het Blok groter dan ooit. Het blad joeg zijn lezers ook schrik aan. 'Ze zijn onder ons' stond er twee keer heel suggestief. "Dit is perfect vergelijkbaar met wat nazibladen in de jaren dertig over de joodse bevolking schreven", merkte LVDK in Het Belang van Limburg op.
Verder werden er in Brussel folders gebust werden met een foto van de Sint-Mariakerk in Schaarbeek en een juichende tekst die meedeelt dat de kerk een moskee wordt. Wellicht een publicatie uit extreem-rechtse hoek, stelde Johan Leman van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding. Bij dat centrum liepen veel meldingen binnen van moslims die lastig gevallen en beschimpt werden. Het bleek ook dat het grootste wantrouwen tegenover moslims onder jongeren werd vastgesteld.
Dat wantrouwen werd gevoed door de nieuwsberichten over huis zoekingen bij Arabische mensen in België en elders. Dat creë erde het gevoel dat alle moslims en Arabieren potentiële terroristen zijn.
"Het imago van dé moslim is er na de aanslag op het WTC niet op verbeterd" stelden Nathalie Bekx en Edwige Roels in een column in De Standaard (22/09) vast. "Het lijkt of de moslim wereld wemelt van fundamentalistische zelfmoordfanatici."
Meer dan ooit denken we over moslims in stereotiepen. Dat danken we aan "vele westerse media die de voorbije decennia een weinig flatterende beeldvorming levendig hielden."
Dat werd recent in Nederland nog door media-onderzoek beves tigd. "De Nederlandse media geven een negatief beeld van de allochtonen" schreef Maria Brenbrahim in het Nederlandse vakblad 'De Journalist' (23 maart). Een stelling die door een journaliste van 'Het Parool' werd neergesabeld. "Journalistiek in de multicurele samenleving blijkt een moeilijke kwestie" commentarieerde Kees Hooghiemster in 'De Perstribune' (2/10)
Bekx en Roels wisten diverse voorbeelden te vinden van hoe "journalisten en hun praatgasten de moslim maken. Kijk naar de verslaggeving over het handvol Palestijnen dat de aanslagen op het WTC toejuichte. Dat zijn moslims waarin de grote nieuws zenders, genre CNN, nieuwswaarde zien. In werkelijkheid is de ene moslim de andere niet. Het lijkt de evidentie zelve, maar staat u er ooit bij stil ?"
"De verschillen tussen moslims" onderling worden volgens Bekx en Roels "nauwelijks belicht, laat staan ernstig bestudeerd. Vandaag wordt de islam bij meer dan één gelegenheid zo goed als gelijkgesteld met terrorisme."
Bekx en Roels vroegen zich ook af of de moslims zelf "vrijuit gaan. Of slagen zij er gewoon niet in om de westerse clichés te doorprikken ? (...) Qua interculturele profilering, 'image building' en communicatie 'tout court' schieten de moslims collectief te kort. De veralgemening achter het woord collec tief moet u ons vergeven. (...) Misschien zou de wereld ge diend zijn met een grootscheepse islamitische imagocampagne. Welk reclamebureau neemt de handschoen op ?" De auteurs zijn nota bene mediawatchers van een 'adviesbureau', vandaar hun voorkeur voor de 'reclame'-oplossing ...
'We love USA'
"Amerika gedraagt zich te vaak als de haan die denkt dat de zon opkomt om hém te horen kraaien."
Nick De Vries, in De Perstribune, 2/10
Zo negatief als de meeste media onderhuids over de moslimwe reld berichtten, zo positief waren ze over de V.S. Het duurde even voor kritische stemmen vraagtekens bij het optreden van de V.S. in de wereld konden plaatsen. Die vraagtekens vond je vooral in de kwaliteitspers. Maar in kranten zoals De Morgen en De Standaard lokte de kritiek op de V.S. bij enkele journa listen zure oprispingen uit.
Axel Buyse waarschuwde in De Standaard (4/10) voor "steriel anti-Amerikanisme." Hij stelde dat "vanuit een anti-Amerikaan se Pavlov-reactie elk militair optreden op voorhand afwijzen, ons veroordeelt tot algehele onmacht."
"Vrijdenkendheid is als zwanger zijn", titelde De Standaard (29/09) boven een bijdrage van Mia Doornaert. Zij viel uit naar al wie Israël en Amerika ervan beschuldigen de echte verantwoordelijken te zijn voor de terreur van 11/9. "Het Franse tijdschrift 'Marianne'", schreef Doornaert, "drukte de foto's van Bush en Sharon als 'coupables' op zijn voorpagina. 'Van het slachtoffer de schuldige maken', dat verderfelijke procédé is blijkbaar onuitroeibaar, van verkrachte vrouwen die het 'zelf gezocht hebben' tot de Holocaust want de joden hadden maar geen joden moeten zijn. 'Marianne' toont in deze dat strijdende 'laïcité' geen garantie is voor ondogmatisch, laat staan zindelijk denken."
Vervolgens bracht Doornaert een visie op de Islam die leek op die van Berlusconi (met wie ze haar stuk opende). Nu moeten we de islam inderdaad vrij kunnen bevragen. Maar daarom geldt nog niet wat Doornaert beweert: dat de redenering 'ze zijn funda mentalistisch omdat ze arm zijn' 'sentimenteel simplisme' is.
Doornaerts maatschappijvisie komt scherp tot uiting waar ze schrijft: "De ambivalentie van de anti-Amerikaanse kruistocht is niet alleen de moslimwereld eigen. Je merkt ze even goed in de antimondialistische kruistocht. Ook West-Europese intellec tuelen projecteren hun frustraties liever op de V.S. dan aan zelfkritiek te doen."
Eerder (14/9) schreef Doornaert een bijdrage met de titel "Aanval op onze waarden". De Islam kreeg weer een veeg uit de pan: "de islam die destijds te vuur en te zwaard een groot stuk van de aardbol veroverde" (lees de boeken van Lucas Catherine mevrouw Doornaert). "Amerika's invloed" daarentegen "steunt niet op gewapende verovering, maar op de uitstraling van zijn way of life." Aan de Europese Unie gaf Doornaert de raad mee: "Als de Unie een wereldrol wil spelen, moet ze er zich op voorbereiden dat ze op haar beurt als Grote Saten wordt aangevallen. Als ze nu als verschrikte maagd afstand neemt van de VS en aan de zijlijn blijft, geeft ze de indruk dat haar ambities klein zijn en dat ze angstig buiten schot wil blijven. Daarmee zal ze respect nog vertrouwen winnen."
In De Morgen was het New York-correspondent Gert Van Langen donck die zich af vroeg waar "de blinde haat van Europeees 'links' tegen de Amerikanen vandaan komt ? Dat totaal gebrek aan mededogen." Wat verder begon de journalist de lof van Bush te zwaaien ... Nu kan men met name de 'antiglobalisten', de scherpste kritici van 'dé V.S.', toch niet verwijten tegen 'dé Amerikanen' te zijn. De beweging is in de V.S. geboren. Dat sommige journalisten zo scherp reageren op de kritiek op de V.S.-regering en de Amerikaanse multinationals, wekt de indruk dat het eigenbelang van de journalisten (al dan niet louter emotioneel) op het spel stond.
Anderzijds moet gesteld worden dat bij een zeer kleine minder heid van V.S.-kritici de commentaren over de schreef gingen. In de pers vond ik daar één voorbeeld van: de titel van het opiniestuk van Susan Sontag in De Standaard (24/9): "Aanval op Amerika was niet laf" ... In het artikel zelf (de titel is misschien niet van haar ?) vroeg Sontag: "Waar blijft de erkennig dat dit "geen 'lafffe' aanval was op de 'beschaving', de 'vrijheid', de 'mensheid' of de 'vrije wereld', maar een aanval op het land dat zichzelf heeft uitgeroepen tot supermo gendheid, een aanval die werd uitgevoerd als gevolg van be paalde Amerikaanse belangen en daden ?"
Misschien had Yves De Smet van De Morgen de titel van Sontag in zijn hoofd toen hij "een deel van de progressieve goege meente" verweet dat ze na de aanslagen "direct vanuit een verkeerd begrepen tiers-mondisme excuses begint te zoeken voor deze terroristische aanslagen die bij sommigen bijna het aureool van verzetsdaad tegen de imperialistische grootmacht Amerika meekrijgen." Volgens De Smet heeft "een deel van de progressieve beweging een nieuw icoon, een nieuwe Che Guevara gevonden, een koene strijder tegen het verwerpelijk Amerikaans imperialisme ..." Daarna bliksemde De Smet ook rechtse sabel slijpers à la Mark Eyskens neer om af te ronden met de 'paar se' redenering dat de "denkschema's van links en rechts ons vasthouden in sjablonen die geen enkel perspectief bieden."
Rudi Rotthier stelde in De Morgen van 22/9 echter vast dat "mensen op hun oude ideologische stellingen terug vallen. Links pleit voor een zachtere aanpak, rechts voor een hardere. Maar in beide kampen lijken kiezeltjes in de schoenen de gebruikelijke gang van zaken te hinderen." Daarmee doelde hij op een aantal personaliteiten van links en rechts die zich anders dan van hen verwacht werd, hadden uitgesproken. Rot thier bracht een interessant "overzicht van conflictuele, soms bizarre argumenten." Een overzicht dat tot één van de betere stukken van De Morgen over 11/9 behoort. Een overzicht waar we van onthouden dat sommige 'Amerika-lovers' geschokkeerd waren door de 'verklaringen' van de terreur omdat ze die zien als gevaarlijk: "ze scheppen een klimaat waarin aanslagen duldbaar worden." Maar als we niet meer trachten te begrijpen wat de terroristen dreef, is dat dan niet gevaarlijk ?
Als de pers 'informeert' hoe bioterreur te plegen ...
De ergste uitschuivers van de Vlaamse commerciële pers zijn wellicht te vinden in de berichtgeving over biologische en chemische wapens (die in de V.S. al gebruikt werden tegen mediabedrijven en politici). Een paar voorbeelden.
In De Morgen van 16 oktober noemde ene Jessica Eve Stern, een terrorisme-experte aan de Harvard-universiteit, "de keuze van Amerikaanse media als slachtoffer voor de terreurcampagne met miltvuur, zonder meer briljant. Er bestaat geen betere manier om de aandacht aan te trekken, dan de media zelf aan te val len." In dat laatste heeft ze gelijk, maar moet ze termen zoals 'briljant' en 'geen betere manier' gebruiken ?
In het Belang van Limburg van 10/10 liet journalist Lode Ramaekers in het artikel "Miltvuur verspreiden is een karwei tje van niks", bacterioloog dr. Jan Verhaegen aan het woord. De man is werkzaam in Gasthuisberg en verbonden aan de KU Leuven. Verhaegen zei: "Als ik een terrorist was zou ik geen seconde aarzelen. Ik zou de bacil van miltvuur aanwenden om op een gemakkelijke manier duizenden mensen om het leven te brengen. In onze samenleving is dat een karweitje van niks: de bacterie wordt ingebracht in de luchtcirculatiesystemen van grote gebouwen en de verwoestende werking kan beginnen. Denk aan kantoren, denk aan grote warenhuizen. Misdadig succes gegarandeerd."
Eerder, op 3 oktober, bracht 'Het Belang van Limburg' een paginagroot artikel over biowapens met daarin twee kaders met de veelzeggende titels: 'Terroristen kunnen chemische wapens maken' en 'Terroristen kunnen biologische wapens maken'
Al die berichten over bioterreur schoot minstens enkele Lim burgers in het verkeerde keelgat. 'Het Belang' van 13/10 bracht daarom onder de titel 'Cursus miltvuur-verspreiding ?' enkele reacties van "lezers die verontwaardigd reageren en vinden dat de pers terroristen geen pap in de mond moet ge ven."
'M. Hamers' schreef: "Hoe maken we miltvuur en hoe verspreiden we het ? Waarom zouden de kranten geen actie starten met het openen van een dagelijkse rubriek Handboek Voor Terroristen ? Succes gegarandeerd, bijvoorbeeld met volgende titels: Hoe maken we een atoombom met tuingereedschap ? Waar kunnen we het gemakkelijkst aan plutonium komen ? Hoeveel cyanide moeten we gebruiken om een kleine stad te vergiftigen ? Hoe maken we een zware bom met gewone kunstmest ? Het is opvallend maar erge lijk om telkens weer vast te stellen hoe losjes de media omspringen met zeer gevaarlijke informatie."
Tegenover de reactie van deze bezorgde lezers stelde Het Belang de visie van Pol Deltour, nationaal secretaris van de Vereniging van Beroepsjournalisten (ABVV-VVJ).
Deltour: "Ik begrijp de bezorgdheid van de mensen, maar ze moeten niet overreageren. De pers heeft in de eerste plaats een informatietaak. Het is nuttig om op de gevaren te wijzen van bepaalde producten en procédés die vrij beschikbaar zijn. Wij moeten problemen en ook risico's signaleren. Waarmee we ook de overheid verwittigen. Die opdracht praat natuurlijk niet het eventueel publiceren van een pasklare antrax-handlei ding goed. Bij mijn weten heeft de Belgische pers de jongste dagen hiertegen niet gezondigd. Denk maar aan de berichtgeving over zelfdoding. Het is absoluut verantwoord om melding te maken over een maatschappelijk fenomeen als zelfdoding, zonder evenwel een zelfdoding-abc mee te geven. Het is een kwestie van gradaties. Wij moeten de kerk in het midden houden."
Praat Deltour als secretaris van de journalistenvereniging 'zijn mensen' niet te veel naar de mond ? Als hij spreekt over de berichtgeving over zelfdoding, moet hij weten dat vast gesteld werd dat in periodes met veel berichten over zelfdo ding, extra veel mensen daardoor tot zelfdoding worden aange zet. Zo kunnen berichten over bioterreur ook onevenwichtige mensen en kinderen aanzetten tot 'een grap' of erger. Vera Hoorens, prof sociale psychologie aan de KULeuven, stelde in De Standaard (15/10): "Het kunnen mensen zijn die iedereen eens willen doen schrikken. Meestal zijn dat mensen met weinig macht, weinig invloed op hun omgeving. Als hun actie op tv komt en paniek veroorzaakt, geeft hen dat een kick. Het is verstandig daar niet te veel aandacht aan te besteden. Zoiets moedigt hen alleen maar aan."
Chris De Stoop benaderde in zijn artikel 'Objectiviteit is een luxeproduct' (Knack 17/10) de kern van de problemen heel dicht waar hij schreef: "Angst en oorlog verkopen goed. Dat blijkt ook uit de antrax-hysterie. Al meteen na de aanslagen van 11 september klonk het in alle media dat biologische en chemische oorlogsvoering nu dé dreiging was. Je leek wel gek als je niet meteen een gasmasker kocht. Geen wonder dat de media-aandacht ook gekken en criminelen inspireerde. Maar de Amerikaanse miltvuurepidemie sloeg wel het eerst toe in een bolwerk van de sensatiepers."
Het is die sensatiepers die eerder in de V.S. en nu ook in eigen land de berichten over antrax tot een hype opklopt. Dat het anders kan bewees de Financieel-Economische Tijd van 17/10. In die periode hadden kranten zoals Het Laatste Nieuws, La Dernière Heure en De Morgen grote foto's van 'marsmanne tjes' (mensen in beschermingspakken) op de covers. In de 'FET' waren de enige twee berichten over bioterreur te vinden bin nenin, op pagina zeven en zonder foto. Zo kan het dus ook.
Knack (17/10) leidde uit de antrax-besmetting in 1979 in de Sovjetstad Sverdlovsk af dat "antrax lang niet zo besmettelijk is als wordt aangenomen." In Sverdlovsk stierven maar 64 mensen van de tienduizenden Russen die in de omgeving van de besmetting werkten. "Maar wat antrax en vergelijkbare biowa pens aan dodende kracht missen, maken ze ruimschoots goed met de golven van paranoia die ze over de wereld jagen", schreef Dirk Draulans. En het vuur van die paranoia, wordt aangewak kerd door de media.
Tot slot nog deze vraag: wie durft ons informeren over de wijze waarop farmaceutische bedrijven en andere belanghebben den (bv. de lucratieve Amerikaanse sector van seminaries en oefeningen in burgerbescherming) eventueel de berichtgeving over bio- en chemische terreur aanwakkeren ? De biotechindu strie doet zeker haar voordeel met de angstpsychose: haar aandelen gaan pijlsnel de lucht in. Het weekblad Time bracht op 29/10 een artikel met de cynische titel 'Bayer's Silver Bullet'. Onder de foto stond te lezen: "With anthrax cases up, Bayer's sales of Cipro are soaring. Can one drug revive the company's future ?" Kapitalisme op zijn best. De Amerikaanse bevolking zit stijf van de schrik voor bioterreur maar bij Bayer lachen ze in hun vuistje. Beleggers investeren al mas saal in de strijd tegen bioterrorisme. De één zijn dood ...
2. Televisie: in hoogste staat van paraatheid
De unieke kracht van het medium televisie ligt er in dat je - anders dan bij film bv. - 'life' internationale gebeurtenissen kunt uitzenden. Miljarden mensen zaten op 11 september overal ter wereld uren lang televisie te kijken, meestal stom van verbazing en afschuw over wat er op het scherm te zien was. De enorme impact die de terreur van dinsdag 11 september wereld wijd had, werd zoals De Standaard schreef "niet alleen bepaald door de omvang van de feiten, maar ook (en misschien nog meer) doordat we ze live hebben zien gebeuren."
In eigen land werden de gewone programma's onderbroken door marathon-nieuwsuitzendingen. Dat zou later, maar in mindere mate, nog eens gebeuren bij de eerste bombardementen op Afghanistan. Alsof het om een militaire operatie ging werden op 11/9 alle beschikbare mensen en middelen ingezet om zo dicht mogelijk op het nieuws te zitten. Nieuwsploegen werden er op uit gestuurd, naar de V.S. natuurlijk - wat eerst niet lukte - plus naar Pakistan en in het geval van de VRT, ook naar Noord-Afghanistan. In eigen land werden er van overal 'deskundigen' naar de studio gehaald of mobiele studio's tot bij de deskundigen gebracht. De kijcijferslag moest gewonnen worden.
Dat daarbij al het andere nieuws dat er in de wereld gebeurde, sneuvelde, was een probleem waar weinigen zich druk over maakten. 11/9 betekende dan ook het begin van een periode die voor sommigen ideaal was om stiekem één en ander uit te spo ken. 'The whole world was not wachting'. Een uitgelekte Britse kabinetsnota opperde dat dit het moment was om vervelende verhalen uit te brengen: ze zouden nu toch uitdoven als een nachtkaars. In Israël greep het leger de kans aan om extra veel Palestijnen uit de weg te ruimen.
Kan het nog cynischer ?
"De strijd om het marktleiderschap leidde tot zegebulletins van zowel VTM als VRT over het aantal kijkers voor de nieuws uitzendingen over de rampzalige gebeurtenissen in de V.S. Kan het nog cynischer ?" Die vraag stelde journalist Leo Bonte in De Standaard van 22 september aan directeur-generaal Eric Claeys van VTM/VMM.
Claeys: "Helemaal mee eens. Maar ik zou dat cynisme willen doorschuiven naar de kranten. Daar zitten de mensen die ons constant bellen om de kijkcijfers, die tabelletjes en verge lijkingen maken. Daar wordt de strijd tussen VRT en VTM op de spits gedreven. (...) Op enkele uitzonderingen na hebben alle kranten de kop 'Oorlog' gebruikt. De sensatiejournalistiek wordt vandaag niet gebracht door televisie maar door de kran ten. Hoog tijd dat de uitgevers zich daar enrstig over bezin nen."
Of hoe de pot de ketel verwijt dat hij zwart ziet. Claeys zweeg zedig over wat ene Luc Alloo in september op het VTM- scherm bracht.
Luc Allo, het 'copycat'-fenomeen en 'paparazzi-tv'
'Alloo Undercover' (VTM) toonde op zaterdagavond 22 september, 11 dagen dus na de aanslagen in de V.S., hoe je een zeepbom maakt. Alloo liet zien dat de nodige informatie op Internet te vinden is en dat doordeweekse spullen die overal te koop zijn, volstaan. Met die spullen raakte hij probleemloos door de vei ligheidscontrole op Zaventem.
Op televisie tonen hoe je een bom maakt, kan dat ? "Neen", vond de Gentse psychiater Myriam Van Moffaert (De Standaard, 24/9). Ze wees "op het copycat- fenomeen: zwakke individuen of kinderen die door een voorbeeld op televisie of in een film over de streep worden getrokken om een misdrijf na te doen."
Maar niet enkel kinderen, maar ook jongeren die willen stun ten, kunnen 'op gedachten' gebracht worden. En wat met al de mensen die nog een eitje te pellen hebben met buren, bazen, ex-partners, overheden ... ? Wat met al de rechts-extremisten waaraan Vlaanderen geen gebrek heeft ? Het zijn echt niet alleen 'zwakke individuen en kinderen' die Alloo's voorbeeld kunnen volgen. Er loopt meer onevenwichtig volk rond.
Dat het spreekwoord 'woorden wekken, voorbeelden trekken', nog steeds geldt, werd bewezen tijdens de recente antrax-hysterie. Hoeveel flauwe grappenmakers lieten zich niet door de bericht geving inspireren om ook eens wat poeder te verzenden ?
Ander voorbeeld. Enkele jaren geleden bracht het programma 'Kwesties' (dat in de filosofie van huidig Canvasmanager Leo De Bock 'spraakmakend' moest zijn) een Amerikaanse reportage over mensen die wraak nemen. Ze deden dat ook met een 'stront bom'. Enkele weken later was er sprake van zo'n 'strontbom' bij een aanslag in Hasselt ...
Maar probeer dit alles eens uit te leggen aan de 'nieuws'- verantwoordelijken van (semi-)commerciële zenders die continu een kijkcijferslag uitvechten. Dat bij een zender als VTM de deontologie steeds verder zoek raakt, bleek begin september toen 'Telefacts' voor commotie zorgde door mensen die illegaal verdovende middelen voorschreven, met hun gezicht te willen tonen (wat finaal toch niet gebeurde). Standaard-journalist Leo Bonte stelde vast dat er een verglijding gaande is, dat journalisten zich steeds meer permitteren om te scoren. Moeten er ongelukken gebeuren - en in het geval van bommenmakers, wat voor ongelukken ... - voor de zenders bijsturen ?
Van reporters van het slag van Luc Alloo moet men die bijstu ring niet verwachten. In het Belang van Limburg (15/9) ver klaarde Alloo: "Ik wil het zien, voelen, ruiken, laten analy seren. Ik bruuskeer de kijker niet met wetenschappers, profes soren en duidingsmensen. Ik haal er niet om de drie minuten een geleerde bij." Liep Alloo op school een trauma op ?
De bijsturing moeten we evenmin verwachten van iemand zoals Klaus Van Isacker, directeur Informatie bij VTM. In een inter view in Humo (16/10), dreigde hij de Vlaamse politici af met de stelling dat als VTM niet beter behandeld wordt, het wel eens tot 'paparazzi-tv' kan komen. "Misschien dat macht hen verblindt, maar ze moeten één ding beseffen: ik weet heel veel, mijn politieke journalisten weten heel veel en mijn reporters weten heel veel. Het is maar een kleine stap om met die kennis aan de slag te gaan, zeker als ik aan het hoofd zou staan van een in het nauw gedreven commercieel station." Uitspraken waar vanuit politieke hoek (begrijpelijkerwijze ?) nauwelijks reactie op kwam.
'Alle mogelijk beeldmateriaal' van een onzichtbare oorlog ...
Terug naar de aanslagen in de V.S. Kort na 11/9 sloten VRT en VTM elk een akkoord met het Amerikaanse nieuwsstation CNN waardoor ze dagelijks een uur CNN-opnamen mogen uitzenden. VRT-Chef Buitenland Peter Verlinden noemde dit in De Standaard (18/9) "een relatief betaalbare oplossing om voor het nieuws uit de V.S. alle mogelijk beeldmateriaal te kunnen uitzenden."
'Alle mogelijk beeldmateriaal' ? Van de aanslagen in de V.S. zelf had CNN wel veel materiaal, maar wat kregen we via CNN te zien over de oorlog in Afghanistan ?
In het begin was er de speech van president Bush. Wie de avond van 7 oktober wat zapte, kwam Bush overal 'life' tegen: op VRT, VTM, RTBF, RTL, TF 1, Nederland 2, BBC, BBC World, CNN, ZDF ...
Later bracht CNN veel studiogesprekken en babbels met cor respondenten in Pakistan, Noord-Afghanistan ... De humanitaire catastrofe die de V.S. creëerden door bombardementen die de Afghanen hun land uitdreven, werd slechts beperkt en op een 'niet-Amerika-beschuldigende' manier in beeld gebracht. De nadruk lag op de 'successen' van de bombardementen.
Opnamen van de aanvallen zelf, bleven heel beperkt. Duidelijke beelden van de oorlog én van de slachtoffers laat het Pentagon zo weinig mogelijk doorkomen. "Zowel de Taliban, Pakistan als de V.S. houden journalisten het liefst uit de buurt" schreef Tom Ronse in De Morgen (15/10).
Eigenlijk werd CNN al bij het begin van deze nieuwe oorlog geklopt door Al Jazeera, een soort Arabische CNN met kantoren in London, Moskou, Washington, Parijs en Brussel. Deze commer ciële nieuwszender die vanuit Qatar opereert, bracht volgens de smaak van de V.S.-overheden echter al te veel verklaringen van Bin Laden & Co. In een Time-artikel getiteld 'The battle for hearts and minds' stelde James Podniewozik (22/10) dat "even before Bin Laden's tape, the U.S. was losing the propa ganda war in the Arab world."
Vroeger bejubelden de V.S.-overheden Al Jazeera als 'de eerste vrije zender in het Midden-Oosten'. Maar sinds speeches van Bin Laden door Al Jazeera werden uitgezonden en nadat Collin Powell zonder succes bij de overheid van Qatar het 'intomen' van Al Jazeera was gaan vragen, was de liefde over. CNN werd verzocht niet langer lastig materiaal van de Arabische colle ga's over te nemen. CNN (dat wereldwijd ruim negenhonderd geaffilieerde tv-stations heeft) brengt met het inwilligen van zo'n censuurmaatregel wel zijn autoriteit in het gedrang, zo bleek in een artikel in De Morgen (10/10). In Indië prees de krant 'Indian Express' de BBC World omdat deze anders dan CNN niet zomaar een Amerikaanse kijk brengt. CNN werd door de krant en door andere kritici verweten dat zijn berichtgeving te veel op het militaire gericht is en dat het zich aanpast aan de noden van de Amerikaanse politiek. Verder zou de zender buitenlandse leiders en experts slechts aan het woord laten indien hun uitspraken stroken met de Amerikaanse doelstel lingen. Die laatste kritiek wordt in de hand gewerkt door de nauwe banden (tot en met huwelijken van medewerkers) van CNN met tal van Amerikaanse politici.
Ook in Groot-Brittannië werden de media door de overheid 'uitgenodigd' voor overleg over de manier waarop de speeches van Bin Laden behandeld moeten worden. De Britse en de V.S.- autoriteiten willen het monopolie op woord en beeld. Ze willen de 'oorlog tegen de terreur' zeker niet in de media verliezen.
Vragen bij de overname van CNN's 'Breaking News'-formule
"Weten de Amerikanen wat hun regering in hun naam doet ? Of zijn ze allemaal comateus van het vele consumeren en van de politieke desinformatie of platte propaganda over de wereld die ze gevoederd krijgen ?"
Rana Kabbani, schrijver en radio- en televisiemaker
In De Standaard van 6 oktober bracht mediadeskundige Hans Verstraeten (prof bij de vakgroep communicatiewetenschappen van de Universiteit Gent) onder de titel "Breaking News en journalistieke deontologie" een zeer kritische bespreking van CNN's 'breaking news'-formule die na de aanslagen van 11/9 we reldwijd door vele omroepen werd overgenomen. Verstraetens kritiek was later ook te vinden in het al geciteerd artikel van Chris De Stoop in Knack. We vatten de kritiek samen en vullen hier en daar verder aan.
Zoals wij allemaal zag Verstraeten hoe zenders zoals VTM en VRT op 11 september "urenlang rechtstreeks nieuws brachten over de gebeurtenissen. Sommige mediaverantwoordelijken hebben zich naderhand met fierheid uitgelaten over deze journalistie ke prestatie." In een dubbelinterview in Humo van 16/10 bleken zowel de VRT- als de VTM-'nieuwsbaas' (Leo Hellemans en Klaus Van Isacker) zeer tevreden over wat ze gepresteerd hadden. Hellemans was zelfs 'trots', mede omdat de uitzending van 11 september een waarderingscijfer van 8,4 kreeg. "Dat is grote onderscheiding. Opmerkelijk omdat we s'middags begot niet wisten waar we aan begonnen."
Hier en daar in de pers krigen de nieuwsbazen bijval. In Humo (18/9) schreef 'Dwarskijker' dat hij geen zin had "om aan merkingen te maken op al die inderhaast bijeengeïmproviseerde marathon-uitzendingen van de nieuwsdiensten altegader. Goed dat ze er waren. Het was surfen op een schokgolf en hopen dat je niet verzuipt."
Nu kan men wel veel waardering hebben voor het werk dat de nieuwsredacties vezet hebben, toch moeten we ons met Hans Verstraten realiseren dat "het belangrijkste niet is hoeveel uur men rechtstreeks en onafgebroken met nieuws in de ether kan zijn, maar wel op welke wijze men de kijkers zo goed mogelijk kan informeren. Op dit vlak deed de marathonuitzen ding toch vragen rijzen."
Belangrijk is volgens Verstraeten vooreerst "dat een groot deel van de informatie die op die bewuste middag de ether in gestuurd werd, naderhand totaal verkeerd bleek te zijn. Een van de belangrijkste journalistieke werkregels, namelijk informatie grondig checken, blijkt tijdens dergelijke live- uitzendingen, onder druk van de omstandigheden, ineens veel minder van belang te zijn." Verstraeten tilt zwaar aan de beelden van feestvierende Palestijnen. Men bracht die tussen beelden van de instortende WTC-torens, zonder dat ze "in hun context gebracht werden. Waren die Palestijnen representatief voor dé Palestijnen ? Waren zij op dat moment al op de hoogte van de omvang van de ramp ? Daarover kwam de kijker niks te weten, men liet enkel de beelden spreken. Dit was, zowel vanuit maatschappelijk als journalistiek standpunt, onverant woord. De vraag kan zelfs gesteld worden of en in hoeverre deze beelden mee aanleiding gegeven hebben tot de wraakacties enkele dagen later tegen moslims." (In de bespreking van de rol van Internet, komen we nog op deze beelden terug.)
We leven vandaag in een maatschappij, stelt Verstraeten vast, waarin grootschalige, onverwachte terreurdaden via de media vrijwel onmiddellijk 'live' in de huiskamer gebracht kunnen worden. Dat stelt alle televisiejournalisten voor gigantische deontologische vragen.
Verstraeten: "Is het journalistiek nuttig om urenlang recht streeks een nieuwsuitzending te verzorgen, waarin nauwelijks relevante informatie gegeven wordt en waarin de eindredactie nauwelijks controle heeft over de uitgezonden beelden. Mijn antwoord daarop, op de basis van de ervaring van de bewuste dinsdag, is ondubbelzinnig neen. Een onafgebroken rechtstreek se nieuwsuitzending is een ongeschikte formule om betrouwbare informatie door te geven. Het is maar hopen dat dit 'breaking news' hier niet tot een nieuw televisieformat uitgroeit, zoals in de VS. Er zijn andere manieren om de kijker goed te infor meren, bijvoorbeeld om het uur een nieuwsflash met informatie die dan wel behoorlijk gecheckt is."
Vraag is ook wie en hoe bepaalt voor welke gebeurtenissen de formule van de onafgebroken rechtstreekse nieuwsuitzending wordt toegepast. Verstraeten: "Tijdens de aardbeving in Istan bul of de overstroming in Mozambique was er geen sprake van breaking news ..."
Terreur of oorlog ?
Hans Verstraeten stelde ook vast dat de berichtgeving in de weken na 11/9 "een rol speelde met betrekking tot de vraag: welke betekenis, vooral politiek-maatschappelijk, moet aan het gebeuren toegekend worden ? Hier komt het er vooral op aan welke interpretatiekaders door de media worden aangereikt, via dewelke het gebeuren betekenis krijgt. Dit wordt in grote mate bepaald door het soort van bronnen en actoren die in de media aan het woord gelaten worden."
Een eerste discussie betrof de omschrijving van de aanslagen in de V.S. als "een 'daad van oorlog' (waarbij staten en regeringen betrokken zijn) of als een 'terreurdaad' ? Onmid dellijk na het gebeuren waren beide interpretatiekaders in de media te vinden. Mark Eyskens sprak meteen over een Derde Wereldoorlog. Willy Claes en anderen eerder over een terreur daad. Het gros van de Vlaamse dagbladpers haalde op de front pagina zeer expliciet het oorlogsframe boven. Na verloop van tijd (...) werd dat oorlogsframe almaar dominanter."
In de V.S. gebeurde hetzelfde. De Amerikaan Eric Klinenberg beschreef in 'Le Monde Diplomatique' van oktober, hoe de Amerikanen na de terreuraanslagen "slecht sliepen, weinig werkten, angst hadden. Maar op televisie was de overheersende toon niet die van angst of aarzeling." Terwijl ze de ver schrikkelijke beelden becommentarieerden gaven de nieuwslezers volgens Klinenberg blijk van veel vertrouwen. Voor twijfel was er geen plaats op de buis. Zo werd de bevolking voorbereid op de oorlogsverklaringen van president Bush.
Vanwaar de 'nonsens' van de 'aanval op het Vrije Westen' ?
Een tweede vraag waarover volgens Verstraeten binnen de media "bijna totale eensgezindheid heerst" is de volgende: "tegen wie was de aanslag gericht ? Vrijwel alle gezaghebbende bron nen en actoren die in de media aan bod kwamen, waren eenslui dend: dit was een aanslag tegen alle geledingen van de Ameri kaanse maatschappij, tegen de essentiële waarden van de demo cratie en tegen het gehele vrije Westen."
Het was vooral in de kwaliteitspers dat je een ander geluid kon horen. "Nonsens" stelde godsdiensthistorica Karen Arm strong in De Standaard van 29 september. "Dit is duidelijk geen gevecht tegen de democratie. De terroristen en extremis ten hebben geen interesse in de manier waarop Amerika zichzelf regeert. Dit is een gevecht om de Amerikanen uit het Midden- Oosten weg te krijgen."
Maar waarom brachten de media de aanslagen dan als een aanval op het 'Vrije Westen' ? Hans Verstraeten vindt de verklaring in het feit dat "de media vooral gericht zijn op officiële, gezaghebbende bronnen en dat er blijkbaar geen enkele officië le actor gevonden werd die een ander geluid liet horen (ook niet in Europa). Daardoor was enkel dit interpretatiekader in de media aanwezig."
Ook het feit dat Vlaamse en andere Europese zenders hun wagon aan de CNN-locomotief hadden gekoppeld, speelde hier mee. Daardoor kregen we de gebeurtenissen vooral door een Ameri kaanse bril te zien. En in de V.S. overheerste nu eenmaal het 'patriottisme'.
Hoe de media zich in de oorlogslogica inschreven
"Het Pentagon en de WTC-torens" waren ook volgens Verstraeten "nooit het symbool voor de 'essentiële waarden van de Ameri kaanse democratie' of voor het 'Vrije Westen', wél voor de militaire en financieel-economische macht van de VS. Volgens dit ander interpretatiekader werden met de aanval op die symbolische doeleinden niet alle geledingen van de Amerikaanse maatschappij of dé democratie geviseerd, maar doelbewust díe segmenten van de Amerikaanse maatschappij waar de militaire en financieel-economische macht geconcentreerd zit. Dit maakt de aanslagen er niet minder afschuwelijk om, maar hun politiek- maatschappelijke betekenis is volgens dit interpretatiekader behoorlijk verschillend. Alleen is dit veel moeilijker in te passen in de geldende oorlogslogica."
Die oorlogslogica kan volgens Verstraeten enkel gegrondvest worden op volgend denkpatroon:
"1) De aanslagen vormen een daad van oorlog.
2) Die daad is gericht tegen de hele V.S. en bij uitbrei ding tegen het Vrije Westen. Pas dan kan er beroep gedaan worden op de solidariteit van Europa (dan in dezelfde oorlog betrokken). Pas dan kan er ook veralgemeend worden naar 'de beschaving' tegen 'de barbaren'."
Als we daarentegen de aanslagen beschouwen als een weliswaar bijzonder verschrikkelijke "daad van terreur tegen symbolen van specifieke machtssegmenten van de Amerikaanse maatschap pij", dan wordt volgens Verstraeten "de veralgemenende oor logslogica eigenlijk onmogelijk." Dan moet er geen oorlog gevoerd worden, maar dan moeten de schuldigen van de terreur aanslagen opgespoord en bestraft worden, zoals dat bij alle misdaden het geval is.
Maar de media - met al hun hooggeschoold journalistiek perso neel - namen de oorlogslogica over. "Of hoe een oorlogslogica niet alleen door militaire strategen wordt uitgetekend, maar ook door de media mee ondersteund kan worden" besluit Ver straeten.
"We waren allemaal zo provinciaal geworden"
"Slechts 9 % van de wereldbevolking is blank. Een nog kleiner percentage is de idealen van onze westerse be schaving toegedaan. Maar in onze kranten en op televisie lijkt de hele wereld wit."
Adriaan Van Dis, De Morgen, 29/9
Valt er echt niets goeds te vertellen over de manier waarop televisie in het bijzonder en de media in het algemeen over de aanslagen en de 'vergeldingsaanvallen' berichtten ?
Toch wel. De belangstelling in de media voor de niet Westerse wereld is ruimer geworden. Met name de moslimlanden mogen zich in meer belangstelling verheugen. Een Islamkenner zoals de Brusselaar Luckas Catherine kon de voorbije weken in tal van media zijn genuanceerde kijk brengen.
Ook de Afghaanse vrouwen kregen eindelijk belangstelling. Herinner u hoe er begin 2001 commotie was toen de Taliban enkele reusachtige Boeddhabeelden vernietigden. Maar de media besteedden toen nauwelijks aandacht aan de Afghaanse bevol king. "Waarom telt het lot van de Afghaanse vrouwen nu wel ?" vroeg Marina Matin, woordvoerster van RAWA (de Aghaanse Revo lutionaire Vrouwenorganisatie). "Je moet blijkbaar eerst zelf geleden hebben voor je het leed van anderen kan zien."
Clandestien gedraaide beelden van wat de Taliban de Afghaanse vrouwen aandoen, werden vroeger door Westerse omroepen gewei gerd. Nu worden ze wel vertoond. Ook in Panorama, op Canvas. Panorama had voor zijn recente uitzendingen overigens merk waardig veel kijkers. Volgens Knack (17/10) haalden de Panora ma-uitzendingen rond de aanslagen in de V.S. en over de vrou wen in Afghanistan, 450.000 en 460.000 kijkers: de hoogste cijfers sinds Panorama naar Canvas verhuisde. Later bracht Panorama nog een geactualiseerde reportage die geput werd uit een documentair drieluik dat Ludo Poppe (Kanakna) eind jaren negentig over radicale moslims maakte. Toen was er voor die geslaagde documentairereeks nauwelijks belangstelling op de VRT. Nu is dat gelukkig anders.
In het verlengde hiervan kunnen we met godsdiensthistorica Karen Armstrong (De Standaard 29/9) opmerken dat tot voor de aanslagen van 11/9 "het er op leek dat iedereen zich uit de buitenlandse politiek had teruggetrokken. Zelfs het BBC-nieuws hechtte meer belang aan een moord in Engeland dan aan duizen den doden in het buitenland. We waren allemaal zo provinciaal geworden. (...) Ik zag een tijd geleden een documentaire op televisie die na de berichten over de aanslagen in Amerika door mijn hoofd is blijven spoken. In de documentaire werd getoond hoe mannen en vrouwen in Indonesië, in onafgebroken shifts van 36 uur, staande moeten werken. Ze krijgen een dollar per dag betaald. Zij maken onze jeans en onze T-shirts. Wij dragen kleren gemaakt door uitgebuite mensen, in een land met een door de Amerikanen gesteunde moslimregering."
William Van Laeken: "Kun je van een overheid verwachten dat ze onderzoeksjournalistiek steunt ?"
Panorama beschikt nog steeds niet over de middelen om over de problemen waarover Armstrong sprak, zelf reportages (laat staan 'investigative journalism' documentaires) te maken.
In De Morgen van 6/10 vroeg Kristof Demasure aan Panorama- ankerman William Van Laeken waarom de overheid, in de nieuwe VRT-beheersovereenkomst "niet ingegaan is op de VRT-vraag voor extra centen om Panorama te versterken."
Van Laeken: "Bij de onderhandelingen met de overheid zag het er heel even naar uit dat die bijkomende middelen één van de positieve gevolgen van de nieuwe VRT-financiering zouden worden. Uiteindelijk kwamen die er enkel voor vijf nieuwe laatavondmagazines op Canvas. Daar is de overheid dus inder daad ten dele verantwoordelijk voor. Maar kun je van een overheid verwachten dat ze onderzoeksjournalistiek steunt ? Het is immers bij overheidsinstanties, politieke partijen of het establishment dat door ons gegraven wordt. Waarom zou zij zich geroepen voelen om dat te stimuleren ? Misschien steunen politici dat wel in zondagsspeeches, maar niet als puntje bij paaltje komt."
3. Internet: een nieuw medium in ontwikkeling
Net als CNN geniet ook het Internet van de extra 'hang' naar informatie bij elke grote internationale crisis. Volgens een studie begin oktober van de Amerikaanse nieuwssite Abcnews.com gaf 36 procent van de ondervraagde Amerikanen toe dat ze sinds de aanslagen van 11/9 meer via Internet naar nieuws op zoek gaan dan vroeger. In de eerste uren na de aanslagen in de V.S. konden de 'servers' van de grote internationale nieuwssites de belangstelling overigens niet verwerken.
Ook de opkomst van de wereldwijde beweging van 'antiglobalis ten' droeg bij tot het stijgend belang van Internet. Tegelijk kwam de berichtgeving op Internet onder vuur te liggen in de 'klassieke' media. Dat overkwam bv. de onafhankelijke website van de Belgische afdeling van het internationaal actieve 'Indymedia'. De site werd onderwerp van commentaren in de pers, o.a. voor het bericht dat op de site stond dat de beel den van de juichende Palestijnen op 11/9 'fake' zouden zijn.
Met echte beelden kan je ook 'liegen'
Axel Buyse had het in De Standaard (28/9) ook over de beelden van de Palestijnen. "Het hardnekkigste indianenverhaal dat ons in vele aangepaste versies via mail bereikte, was dat CNN in de eerste dagen na de aanslagen 'tien jaar oude' beelden van juichende Palestijnen had uitgezonden. De beelden waren echter wel degelijk op 11 september door ploegen van Reuters TV en APTV - twee belangrijke internationale providers van tv-beel den - in Oost-Jeruzalem gefilmd. En de juichende Palestijnen waren niét om de tuin geleid door propaganda-agenten van het Israëlische leger die snoepjes uitdeelden, zoals de Palestijn se krant Jerusalem Times schreef."
Probleem is evenwel dat je ook met echte beelden kunt liegen. Door de wijze waarop de beelden van de juichende Palestijnen op CNN gebracht werden, zo direct net na de aanslagen, wekten ze wereldwijd de indruk dat alle Palestijnen juichten om het drama in de V.S. Daar waar, zoals het Franse maandblad 'Le Monde Diplomatique' van oktober berichtte, duizenden Palestij nen op het Amerikaans consulaat in Jeruzalem hun rouwbetuigin gen overmaakten. Maar er was niemand om ook dat te filmen. Er waren ook geen camera's die thuis bij de miljoenen Palestijnen eerst de afschuw voor de slachtpartij en later de angst voor de toekomst, filmden. 'Le Monde Diplomatique' besloot: "Même des images 'vraies' peuvent mentir".
'Opiniepeilingen'
"Heel wat websites doen dezer dagen opiniepeilingen over de houding van de Belgen over de oorlog" constateerde Mara Van Riet op 13 oktober op de 'site' van Indymedia.
Veel van dit soort enquêtes zijn door het beperkt aantal deelnemers totaal niet representatief. Zo had de website http://www.belgie.be, op 13/10 maar 209 stemmers.
Ook de subjectiviteit van de vraagstellingen speelt een rol. Op de website http://www.politicsinfo.net (van Jurgen Verstrepen die eerder furore maakte met 'zwart-wit'-talkshows), verleende van de 277 stemmers, 57 % zijn onvoorwaardelijke steun aan de V.S. Maar kijk eens naar het resultaat van de opiniepeiling op de nieuwssite http://www.vtmnieuws.be. Daar kreeg je de vraag: 'Heb jij begrip voor de houding van de Taliban in deze situatie ?'. Er waren twee mogelijke antwoorden: ja of neen. Frappant is dat 45 % van de 13.200 stemmers 'ja' antwoordde.
'Bedreigd' medium voor democratische discussie
Behalve een medium waar mensen informatie op zoeken en aan opiniepeilingen deelnemen, is Internet ook interessant om publieke discussies te voeren. Dat kan via nieuwsgroepen, chatten of via websites zoals die van Indymedia (http://www.indymedi a.be) waar men artikels kan op plaatsen (publiceren) waarop anderen dan weer 'commentaar' kunnen geven.
Zo werd er de jongste tijd op de Indymedia-site bijvoorbeeld stevig gediscussieerd over de opstelling van AGALEV inzake de Belgische steun aan de Amerikaanse militaire operaties in Afghanistan. Een vorm van open discussie die via de 'traditio nele' media niet (meer) mogelijk is.
Maar er zijn ook websites waar het er 'minder interessant' aan toe gaat. Zo bekloeg een briefschrijver zich in Humo (25/9) over het racisme op het Internet-discussieforum van VTM. De site heeft een moderator die de discussie 'beleefd' moet houden maar volgens briefschrijver Dirk Bellemans blijven er "ondanks herhaalde klachten van verschillende personen - tot op het hoogste niveau van VTM - de goorste racistische opmer kingen op de site verschijnen." Omdat er ook racistische grappen opduiken op het 'moppenforum' stelde Bellemans dat je "voor minder twijfels zou krijgen over de ideologische achter gronden van sommige VTM-medewerkers."
En dan hebben we het nog niet over de haatsites, in het genre van 'nukeafghanistan.net'.
Bevolking rijp voor verregaande censuur ?
Terwijl racisme in de media nauwelijks bestraft wordt, maakten diverse westerse overheden na de terreuraanslagen van 11/9 wel duidelijk dat ze Internet (net als andere media en de journa listiek in het algemeen) (meer) willen controleren.
Tegen het verwijderen van 'recepten voor bommen' zal geen ernstig mens bezwaren hebben, maar waar trekt men de lijn ? Hoe maakt men bv. het onderscheid tussen terrorisme en ver zetsbewegingen ? Zelfs als 'alles' wettelijk goed geregeld zou kunnen worden (wat een utopie is), wie waarborgt dat de 'vei ligheidsdiensten' geen misbruik maken van nieuw verworven machten om bv. ook de webactiviteiten van legitieme sociale bewegingen te inventariseren ?
Nu overheden overal ter wereld de strijd tegen het terrorisme met 'alle middelen' willen voeren, dreigt het gevaar dat ze de pers (nog meer) voor hun kar spannen. In de V.S. kwam het al tot scherpe tegenstellingen tussen de media en de overheid. Axel Buyse schreef daarover een opiniestuk in De Standaard (28/9). Hij eindigde met de schrik van de media te vermelden "voor manipulatie van de berichtgeving via georganiseerde lekken. Niet over de kern van de zaak, maar in operationele aangelegenheden. De Amerikaanse legerleiding gaf eerder toe dat zij in het verleden die tactiek wel eens had gebruikt om 'de tegenstander om de tuin te leiden'. Groter is nog de vrees dat dit een conflict kan worden waarbij de pers pas achteraf zal kunnen oordelen of de eigen bewindslieden binnen hun opdracht zijn gebleven, omdat de toegang tot informatie te sterk afgeknepen wordt. Uit peilingen in de V.S. blijkt alvast dat de bevolking daar 'rijp' is voor verregaande inperkingen van het informatierecht."
Nog in de V.S. presteerde de FBI het om in september een inval te doen in een bedrijf dat de websites van Arabische persorga nisaties zoals Al Sharq en Al Jazeera beheert. Vergeten we ook niet hoe hardhandig Berlusconi's politie tijdens de 'Top van Genua' optrad in werklokalen van Indymedia.
4. Waar blijft de radio ?
Om volledig te zijn moeten we het ook over 'de radio' hebben. Een medium dat doordat het zonder beelden werkt, beter dan televisie geschikt lijkt om intelligente analyses te brengen. Het viel me bij het schrijven van deze bespreking midden okto ber echter op welk een beperkte rol de radio gespreeld had in mijn nieuws- en duidingsvoorziening tijdens de voorbije ander halve maand. Van vrienden en kenissen hoorde ik dat dat bij hen niet anders was.
Op momenten dat het gaat spannen, kijkt iedereen tegenwoordig direct naar de televisie, want die is er steeds vaker 'live' bij. Voor analyses zorgen de duidingsrubrieken van de omroepen en de kranten en tijdschriften. Voor de alternatieve berichten is er internet. En de radio dan ?
Moet de radio - de VRT-radio - niet wat meer een forum worden voor orginele denkers, zoals de RTBF-radio dat nu en dan is ? Een voorbeeld: elke donderdagochtend luister ik naar Le Matin Première om te horen wat Hugues Le Paige te vertellen heeft in zijn ochtendkroniek (rond 7 u 25). Op VRT-radio is me geen vergelijkbare 'kroniek' bekend. Moet toch kunnen. Waarom niet iemand zoals een Koen Raes uitnodigen om wekelijks voor de radio een origineel stuk te maken ?
Over nog een ander medium kunnen we wat eigen land betreft zeer kort zijn: film. De productie van langspeelfilms duurt zo lang dat Belgische speelfilms over 11/9 en de nasleep ervan, nog wel even op zich laten wachten. Onze documentairemakers missen al langer dan vandaag - sinds de invoering van het Europese criterium dat alleen 'creatieve documentaires' steun krijgen - de boot van de actualiteit (op uitzonderingen na natuurlijk, zoals verder in dit nummer nog blijkt).
5. Vragen bij de impact op de publieke opinie
In het Knack-artikel van Chris De Stoop 'Objectiviteit is een luxeproduct' (17/10) kwam ook de kritiek van Hans Verstraeten aan bod dat de nieuwsmallemolen tot een 'informatie-indiges tie' kan leiden.
De Stoop schreef dat "d