arch/ive/ief (2000 - 2005)

Staat en revolutie revisited: Over antiglobalisten en 'de' politiek
by De Morgen Sunday July 29, 2001 at 12:58 AM

Vandaag verscheen een interessante bijdrage van Sigurd D'hondt in De Morgen. Hij stuurde me woensdag volgend bericht: "Peter, in attachment vindt je een tekstje dat ik ga proberen ergens in de weekendbijlage van de morgen geplaatst te krijgen. Ik heb ook je tekst over '10 vragen' gelezen - zeer goed. Mmvg, Sigurd." Hierbij zijn volledige, ogencensureerde tekst. Peter Mertens.

Staat en revolutie revisited: Over antiglobalisten en 'de' politiek
Sigurd D'hondt

In zijn editoriaal van donderdag 19 juli schetst De Morgen-journalist Jan De Zutter een merkwaardig accuraat beeld van de manier waarop de gevestigde politieke orde -- in de rest van deze tekst afgekort tot 'de' politiek -- omgaat met de 'antiglobaliseringsbeweging'. Deze laatste is het internationale conglomeraat van linkse actievoerders, NGO's en basis-organisaties dat sinds Seattle zowat alle internationale topontmoetingen afschuimt en de groten der aarde nachtmerries bezorgt. "Het meest verrassende aan de nieuwe politieke breuklijn is dat ze niet terug te vinden is in de reguliere politieke formaties in het Westen", aldus De Zutter. "Ook in ons land is er geen enkele politieke partij die openlijk de kant kiest van de antiglobalisten. Het lijken wel de sixties revisited. Een bourgeois politiek milieu kijkt als een koe naar een trein als het over globalisering gaat." Eventueel zou je de huidige politieke impasse ook kunnen vergelijken met de laatste dagen van Belgisch Congo: ook toen hadden de kolonisatoren niet zien aankomen dat hun rijk ten einde was. Deze tekst wil de tegenstelling tussen antiglobalisten en politiek in een ruimer kader situeren, om vandaaruit enkele obstakels aan te duiden waarmee de beweging geconfronteerd wordt. Vanwaar komt de kloof tussen antiglobalisten en politiek? Om deze vraag te bantwoorden, moeten we beginnen bij de problematische verhouding tussen de linkerzijde en de staat. Louis Tobback weze hierbij gewaarschuwd.
Men verliest vaak uit het oog dat anti-etatisme aanvankelijk niet enkel terug te vinden was bij anarchisten en anarcho-syndicalisten. Hun invloed op de prille arbeidersbeweging was inderdaad vrij groot, zoals blijkt, bijvoorbeeld, uit L. P. Boons De zwarte hand. Maar het inzicht dat de staat verdrukt was in minstens even sterke mate aanwezig bij de 'aartsvaders' van het moderne linkse denken: Marx, Engels, en Lenin. Reeds in het Communistisch manifest (1848) brandmerkten Marx en Engels de staat als "het comité ter behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de gehele bourgeoisie"; de theoretische aanzet hiertoe werd geleverd in 1844, in Marx' kritiek op de staatsopvatting van Hegel. Lenin, nochtans vaak afgeschilderd als de vaandeldrager van het 'autoritaire' socialisme, argumenteerde in Staat en revolutie dat het proletariaat zich de staatsmacht moest toe-eigenen om diezelfde staat te vernietigen.
In de loop der jaren echter kwam deze anti-etatische erfenis in de verdrukking. In de Sovjetunie raakte de macht van de sovjets, de autonome raden van arbeiders, boeren, en soldaten die ontstonden in de aanloop naar de revolutie, geleidelijk bedolven onder een loodzware bureaucratie. Deze problematiek hangt echter samen met een andere discussie, die over het socialisme in één land. Bij ons, in het westen, volgde de 'verstaatsing' een ander parcours. Om het voortbestaan van het kapitalisme mogelijk te maken, werd er een compromis gesloten. De kern van dit compromis kan als volgt uitgedrukt worden: de kapitaalbezitters zagen in dat zij beter af zouden zijn door het beheer van de kapitalistische staat over te laten aan de sociaal-democraten, terwijl links dacht haar sociale programma voortaan beter te kunnen realiseren binnen het kapitalistische systeem.
De Brits-Jamaicaanse socioloog Stuart Hall vestigde als één van de eersten de aandacht op het feit dat het net dit etatisme van links is geweest, dat de conservatieve revolutie van de jaren tachtig mogelijk heeft gemaakt. Door haar pijlen te richten op de 'geldverslindende' staat en door de verantwoordelijkheid daarvoor in de schoenen van de 'socialisten' te schuiven, is rechts erin geslaagd de economische en politieke krachtsverhoudingen blijvend te veranderen. Zo ligt de rechtse aanval tegen de verzorginsstaat mee aan de basis van de huidige dominantie van geld- en aandelenmarkten. Door de toegenomen rol van privé-instellingen in de 'sociale' sector zijn er enorme geldmassa's vrijgekomen, die nu onder de vorm van pensioenfondsen mee de financiële markten domineren. Deze institutionele beleggers investeren niet in werkgelegenheid, ze zijn eenvoudigweg op zoek naar een zo groot mogelijke return op een zo kort mogelijke termijn, maakt niet uit waar die gevonden kan worden. Over de schokgolven die deze 'casino-economie' op regelmatige tijdstippen teweegbrengt, kan men tegenwoordig overal meespreken, van bij Sabena in Zaventem tot in Korea en Indonesië.
Uit het voorbeeld van de pensioenfondsen blijkt dat de huidige 'machteloosheid' van de staat zeker niet de uitkomst is van een evolutie 'die in de sterren geschreven stond' (een zgn. 'economische wetmatigheid'). De machteloosheid vloeit voort uit een gecoördineerde poging van bepaalde rechtse krachten om zichzelf rijker te maken. De beelden van confrontaties tussen stakende Britse mijnwerkers en de politie illustreren met hoeveel respect voor onze democratische vrijheden ze hierbij tewerk gingen. Herinner U ook de opeenvolgende 'volmachtentreinen' bij ons.
Voor de sociaal-democratie was deze rechtse raid op de staat een traumatiserende ervaring. Om te beginnen moest zij een gevecht voeren op een terrein dat voor haar ongustig was: zij moest nu immers een compromis verdedigen, en iemand die een compromis verdedigt staat per definitie zwakker dan iemand die voluit kan gaan. Bovendien had de voortschrijdende associatie met de macht geleid tot een uitholling van haar ideologie en tot een verschraling van het ideeëngoed. Zolang de vetpotten gevuld bleven, stelde dit weinig of geen problemen. Toen de buikriem aangehaald moest worden, kwam de sociaal-democratie echter met haar rug tegen de muur te staan. Zonder vernieuwend project moest ze steeds meer electoraal terrein prijsgeven aan extreemrechts.
Tot op de dag van vandaag is deze krachtsverhouding fundamenteel onveranderd gebleven. Aanhangers van 'new labour' die beweren dat het harde neoliberalisme uit de jaren tachtig dood is, vergissen zich schromelijk. Iedereen kent natuurlijk de gunstige invloed die het Schone Buitenleven en een beetje lichaamsbeweging op ons mentaal evenwicht kunnen hebben. Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat Verhofstadt plots van 'koele cijferaar' in 'wijs staatsman' veranderd is, omdat hij er samen met Romano Prodi met de fiets op uittrekt in Toscanië. Het lijkt er sterker op dat Verhofstadt het zich vandaag gewoon makkelijker kan veroorloven om een meer gematigd petje op te zetten, precies omdat de rechtse golf uit de jaren tachtig zoveel succes had. De Blauwe Manitoe hoeft niet langer per se zelf in het geel te rijden. Als een echte ploegleider kan hij het zich nu permitteren om zich tot diep in het peloton te laten terugzakken. Kortom, onze premier zijn mooie vertogen over de terugkeer van het middenveld zijn wat mij betreft eerst en vooral Literatuur. Misschien zou het helpen, mocht hij eens inspiratie komen zoeken in een buitenverblijfje in Antwerpen, tussen de huisjesmelkers op het Stuivenberg bijvoorbeeld.
De SP van haar kant geeft een ietwat hersendode indruk, en lijkt enkel nog in staat tot periodiek weerkerende oproepen tot 'verruiming' of 'frontvormig'. Enige inhoudelijke diepgang is hierbij meestal totaal afwezig, en het kan dan ook niet verbazen dat de meeste zonder veel gevolg blijven. Het Hasseltse Stevaert-effect kunnen we buiten beschouwing laten, eerst en vooral omdat het vooral vasthangt aan de figuur van Stevaert en omdat het ancien régime van de CVP in Limburg langer dan elders standgehouden heeft.
De situatie bij Agalev lijkt alvast iets minder duidelijk. Ik kijk met spanning uit naar de reactie van Jos Geysels (en ook naar die van Boutmans, Lozie, Van Dienderen, en Talhaoui) mochten zogenaamde 'relschoppers' op basis van Verwilghens 'snelrecht' plots en masse de doos ingedraaid worden. Wat indien onze kersverse eenheidspolitie het vuur opent op de demonstranten, zoals vorige week in Genua het geval was, met de bekende gevolgen? Het gebruikelijke 'zolang ze maar naar onze verhalen blijven luisteren'?
Het bovenstaande verhaal leidt tot een, voor sommigen althans, misschien ietwat paradoxale conclusie. De politieke sclerose van sociaal-democraten en groenen (en de algemene apathie voor 'de' politiek) kan voor een groot stuk verklaard worden precies vanuit het feit dat zij hun eigen etatisme niet in vraag durven stellen. De angst die de gevestigde linkse partijen hebben om buiten de staat te treden, verklaart waarom er zo een wijde kloof gaapt tussen antiglobalisten en 'de' politiek. De antiglobalisten profiteren van deze situatie: zij doen zo'n frisse wind waaien in de publieke ruimte, net omdat zij niet langer gebonden zijn aan de lege doos van de kapitalistische staat.
Terugkerend naar de stelling van De Zutter, moeten we ons de vraag durven stellen of de kloof tussen antiglobalisten en 'de' politiek nu al dan niet een gevaar betekent voor onze democratie. Misschien kan je je beter afvragen voor wie deze kloof nu precies een gevaar inhoudt. En over wiens democratie gaat het nu eigenlijk? Gaat het ook om democratie voor Sémira Adamu? Voor het half miljoen Iraakse kindslachtoffertjes? Voor de besmette inwoners van het nucleaire stort dat de Balkan ondertussen geworden is? (Wie vertegenwoordigt er de democratische rechten van de miljoenen doden en vluchtelingen ten gevolge van de grondstoffenroof die nog steeds aan de gang is in Kongo?)
Recente ontwikkelingen, zoals de Belgische vakbondsacties bij het Swissair-hoofdkwartier in Zürich, tonen aan dat meer en meer mensen beginnen te beseffen waar de echte macht ligt. Nu onze parlementen niet langer als hefboom kunnen fungeren en hun historische rol uitgespeeld lijkt, wordt het tijd dat buitenparlementairen en syndicalisten de fakkel overnemen. (Dit kan misschien bekend in de oren klinken bij de soixante-huitards die nu de Belgische parlementsbanken bevolken.) Tot nu toe hebben we enkel gezien hoe linkse partijen naar het midden opschoven -- het rechtse midden, wel te verstaan --, onder druk van de feiten en van het eigen gebrek aan inspiratie. Misschien wordt het tijd om eindelijk eens de rollen om te draaien en de anderen, in casu rechts, de kastanjes uit het vuur te laten halen, door hen een links programma op te leggen. Net zoals na Wereldoorlog II, kan en lichte vorm van paniek bij de machthebbers op dit vlak wonderen verrichten. Indien portretten van Che en roodzwarte vlaggen hierbij kunnen helpen, des te beter. Kortom, misschien is het voorlopig toch verstandiger om nog even uit de klauwen van 'de' politiek te blijven, om zo de mogelijke 'effecten' van eventuele acties te vergroten.
Reële veranderingen blijven mogelijk, ondanks de machteloosheid van 'de' politiek. De fundamentele zwakte van de krachten die het kapitalistische wereldsysteem ondersteunen, blijkt uit het feit dat de verzamelde Europese hoofdsteden tot geweld en actieve criminaliseringsstrategieën overgaan om de antiglobalistische beweging te ondermijnen. Democratie blijkt een hol begrip, eenmaal de maatschappelijke consensus een voor het establishment vijandige richting uitgaat. De strategie die momenteel gehanteerd wordt, lijkt verdacht veel op wat de Spaanse premier Aznar deed op het moment dat er zich in Spaans Baskenland een mogelijkheid tot een vreedzame oplossing voordeed, in navolging van het Noord-Ierse vredesproces (de Verklaring van Lizarra, 1998). Aznar liet de onderhandelingen starten, maar reeds na enkele ontmoetingen liet hij de ETA-onderhandelaars arresteren. Gevolg: de geweldgolf die we nu kennen en een ETA die steeds meer van haar aanhang verliest. Aznar wil helemaal geen politieke oplossing. Eerst het conflict 'beheersbaar maken', om het vervolgens 'politioneel' te controleren -- een tactiek die uitstekend past bij de autoritaire staatsopvatting van de aanhangers van de falange (die de volgelingen van Franco groepeerde), en die gerust een paar (eigen!) mensenlevens mag kosten.

Intussen wensen de partijvoorzitters Geysels, Janssens, en De Clerck met de antiglobalisten te dialogeren (DM, 25/7). Zij hollen de feiten achterna, en hun oproep tot dialoog moet daarom -- vooral wat de kazakdraaier De Clerck betreft -- met de grootste omzichtigheid benaderd worden. Zich buiten 'de' politiek houden en de klip van de criminalisering/marginalisering ontwijken, dat lijkt momenteel de belangrijkste uitdaging voor de internationale intifada tegen het kapitalisme.

Tenslotte nog dit. Aanvankelijk stond er in de paragraaf over Agalev dat ik met spanning uitkeek naar de reactie van Jos Geysels "indien onze kersverse eenheidspolitie het vuur mocht openen op de demonstranten, zoals recent in Göteborg het geval was, met de bekende gevolgen". Op vrijdag 20 juli, tijdens het VRT-journaal van 19 uur, heb ik 'Göteborg' veranderd in 'Genua'. Berlusconi had alvast één van zijn 200 body-bags kunnen gebruiken. Fort Europa schoot reeds langer op haveloze gelukszoekers die de Straat van Gibralar trachtten over te steken. Het schiet sinds kort ook op eigen burgers.
De wanstaltige vertoning die door Blair, Bush, Berlusconi & co. in Genua opgevoerd werd, illustreert enkel hoe de juistheid (en de slagkracht!) van bovenstaande analyse. Het botte, gratuite geweld, de drieste aanval op het Sociaal Forum dat de protesten coördineerde, de fascistische infiltratie waarover het nu in Italië gonst van de geruchten ('anarchisten' met politiehelmen?): is er hier, net als in Zuid-Afrika, niet sprake van een 'derde macht,' extreemrechtse politiemensen die achter de coulissen opereren? Intussen jammeren Verhofstadt en mensenrechtenkampioen Michel in koor dat de antiglobalisten, omdat zij internationale topontmoetingen uitkiezen als locatie voor hun protesten, zelf verantwoordelijk zijn voor de dode en de gewonden. Hun uitspraken zijn even vals en obsceen als het Israëlische argument dat de Palestijnse Autoriteit de schuld draagt voor de slachtoffers van de opstand in de bezette gebieden, 'omdat zij hun kinderen niet binnenhouden.' Misschien moet Europa, in navolging van de Israëlische bezetters van Palestina, er maar bulldozers opuit sturen om woningen van antiglobalisten met de grond gelijk te maken.

De politieke afgezanten van de kapitalistische moloch die afgelopen week in Genua de koppen bijeenstaken, vergeten één zaak: hoe radelozer (en brutaler) hun reactie, hoe meer het politieke centrum gedwongen zal worden onze inzichten en standpunten over te nemen. Dit kan de revolutionaire opbouw enkel versterken. Want daar gaat het vandaag om: de leugens en de hypocrisie doorprikken, en door collectieve actie de groten der aarde dwingen om met onze democratische verzuchtingen rekening te houden. Voorlopig goedschiks, maar indien nodig ook kwaadschiks. Venceremos!

Deze tekst is opgedragen aan kameraad Sky, de geweldloze Britse media-activist die neergeknuppeld werd door een fascistische privé-militie (zgn. 'Carabinieri') bij de aanval op het Sociaal Forum. Hij ligt nog steeds in coma. In een Italiaanse gevangenis.