88.000 Opel arbeiders bedreigd by Jan Hasaers Monday August 20, 2001 at 10:21 AM |
jhasaers@be.packardbell.org 0478 926 124 |
De 28 miljard van 3 maanden 'relativeert' het 'verlies' van Opel Europa. Opel wil capaciteit verminderen met 300.000 wagens, maar bouwde net een nieuw bedrijf voor 270.000 wagens. Dat is de waanzin van het kapitalisme. Hoog tijd om te denken over een andere wereld zoals in genua en het hele plan te verwerpen.
88.000 Europese Opel-arbeiders bedreigd
Opel-directie wil overal zware inleveringen en sluit opdoeken grote vestigingen niet uit
Jan Hasaers
‘Wij zijn niet meer bereid in te leveren, de limiet is bereikt’, zeggen arbeiders uit de nachtploeg van Opel-Antwerpen, zwaar ontevreden dat ze de onheilspellende berichten over het herstructeringsplan Olympia van de Europese Opel-directie over inleveringen en mogelijke sluiting via de pers moeten vernemen. ‘Je maakt mij niet wijs dat de vakbondsleiding al niet langer op de hoogte zijn van die plannen. De PVDA schreef voor hert verlof dat er een zware herstructurering om komst was. Toen zegden de vakbondsleiding en de delgees dat het maar studies zijn en dat de PVDA kan zeggen wat ze wil. Het Olympia plan is nog veel erger want het bedreigt alle 88.000 arbeiders in alle Opel vestigingen’.
Forster, directeur van Opel-Europa liet woensdag jl. weten dat de directie werkt aan een drastisch herstructureringsplan Olympia. Veel informatie heeft hij niet gelost. Het enige dat vaststaat is dat in heel Europa ‘enkele duizenden jobs bedreigd zijn’. Forster wil tegen 2003 80 miljard frank besparen. Daarvoor wil hij o.a. de productiecapaciteit met 15% verminderen. Hoe hij dat precies wil doen heeft hij niet gezegd. Op 21 september wordt het echte plan Olymia voorgesteld. Forster liet slechts enkele ballonnen op: ofwel de sluiting van één groot bedrijf zoals die van Antwerpen, Zaragossa (Spanje), Ellesmere Port (Engeland) of Bochum (Duitsland) ofwel door inleveringsmaatregelen in alle vestigingen. De proefballon-taktiek diende wellicht om te testen hoever hij de vakbondsleidingen meekrijgt in nieuwe inleveringen en om de arbeiders te chanteren met het dreigement van de sluiting. Hij zei uitdrukkelijke ‘dat aan geen enkele van achttien Opel-vestigingen, verspreidt over tien landen in Europa, garantie kan geven dat ze niet sluit, zeker niet aan Antwerpen’. Verder ‘worden alle fabrieken onder loep genomen om zoveel mogelijk te kunnen uitbesteden (perserijen, gereedschapmakerij, aanmaak componenten). En ‘elke fabriek moet de productiviteit drastisch opdrijven’.
31 miljard voor nieuwe fabriek
De argumenten voor de drastische maatregelen werden klakkeloos in de meeste media overgenomen, hoewel toch direct vragen reizen.
Eerste argument is de overcapaciteit. De Europese Opel-fabrieken produceren nu 2,1 miljoen wagens, maar verkopen slechts 1,7 miljoen. Forster zegt dat hij daarom de productiecapaciteit met 15% wil verminderen. Dat komt neer op neer op een daling van ca 300 à 350.000 wagens. Dat is ongeveer de capaciteit van de Opel-Antwerpen, waar vorig jaar 329.000 Astra’s van de band rolden. In het Duitse Rüsselsheim (bij Frankfurt) is echter zopas 31 miljard geïnvesteerd in een volledig nieuwe fabriek met een capaciteit van 270.000 wagens per jaar.
Hoe moeten we de beslissing om, ondanks die overcapaciteit, toch een nieuwe fabriek te bouwen en mogelijk een andere te sluiten, begrijpen? Dit probleem wijst op de interne tegenstelling van het kapitalisme. De essentie van het kapitalisme is enerzijds het privé-bezit over enorme monopolies als General Motors. Een handvol aandeelhouders controleert dit monopolie en is uitsluitend uit op winst. Anderzijds vechten verschillende monopolies tegen elkaar – in de automobiel zijn dat er nog negen- op Europees en wereldvlak een moordende concurrentiestrijd uit voor de afzetmarkten. Zij vertrekken niet van de precieze behoeften aan wagens bijvoorbeeld, maar ze hopen allemaal zoveel mogelijk van hun product aan de man te brengen ten koste van hun concurrent. Daarom bouwen ze voortdurend een eigen capaciteit uit die groter is dan wat ze werkelijk verkopen.
Elk monopolie hoopt die strijd te winnen door de productiviteit permanent op te drijven. Opel Antwerpen staat als vijfde productiefste vestiging genoteerd van alle Europese fabrieken. Dat is echter ten koste gegaan van de tewerkstelling, de werkomstandigheden en de lonen. Begin jaren tachtig produceerden nog 12.000 arbeiders zo’n 300.000 wagens. Nu doen ze dat met 6600 arbeiders nagenoeg de helft, met veel flexibiliteit en aan een onhoudbaar ritme. De nieuwe fabriek in Rüsselsheim is gebasseerd op de fabriek van Antwerpen.
De opdrijving van de productiviteit leidt tot liquidatie van ca. 6000 jobs en uiteindelijk ook tot de daling van koopkracht van de bevolking, waardoor er uiteindelijk ook minder wagens kunnen verkocht worden. De tegenstelling tussen de productiecapaciteit en de afzet van wagens neemt dus toe in plaats van af. De moordende concurrentiestrijd moet dus opnieuw worden opgedreven de wagens aan de man te brengen.
Kortom de politiek van Opel Europa is er op uit om de capaciteit van de van de ene fabriek te vervangen door de capaciteit van een nog productievere fabriek. Sommige automobiel-analisten geloven niet dat een fabriek zal gesloten worden. Vic Heylen: ‘Een sluiting is zo definitief. Als de markt opnieuw herleeft, heb je dan moeilijkheden om de capaciteit weer te verhogen.’ ‘De productiviteit van en de inzet van de werknemers is belangrijker’ Volgens Heylen is het waarschijnlijker ‘dat men voor tijdelijke vermindering van de capaciteit kiest, via tijdelijke werkloosheid, of door het aantal shifts te verminderen.’ Hoe meer Opel er echter in slaagt de productiviteit en de flexibiliteit om verschillende modellen te bouwen op te drijven des te makkelijker wordt het om een fabriek te sluiten.
De ‘oplossing’ die Opel nastreeft maakt dus het probleem alleen maar erger. Die tegenstelling van het kapitalisme kan alleen opgelost worden in een geplande economie waar de productie gepland wordt in functie van de behoeften. Voorwaarde is dan wel dat de moordende concurrentie tussen automobielfabrieken wordt uitgeschakeld door de verschillende privé-monopolies te onteigenen en in één collectief staatsbedrijf, onder leiding van de werkers, onder te brengen.
28 miljard winst op 3 maand
Tweede argument van de directie is dat Opel –Europe vorig jaar 17 miljard frank verlies maakte. Daartegenover staat wel General Motors de Amerikaanse moedermaatschappij van Opel op haar site aankondigt dat de laatste drie maanden (april tot juni) 28 miljard frank (610 miljoen dollar) winst werd gemaakt. De aandeelhouders zullen 60 frank per aandeel uitgekeerd krijgen. De site meldt ook dat de ‘cash en netto liquiditeiten’, zeg maar geld dat zo gereed ligt, op 30 juni meer dan 500 miljard frank bedroeg. Een verhoging van 68 miljard frank op drie maanden tijd. Opel Europe zegt ook dat ze 40 miljard opzij heeft gelegd om de herstructurering door te voeren. Vorig kocht ook Opel Europe van GM de Opelbank over. Dat kostte hen 80 miljard. En vergeten we ook niet de 31 miljard investering in Rüsselsheim voor de spiksplinernieuwe fabriek. Tenslotte is het geweten dat General Motors al twee jaar aast op de overname van de Zuid-Koreaanse autobouwer Daewoo. Dat zal ook enkele miljarden kosten.
Het hele plan moet weg
De PVDA vindt dat het hele plan van tafel moet. Dus geen sluitingen, geen afdankingen, en ook geen andere inleveringsmaatregelen, geen outsourcing, flexibiliteit, loons- of premievermindering. Integendeel het werkritme moet verlaagd, jongeren moeten volwaardige contracten krijgen en arbeid moet herverdeeld worden om werkdruk te verlagen.