arch/ive/ief (2000 - 2005)

De billboardmaatschappij
by Ho Tuesday May 08, 2001 at 11:10 AM
Ho@mail.be

In een tussenkomt op deze website stond, dat "beweren dat de massa moet beschermd worden tegen het onheil van de commercialisering van de media, een typische extreem-links discours is." Toch wordt dit gevaar ook door wetenschappers opgemerkt. Om de sterke invloed van de commercialisering op de redactie aan te tonen, worden ook voorbeelden vermeld.

In een tussenkomst van Cromang2001 op een artikel over Maomagazine op deze website, schrijft de commentator, dat de bewering dat de bevolking moet beschermd worden voor de steeds verdere commercialisering van de media, een "typische extreem-links discours" is. "De aanhangers van dit discours zouden zichzelf zien als verlichte geesten die de massa moet waarschuwen en behoeden voor allerlei onheil." Ten eerste beweerde ik niet in het artikel dat "de massa moet beschermd worden", maar geef ik louter cijfermateriaal weer dat voor iedereen toegankelijk zou moeten zijn.

Ten tweede wordt het gevaar van de verdere commercialisering ook aangehaald door een aantal wetenschappers. In De Morgen van 21 april wordt er aandacht besteed aan een reeks lezingen dat door de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten georganiseerd werd. De commercialisering en globalisering van de media stonden centraal. Hilde Van den Bulck van de Katholieke Universiteit Leuven schetste hoe de nationaal gerichte en onafhankelijke media uitgegroeid zijn tot massamedia met een eenvormig karakter. "Ze gebruiken geünificeerd tekst- en fotomateriaal , wat voor onvrijwillige versmelting van de mediabedrijven en hun informatieverstrekking zorgt. Daarnaast slaan multinationals en mediabedrijven steeds vaker de handen in elkaar en groeien ze uit tot megabedrijven." Ook Cees Hamelink van de Universiteit Amsterdam liet zijn ongenoegen blijken over de huidige situatie. "Het grote gevaar van mediaglobalisering steekt in de rol die de reclame erin speelt. Door de invloed aan adverteerders op radio en televisie worden we een onderdeel van een billboardsamenleving." Hij haalt een aantal voorde- dehandliggende voorbeelden aan, zoals de TVproducties van Endemol. Volgens Daniël Biltereyst van de Universiteit Gent heeft dit ook een nefaste invloed op de kwaliteit van de berichtgeving. Een voorbeeld is het aandeel van de buitenlandse berichtgeving dat de laatste jaren daalt, zelfs bij de kwaliteitszenders en -kranten.

Ondanks dit, wordt er nog steeds beweert dat de redactie en de commerciële dienst van een krant, TVzender of een weekblad strikt gescheiden zijn. Vooral vanuit redactiehoek wordt niet aanvaard dat er inmenging zou bestaan vanuit commerciële hoek. Toch gebeurt dit dagelijks. Dat de commerciële dienst een sterke invloed heeft op een krant of tijdschrift, wordt hier aangewezen met een paar sterke voorbeelden uit het Belgische medialandschap.

1)Jean-Paul du Château, hoofdredacteur van La Libre Belgique, schuimt samen met zijn commerciële dienst de advertentiewereld af. Daar doet hij uit de doeken hoe hij de nieuwe ‘La Libre’ heeft gerestyled . "Voor mij is redactie en marketing volledig aan mekaar gelinkt" en "Voor mij zijn adverteerders net zo belangrijk als lezers", zijn de woorden van de hoofdredacteur. Bovendien voegt hij eraan toe dat de redactie met 50% is verjongt, hetgeen de hedendaags onderwerpen en de huisstijl van de krant ten goede komt . Op de vraag of hij het niet jammer vindt dat er zo veel ervaring van oudere journalisten verloren gaat, antwoordt hij dat de know how van ervaren journalisten niet opweegt tegen de verjonging van het imago van de krant.

2) Vandaag liggen er in de krantenwinkel 2 cerschillende 'Le Soirs' en 2 'De Morgens'. Dit idee komt van de commerciële diensten van die kranten, die vooreerst hun redactie over de streep moesten trekken. De zogenaamde bedoeling : De Morgen en Le Soir bereiken te weinig vrouwelijke lezers. Om daarop in te spelen, lanceren ze een vrouwelijke en een mannelijke versie van hun krant, met verschillende redactionele inhoud. De eigenlijke bedoeling was een stimulans naar de verschillende adverteerders toe. De reclame-inkomsten in krantenland valt dit jaar wat tegen, en om dit wat in te halen, lanceren ze dit knalidee. De redactie van De Morgen was onmiddellijk warm gemaakt voor dit idee .De meest progresieve krant van Vlaanderen blijkt ook de meest reclamevriendelijke krant. De hoofdredacteur van Le Soir deed even moeilijk, uit angst dat zijn lezers zulke acties niet zouden aanvaarden. Maar door zeer grote druk vanuit commerciële hoek, heeft hij toegezegd.

3) Een cartoon van Kamagurka dat vorig jaar in Humo (onafhanlijk weekblad) verscheen, zorgde voor heel wat beroering bij de adverteerder Euro Disney. Kamakurga had onder de titel 'Ornitologie' tekeningetjes gemaakt van allerlei door olie besmeurde vogels, waaronder verschillende benamingen stonden. De laatste tekening was een Donald Duck die door olie besmeurd was. Toeval of niet, rechts naast die tekening was een advertentie voor Euro Disney geplaatst. De adverteerder eiste van Humo een schadevergoeding in de vorm van een gratis inlassing (+/- 340.000 Bef). Humo heeft dit onmiddellijk aanvaard.

4) Voorbeelden hoe andere bladen het niet overleefd hebben zijn er ook dit jaar. Le Journal du Mardi, dat later omgedoopt werd in le Journal du Samedi had een trouw lezerspubliek, maar jammer genoeg een ‘reclame-onviendelijke omgeving’ (lees : echte kritische berichtgeving). In hun eerste magazineversie had de redactie televisiepagina’s en culturele pagina’s toegevoegd op aanraden van reclameland, om een meer reclame-vriendelijke omgeving te scheppen. Kranten hebben dit al veel langer verstaan, vandaar al die fluf-bijlagen tegenwoordig. Maar ondanks de vormelijke aanpassingen bleven reclame-inkomsten uit voor Le Journal du Samedi. Na het meermaals verdwijnen van de markt en de naamsverandering, moest de krant het uiteindelijk opgeven.
Hoewel Le Matin meer steun kreeg vanuit commerciële hoek en lange tijd bijna kunstmatig in leven werd gehouden, verdween de krant vorige maand ook. De Italiaanse meerderheidsaandeelhouder zag geen enkele commerciële reden meer om te blijven investeren in de krant.

5) En dan zijn er nog tal van nieuwe bladen , die louter zijn bedacht om reclame-inkomsten te genereren. Bonanza (Woestijvis), Ché , Lola en de geherpositioneerde Teek (allemaal de vrije pers), maken allemaal deel uit van de zelfde commerciële groep IP. Al deze die bladen postioneren zich als 'gelezen door een koopkrachtige doelgroep'. Anders wil niemand daarin adverteren. Maomagazine dat tesamen met Groovy op de markt wordt gebracht past ook in die strategie. Maomagazine moet reclamegelden genereren voor Concentra, zodat ze in de eerste plaats winst kunnen maken en bovendien de onderzoeksjournalistiek (en website) kunnen bekostigen. Dat er vanuit die hoek geld wordt gezocht om aan onderzoeksjournalistiek te kunnen doen, tart toch wel alle verbeelding.

De succesvolle lancering van een nieuw medium, dat de bedoeling heeft de bevolking te informeren, is vandaag bijna onbestaande. Er wordt meer geld aan marketingstudies uitgegeven om kapitaalkrachtige lezers aan te trekken, dan aan redactioneel werk.


mag dit je stelling ondersteunen
by pat Tuesday May 08, 2001 at 01:10 PM
pat.perquy@pandora.be

dit artikel is te lezen op telenet, nieuws


Kleuterkopers
De marketingwereld reageert opgewonden bij nieuwe bewijzen dat kinderen als het ware 'geboren worden om te consumeren', dat zij 'mini-consumenten' zijn bij wie de eerste 'aankoopreflexen' al in het eerste levensjaar kunnen ontluiken, of, nauwkeuriger uitgedrukt, kunnen worden gestimuleerd. Een wetenschappelijke studie heeft aangetoond dat twaalf maanden jonge kinderen in staat zijn tot 'merken-associaties'. Marketingbureaus bestuderen nu al hoe zij 'merkengetrouwheid' kunnen creëren in het marktsegment van de dreumesen en hoe zij kunnen inspelen op de 'kleuterconsumentenwensen'. Marketinglui nemen het oude credo van Procter and Gamble nu zeer letterlijk: 'Van de wieg tot in het graf'. Een haai uit de branche drukte het als zo uit: 'We moeten hen - de kleuters - zo vroeg mogelijk onderscheppen en hen dan aan onze producten binden voor het leven. Reclame op zijn best overtuigt de mensen ervan dat zij zonder het juiste product losers zijn. Kinderen zijn daar erg gevoelig voor en daarom een dankbare doelgroep.' Diepgravende gedragsstudies zoals 'The Art of Fine Whining' ('Subtiele Strategieën bij het Zeuren') tonen aan hoe kinderen hun ouders, en hun koopgedrag, kunnen manipuleren. Nu al geven kinderen tussen vier en twaalf jaar oud in de Verenigde Staten samen jaarlijks 27 miljard $ uit, en zij oefenen een directe invloed uit op liefst 187 miljard $ aan uitgaven door hun ouders. Met zulke cijfers lijkt de 'gedragscode voor reclamejongens' die het 'Motherhood Project ' van het Institute for American Values voorstelt een wel heel naïeve gedachte.