arch/ive/ief (2000 - 2005)

Verhofstadt is EU-apostel in Afrika
by raf Thursday August 23, 2001 at 04:01 PM
raf.custers@euronet.be

Verhofstadt wordt door EU en EU-politieman Solana naar Afrika gestuurd. Géén reden om dat toe te juichen. Afrika wordt zoal genoeg gerekoloniseerd.

Vier weken lang géén kranten, radio of TV : het was me sinds decennia niet meer gebeurd. Het allerlaatste nieuwsfeit dat ik nog meenam uit West-Europa (op weg naar Roemenië en Bulgarije) was de moord op Carlo Giuliani in Genua. De Salzburger Nachrichten van 21 juli was één en al verontwaardiging en zei vlakaf dat de G8-bazen niet de minste geloofwaardigheid meer hebben. "Wie kan deze groep geloven, als hij vrede verkondigt en over strijd tegen armoede peroreert en over de kloof tussen Noord en Zuid en het broeikaseffect ?", zo stond het daar op de voorpagina. Na de Salzburger volgde er radio-stilte.

Eind augustus thuisgekomen ga ik als een uitgehongerde nieuwswolf grasduinen in het nieuws van de afgelopen maand. En vind een opinie-stuk van Johan Cottenie, diensthoofd Zuidwerking van 11.11.11, op de website van IndyMedia. "Verhofstadt zet in Genua Afrika op de agenda: ga zo door!", zo luidt de titel. Cottenie zegt aan het eind dat hij met zijn artikel een bijdrage levert aan de "alternatieve globalisering". Maar als hij zich met deze tekst voor 11.11.11 engageert, dan zet hij de Vlaamse koepel van ontwikkelings-organisaties toch wel radikaal op het verkeerde been.

Eerst even mijn résumé van Cottenie's artikel : hij zegt dat Afrika veel te lang genegeerd en gemarginaliseerd is op wereldvlak ("het Afrikaanse aandeel in de wereldeconomie bedraagt nauwelijks 3%"), en dat elke inspanning voor Afrika bijgevolg "een humanitair gebaar van solidariteit is".
Omdat de Belgische premier Verhofstadt tijdens de G8-top in Genua over Afrika heeft gepraat, dicht Cottenie de premier een menselijke bekommernis voor Afrika toe en moedigt hij Verhofstadt aan zo door te gaan, vooral tijdens het Belgische voorzittersschap van de Europese Unie.

Voor ik uitleg waarom ik het grondig oneens ben met Johan Cottenie, even een algemene opmerking. Cottenie's pleidooi lijkt me tot stand gekomen in een euforische opwelling. De neerslag daarvan is echter onsamenhangend en verward. Ik begrijp niet goed wiens desinteresse Cottenie nu eigenlijk het meest aanklaagt ? Zijn dat de multinationale instellingen, zoals de UNO, die te weinig centen zouden besteden voor Afrika ? Zijn dat de "landen die momenteel op de wereldbol het laken naar zich toe halen" ? "De internationale aandacht voor Afrika zit op een dieptepunt", schrijft Cottenie. Wiens aandacht bedoelt hij ? Die van de media ? Dan heeft hij zeker een punt. Die van de internationale instellingen, of de regeringen ? De multinationals wijst Cottenie zeker niet met de vinger, hij spreekt er niet eens over.
Ook in de aanbevolen recepten is Cottenie niet consistent. Hij pleit voor radicale schuldenkwijtschelding, maar heeft daarvoor al betreurd (zo lees ik dat toch) dat er nooit een Marshall-plan voor Afrika is gekomen. Dat is toch een serieuze contradictie : het Marshall-plan voor Europa was niets anders dan massale leningen van de USA aan Europa, leningen die tot de laatste frank terugbetaald moesten worden.

Ter zake : volgens mij is Cottenie's hele premisse fout, namelijk dat de wereld zich sinds tijden niet meer voor Afrika interesseert. Volgens mijn waarneming is Afrika nooit van de agenda geweest. Nog anders gezegd : het rijke Westen - zakenlui, politici, militairen door elkaar - hebben zich blijvend met Afrika bemoeid en het continent nooit als een soevereine entiteit zijn eigen zaakjes laten beredderen. Ik wil dat staven met wat Empirica Africana, voorbeelden die ik zelf de voorbije jaren in Afrika heb gezien en beleefd.

Mozambique.
In '91 bezocht ik deze voormalige Portugese kolonie in Zuidelijk Afrika. Er was toen nog een oorlog aan de gang, voor mij het prototype van een globaliserings-oorlog : een oorlog om een tè zelfstandig land op de knieën te dwingen en het te verplichten mee te draaien volgens de wetten van de wereldmarkt.
De oorlog was gericht tegen een socialistisch getinte regering en werd gevoerd door de "rebellen"-beweging, RENAMO, die lang voor Sierra Leone al op grote schaal tegenstanders armen en benen afhakte.
Renamo werd gecreëerd, bewapend en onderhouden door blanke extremisten in Zimbabwe en Malawi en het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. Ze drongen Mozambique een regering op mèt Renamo maar braken vooral het land open voor een herkolonisatie door herenboeren uit de buurlanden, en onderwierpen het land aan de dwingelandij van Wereldbank en Internationaal Muntfonds. Die vonden bvb. dat Mozambique moest overschakelen op een mono-cultuur van cashew-noten. Goed tien jaar later blijkt dat een catastrofale misrekening.
Senegal.
Begin '95 hadden de veertien lidstaten van de Zone Franc in West-Afrika één jaar devaluatie achter de rug. Begin '94 was hun gezamenlijke munt de FrancCFA met de helft in waarde verminderd ten opzichte van de Franse Franc waaraan de FCFA al zo'n halve eeuw vastgeklonken zat. De devaluatie was in Parijs beslist omdat de Franse Franc in de Europese muntunie geherpositioneerd moest worden. Zo heet dat dan. Gevolg voor de Afrikaanse landen van de Zone Franc : een totaal onverwachte en bovendien zeer felle stijging van de levensduurte. In Senegal was de benzineprijs omhoog geschoten. Dat maakte dat veehandelaren, die runderen naar de slachthuizen van de hoofdstad Dakar brachten, de transportfactuur zagen stijgen. Dat maakte dat de consumenten zich helemaal geen vlees meer konden permitteren.
Côte d'Ivoire.
Na de affaire met de Elise D. - dat schip kwam op Kerstdag '95 in Antwerpen aan met twee dode, onbekende verstekelingen aan boord - trok ik naar de haven van Abidjan in Ivoorkust om uit te zoeken hoe dit drama kon gebeuren. Ik ontdekte dat enkele maanden tevoren een hard conflict was uitgevochten tussen de Franse rederij SDV - kortweg Delmas, een florissante dochter van de groep Bolloré - en lokale reders over de transportprijzen van cacao, waarvan Ivoorkust 's werelds eerste producent (en bij gebrek aan lokale verwerkende industrie ook eerste exporteur) is. Tijdens het gehakketak draaide het laden van de cacao in de haven op verlaagd tempo. Na het conflict moesten de stocks versneld in de schepen geladen worden en waren er handen tekort. Zo kwamen "mijn verstekelingen" in het ruim van de Elise D. terecht waar twee van hen van uitputting zouden omkomen tijdens de overtocht naar Europa.
Waar ik naar toe wil : Côte d'Ivoire had in '96 nog eigen rederijen die van groot belang waren in de tarief-discussie. Terwijl bekende nationale vloten als die van Ghana of Nigeria al jaren tevoren op de klippen waren gegaan. Maar drie jaar later waren ook de Ivoirese rederijen weg. Ze hadden de concurrentie met Bolloré (of de Belgische-Zuid-Afrikaanse CMB, of Nedlloyd, of Maersk etc...) niet overleefd. En dan heb ik nog niks gezegd over hoe Côte d'Ivoire afhangt van de jojo-ende cacao- en koffieprijzen.
Europese multinationals vegen met andere woorden nationale economische sectoren van de kaart. Die landen verliezen daarmee een stuk nationale onafhankelijkheid, en worden weer wat meer de speelbal van de grote jongens. Bolloré bij voorbeeld is zich actief met de politiek gaan bezighouden, in Ivoorkust maar ook in Congo-Brazzaville. (En dan heb ik alweer niks gezegd over het immer uitdijnende omkoopschandaal in Frankrijk waarvan de "staatsolie-maatschappij" Elf-Acquitaine de spil is, en hoe Elf decennialang in Afrika koningen en staatshoofden maakte of kraakte.
Guinée-Conakry.
In '99 deed ik hier onderzoek naar grootschalige zwendel met 190 klandestiene bootvluchtelingen uit .... Sri-Lanka. Ze waren door mensensmokkelaars naar Guinée geloodst vanwaar ze uiteindelijk naar Canada zouden vertrekken. Het zwendel-aspect zit in de tussenkomst van de Internationale Organisatie voor Migratie. Die was betrokken bij de afwikkeling van de affaire. De Sri-Lankezen werden namelijk voor de kust van Senegal dagenlang op hun schip uitgehongerd en door IOM-mensen bepraat, tot ze elkeen een verklaring tekenden waarin ze zeiden naar Sri-Lanka gerepatrieerd te willen worden.
Maar in de weken daarvoor waren de Amerikaanse en Canadese ambassades druk voor de Sri-Lankezen in de weer geweest. Jaren vòòr de Belgische regering besliste zogenaamde immigratie-ambtenaren uit te sturen naar Derde Wereld-landen om mogelijke uitwijkelingen naar het Rijke Noorden te onderscheppen, jaren tevoren dus hadden Amerikanen en Canadezen al zulke agenten, op voorposten onder meer in West-Afrika. Zij regelden dat de Sri-Lankezen eerst aan boord van een schip het land zouden verlaten en dan op de internationale wateren gechanteerd zouden worden. Guinée en Senegal moesten het spel meespelen. Terug thuis vloog een aantal Sri-Lankezen onmiddellijk in de gevangenis en onderging er de martelingen waarvoor ze juist het land waren ontvlucht !
Bill Clinton.
Einde maart 1998 ging de Amerikaanse president Clinton op rondreis door Afrika, met een hoop correspondenten in zijn zog. Ze waren unaniem over de enorme economische potentie van het Afrikaanse continent, en ze citeerden unisono dezelfde cijfers, als waren het argumenten om Afrika nieuwe snoepjes aan te praten, zoals het Partnership for Growth "dat als doel heeft de integratie van de Afrikaanse markten in de wereldeconomie te vergemakkelijken". Afrika heeft 700 miljoen inwoners, zo lees ik overal, "en is één van de grootst mogelijke markten ter wereld" en "met voor 6 miljard dollar export naar Afrika, hebben de States minder dan 8 procent van de Afrikaanse markt in handen". De Afrikaanse export naar de States, goed voor 15 miljard dollar, bestaat vooral uit petroleum !
Tanzania.
Eind 2000 staan de Tanzaniaanse spoorwegen vòòr de privatizering, de staatsmaatschappij staat op last van de Internationale Business-Gemeenschap te koop voor privé-invsteerders. Op het hoofdbureau in Dar-es-Salam een Belg, Freddy Strumane, met jarenlange ervaring in het Afrikaanse spoorwegwezen. Op de valreep van het ouwe millennium doet hij me nog een agenda-2000 van de Tanzania Railways Corporation cadeau. Strumane kent de slogans uit zijn hoofd, Privatizeren is The Magic Solution, want staatsmaatschappijen zijn "vermolmd en corrupt tot op het bot en ziek door jarenlang mismanagement". Maar hèt grote probleem met TRC is dat Tanzania arm is, de staat geen geld heeft en jarenlang niet in de spoorwegen heeft kunnen investeren.
Dan komen de Consultants. Die zeggen : er is volk teveel, van 9000 werknemers moeten er 4000 weg. Strumane : "wat gaat er gebeuren ? ze gaan de core-business overhouden, de sporen en wat daarover rijdt. Al de rest wordt afgestoten : de eigen scholen en ziekenhuizen, de poetsploegen etc. Maar de spoorwegpolitie en de bewaking komen wel in onderaanneming. Dat betekent dat dit geen overbodig maar noodzakelijk personeel is". Strumane, nochtans pro-privatizering, voorspelt een sociaal drama, omdat de Tanzaniaanse staat zal blijven zitten met neven-activiteiten maar daarvan het personeel niet zal willen of kunnen betalen.
"Passagiervervoer is per definitie verlieslatend", aldus Strumane. Gaat de toekomstige eigenaar dat voortzetten ? Zal die investeringen doen, om het spoorverkeer te modernizeren en opnieuw veilig te maken ? "Kijk naar Engeland, en ge weet genoeg", aldus Strumane. "De privé heeft geen enkele verplichting tegenover de gemeenschap zoals de publieke sector. Alles wat telt is hun profijt".
Die consultants, dat is een verhaal apart. Ze adverteren bij voorbeeld in de inflight-magazines, de blinkende boekskes in de rugleuningen van de vliegtuigzetels. De consultants van KPMG zitten overal in Oost-Afrika, en ze hebben allen Europese namen. Zij schrijven de lokale regeringen voor hoe ze hun staatspatrimonium moeten uitverkopen, willen ze er ook nog kopers voor vinden. Een kras verhaal : de verkoop van de Kenyaanse telefoonmaatschappij. In de East African van 23 oktober 2000 staan details. Telkom Kenya moet, vòòr de privatizering,10.000 van de bijna 20.000 werknemers afdanken, om - typische consultant-speak - de internationaal aanvaarde ratio te halen van 1 werknemer voor 55 telefoonlijnen. Er staan vijf consortia klaar om Telkom Kenya te kopen.
Zimbabwe.
Hebben IMF en Wereldbank in Washington te weinig aandacht voor Afrika ? Laat me nu even niet lachen. Zimbabwe wordt door deze voorhoede van het wereldkapitalisme op droog zaad gezet, omdat het oude schulden niet snel genoeg terugbetaalt. Rwanda daarentegen krijgt de ene nieuwe lening na de andere. Het is nodig die twee landen en hun behandeling door Washington naast elkaar te zetten. Zimbabwe is eigenzinnig en bezig met een (intussen door de Afrikaanse Unie gesteunde) landherverdeling èn een bondgenoot bovendien van het al even eigenzinnige Congo van vader/nu zoon Kabila. Rwanda loopt aan het handje van de Verenigde Staten en is met zijn invasie-oorlog tegen Congo en bezetting van een flink stuk van dat land bezig te doen wat Renamo destijds in Mozambique deed : de slechte leerling van de gemondializeerde klas een les leren, op de knieën dwingen en ervoor zorgen dat het patrimonium van Congo "geïntegreerd wordt in de wereldeconomie".

Dat taalgebruik, daar valt ook veel over te zeggen. Het begrip Emerging Markets, opkomende markten, dat doet me steigeren. Het klinkt alsof daar plots hele groepen consumenten zoals paddestoelen uit het niets tevoorschijn ploppen. Terwijl die consumenten er toch altijd geweest zijn. Dit zijn geen Emerging Markets, dit zijn opengebroken markten, waarvan de mensen willens nillens zullen consumeren. Willens nillens, want meestal is er geen koopkracht. Nog even een frappante analogie in dit verband. Ik zei dat ik, toen Carlo Giuliani werd doodgekogeld, naar Roemenië ging. Er wordt wel eens gezegd dat Roemenië afglijdt naar een Derde Wereld-status. Dat klopt in ieder geval als je ziet hoe de petroleumfirma's oprukken. Net zoals in Kinshasa, bouwen ze in Roemenië nu aan hoog tempo blinkende benzine-stations waarvan de schittering pijn doet aan de ogen. En dat voor miljoenen consumenten die absoluut géén koopkracht hebben. Toch weten die firma's goed wat ze doen : op termijn verdienen ze hun investeringen zeker terug, omdat brandstof nu eenmaal een broodnodig goed is en de mensen er alles voor doen om brandstof te kunnen kopen. Kijk maar naar de files aan de stations in Kinshasa. (Nog over Oost-Europa : de leider van de opmars is de Oostenrijkse petroleumfirma OMV, die na Roemenië en Bulgarije vooral op de "penetratie" van Servië mikt. Tegen Servië is er ook eerst een globaliserings-oorlog gevoerd).

Samengevat : Afrika staat dag in dag uit op de agenda van de multinationals. Het terrein is geëffend door het "eenheidsdenken" dat zegt dat de markt allesbepalend is en dat er geen staatsinterventie mag zijn. Er zijn en worden oorlogen gevoerd om stukken van de Afrikaanse markt open te breken en elke uiting van politieke of economische zelfstandigheid weg te vegen.
Johan Cottenie heeft daarvoor geen oog. Hij kijkt enkel naar de politieke demarches. Hij verguist Dehaene en Derycke omdat ze niets deden in Afrika. Hij bejubelt Verhofstadt omdat die een politieke actie voert, met het oog op Afrika.
Cottenie stelt het voor alsof Verhofstadt - "tot inzicht gekomen tijdens de Rwanda-commissie" - uit een soort verheven voor eigen rekening opereert. Dat is fout. Verhofstadt en Belgische consoorten, van Michel tot Moreels, zijn in Afrika gemandateerd door de Europese Unie èn door het Europese Veiligheidsbureau van Xavier Solana, die in een vorig leven het NAVO-aanvalspakt heeft geleid.
Als ik zie wat deze kringen er in de Balkan voor over hadden om, nogmaals, de markten open te breken, en er vervolgens ten behoeve van de vlotte penetratie van de (dankzij Bernard Kouchner vooral Franse) multinationals een internationale voogdij in te stellen, dan besluit ik dat Verhofstadt zijn Afrika-plannen stroomlijnt met de machtigste kringen van de Europese globalisering, om dat continent nog intensiever dan al volop gebeurt te herkoloniseren. Geen enkel anti-globalist (of alternatief globalist) kan zich daarin vinden.