Indymedia-reportage in Turkije by Olivier en Yannick Saturday September 08, 2001 at 06:46 PM |
alterecho@brutele.be |
Op woensdag 29 augustus keerde een ploeg van Indymedia terug uit Istanbul, waar ze op reportage was geweest op uitnodiging van Tayad, een steunorganisatie voor solidariteit met de Turkse gevangenen. Sommigen onder deze gevangenen houden een hongerstaking "tot de dood" om te protesteren tegen de nieuwe gevangenissen, het zgn. "F-type". In de volgende weken vindt u op deze site reportages en interviews naar aanleiding van deze reis.
Gedurende de 3 dagen dat we in Istanbul zaten hebben we uiteraard niet de tijd gehad om alles te doen wat we moesten of wilden doen, maar het was toch lang genoeg om een beeld te krijgen van de situatie en zoveel mogelijk mensen te interviewen. Allereerst wensen we de mensen van Tayad te bedanken. Zij hebben ons de hele tijd geholpen zonder ons ooit wat op te leggen. We hebben steeds in alle vrijheid kunnen werken zonder ons ooit al te "begeleid" te voelen.
De eerst hongerstakers hebben hun actie aangevat op 20 oktober 2000 om te protesteren tegen de nieuwe F-type-gevangenissen, waarin op termijn alle politieke gevangenen samengebracht moeten worden. Totnogtoe werden de politieke gevangenen met soms meer dan 100 man samengedrumd in slaapzalen met plaats voor 60. Verre van ideale omstandigheden, maar zo kenden ze tenminste een zekere mate van veiligheid. Alvorens ze formeel veroordeeld worden doorlopen de politieke gevangenen in Turkije immers een ware lijdensweg, waarbij ze in alle gevallen worden gefolterd op het politiecommissariaat. Daarna worden ze echter samengebracht in de slaapzalen met andere politieke gevangenen, dikwijls van dezelfde organisatie. Deze hergroepering resulteert in een sterke solidariteit en bevordert de groepsgeest, die nodig is om aan de psychologische druk te weerstaan. Het gebeurt zelfs dat de bewakers moeten afzien van het plan om een gedetineerde uit zijn slaapzaal weg te halen omdat de hele zaal zich daartegen verzet. De medegevangenen weten immers maar al te goed wat het voor de betrokkene kan betekenen (terugkeer in slechte toestand, als ze al terugkomen).
Maar de tijd van de slaapzalen lijkt voorbij. Turkije is uit op "moderniteit", en daarin passen nieuwe gevangenissen, het F-type, waar de cellen slechts berekend zijn op 1 tot 3 gevangenen. Ondanks het feit dat de gevangenissen van het F-type meer "comfort" bieden en moderner en hygiënischer zijn, zien de politieke gevangenen daarin vooral een maneuver om de solidariteit binnen de gevangenissen te breken en de laatste weerstand op te doeken. Gezien de mensenrechtensituatie in het Turkse repressieve apparaat, betekenen de slaapzalen een soort overlevingsgarantie. De gevangenen weigeren dus botweg om naar deze "moderne" gevangenissen overgebracht te worden, en houden een hongerstaking "tot de dood" om hun eisen kracht bij te zetten. Voor de rest eisen ze onder andere de afschaffing van een artikel van de zogenaamde "antiterrorismewet" dat veel te breed wordt geïnterpreteerd en zo dient om massaal mensen gevangen te zetten wegens opiniedelicten. Momenteel telt Turkije om en bij de 11.000 politieke gevangenen.
Toen de beweging in de Turkse gevangenissen al te breed werd, besloot de overheid op 19 december 2000 om de staking te breken en over te gaan tot een aanval op 20 gevangenissen. Om niets aan het toeval over te laten gebruikten ze daarbij de grote middelen: slaapzaalmuren werden met bulldozers te lijf gegaan, er werd een overdosis aan traangas gebruikt, niet nader geïdentificeerde schroeigassen, vuurwapens, … Er is zelfs sprake geweest van vlammenwerpers, dit alles tegen weerloze gevangenen. De balans staat op 30 doden bij de gedetineerden, vele gewonden, en een groot aantal overlevenden dat naar F-types werd overgebracht. De hongerstakers werden naar ziekenhuizen gevoerd om er onder dwang gevoed te worden (een illegale praktijk). Deze operatie werd cynisch genoeg "Terug naar het leven" gedoopt: de overheid ging er immers van uit dat de hongerstakers gedwongen vastten onder druk van de organisaties waarbij ze aangesloten zijn, en het ging er dus om hen "uit hun klauwen te redden". Om te bewijzen dat deze psychologische druk puur denkbeeldig is begonnen andere leden van dezelfde organisaties, die niet opgesloten zitten en soms hoge verantwoordelijken zijn, aan een hongerstaking uit solidariteit. Samen met gevangen hongerstakers die voor zes maanden werden vrijgelaten om verzorgd te worden of buiten de gevangenis te sterven, houden ze hun hongerstaking in Armutlu, een arme buitenwijk van Istanbul. De hoofdtoegangen tot de wijk zijn geblokkeerd door controleposten van de Turkse politie. De DHKP-C, de revolutionaire volksbevrijdingspartij en –front (illegaal in Turkije), kent een grote aanhang in Armutlu. Deze accumulatie van politiemachten doet een aanval op Armutlu vrezen die zou lijken op die van 19 december op de gevangenissen.
De situatie wordt dus alsmaar dringender, temeer omdat de – zeer vastberaden – hongerstakers één voor één blijven sterven. Het 64ste slachtoffer (de doden van de aanval in december inbegrepen) is zopas in Armutlu overleden op 31 augustus. In Turkije moeten er doden vallen vooraleer de pers zich vaag herinnert dat er deze strijd aan de gang is. De persvrijheid is in Turkije een zeer relatief begrip, en zoals bijna overal concentreert de controle over de persgroepen zich meer en meer in de handen van enkele topindustriëlen; de inhoud commercialiseert tot het uiterste. Men kan dus stellen dat wanneer de stilte niet compleet is, de Turkse publieke opinie aan desinformatie wordt blootgesteld. Bij ons is het niet anders: na de stormloop op de gevangenissen in december keek onze pers niet verder dan wat berichten van grote persagentschappen die trouw de Turkse officiële versie weergaven. Een onafhankelijke onderzoekscommissie werd in de Franstalige pers afgebroken, terwijl haar bevindingen toch overduidelijk waren (zie ook: http://archive.indymedia.be/front.php3?article_id=1783). Wanneer de media het bij ons over Turkije hebben, gaat het ofwel over de dramatische economische en financiële crisis die het land teistert, ofwel over de toeristische piek in het land. Over mensenrechten zwijgt de pers meestal zedig, terwijl onze politici Turkije blijven beschouwen als een trouwe bondgenoot die ontzien moet worden. Het is onder andere om deze stilte te breken dat van 9 tot 25 september in Brussel een hongerstaking zal gehouden worden uit solidariteit.
Tijdens ons verblijf konden we uiteraard een aantal hongerstakers interviewen, maar ook een advocaat die strijdt voor de mensenrechten, een vakbondsman die vecht tegen het inkrimpen van de syndicale rechten (en ook tegen de top van de grote institutionele vakbonden…), een voormalig beroemd muzikant die zich vandaag volledig wijdt aan de strijd voor de vrije meningsuiting en tegen de F-type-gevangenissen, en een onafhankelijke journaliste. We brachten ook een bezoek aan Gazi, een andere achtergestelde buitenwijk van Istanbul, die door de overheid aan haar lot wordt overgelaten en amper van openbare diensten mag genieten. Het DHKC is er goed ingeplant en kon er een volksparlement op poten zetten. Daar waar het kan organiseert dit volksparlement zelf collectief de ontbrekende diensten. Voor de problemen die het niet zelf kan oplossen, door gebrek aan middelen, organiseert het de eisen van de bewoners door middel van massaal ondersteunde petities om de overheid ertoe te dwingen haar verantwoordelijkheden op te nemen.
Het markante aan Turkije is de alomtegenwoordigheid van de repressie, al blijft die zo goed als onzichtbaar. Bijna alle personen die we interviewden hebben meermaals in de gevangenis gezeten, en de meesten van hen werden gefolterd. Tijdens de drie dagen van ons verblijf gebeurden enkele incidenten die ons deden inzien dat repressie een dagelijkse dreiging is. Getuige, bijvoorbeeld, de vrouw uit Armutlu die ontboden was bij de politie van Istanbul omdat ze een jaar voordien op een betoging was gezien met een plakkaat van het DHKC in de hand. Toen ze 's morgens vertrok, wist ze niet of het enkel om een formaliteit zou gaan, dan wel of haar foltering en gevangenschap te wachten stonden. Uiteindelijk stelde de politie zich voorlopig tevreden met het in beslag nemen van haar identiteitspapieren. Ander voorbeeld: de vier moeders van hongerstakers die naar Ankara vertrokken om de minister van justitie om een onderhoud te verzoeken. Zij belandden in de gevangenis. Er was ook die 16-jarige knaap die voor een diefstal werd gearresteerd. De volgende dag bracht de politie zijn lijk terug naar de ouders. Officieel had hij zich opgehangen…
Ondanks deze alomtegenwoordige druk blijven al de mensen die we tegenkwamen glimlachen en moppen tappen. Noodzakelijke humor om de omstandigheden weg te lachen.
In de volgende weken vindt u dus op deze site meer gedetailleerde interviews en artikels over deze reis.