Gedoogstatus by Ria Hörter [de volkskrant] Wednesday September 05, 2001 at 12:48 AM |
Wij wonen in kleine, stenen huisjes in een bos. Nogal afgelegen, ver van de bewoonde wereld. Ze staan veilig achter draad en een slagboom houdt ongenode gasten buiten. Er is gas, licht en water, een aansluiting voor de tv en zelfs een zwembad.
Als het mooi weer is, zitten we buiten of gaan we wandelen in het bos. Soms praten we met elkaar over de steden en dorpen waar we geboren zijn en die we hebben achtergelaten. De dichtstbijzijnde winkel is drie kilometer verder. Sommigen van ons lopen daarheen, want we hebben verder weinig omhanden en wandelen houdt ons fit.
Een aantal van ons heeft de gedoogstatus, anderen zijn in een eindeloos proces verwikkeld en de meest onfortuinlijken zijn al uitgezet. Waar die gebleven zijn, weten we niet. Of er van een beleid sprake is, weten we niet.
Overheidsbeslissingen zijn vaak niet te begrijpen. Wie niet vrijwillig vertrekt, wordt goed in de gaten gehouden en de gemeente heeft zelfs een aparte controleur voor ons aangesteld. Ze nemen geen enkel risico.
Elke week staat er wel iets over ons in de lokale krant en dan schudden de dorpsbewoners bezorgd het hoofd. Wij zijn niet uniek, in alle delen van Nederland wonen mensen zoals wij. Maar toch.
Asielzoekers? Illegalen? Onverwijderbare, uitgeprocedeerde vreemdelingen? Kostenposten voor de samenleving?
Hoe komt u daar in godsnaam bij? Daar hebben de bewoners van de huisjes in ons bos toch niets mee te maken?
Wij zijn allemaal in Nederland geboren en getogen en hebben ons hele leven hard gewerkt. Op een gegeven moment hebben we de Randstad vaarwel gezegd. In onze huizen en appartementen wonen nu jonge tweeverdieners, die dankzij ons vertrek daar hun bijdrage aan de economie kunnen leveren.
Wij hebben ons teruggetrokken in een zogenoemd vakantiehuis. Dat klopt, want wie met pensioen is, heeft altijd vakantie. We ontvangen geen huursubsidie, geen uitkering, maar betalen alle belastingen, inclusief onroerendgoedbelasting en vermogensbelasting. We doen onze inkopen bij de middenstand in het dorp en daar rollen onze gespaarde guldens over de toonbank. De plaatselijke schilder geeft ons huis een verfje en de plaatselijke aannemer zorgt voor een gloednieuw badkamertje. We gaan naar de wekelijkse markt, lezen de plaatselijke krant en hebben geen enkele moeite met de Veluwse tongval. Kortom, wij zijn volledig geïntegreerd en self supporting. En daar zijn we best trots op.
Er is een probleempje: voor een aantal van ons dreigt nog steeds uitzetting. Desnoods met gemeentelijk gerechtelijk geweld.