arch/ive/ief (2000 - 2005)

Staat en revolutie revisited: over antiglobalisten en 'de' politiek
by Sigurd D'hondt, academicus Tuesday July 31, 2001 at 12:21 PM

In zijn standpunt van 19 juli schetst De Morgen-journalist Jan De Zutter een merkwaardig accuraat beeld van de manier waarop 'de' politiek omgaat met de antiglobalisten. "Het verrassendste aan de nieuwe politieke breuklijn is dat ze niet terug te vinden is in de reguliere politieke formaties in het Westen", aldus De Zutter. "Ook in ons land is er geen enkele politieke partij die openlijk de kant kiest van de antiglobalisten.

Staat en revolutie revisited: over antiglobalisten en 'de' politiek
Sigurd D'hondt, academicus


In zijn standpunt van 19 juli schetst De Morgen-journalist Jan De Zutter een merkwaardig accuraat beeld van de manier waarop 'de' politiek omgaat met de antiglobalisten. "Het verrassendste aan de nieuwe politieke breuklijn is dat ze niet terug te vinden is in de reguliere politieke formaties in het Westen", aldus De Zutter. "Ook in ons land is er geen enkele politieke partij die openlijk de kant kiest van de antiglobalisten. Het lijken wel de sixties revisited. Een bourgeois politiek milieu kijkt als een koe naar een trein als het over globalisering gaat." Deze tekst wil de tegenstelling tussen antiglobalisten en politiek in een ruimer kader situeren, en enkele obstakels aanduiden waarmee de beweging geconfronteerd wordt. Vanwaar komt de kloof tussen antiglobalisten en politiek? Om deze vraag te bantwoorden, moeten we beginnen bij de problematische verhouding tussen de linkerzijde en de staat. Louis Tobback weze gewaarschuwd.
Men verliest vaak uit het oog dat anti-etatisme aanvankelijk niet enkel terug te vinden was bij anarchisten en anarcho-syndicalisten. Het inzicht dat de staat verdrukt, is even sterk aanwezig bij de 'aartsvaders' van het moderne linkse denken: Marx, Engels, en Lenin. Al in het Communistisch manifest (1848) brandmerkten Marx en Engels de staat als "het comité ter behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de gehele bourgeoisie". Lenin, nochtans vaak afgeschilderd als de vaandeldrager van het 'autoritaire' socialisme, argumenteerde in Staat en revolutie dat het proletariaat zich de staatsmacht moest toe-eigenen om de staat te vernietigen.
In de loop der jaren kwam deze anti-etatische erfenis in de verdrukking. In de Sovjetunie raakte de macht van de sovjets, de autonome raden van arbeiders, boeren, en soldaten die ontstonden in de aanloop naar de revolutie, geleidelijk bedolven onder een loodzware bureaucratie. Deze problematiek hangt echter samen met een andere discussie, die over het socialisme in één land. Bij ons, in het Westen, volgde de verstaatsing een ander parcours. Om het voortbestaan van het kapitalisme mogelijk te maken, werd er een compromis gesloten: de kapitaalbezitters beseften dat het verstandiger was het beheer van de staat over te laten aan de sociaal-democraten, terwijl links meende haar sociale programma voortaan beter te kunnen realiseren binnen het kapitalistische systeem.
De Brits-Jamaicaanse socioloog Stuart Hall vestigde als een van de eersten de aandacht op het feit dat het net dit etatisme van links is geweest, dat de conservatieve revolutie van de jaren tachtig mogelijk heeft gemaakt. Door haar pijlen te richten op de 'geldverslindende' staat en de verantwoordelijkheid daarvoor in de schoenen van links te schuiven, is rechts erin geslaagd de economische en politieke krachtsverhoudingen blijvend te veranderen. De rechtse aanval tegen de verzorginsstaat ligt bijvoorbeeld mee aan de basis van de huidige dominantie van geld- en aandelenmarkten. Door de toegenomen rol van privé-instellingen in de 'sociale' sector zijn er enorme geldmassa's vrijgekomen, die nu onder de vorm van pensioenfondsen mee de financiële markten domineren. Deze institutionele beleggers investeren niet in werkgelegenheid, ze zijn eenvoudigweg op zoek naar een zo groot mogelijke return op een zo kort mogelijke termijn, maakt niet uit waar die gevonden kan worden. Over de schokgolven die deze 'casino-economie' regelmatig teweegbrengt, kan men tegenwoordig overal meespreken, van bij Sabena in Zaventem tot in Korea en Indonesië.
De huidige 'machteloosheid' van de staat is dus zeker niet de uitkomst is van een evolutie 'die in de sterren geschreven stond' (een zogenaamde 'economische wetmatigheid'). Ze vloeit voort uit een gecoördineerde poging van bepaalde rechtse krachten om zichzelf rijker te maken. De beelden van confrontaties tussen stakende Britse mijnwerkers en de politie illustreren met hoeveel respect voor onze democratische vrijheden ze hierbij tewerk gingen. Herinner u ook de opeenvolgende 'volmachtentreinen' bij ons.
Voor de sociaal-democratie was deze rechtse raid op de staat een traumatiserende ervaring. Zij moest een gevecht voeren op een terrein dat voor haar ongustig was: zij moest nu immers een compromis verdedigen, en iemand die een compromis verdedigt staat per definitie zwakker dan iemand die voluit kan gaan. Bovendien had de voortschrijdende associatie met de macht geleid tot een verschraling van het ideeëngoed. Zolang de vetpotten gevuld bleven, rezen weinig of geen problemen. Toen de buikriem aangehaald moest worden, kwam de sociaal-democratie echter met haar rug tegen de muur te staan. Zonder vernieuwend project moest ze steeds meer electoraal terrein prijsgeven aan extreem-rechts.
Deze krachtsverhouding is tot op vandaag niet veranderd. Aanhangers van 'new labour' die beweren dat het neoliberalisme uit de jaren tachtig dood is, vergissen zich schromelijk. Iedereen kent de gunstige invloed die een beetje lichaamsbeweging op ons mentaal evenwicht kan hebben. Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat Verhofstadt plots van 'koele cijferaar' in 'wijs staatsman' veranderd is, omdat hij er tegenwoordig samen met Romano Prodi met de fiets op uittrekt in Toscanië. Het lijkt er sterker op dat Verhofstadt het zich vandaag gewoon makkelijker kan veroorloven om een meer gematigd petje op te zetten, precies omdat de rechtse golf uit de jaren tachtig zoveel succes had. De Blauwe Manitoe hoeft niet langer per se zelf in het geel te rijden. Als een echte ploegleider kan hij het zich permitteren om zich tot diep in het peloton te laten terugzakken.
De SP van haar kant geeft een hersendode indruk, en lijkt enkel nog in staat tot periodiek weerkerende oproepen tot 'verruiming' of 'frontvormig'. Enige diepgang is hierbij meestal totaal afwezig, en ze blijven dan ook zonder gevolg. De situatie bij Agalev lijkt iets minder duidelijk. Ik kijk met spanning uit naar de reactie van Jos Geysels (en van Boutmans, Lozie, Van Dienderen, en Talhaoui) mochten zogenaamde 'relschoppers' op basis van Verwilghens 'snelrecht' plots en masse de doos ingedraaid worden. Het gebruikelijke 'zolang ze maar naar onze verhalen blijven luisteren'?
Dit verhaal leidt tot een misschien paradoxale conclusie. De politieke sclerose van sociaal-democraten en groenen (en de algemene apathie voor 'de' politiek) kan voor een groot stuk verklaard worden vanuit het feit dat zij hun eigen etatisme niet in vraag durven te stellen. De angst die de gevestigde linkse partijen hebben om buiten de staat te treden, verklaart waarom er zo een wijde kloof gaapt tussen antiglobalisten en 'de' politiek. De antiglobalisten profiteren van deze situatie: zij doen zo'n frisse wind waaien in de publieke ruimte, net omdat zij niet langer gebonden zijn aan de lege doos van de kapitalistische staat. De partijvoorzitters Geysels, Janssens, en De Clerck wensen intussen met de antiglobalisten te dialogeren (DM, 25/7). Zij lopen achter de feiten aan, en hun oproep tot dialoog moet dan ook met de grootste omzichtigheid benaderd worden.
Een aantal mensen gelooft dat de kloof tussen antiglobalisten en 'de' politiek een gevaar betekent voor onze democratie. Misschien kan je je echter beter afvragen voor wie deze kloof nu precies een gevaar inhoudt. En over wiens democratie gaat het nu eigenlijk? Wat met de democratische rechten van Sémira Adamu? Het half miljoen Iraakse kindslachtoffertjes? De besmette inwoners van het nucleaire stort dat de Balkan ondertussen geworden is?
De Belgische vakbondsacties bij het Swissair-hoofdkwartier in Zürich tonen aan dat steeds meer mensen inzien waar de echte macht ligt. Nu onze parlementen niet langer als hefboom kunnen fungeren, wordt het tijd dat buitenparlementairen en vakbondsmensen de fakkel overnemen. (Dat kan misschien bekend in de oren klinken bij de soixante-huitards die nu onze parlementsbanken bevolken.) Tot nu toe was het zo dat linkse partijen naar het midden opschoven -- het rechtse midden, wel te verstaan -- onder druk van de feiten en van het eigen gebrek aan inspiratie. Misschien wordt het tijd om de rollen eens om te draaien en om de anderen, in casu rechts, de kastanjes uit het vuur te laten halen, door hen een links programma op te leggen.
Als portretten van Ché en roodzwarte vlaggen kunnen helpen om het vuur onder de ketel te houden, des te beter. Reële veranderingen blijven mogelijk, ondanks de machteloosheid van 'de' politiek. De fundamentele zwakte van de krachten die het kapitalistische wereldsysteem ondersteunen, blijkt uit het feit dat de verzamelde Europese hoofdsteden tot geweld en actieve criminaliseringsstrategieën overgaan om de antiglobalistische beweging te ondermijnen. Of hebben we te maken, net als in Zuid-Afrika, met een 'derde macht', rechtse politiemensen die hun eigen agenda volgen? (Herinner u de rijkswachtenquête van een paar maanden geleden, die de antiglobalisten als staatsvijand nr. 1 aanduidde.)
De strategie die in Genua gehanteerd werd, herinnert aan wat de Spaanse premier Aznar deed op het moment dat er zich in Spaans Baskenland een mogelijkheid tot een vreedzame oplossing voordeed (de Verklaring van Lizarra, 1998). Aznar liet de onderhandelingen starten, maar al na enkele ontmoetingen liet hij de Eta-onderhandelaars arresteren. Gevolg: de geweldgolf die we nu kennen en een Eta die steeds meer van haar aanhang verliest. Aznar wil helemaal geen politieke oplossing. Eerst het conflict 'beheersbaar maken', om het vervolgens 'politioneel' te controleren -- een tactiek die uitstekend past bij de autoritaire staatsopvatting van de falange, de volgelingen van Franco, en die gerust een paar (eigen!) mensenlevens mag kosten.

Zich buiten 'de' politiek houden en de klip van de criminalisering/marginalisering ontwijken, dat lijkt momenteel de belangrijkste uitdaging voor de internationale intifada tegen het kapitalisme. Er is één zaak die Verhofstadt, Michel en co. vergeten: hoe radelozer (en brutaler) hun reactie, hoe meer het politieke centrum gedwongen zal worden onze inzichten en standpunten over te nemen. Dat kan de revolutionaire opbouw enkel versterken. Want daar gaat het vandaag om: de leugens en de hypocrisie doorprikken, en door collectieve actie de kapitaalbezitters dwingen om met onze democratische verzuchtingen rekening te houden. Voorlopig goedschiks, maar indien nodig ook kwaadschiks. Misschien moet Europa er maar bulldozers op uitsturen om woningen van antiglobalisten met de grond gelijk te maken...

De Morgen, zaterdag 28 juli 2001, p. 36

Staat en revolutie revisited: over antiglobal
by Leona maes Saturday August 04, 2001 at 10:41 AM
leonamaes@online.be 03.887.45.03 Steenwinkelstraat 354 2627 Schelle

Bravo, goed doordacht. Politiek is niet alleen partijpolitiek. Partijpolitiek ontkracht.
Leona Maes