arch/ive/ief (2000 - 2005)

ACV ZIET KLOOF TUSSEN WOORD EN DAAD VAN IMF
by John Vandaele Thursday May 03, 2001 at 01:34 AM

De Wereldbank feliciteerde de communistische regering van president Fidel Castro maandag voor "a great job" op het vlak van gezondheidszorg en onderwijs. De voorzitter van de Wereldbank, James Wolfensohn, nam die woorden in de mond na de publicatie van de 'World Development Indicators' (WDI).


Hebben IMF en Wereldbank een `sociale bocht' genomen zoals hun nieuwe taalgebruik suggereert ? Het ACV ging er op visite en meent dat er in de praktijk weinig
is veranderd. Dat zal wellicht ook in de straten van Washington te horen zijn als beide organisaties er hun jaarlijkse lentevergadering houden.

Sinds jaren wordt IMF en Wereldbank verweten dat ze de ontwikkelingslanden niet weten vooruit te helpen, welintegendeel. Mede door die druk werd hun
taalgebruik anderhalf jaar geleden van `socialer'. Voortaan moeten landen PRSP's - Poverty Reduction Strategy Papers, strategieën dus om de armoede te
verminderen - opstellen om in aanmerking te komen voor IMF-steun. De Wereldbank vond dat de landen zelf en hun bevolking in de `drivers seat' moesten zitten en
dat ze dus moesten betrokken worden bij het opstellen van beleidsprogramma's. Dat klonk fantastisch : de programma's kregen een sociaal doel en werden
gedemocratiseerd. Van bij het begin werd echter gevraagd wat er nu concreet zou veranderen. Het Wereldverbond van de Arbeid, een internationale
vakbondskoepel waar het Belgische ACV een centrale rol in speelt, ging onlangs twee dagen naar Washington voor gesprekken op het hoofdkwartier van IMF en
Wereldbank. Daar konden ze nagaan wat de nieuwe woorden betekenen.
De sfeer van de gesprekken was in elk geval beter dan vroeger, vindt ACV-voorzitter Luc Cortebeeck : «Tijdens ons eerste contact met het IMF, tien jaren geleden,
hebben we onze mond practisch niet opengedaan. Toen werden we als vakbond de les gespeld. Er werd ons gezegd welke lijnen we hoorden te volgen en wat de
rol van lage lonen in die landen was. Nu verliep het gesprek anders. Dat heeft zeker te maken met de tegenbeweging die gegroeid is. We worden niet meer
afgedaan als gekken. Bovendien werpt onze inspanning om WVA-leden in het Zuiden te vormen vruchten af. Vorming maakt hen weerbaarder tegenover de
mensen uit Washington ; die zijn immers erg zelfbewust, om niet te zeggen arrogant. Je moet daar leren mee omgaan. Scholing is daartoe een noodzaak.»

DE VRIJHEID VAN LANDENDIRECTEURS

Die vorming liet de vakbonden toe heel concreet te zijn in de gesprekken. Eerste agendapunt : wat stelt de raadpleging van de civiele samenleving concreet voor ?
Zo krijgen de zogenaamde artikel 4-missies van het IMF, die rapporten opstellen over landen, sinds enkele jaren de richtlijn ook met vakbonden te praten. Voor
PRSP's moet uitdrukkelijk de civiele samenleving worden geraadpleegd. De vakbonden stellen vast dat de praktijk anders is. Ronald Janssen van de
ACV-studiedienst : « In Togo kregen onze mensen om 11u `s morgens telefoon dat er om 4u `s namiddags een contact zou zijn met IMF en Wereldbank. Het
contact beperkte zich echter tot een speech van de IMF-man en de locale minister. Twee dagen later vernemen onze mensen via de media dan dat het IMF in een
werkgroep met de vakbonden tot deze of gene conclusie is gekomen.»
Of de vakbonden geraadpleegd worden, hangt af van de gezindheid van de IMF-landendirecteur. Janssen : «Sommigen staan open voor ons ; anderen vinden de
Internationale Arbeidsorganisatie(IAO) een Marxistische club. Ik dacht dat het een verplichtende aanbeveling was maar dat bleek niet het geval.» Toen het WVA
vroeg of het raadplegen van de vakbonden niet kon worden verplicht, was het antwoord omzwachteld. Cortebeeck : « Ze zegden : `laat ons daarop werken, we
zullen onze medewerkers proberen te overtuigen'. Of nog : `bespreek dat met uw regeringen'. Dat hebben we niet gepikt. Alsof ze daar niet zelf kunnen over
beslissen. Vraag is ook hoe een en ander zal evolueren onder Bush als Amerikaanse president. Mijn collega Sweeney (baas van de grootste Amerikaanse vakbond
AFL-CIO,jvd) stelt vast dat Bush' deur voor hem potdicht blijft.»
Soms heeft het negeren van de arbeidswereld genante gevolgen. Zo werd in Mauretanië een PRSP opgesteld waarin geen woord stond over slavenarbeid. Janssen :
« Nochtans had de IAO in een recent rapport gewezen op de omvang van het probleem. De Wereldbanklui waren behoorlijk gegeneerd toen we hen dat voor de
voeten wierpen.»
IMF en Wereldbank zijn alvast niet bereid de vijf basisnormen van de IAO - verbod op dwangarbeid, kinderarbeid en discriminatie, en recht op vakbondsvrijheid en
collectief overleg - op te nemen in hun programma's. Cortebeeck : « Ze willen het niet verplichten. Van de top krijg je wel te horen dat ze daar naartoe groeien maar
dat ze er nog niet door zijn. »
Ronald Janssen vindt het problematisch dat de bestuursraad van het IMF vooral uit bankiers bestaat : « Wie uit uit de Nationale Bank komt, is niet per se goed
geplaatst om te beslissen over ontwikkeling en armoedebestrijding. »
Cortebeeck zag twee stromingen in de organisatie : « Er zijn de harde economisten. Voor hen bestaat economie als een waarde apart. Dat moet blijkbaar voor niets
dienen. Bij de leiding ligt dat toch anders, dat zijn meer politici. Ze gebruiken veel het woord sociaal maar in de praktijk zijn de afdelingen die met sociale
programma's bezig zijn, klein. Soms mochten die ook niet antwoorden op onze vragen. Zij zijn duidelijk niet de machthebbers. »

PRIVATERISERINGSSUBSIDIES

Ander thema waren de financiële crisissen die dood en vernieling zaaien in het Zuiden. Tijdens de Aziatische crisis leken maatregelen op komst om zulks in de
toekomst te vermijden. Janssen : « Ik heb de indruk dat men nu tevreden is met betere statistieken : als landen en banken betere cijfers geven, volstaat het. Wij
vinden echter dat ook de private sector moet bijdragen tot de oplossing van die crisissen en dat daar richtlijnen moet over komen. Daar zijn we nu niet aan toe. Het
besef dat er iets moet gebeuren, is weggeëbd.» De Tobintaks, het lieverdje van de Europese progressieven, is in Washington niet bediscussieerbaar, ondervond
Cortebeeck : « Hun filosofie is : laat de markten werken, zo weinig mogelijk taksen behalve BTW. »
Ook privatisering blijft een vaste pijler van de aanpak. Janssen : « Zelfs indien er in de private sector geen gegadigden zijn om het overheidsbedrijf over te nemen.
In dat geval komt de Wereldbank over de brug met goedkope kredieten of een investeringsgarantie. Dat is dus paradoxaal. Enerzijds pleiten ze virulent voor de
afschaffing van overheidsubsidies maar ze geven wel subsidies aan bedrijven om water- of electriciteitsmaatschappijen te privatiseren. Je kan je ook afvragen of
deze instellingen in concrete privatiseringsdossiers niet worden beïnvloed door grote ondernemingen die erbij betrokken zijn. »
Met dat al dringt zich de vraag op of de tegenbeweging eigenlijk wel enige invloed heeft uitgeoefend op het beleid. Cortebeeck : « Je voelt dat dit wel ergens
aanwezig is. Dat het hen raakt als ze om 6u `s morgens moeten opstaan om nog in de conferentiezaal binnen te raken. Eén ding is duidelijk : zonder druk zal daar
nooit iets veranderen. Wij van onze kant zullen die programma's op de voet blijven volgen en daartoe zelfs een monitoring systeem op poten zetten. Anderzijds
blijven acties zeer belangrijk. De twee versterken elkaar. »

John Vandaele