arch/ive/ief (2000 - 2005)

Rapport missie People's Right Watch in Turkije van 26 tot 31/12/2000
by People's Right Watch Monday January 15, 2001 at 04:47 PM

DIt is het volledig raport dat werd opgemaakt door de missie van People's Right Watch in Turkije. Het bevat tietallen getuigenissen, verklaringe,... over de de wijze waarop de Turkse overheid omgaat met politieke gevangenen. Het concentreert zich voornamelijk op de bestormimg van de gevangenissen op 19.12.00

 

 

 

 

RAPPORT

 

inzake het onderzoek naar de

 

MILITAIRE OPERATIE OP 19 december 2000

in 18 Turkse gevangenissen

 

SITUATIE IN DE NIEUWE F-TYPE GEVANGENISSEN

 

 

26 december 2000 tot en met 31 december 2000

 

 

Mr. Manu Leclerq, advocaat bij de balie van Brussel, voorzitter People's Rights Watch

Mevr. Frieda Brepoels, lid Belgisch Parlement voor de Volksunie

Mevr. Leen Laenens, lid Belgisch Parlement voor Agalev

Dhr. Bülent Özturk, tolk

Mr. Martijn Strooij, advocaat bij de balie van Amsterdam

Dr. Anne van Mackelenbergh, People's Rights Watch

Dr. Geert Van Moorter, namens Geneeskunde voor de Derde Wereld

Mr. Isabelle Wirtz, advocate bij de balie van Brussel

 

 

 

 

 

Contactadres:

People's Rights Watch (P.R.W.)

Avenue Louise 112

1050 Brussel

Tel: 02/644.59.04

Fax: 02/647.70.28

GSM 0486/21.90.17

Rekeningnr. 210- 000 85 76- 92

e-mail:             prwatch@hotmail.com                                              Verkoopsprijs: 100 frank


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

People's Rights Watch (PRW) is een jonge organisatie. Er zijn voor deze onverwachte missie heel wat extra kosten gemaakt. U kan dit werk helpen verder zetten door een financiële steun op

rekeningnummer: 210- 000 85 76- 92, met vermelding: steun missie Turkije 19/12/2000.

 

Voor mensen die dit rapport via e-mail ontvangen doen we een oproep een storting van 100 frank of meer te doen om de gemaakte onkosten te helpen dekken. (ook met vermelding: steun missie Turkije 19/12/2000)

 

De gegevens uit dit rapport mogen maximaal verspreid worden, maar met vermelding van de bron. We zouden het appreciëren indien u ons laat weten waar u onze gegevens gebruikt. Is het mogelijk ook adres, telefoons, e-mail en zeker het rekeningnummer, en eventueel een vraag tot storting, mee te vermelden? Dit is nodig om dit werk te kunnen voortzetten.

 

Indien u verder op de hoogte wenst gebracht te worden, indien u meer informatie wenst of indien u zin hebt om mee te werken, aarzel dan niet contact op te nemen: People's Rights Watch, Avenue Louise 112, 1050 Brussel, tel: 0486/21.90.17 of  02/644.59.04, e-mail: prwatch@hotmail.com

Rekeningnr. 210- 000 85 76- 92

 

 

We nodigen u uit rond deze problematiek een informatiebijeenkomst te organiseren, zowel in uw vriendenkring als in uw organisaties. Zo kan u ook een bijdrage leveren om de schending van mensenrechten een halt toe te roepen. Zo kunnen we samen stappen zetten naar een oplossing. PRW beschikt over ervaren sprekers en over foto - en videomateriaal. De deelnemers aan de delegatie zijn ook bereid hierover een uiteenzetting te geven of aan een discussiepanel deel te nemen.

 

 


Inhoudstafel

Inhoudstafel 1

Inleiding 3

Officiële contacten 4

Het vrij krijgen van het lichaam van Yazgülü Guder Öztürk 6

Verbranding in Bayrampaşa 6

Weigering aan advocate om cliënt te zien 6

Inval politie in TAYAD op 21 december 2000 7

Eerste bezoek aan TAYAD (getuigenissen) 8

Getuigenis: de familie van Kamil Yildiz 8

Getuigenis: de zus van Talad_ 9

Getuigenis: de zus van Hasan Aycan 9

Getuigenis: de dochter van Kenan Ogus 9

Getuigenis: de vader van Ayla Özcan 10

Bezoek aan de mensenrechtenorganisatie IHD (getuigenissen) 11

Inval van politie bij IHD_ 13

Getuigenis: mevr. Gülşah 13

Getuigenis: Bülent Ertürk 14

Getuigenis: Cevdet Baydir 14

Gesprek met advocaten van politieke gevangenen 16

Mr. Muharem Çopur 16

Mr. Behic Asci 17

Mr. Serhan Arikanoglu, 17

Mr. Ayse Kharaman 18

Mr. Halil Özpolat 18

Gesprek met Commissie Mensenrechten balie Istanbul 20

Mr. Murat Celik 20

Mr. Zeki Rüzgar 20

Mr. Mustafa Erkan Çetin 21

Bezoek aan TMMOB_ 22

De nieuwe gevangenissen, het oordeel van de architecten 22

Uitleg plattegrond F-type gevangenis 22

Cultureel en sociaal aspect 23

Verslag onderhandelingen tussen regering en gevangenen 23

Tweede bezoek aan TAYAD (getuigenissen) 25

Getuigenis: Baki Demir over zijn broer Zeki Demir. 25

Getuigenis: Yildiz Kiliç, pas vrijgekomen politieke gevangene 25

Getuigenis: Huseyin Öztürk, vader van twee verdwenen gevangenen 26

Getuigenis: Ali Riza Secile, vader van een politiek gevangene 27

Gesprek met sociologe Pinar Selek, vals beschuldigd en getuige 28

Vals beschuldigd_ 28

De militaire operatie van 19 december 29

Letsels en verminkingen bij overleden gevangenen 30

Telefonisch gesprek met Dhr. Oral Calislar, bemiddelaar 31

Telefonisch gesprek met Mehmet Bekaroglu, parlementslid en bemiddelaar 32

Bezoek weekblad VATAN_ 33

Bespreking laatste stand van zaken met afvaardiging van TAYAD_ 34

Conclusies 35

Samenvatting 37

'Officiële' argumentatie voor de militaire operatie in de gevangenissen 37

Weerlegging van de 'officiële' argumentatie 37

Gebruikte wapens en gassen 38

Foltering 38

Andere schendingen van rechten 38

Op medisch vlak 38

Voor de familieleden en mensenrechtenorganisaties 39

Op juridisch vlak 39

Lijst van de bijlagen 41

Foto's en videomateriaal 41

PRW rapporten in verband met Turkije 41

Lijst van documenten (in het Turks) die door de delegatie ter plaatse werden ontvangen 42


Inleiding

De mensenrechtenorganisatie People's Rights Watch België organiseerde een delegatie naar Turkije van 26 tot 31 december 2000. Dit gebeurde naar aanleiding van de militaire inval op 19 december 2000 in een 20-tal gevangenissen. De delegatie had als opdracht te achterhalen wat er die dag en de dagen daar op volgend gebeurd was. Hierbij moest worden nagegaan of bij deze inval en in de dagen die er op volgden de rechten van de mens werden geschonden. Daarbij moest ook de actuele situatie van de politieke gevangenen, die bij deze operatie betrokken waren, worden nagegaan. Dit zowel op materieel als op gezondheidsvlak, in de oude en de nieuwe gevangenissen en in de ziekenhuizen. Speciale aandacht moest hierbij gegeven worden aan de hongerstakers. People's Rights Watch reageerde hiermee op een oproep van mensenrechtenorganisaties in Turkije en van TAYAD, een organisatie van familieleden van politieke gevangenen. People’s Rights Watch was ook geconfronteerd met verontrustende berichten en beelden.

 

We hebben gepoogd zo objectief en zo ruim mogelijk informatie te verzamelen. Deze informatie is in dit rapport verwerkt en op het einde vindt u de belangrijkste gegevens in de samenvatting en de conclusies.

 

Langs verschillende wegen werd aan de Turkse overheid gevraagd het werk van deze delegatie te vergemakkelijken. De Belgische minister van Buitenlandse Zaken, de heer Louis Michel, stelde officieel dezelfde vraag aan de Turkse autoriteiten. De Turkse overheid heeft officieel geantwoord en geweigerd om de delegatie te ontvangen, om de versie van de overheid toe te lichten en om de delegatie toegang te verlenen tot de gevangenen. Wij kregen geen toegang tot een ziekenhuis of een gevangenis waar de betrokken politieke gevangenen verblijven. Wij betreuren dit ten zeerste. Dit heeft er onze taak niet op vergemakkelijkt.

 

We zijn er echter wel in geslaagd heel wat getuigenissen te noteren. Directe getuigenissen, van ex-gedetineerden die op het moment van de inval in een van die gevangenissen zaten, en indirecte getuigenissen van familieleden en advocaten die na de inval met hun familielid of cliënt konden spreken. We hadden contact met organisaties en personen die bemiddelden tussen de regering en de gevangenen. We hoorden standpunten van mensen en organisaties die bezwaren hebben tegen de F-type gevangenissen en tegen de militaire ‘operatie’, zo genoemd door de Turkse autoriteiten.

 

Door de gebeurtenissen zijn we zeer snel naar Turkije moeten vertrekken. Eén delegatielid was reeds op 24 december aangekomen om de missie voor te bereiden. De rest arriveerde op 26 december. We hebben moeten werken in moeilijke omstandigheden. Door het feit dat we zo kort na 19 december zijn aangekomen was er nog heel wat verwarring. De Turkse overheid verstrekte geen informatie aan de familieleden, de advocaten van de gevangenen, de dokters, de mensenrechtenorganisaties, de bemiddelaars.  Om die reden was het zeer moeilijk om exacte cijfers te verkrijgen. We konden ons enkel baseren op wat advocaten, mensenrechtenorganisaties en organisaties van familieleden van de gevangenen aan informatie hadden weten te verzamelen. Hierbij is een zeker foutpercentage niet uit te sluiten en de informatie kon niet altijd dubbel gecontroleerd worden. Het was bovendien een periode van verlof, tijdens de kerst - en nieuwjaarsperiode en net na de Ramadan.

 

Toch hebben wij heel wat informatie uit verschillende bronnen die onafhankelijk van elkaar afgenomen is en die gelijklopende gegevens verstrekt. We brengen u hierover in dit rapport uitvoerig verslag. De meeste verklaringen zijn genoteerd op basis van een vertaling van een tolk die de delegatie in dienst had genomen. Grote delen van de getuigenissen staan op videoband.

 

Gezien de hoogdringendheid van de situatie op menselijk vlak, hebben wij er voor geopteerd dit rapport zo snel mogelijk klaar te maken. Dit rapport is dus op zeer korte tijd samengesteld. Onze excuses voor de eventuele taal - en spellingsfouten.

 

Alvast bedankt voor uw blijk van interesse in de problematiek van de mensenrechten.

 

 


Officiële contacten

1.       Fax (cfr. bijlage) aan de Minister van Justitie van Turkije, Prof. Hikmet Sami Türk; aan de Minister van Binnenlandse Zaken, Dhr. Tantan; aan de respectievelijke directies van de F-type gevangenissen van Edirne, Kocaeli en Sincan; aan de Algemene directeur van de gevangenissen en strafinrichtingen en aan de Procureur Generaal te Istanbul. Geen van deze faxen werd beantwoord.

2.       Mevr. Leen Laenens en mevr. Frieda Brepoels brachten op zondag 23 december 2000 de Minister van Buitenlandse Zaken van België, Dhr. Louis Michel op de hoogte van de doelstelling van de missie. Als een gevolg hieraan belde Mevr. Leen Laenens persoonlijk met Dhr. Michel op 25 december 2000. Het was in hoofde van Minister Michel de afspraak dat de missie onder geen enkel beding kon worden aangekondigd als een officiële Belgische missie.

3.       Mevr. Frieda Brepoels poogde de Belgische Ambassadeur in Ankara telefonisch te bereiken. Jammer genoeg bleek dat deze in België was tijdens de feestdagen. Vervolgens probeerde ze Dhr. Bruno Angelet, de Eerste Secretaris van de Ambassade te bereiken, ook hij was in België tijdens de feestdagen. De derde in rang, Dhr. Verwaerde werd op dat ogenblik nog niet gecontacteerd. Wel werd telefonisch contact genomen met het Belgisch Consulaat-generaal te Istanbul. De Consul-generaal was jammer genoeg ook in België tijdens de feestdagen. Op dat ogenblik was Mr. Chabeau van wacht. Vanaf tweede Kerstdag (26 december) zou de vice-consul, Mr. Van Baelen, de dienst verzekeren. Het telefonisch gesprek met Dhr. Chabeau werd per fax bevestigd op 24 december 2000. Op Kerstdag werd telefonisch door Dhr. Van Baelen bevestigd dat alle officiële contacten zouden worden gelegd via de Turkse mensenrechtenorganisatie IHD en dat we zeer welkom waren op het Consulaat-generaal zelf om gebruik te maken van de logistieke diensten. Weliswaar werd steeds duidelijk bevestigd dat het hier geen officiële mensenrechtenmissie betrof en dat het Consulaat enkel kon trachten contacten te leggen.

4.       People's Rights Watch (PRW) had telefonisch een onderhoud aangevraagd met Minister Michel. Uiteindelijk werd een afvaardiging van PRW in België ontvangen door de kabinetschef, 27 december. Hier werd afgesproken dat Minister Michel een brief zou schrijven aan zijn Turkse collega van Buitenlandse Zaken, Minister Cem, waarin hij Turkije vraagt de delegatie correct te ontvangen en hun werk te faciliteren. Met de opmerking dat Turkije toch kandidaat is voor de Europese Unie en dus aan de criteria van Kopenhagen (o.a. respect voor mensenrechten) moet voldoen. Tevens werd in het onderhoud afgesproken de delegatie te ontvangen bij terugkeer uit Turkije. PRW vraagt tenslotte in een brief aan Minister Michel om een onafhankelijke onderzoekscommissie (op Europees niveau) te sturen.

5.       Op 28 december 2000 om 11h45 deelde Dhr. Van Baelen mee dat de delegatie Dhr. Verwaerde in de Belgische Ambassade te Ankara telefonisch mocht contacteren. Dhr. Verwaerde zou aan de delegatie dan de namen en telefoonnummers geven van de Turkse overheid die gecontacteerd konden worden. Dhr. Verwaerde had hierover contact met Brussel gehad. Hij deed tevens melding van de persmededeling van de Turkse Minister van Justitie, die beweert dat de opstand in de Turkse gevangenissen georchestreerd wordt vanuit België en dat de Belgisch overheid aangemaand wordt tegen betrokken organisaties op te treden.

6.       Op 28 december 2000 om 19h30 deelde Dhr. Verwaede mee dat het Turks Ministerie van Justitie een schriftelijke vraag van Buitenlandse Zaken nodig heeft om te oordelen over de ontvankelijkheid. De vraag blijft dus om zowel de gevangenissen te bezoeken als de ziekenhuizen.  Ook wil de delegatie gevangenen spreken en een vertegenwoordiger van het Ministerie van Justitie, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

7.       Op 29 december 2000 om 12 uur nam de delegatie contact op met Yuksel Sayman, stafhouder van de Balie van Istanbul om een onderhoud af te spreken. Dit was echter niet mogelijk aangezien hij de feestdagen buiten Istanbul doorbracht. Hij stelde een gesprek voor na het verlof maar dit was voor ons onmogelijk vermits wij dan al terug in België zouden zijn. Hij had eerder al een persconferentie gegeven en wilde geen dubbele informatie verstrekken en wij moesten ons gesprek beëindigen.

8.       Op 29 december 2000 om 13h deelt Dhr. Verwaerde mee dat een officiële schriftelijke vraag werd gesteld, maar dat enkel de vraag om een F-type isoleercel te bezoeken en een contact met een woordvoerder van het Turks Ministerie van Justitie door de Turkse overheid werd weerhouden.

9.       Op 29 december 2000 om 19h krijgen we het officiële bericht dat de Turkse Minister van Justitie weigert om op onze vragen in te gaan. Dit bericht werd officieel bevestigd door het hoofd protocol van Buitenlandse Zaken in Ankara en er werd bevestigd dat het om een politieke beslissing gaat.

10.    Op 30 december 2000 informeert mevr. Leen Laenens Minister Michel over de stand van zaken. Hij is ten zeerste verwonderd dat het bezoek aan de gevangenissen geweigerd werd en maakt tevens een afspraak met de delegatie voor vrijdag a.s. 5 januari 2001, waar eventuele verdere stappen kunnen besproken worden.

11.    Op 27 december was er een telefonisch contact met de heer Refik Sövüş, de directeur van de gevangenis van Kartal. Op advies van IHD probeerde de delegatie een afspraak te maken met de heer Sövüş, om de gevangenis van Kartal te bezoeken, een onderhoud met hem te regelen en de gevangenen te mogen bezoeken. Hij zei ons dat de enige mogelijke manier om toegang te krijgen tot de gevangenis was een officiële aanvraag te doen bij het Ministerie van Justitie. Wegens de vakantieperiode was dit nu niet mogelijk. Hij kon helaas niet op onze vraag ingaan vermits hij dan zijn functie als directeur van de gevangenis riskeerde.


Het vrij krijgen van het lichaam van Yazgülü Guder Öztürk

Datum: dinsdag 26 december 2000

Plaats: Adli Tip mortuarium, Istanbul

 

Delegatielid Dr. Geert Van Moorter was getuige van de onderhandelingen die twee advocaten, Mr. Hacer Gekig en Mr. Behic Asci, op 26 december 2000 voerden met de Turkse autoriteiten bij het Adli Tip mortuarium in Istanbul om het lichaam van mevrouw Yazgülü Guder Öztürk vrij te krijgen. Yazgülü Guder Öztürk was op 19 december 2000 overleden in de gevangenis van Bayrampaşa. Het lichaam was dermate verbrand dat grote delen van het lichaam waren verkoold en het uiteindelijk enkele dagen heeft geduurd alvorens het lichaam kon worden geïdentificeerd. Nadat de identiteit was vastgesteld wilde de politie het lichaam niet meteen vrijgeven. Daarover moest onderhandeld worden. Het duurde van 9.00 uur tot 13.00 uur alvorens de politie het lichaam vrijgaf. De eveneens aanwezige familie werd ruw benaderd; een wenende zuster van de overledene werd ruw weggestuurd. Er werd geen respect getoond voor het lijden van familie en vrienden. De politie liet het aanvankelijk niet toe om het lichaam in het mortuarium te bezoeken. Toen het uiteindelijk toch werd toegestaan aan de directe familie het mortuarium te betreden, verbood de politie Geert van Moorter om het lichaam te bezichtigen. Zelfs toen gezegd en getoond werd dat Geert van Moorter dokter is, werd hem zonder argumentatie de toegang ontzegd. Enkel de directe familie en de advocaten werden toegelaten. De advocaten stelde Geert van Moorter na afloop op de hoogte van de situatie van het lichaam van Yazgülü Guder Öztürk. Nadat het lichaam in een kist gedaan was werd het lichaam vrijgegeven. De politie verplichtte de familieleden de minibus waarmee de kist vervoerd werd onmiddellijk te vertrekken. De minibus werd geëscorteerd door politiewagens. Aangezien het lichaam diezelfde dag op aanzienlijke afstand van Istanbul werd begraven werden familieleden en vrienden de mogelijkheid ontzegd om afscheid te kunnen nemen van hun dierbare.

 

Tijdens het wachten had Dr. Van Moorter een gesprek met de twee advocaten.

 

Verbranding in Bayrampaşa

Het eerste gesprek was met Mr. Behic, in verband met het in brand steken van de zes vrouwen van Bayrampaşa. Hij had contact met mevrouw Birsen Kars. Zij was de gevangene die te zien was op televisie toen ze uit de ziekenwagen gehaald werd, met haar gelaat in het wit. Ze kwam van de gevangenis van Bayrampaşa. Ze riep toen: “Ze hebben ons levend verbrand, ze hebben zes vrouwen verbrand.” Zij is cliënte van Mr. Behic, die bevestigt wat zijn cliënte gezegd heeft. Hij heeft haar onlangs gesproken. Volgens haar heeft het leger hen met een vlammenwerper in brand gestoken. Zijn cliënte heeft zich kunnen wegsteken zodat ze niet volledig verbrand is.

 

Weigering aan advocate om cliënt te zien

Mr. Hacer Gegig had via de televisie gezien dat een van haar cliënten in het ziekenhuis was gebracht. Ze is toen naar dat ziekenhuis gegaan en vroeg om haar cliënt te mogen zien. De militairen duwden haar ruw naar buiten en niemand wou haar iets zeggen.

 

Hacer Gegig: “Het is een complete chaos om te weten waar welke gevangene nu verblijft. We zijn heel de dag bezig met het zoeken naar onze cliënten. En zoals je ziet verliezen we ook veel tijd met het vrij krijgen van de lichamen. Voor de families is dit zeer zwaar".

 


Inval politie in TAYAD[1] op 21 december 2000

Op 24 december sprak Dr. Cem met Dr. Van Moorter over de inval van de politie bij TAYAD. Dr. Cem is een van de dokters die de hongerstakende familieleden volgt in de lokalen van TAYAD.

 

Dr. Cem: "De politie is hier op 21 december binnengevallen bij TAYAD en heeft een aantal mensen aangehouden. Er werd van alle materiaal meegenomen. De medische dossiers van de hongerstakende familieleden van gevangenen werden samen met de geneesmiddelenvoorraad in beslag genomen door de politie." De sporen van inbraak zijn nog te zien, de ruiten van de ingangsdeur zijn stukgeslagen. Van het in beslag genomen materiaal is nog niets teruggegeven. De politie legitimeerde zich niet en had geen huiszoekingsbevel. Dit is een intimidatie van medische verzorging en een inbreuk op de privacy van de patiënten.

 


Eerste bezoek aan TAYAD (getuigenissen)

Datum: 26-12-2000, 15.00 uur

 

Getuigenis: de familie van Kamil Yildiz

Na een korte voorstelling en uitleg over het doel van de missie, willen verschillende familieleden aan het woord komen. De delegatie vraagt of we hen zouden mogen filmen als zij hun verhaal vertellen. Mijnheer Yildiz, vader van Kamil Yildiz (27 jaar) zegt: ”We zijn onze zoon al kwijt, wat maakt het ons nu nog uit of we met een foto in de krant verschijnen.”

 

Kamil kreeg 36 jaar celstraf wegens de beschuldiging lid te zijn van de verboden partij TKP-ML. Hij zit nu reeds vier jaar in de gevangenis.

 

De familie had via IHD in Bursa gehoord dat Kamil zich in Burdur bevindt in een cel met drie personen. De advocaat was zaterdag 23 december naar die gevangenis geweest, maar hij kreeg geen toegang tot zijn cliënt. Op zondag 24 december zijn de ouders geweest. Er waren toen zo'n 400 familieleden van de verschillende gevangenen aan de poort. Ze zagen er een lijst met de naam van hun zoon er op, maar ze mochten er niet bij. De volgende dag, maandag 25 december, zijn ze na een telefonische afspraak, bij hun zoon geraakt. De gevangenis waar hun zoon zit is op 300 kilometer van de woonplaats van de ouders. Ze zijn al de toegang tot de gevangenis geweigerd, ook al was daarover reeds een afspraak gemaakt. De familie had via IHD in Bursa gehoord dat Kamil zich daar bevond in een cel met drie personen.

 

Kamil Yildiz werd overgeplaatst van Burdur naar Bursa. In Burdur vielen op 5 juli 2000 de ordediensten met veel geweld binnen met traangas en wapens en daarbij vielen 38 gewonden. Op 19 december werd Kamil overgeplaatst naar Edirne (F type gevangenis).

 

De moeder van Kamil vertelt dat ze weet dat de gevangenen verkracht worden met TL buizen. Ze zegt: ”Onze kinderen lieten ze bij de overplaatsing naar Edirne buiten slapen en er werd geen medische hulp geboden ondanks het feit dat de gevangenen er ernstig aan toe waren. Tijdens de rit naar Edirne werden ze geslagen, geschopt en vernederd. Wij zijn ervan overtuigd dat de Turkse staat dit plan al lang had voorbereid.” Op de vraag van de delegatie hoe ze dat zo zeker weet antwoordt ze dat de minister van Binnenlandse zaken Sadettin Tantan op de televisie heeft verteld dat ze deze zaak ruim tevoren hadden voorbereid. Kamil was een van de vele gevangenen in hongerstaking. De moeder vertelt dat ze haar zoon gisteren heeft kunnen bezoeken. Er was hen beloofd dat ze hun zoon dertig minuten konden spreken, in de praktijk kregen ze slechts vijf minuten. Er was ook voortdurend een bewaker die meeluisterde.

 

De delegatie vraagt haar hoe Kamil eruit zag. De moeder antwoordt: “Ik was van mijn zoon gescheiden door dik glas, waardoor ik hem niet heel scherp zag. Hij zag er slecht en bleek uit en zijn gezicht zat onder de blauwe plekken en bloeduitstortingen. Hij was zeer mager. Hij was reeds 54 dagen in hongerstaking. Hij had last van zijn rug, die pijn deed. Al de gevangenen werden kaal geschoren. Hij heeft geen water en geen verwarming in de cel. Dag en nacht wordt er nationalistische marsmuziek gespeeld. Mijn zoon zal mij niet alles gezegd hebben om mij geen extra verdriet aan te doen, om mij te sparen. Hij wou niet veel over zichzelf spreken. Hij vroeg hoe het met zijn vrienden was. Hij was er om bezorgd omdat hij wist dat er verschillende met gebroken ribben waren, en zelfs met een arm of een been af. Hij en zijn vrienden werden gefolterd. De gevangenen vroegen een dokter van eigen keuze te krijgen en een onafhankelijke controle door internationale dokters. Het wordt hen geweigerd, meer nog, ze hebben nog geen dokter gezien. Er is nog geen advocaat bij hem geweest.”

 

De vader zegt zeker te weten dat het dodenvasten doorgaat als er geen definitieve oplossingen komen voor de problemen.

 

De moeder besluit met een emotionele oproep: “Ik smeek jullie, ik wil als moeder dat onze kinderen dat niet overkomt, dat ze niet sterven. Ik smeek jullie, doe iets.”

 

Getuigenis: de zus van Talad

Een jonge vrouw vertelt over haar broer Talad die 27 jaar oud is en 36 jaar effectieve celstraf kreeg op beschuldiging lid te zijn van de verboden partij DHKP-C. Hij wordt beschuldigd van allerlei gewelddadige acties. Zijn zus zegt dat hij die niet gedaan heef. Hij zit nu reeds twee jaar vast.

 

Talad werd van Malatya naar Sincan overgebracht, een F-type gevangenis nabij Ankara. Het bezoek was op 25 december om 11 uur.

 

Talad vertelde aan zijn zus over de inval van 19 december: “Er werden eerst bommen naar binnen gegooid. Het leger was massaal aanwezig. Nadat we overmeesterd waren werden we rond 6 uur naar buiten gebracht in voet - en handboeien. We werden op de natte grond gelegd. Door het gebruik van gasbommen konden we moeilijk of niet ademen. De militairen, bijgestaan door de bewakers, knipten de kleren kapot, zodat we naakt op de grond lagen. Dit was heel vernederend. Nadien werden we weggebracht in een vrachtwagen, vervoerd zoals beesten in een beestenwagen. Tijdens de 16 uur durende rit werden we geschopt en we kregen heel veel slagen, onder andere met geweerkolven en matrakken. In Sincan werden we niet meteen in de gevangenis gebracht. We werden buiten eerst nog geslagen.”

 

Talad klaagde over een felle pijn op zijn borst, hoofd en handen waar hij wonden vertoonde van snijdende handboeien. Hij had ook lichte verwondingen aan zijn benen. Het bezoek had meer dan een half uur geduurd, omdat de vader had aangedrongen. De twee anderen in zijn cel waren er veel erger aan toe.

 

Getuigenis: de zus van Hasan Aycan

De zus van de 32 jarige Hasan Aycan, Huriye Kerice vertelt dat haar broer sinds 1996 in de gevangenis van Çanakkale zat en dat hij vorige week was overgeplaatst naar Edirne (F type). Hij was op 19 december 54 dagen in hongerstaking. Gisteren, op 25 december had ze hem kunnen zien.

 

Huriye: “Ik was erg geschrokken, ik herkende mijn broer bijna niet. Zijn neus was helemaal kapot, zijn lip was sterk opgezwollen en zijn gezicht zat vol met snijdwonden. Hij was kaal geschoren en hij had gescheurde kleren aan. Hij kon niet goed stappen. Hij zei dat hij heel veel gefolterd is en dat hij heel veel foltering gezien heeft. Dat er nog altijd gefolterd wordt. Hij zat te schudden en te beven, hij was er psychologisch slecht aan toe. Een goede vriend van hem, Ilker Babakar, was gefolterd met een stok met een pin en haak eraan en hij is daardoor gestorven. Het was met een soort brandweerhaak. Hasan was gebroken door het verlies van zijn vriend, hij was nog maar 21 jaar. Hasan zei: ”Dit is geen oorlog, het is gewoon de hel wat we doormaken." Hij vroeg me volgende boodschap naar buiten te brengen: "Wij gaan allemaal dood, ik verwacht niets meer van de regering maar ik wil dat mensen uit het buitenland onze stem horen en er iets mee doen.”

 

Tijdens het bezoek werd ik geïntimideerd en vernederd; ik moest zelfs mijn ondergoed uittrekken. Ik voelde me als in de concentratiekampen. Door dit soort vernederingen zou ik nooit meer naar de gevangenis willen gaan maar ik moet het doen omdat ik mijn broer wil zien”.

 

Wenend en het gelaat afwendend besluit Huriye: “Ik kan niets meer zeggen. Ik heb beloofd zijn boodschap over te brengen, maar nu kan ik niet meer”.

 

Getuigenis: de dochter van Kenan Ogus

Sultan Ogus is 17 jaar en de dochter van Kenan Ogus. Ze bezocht gisteren, op 25 december, haar vader.

 

Kenan bevindt zich in de gevangenis in Gebze (nabij Izmir); hij werd niet overgeplaatst. Kenan zit al 7,5 jaar vast in de cel; hij is 48 jaar en heeft vier kinderen. Sultan is de oudste, de jongste is 11 jaar. Kenan heeft geen advocaat wegens financiële problemen. Hij zit nu reeds 7,5 jaar opgesloten. Hij weet nog niet hoelang jaar hij in de gevangenis zal moeten blijven omdat zijn proces nog niet afgelopen is.

Sultan: “Ik kon hem enkel door glas zien. Zijn gezicht was niet zichtbaar geschonden. Hij heeft wel pijn binnen zijn lichaam en hij kan moeilijk gaan.”

 

Sultan vertelt het verhaal van haar vader: “Bij de inval op 19 december werd er een soort gas door een gat in het dak naar binnen gebracht. Er werd ook met geweren geschoten. We werden nadien overmeesterd. We werden slecht behandeld en volledig naakt gezet. Zo werden we naar een andere plaats in de gevangenis gebracht." Hij zit nu nog altijd in de oude gevangenis, hij is nog niet verhuisd. Ze moeten slapen op de tafels in de keuken, omdat in de slaapzalen het niet mogelijk is vanwege het gas dat er nog steeds hangt. Hij was 35 dagen in hongerstaking geweest en was daarna 10 dagen gestopt. Hij is nu, na de inval herbegonnen en hij gaat hongerstaken tot de dood. Haar vader zegt dat ze verwachten dat er binnen enkele dagen of weken opnieuw zal worden aangevallen. Sultan; "Daarom wil hij niets bij zich hebben, hij gaf me zijn klederen mee zodat het leger die bij een volgende aanval niet in brand kunnen steken, en hen dan beschuldigen dat ze zichzelf in brand gestoken hebben.”

 

Getuigenis: de vader van Ayla Özcan

Mijnheer Tahir Özcan, vader van Ayla Özcan getuigt. Hij en zijn vrouw Camile hebben haar op 26 december gezien in de gevangenis van Bayrampaşa.

 

De vader heeft 41 jaar gewerkt in Turkije als militair en als leraar. "Aan de gevangenis toonde ik mijn pensioenkaart. Daarop is te zien dat ik 41 jaar gewerkt heb als militair en als leraar. Daarom waren ze naar mij wat menselijker. Ik werd twee keer onderzocht. Mijn dochter had ernstige wonden in haar gelaat, haar hals en haar en ook op haar benen. Haar gezondheidstoestand is niet goed. Ayla klaagde dat ze weinig plaats had om te slapen. Tahir Özcan: “Van mijn andere dochter, Asuman, die op 19/12 in de gevangenis van Umraniye zat, weet ik nog steeds niets. Ik denk dat er nu nog 53 mensen vermist zijn.”


Bezoek aan de mensenrechtenorganisatie IHD[2] (getuigenissen)

Datum: 27-12-2000, 11.00 - 14.00 uur

Gesprekspartners:

1.       Mijnheer Ösman Baydemir, advocaat. Ondervoorzitter IHD, Istanbul en ex-voorzitter IHD Diyarbakir.

2.       Mevrouw Ümit Efe, werkzaam bij IHD Istanbul, specifiek werkzaam rond gevangenen.

 

Mevrouw Efe geeft een uitleg over wat er volgens haar gegevens gebeurd is tijdens de inval in de gevangenissen op 19 december 2000.

 

Mevrouw Efe: “IHD onderhandelde al lang met de regering over de problematiek in de gevangenissen, in het bijzonder over de bouw van de isolatiecellen. Ondanks de idee dat deze onderhandelingen in gunstige zin evolueerden, heeft de Turkse overheid de bemiddelaars gebruikt om tijd te winnen, om zodoende de bouw van de isolatiecellen te verwezenlijken. Stap voor stap heeft de Turkse overheid haar plan uitgevoerd”.

 

Efe: "De Turkse overheid beschouwt en behandeld de politieke gevangenen niet als mensen. Ze laten ze in de gevangenissen rotten. Ze worden met brandweerstokken, met pinnen en haken, geslagen en gekwetst. Hun eigen kledij wordt hen afgepakt en men probeert hen psychologisch te kraken. Er wordt overdadig en willekeurig gebruik van folterwerktuigen zoals brandweerhaken, vuurwapens, chemische wapens etc. Ze worden zo behandeld omwille van een andere mening. Al vanaf de staatsgreep in 1980 had de overheid al het plan om isolatiecellen te bouwen."

 

Volgens Efe voert de overheid ook een psychologische oorlog en overtreedt zij regelmatig en op willekeurige wijze de wet. De regering voert regelmatig nieuwe wetten in die niet via de parlementaire weg worden goedgekeurd, zogenaamde ‘uitzonderingswetten’. Zo kan de regering doen wat zij wil. Telkens er een nieuwe regering is komen er nieuwe richtlijnen, zodat het niet duidelijk is wat nu 'de wet' is. Sinds 1943 is de grondwet niet meer gewijzigd op het vlak van de behandeling van gevangenen Alle veranderingen aan het beleid ten aanzien van de behandelingen van gevangenen werden door middel van deze uitzonderingswetten ingevoerd.

 

Op de vraag van de delegatie of er reactie is gekomen over de gebeurtenissen van 19 december van andere dan de huidige regerende politieke partijen antwoordt ze ontkennend; wel zouden enkele parlementariërs afkeurend gereageerd hebben, onder andere Mehmet Bekaroglu van de Fazilet Partisi, de Islamitische Welvaartspartij, maar niet als partij.

 

Efe: “ De gevangenen en de bemiddelaars werden door Minister van Justitie, Hikmet Sami Türk, bedrogen. Men heeft ons gebruikt. Iedereen had verwacht dat een oplossing binnen handbereik lag. De staat gaf valse hoop. Minister van Binnenlandse zaken Sadettin Tantan heeft op een persconferentie na 19 december op een maquette aangeduid welke operaties men in petto had voor de inval van 19 december”.

Mevrouw Leen Laenens zegt dat niet alleen de Turkse gevangenen en de bemiddelaars zijn bedrogen maar ook de Europese politici, in die zin dat de Turkse delegatie, met eerste minister Ecevit, tijdens de Top in Nice van 9 december 2000 verklaarde dat er een moratorium van een half jaar zou komen voor de ingebruikname van de F-type isolatiecellen.

 

Efe: "Op 9 december verklaarde de minister van Justitie 'We stellen de overplaatsing naar de F-type gevangenissen uit voor onbepaalde tijd. We zullen met de verschillende organisaties de zaak verder bespreken en als we een overeenkomst hebben met al die groepen, dan zullen we misschien naar de F-type gevangenissen gaan.” De gevangenen zelf en hun familieleden zijn toch doorgegaan met de hongerstakingen omdat ze die afspraak eerst zwart op wit wilden zien. Zij hadden er geen vertrouwen in dat de Turkse staat deze afspraken zou naleven, immers, er wordt al sinds vier jaar actie gevoerd tegen de isolatiecellen en tegen het geweld in de gevangenissen door het gevangenispersoneel. Spijts al deze acties hadden er al verschillende bloedbaden plaatsgevonden. In 1996 werden de gevangenen ook belogen. Er was geen vertrouwen in de woorden”.

 

“De huidige minister van Binnenlandse Zaken is een ex-politiechef. Hij heeft een jaar geleden gepland om deze aanval nu te doen. Het was een plan om de gevangenissen in te nemen, om er binnen te vallen. Sinds een jaar wil de overheid de problemen 'oplossen' door de gevangenen naar de F-type gevangenissen te brengen. De overheid heeft het eerst trachten te verbergen, en toen het toch in bekend raakte sprak men over een hervorming. Maar alle mensenrechtenverenigingen, verenigingen van dokters, intellectuelen, architecten en noem maar op, zegden dat dit geen hervorming is, maar dat het gaat over isolatiecellen. Dit gaat in tegen de natuur van de mens. De ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken luisterden naar geen enkele organisatie. De politieke gevangenen zegden dat ze niet naar de F-type gevangenissen wilden. En kort nadien zei de minister van justitie dat ze er in elk geval naar toe zouden gaan. Beetje per beetje kreeg deze problematiek aandacht in de media. Er waren congressen, campagnes, debatten, … De overheid verbood dit alles. De enige manier van protesteren voor de gevangenen is de hongerstaking”.

 

“Op 19 december vond de operatie plaats waarbij de meeste gevangenen overgeplaatst worden naar de F-type gevangenissen. Eenzame opsluiting, zoals in de isolatiecellen, gaat tegen de natuur van de mens in. De ministers hebben naar geen enkele bemiddelende organisatie geluisterd. Hongerstaking is voor de politieke gevangenen de enige vorm van verzet tegen de isolatiecellen. IHD had het initiatief genomen om middels dialoog tot een vreedzame oplossing te komen. Minister Hikmet Sami Türk heeft echter tijdens een persconferentie verklaard dat “de Turkse regering niet rond de onderhandelingstafel wil zitten met terroristen.” Terwijl iedereen dacht dat er een oplossing in de maak was, kwam er op 19 december de aanval. Er is geen enkele wettelijke grond voor deze aanval en er is veel brute kracht gebruikt”.

 

“Op de ochtend van 19 december 2000 werd om 5.00 ‘s morgens een gat gemaakt in de plafonds van de cellen, langs waar kogels werden afgevuurd en chemische wapens, brandstof, traangas en andere gassen werden binnengeworpen. Een aantal slachtoffers kwam hierbij om in de brand. Er zijn ook twee militairen omgekomen. Volgens de autopsieverslagen zou een van hen, in Malatya, zijn omgekomen door een kogel van een G-3 geweer, (oorlogswapen van de Turkse regering zelf) en de andere kwam om in Trabzon omdat een stuk muur op hem viel. In een aantal gevangenissen zijn de ordediensten met bulldozers en kranen binnenvielen, dit is barbaars”.

 

“Gisteren, op 26-12-2000, zijn een aantal advocaten naar de gevangenis van Kandira gegaan. Zij getuigden: "Dit is geen menselijke toestand meer, iedereen is er fysiek en emotioneel kapot". De gevangenen werden na de overmeesteringen naar de tuin gebracht al waar zij gefolterd werden met behulp van matrakken en stokken. Ze werden naakt gezet. De soldaten plasten op de hoofden van de gevangenen. (Efe verontschuldigt zich dat ze zoiets vernederend bij de naam moet noemen)”.

 

“Chellal Kesser zit in Kandira en werd door matrakken verkracht. Hij heeft dit aan zijn advocaat gezegd en meegedeeld dat hij zelf heeft gezien hoe dit ook met andere gevangenen gebeurde. Ook moesten de gevangenen de schoenen van de militairen kussen en nationalistische slogans scanderen zoals 'het grootste, het machtigste leger is het Turkse leger'. Overdag worden de gevangenen twee keer geteld. Sommige gevangenen waren zo verzwakt dat zij nog maar slecht konden gaan of moeilijk op hun benen kunnen blijven staan. Indien zij niet snel genoeg konden gaan werden ze opnieuw geslagen. Er zijn getuigenissen van gevangenen aan wie suiker, water en zout geweigerd werden. Het is er zeer koud, er is geen verwarming”.

 

“Van vele gevangenen weten ze nog niet waar ze zich bevinden en of ze nog in leven zijn. De aanvraag om cliënten te bezoeken wordt vaak afgewezen. De gevangenisdirecties zeggen dat het niet hun verantwoordelijkheid is maar die van een ‘Crisiscentrum’. Maar niemand weet wie daar in zit, we weten geen namen, geen adres of telefoonnummers. Deze actie zou ook opzettelijk voor de feestdagen gepland zijn zodanig dat er wegens de verlofperiode moeilijk contact te leggen is met de overheid of de gevangenen vermits deze contacten via de overheid lopen. Vanzelfsprekend zal de toestand van de gevangenen dan nog meer kritiek zijn”.

 

"We voelen ons eenzaam en alleen. Dit is een vernietigingsactie, waarbij mensen kapot gemaakt worden. We voelen ons alleen met ons verdriet, we verwachten meer van mensenrechtenorganisaties van Europa".

 

"Volgens de Turkse staat waren de gevangenen in opstand gekomen en hebben ze terroristische acties gedaan en brand gesticht in de gevangenis. Maar volgens ons, volgens IHD is het volledig anders. Sommigen van de gevangenen hebben vroeger geweld gebruikt en dat ondersteunen we niet. Maar ze moeten toch als mensen gerespecteerd en behandeld worden. De staat wil nu opnieuw een proces aanspannen tegen de gevangenen wegens vernieling van openbare gebouwen. Dat kan toch niet. Een aantal mensen die volgens de nieuwe amnestiewet konden vrijkomen zullen vastgehouden blijven omdat ze met de zogezegde opstand de openbare orde verstoord hebben en openbare gebouwen vernield hebben".

 

"We verwachten van jullie dat de waarheid zoveel mogelijk naar buiten komt en dat jullie druk kunnen uitoefenen op jullie regering om dit te stoppen."

 

Mr. Baydimir: "IHD probeert de families zoveel mogelijk te ondersteunen. Maar wij zitten er allemaal door. We jagen achter lijken. Het leger wil de lijken van de gevangenen liefst niet vrijgeven. Wij zijn ook op zoek naar een twintigtal vermisten waarvan we niet weten of dat ze nog in leven zijn, laat staan in welke gevangenis ze zitten. Wij worden niet toegelaten in de gevangenissen en ziekenhuizen. De ouders, advocaten en dokters ook niet. De Turkse overheid schermt alles af”.

 

Hij heeft een oproep voor Europa: “Mensen worden hier vervolgd, gefolterd en vermoord omwille van hun politiek overtuiging. Hoe lang gaat Europa hiervoor de ogen nog sluiten? Waarom sluit jullie Minister van Buitenlandse zaken Michel de ogen als het om Turkije gaat? Turkije is toch kandidaat voor de Europese Unie? Is het in Oostenrijk dan zoveel gruwelijker dan hier? De vraag is of Europa de politieke moed heeft om Turkije halt te roepen aan de schendingen van de mensenrechten in Europa".

 

Advocaat Baydimir bedankt ons voor onze komst en zal proberen een afspraak te maken voor de delegatie om een gesprek te hebben met een gevangenisdirecteur in Istanbul. Hij denkt echter dat dit niet realistisch is maar zal het toch proberen. Hij moet nu weg naar een van zijn cliënten in een nieuwe F-type gevangenis.

 

Inval van politie bij IHD

Efe vertelt dat op 17 december, op de internationale dag van de rechten van de mens, er bij IHD werd binnengevallen door de politie. Dit wordt bij IHD elk jaar een hele week lang gevierd. Daarbij werd ook Mr. Eren Keskin, voorzitter van IHD, opgepakt. Zij verwachten dat Europa zo snel mogelijk iets doet tegen de wantoestanden in de Turkse gevangenissen. Als Europa dit niet doet interpreteert Turkije dit als goedkeuring, aldus Efe.

 

Getuigenis: mevr. Gülşah

Mevrouw Gülşah was een van de eerste personen die contact had genomen met de gevangenis omdat ze op televisie beelden zag van de inval en omdat zowel haar dochter, zoon en schoonzoon daar gevangen zitten. Gülşah: “Ze zitten gevangen omwille van een andere mening dan die van de staat”.

 

Mevrouw Gülşah is een van de leidende moeders geworden in de strijd tegen de onmenselijke behandelingen in de Turkse gevangenissen. Ook zij werd gearresteerd en gefolterd. Op 26 september 2000 werd zij opgepakt tijdens een herdenking van de moord op tien gevangenissen in Ulucanlar op 26 september 1999. Zij liep tijdens deze arrestatie een gebroken sleutelbeen en vier gebroken ribben op. Ze zegt dat zij nu niet meer over haar verdriet wil spreken. Daar moet ze mee leren leven. Ze vraagt ons nadrukkelijk om als vertegenwoordigers van Europa stelling in te nemen tegen het gebruik van de F-type gevangenissen.

 

Zij heeft bij de arrestatie op 26 september 2000 een nacht in de cel gezeten en werd de volgende dag berecht wegens aanzet tot breken van de eenheid van de staat. Kort daarna werd in de pers een campagne begonnen tegen de IHD en andere organisaties. Zij heeft drie dagen naar haar dochter gezocht. Die bleek naar Bakirköy overgeplaatst te zijn. Ze vertelt dat de vrouwelijke politieke gevangenen nog niet naar de F-type gevangenissen worden gebracht.

 

Gülşah: ”Mijn dochter vertelde mij dat het leger om 5.00 uur ‘s morgens op 19 december 2000 binnenviel; ramen werden kapot gemaakt en er werd brand gesticht. Verschillende mensen kwamen hierbij om het leven. Mijn dochter had het gevoel nadien gek te worden, ze trilde over haar hele lichaam, ze ervoer een soort verstikkingsgevoel, voelde zich ziek en kon niet meer nadenken, een soort ‘high’ gevoel. Zij verklaarde dat ook andere gevangenen deze ervaring deelden. Zij vermoeden dat dit het effect is van een of ander chemisch wapen. Ze verklaarde dat er gebruik werd gemaakt van brandslangen om de cellen onder water te zetten en een soort zenuwgas. Zes vrouwen overleefden dit niet. Zij heeft gezien hoe ze verbrand werden. Anderen hebben zich verborgen achter de trap, het was donker in de cellen, waardoor zij niet te zien waren. Dit heeft hun leven gered. Mijn dochter heeft drie dagen met natte kleren gezeten zonder eten en zonder medische hulp. En dit allemaal bij door hongerstaking verzwakte vrouwen.”

 

Mevrouw Gülşah werd minstens tien keer gecontroleerd vooraleer ze haar zoon kon zien. Omdat ze een oudere vrouw is lieten ze haar verder met rust; jonge vrouwen worden seksueel geïntimideerd. Ze heeft haar zoon wel ‘gezien’. Ze zegt echter dat ze het gevoel heeft hem niet echt te hebben gezien vermits hij onherkenbaar was. Zijn haar was verbrand. Ze konden niet vrij spreken, er heel de tijd een bewaker van het Özel team (in’ Robocop uniform’) bij. Het gesprek duurde tien minuten alhoewel ze recht had op een half uur. Het heeft een hele week geduurd voordat ze haar zoon vond in Edirne.

 

Getuigenis: Bülent Ertürk

Bülent Ertürk, 25jaar, wordt verdacht van lidmaatschap van TKP/ML. Hij zat sinds 5 maart 1999 in de gevangenis van Nevçehir. Hij is nu voorwaardelijk vrijgelaten. Zijn proces loopt nog. Alle gevangenen in Nevçehir waren politieke gevangenen. Hij heeft na een week nog handboeiletsels en wonden aan zijn vingers en ter hoogte van de onderbenen. Hij heeft een bloeduitstorting onder het linkeroog.

 

Bülent Ertürk: ”Ik moest eigenlijk berecht worden in Ankara, maar werd naar Nevçehir gebracht. Op 19/12 viel het leger binnen, er moest geteld worden. Ik zat samen met vier anderen in voorhechtenis, ons proces moest nog voorkomen. Normaal telden de bewakers de gevangenen maar nu deed ineens het leger dat. We werden naar buiten gebracht om te verluchten, we werden geboeid, geschopt en geslagen. Toen werden we naar Sincan gebracht. Daar werden we op een brutale manier naar de cellen gebracht waar onze kleren werden afgenomen en we dus naakt in de cellen werden gezet. Normaal worden de mensen die in voorlopige hechtenis zitten anders behandeld, ze mogen bijvoorbeeld hun pen en horloge houden. Maar wij zijn twee dagen in de isolatiecel opgesloten geweest, zonder verwarming en zonder water. Alle andere gevangenen zijn in hongerstaking tot ter dood. Op 21/12 werd ik ineens buiten gezet met kapotte kleren en mijn identiteitskaart. Ik moest nog 5 km lopen naar een benzinestation, waar ik mijn advocaten heb gebeld. De doodsstakers zitten nu per één in een cel van ongeveer 2 op 3 meter met een raam van 0,7 op 0,7 meter zonder rechtstreeks daglicht (achter het raam staat een muur). In Kandira en Edirne worden 24 op 24 uur nationalistische legerliederen (marsen) gespeeld. Dit gebeurt ook in Sincan.”

 

Getuigenis: Cevdet Baydir

Cevdet Baydir: ”Sinds drie jaar zat ik in de gevangenis Gebze. Ik werd beschuldigd op basis van wet 169 (hulp aan een verboden organisatie) en moest eigenlijk nog anderhalve maand zitten. Ik kwam vrij op 23 december 2000 op basis van de nieuwe amnestiewet.

 

Twee maanden geleden kwamen gewapende militairen om de gevangenen te tellen. Toen zeiden wij tegen elkaar dat er iets in het vooruitzicht lag. Dit was blijkbaar een voorbereiding voor 19 december. Normaal deden de gevangenisbewakers de telling. Bij de inval is het leger direct naar de doodsstakers gegaan. De gevangenen hadden barricades achter de deuren opgeworpen. Het leger begon te schieten waarbij twee gevangenen zwaar gewond raakten. Een werd in het hoofd geraakt, de ander in de benen. Het leger zei: “Als jullie je niet overgeven bieden we geen hulp aan deze gewonden”. De militairen brachten ook zwaar materiaal binnen. Ze droegen gasmaskers en gooiden chemische producten binnen waarna ze zich terugtrokken.

De actie heeft ongeveer tien uur geduurd. Hier waren vier personen in doodsstaking. Men wilde hun actie breken. De gevangenen begonnen weg te lopen voor het gas en het leger. De militairen vroegen: ”Wie is hier in doodsstaking? Uit solidariteit riep iedereen “Ik!” om de doodsstakers te beschermen. Toen sleepten ze iedereen buiten. Uiteindelijk hebben ze de vier doodsstakers ontdekt. Ze hebben drie vrouwen en vier mannen naar het ziekenhuis gebracht. Toen ze in het ziekenhuis kunstmatige voeding weigerden hebben ze terug naar de gevangenis gebracht”.

 


Gesprek met advocaten van politieke gevangenen

Datum: 27 december 2000, 14.00 uur

Gesprekspartners:

1.       Mr. Muharem Çopur

2.       Mr. Behic Asci

3.       Mr. Serhan Arikanoglu,

4.       Mr. Ayse Kharaman

5.       Mr. Halil Özpolat

 

Het betreft allen advocaten van de balie van Istanbul. Ze volgen samen meer dan 2000 dossiers van politiek gevangenen

 

Mr. Muharem Çopur

Hij heeft zijn informatie van gevangenen en van familieleden.

 

"Het aantal doden op 19 december was 28. Inmiddels komen dagelijks nieuwe doodsberichten binnen. De autopsies worden niet uitgevoerd door een onafhankelijke arts maar door een arts van het militair ziekenhuis. De voorbereidingen waren al sinds een jaar bezig. Ecevit zegt dat de actie bedoeld was om levens te redden maar dat is niet waar. De gevangenen waren ongewapend, de twee soldaten die om het leven kwamen werden door het leger zelf gedood, dit blijkt uit de autopsieverslagen. In Çanakkale zouden er alleen al 6000 bommen gebruikt zijn. We hebben het echte gezicht van de staat gezien. De aanval gebeurde terwijl de onderhandelingen nog bezig waren. Het was een pure vernietiging.

 

Vorige week waren we met elf advocaten naar de F-type gevangenis Edirne geweest. We werden echter niet toegelaten. De volgende dag ben ik alleen teruggegaan en werd ik wel toegelaten. Op een straal van ongeveer 5 km zijn er geen huizen en 2 km voor de gevangenis staan er al militairen. Mijn identiteitskaart werd voor het binnen gaan drie kwartier bestudeerd. Er werden ook vingerafdrukken gemaakt. Ik heb met twee gevangenen gesproken. Het gesprek vond plaats in een kleine ruimte. Ik kon ze niet samen zien, ik moest een half uur wachten tussen de twee gesprekken. We waren nooit alleen, altijd met bewakers en camera's. Volgens deze twee gevangenen viel het leger binnen in Bayrampaşa op 19 december 2000 om 5.00 uur ’s morgens. Door gaten in de daken werden gifbommen gegooid. Er werden gasbommen gebruikt. De gevangenen vertoonden een vreemd gedrag dat zou kunnen overeenkomen met gebruik van gassen. Was dit zenuwgas? Het effect wordt omschreven ‘alsof je gek aan het worden bent’.

 

Twee personen staken zichzelf in brand: Firat Tavuk en Asur Korkmaz. Het leger raakte in paniek en vluchtte weg. Toen is het leger naar de vrouwenafdeling gegaan. Door middel van vlammenwerpers kwamen hierbij zes vrouwen om het leven. De volgende dag om 9.00 uur werd de operatie beëindigd.

 

Het leger filmde de inval. Ik ben niet akkoord met hun versie. Ze zeggen dat ze vriendelijk vroegen om naar buiten te komen, maar anderzijds gooiden ze bommen naar binnen. Dit is tegenstrijdig. Men heeft onjuiste info naar de media gegeven. Dit is propaganda. Na de operatie worden de gevangenen naar Edirne gebracht, een F-type gevangenis. In Edirne werden de mensen naar een grote zaal gebracht. Daar moesten de gevangenen zich uitkleden en werden ze gefolterd door mannen in burgerkledij. Ze werden ook natgespoten. Zij werden gefolterd met speciale technieken waarbij geen uiterlijke kwetsuren zichtbaar worden maar wel inwendig. Zoals de gevangene Ayden Hambayat, die inwendig gekwetst werd zodat hij nadien bloed plaste. Ik heb zelf gezien dat ze hem met twee bewakers moesten dragen. Bij het spreken had hij pijn aan de ribben. Er waren ook mannen met gebroken ribben. De meeste medegevangenen hadden dezelfde klachten: ze hadden het koud, hadden gescheurde kleren met bloed er op en hadden een misselijkmakende geur van gas. Ik zelf kon het gas nog ruiken en had er na een week nog last van. Ze hadden zich nog niet kunnen wassen. De gevangenen zijn intussen niet meer verlucht. Ze werden gedwongen en brutaal geschoren. Wie zich er tegen verzette werd geschopt en geslagen. Ze zijn nu allemaal in doodsstaking. Ze kregen drie maal per dag een lepeltje suiker en zout, wat veel te weinig is. Soms kunnen ze elkaar horen door heel hard te roepen. De gevangene zei: “Onze vrienden zijn gestorven om de isolatiecellen tegen te houden. Wij zullen dat verzet verder zetten tot de staat onze lichamen hier zal moeten buiten dragen. We willen dat onafhankelijke artsen ons komen onderzoeken en dat de internationale pers en organisaties toegang krijgen tot de gevangenis. Onze strijd was heldhaftig”.

Wijzelf (de advocaten, n.v.d.r.) worden behandeld als terroristen. Vrouwelijke advocaten worden lijfelijk onderzocht (borsten, slip en haren worden onderzocht).

 

De F-type gevangenissen bestaan uit twee verdiepingen. Op het gelijkvloers bevinden zich de eenpersoonscellen en op de eerste verdieping de cellen voor drie personen. Deze gevangenen op de eerste verdieping moeten twee keer per dag naar beneden komen om geteld te worden. Ze zijn echter te zwak en kunnen soms niet lopen. Dit is dan aanleiding om hen te slaan. Ik gaf mijn eigen jas aan mijn cliënt omdat hij het zo koud had. Ze krijgen ook niet eens een pen en papier. Als er geen oplossing komt op korte termijn zullen er veel lijken uit de gevangenissen worden gehaald. Alle verklaringen van de overheid zijn ongeloofwaardig, er wordt gelogen. Over de F-type gevangenissen werden rapporten gemaakt door verschillende organisaties, gaande van dokters, de balie, architecten, enz. Allen waren ze het eens, dit soort cellen is onmenselijk. We hebben de isolatiecellen zelf gezien, een mens kan daar niet leven. We zullen alles doen om ze daar uit te krijgen”.

 

Mr. Behic Asci

"Deze organisaties zijn er niet tegen om politieke redenen, wel om menselijke redenen. In Amerika hebben ze proeven gedaan op muizen. Een muis die drie dagen geen andere muis ziet wordt asociaal en agressief. Onderzoek in Latijns - Amerika, bij iemand die 10 jaar eenzame opsluiting achter de rug had, toonde dat  hij na zijn vrijlating steeds stapte in reeksen van 4 stappen. Zijn cel was maar 4 meter. En na zijn vrijlating kon hij een 5de stap niet zetten, omdat hij in zijn cel enkel maar die vier passen kon stappen. In 1910 werden er in de VS dergelijke types gevangenissen gebouwd. Maar omdat alle gevangenen op twee na gek werden, werden ze terug afgebroken. De laatste 5 jaar kwamen in Turkije meer dan 100 mensen om in de gevangenis (n.v.d.r. dit werd ter plekke tegengesproken, het zouden er meer zijn). Mensen worden in de gevangenis gestopt om vermoord te worden”.

 

Mr. Serhan Arikanoglu,

“Turkije had geld gevraagd aan het IMF en de Wereldbank. Turkije heeft 11 miljard dollar gekregen op basis van een rapport van november 2000 van een Europese Commissie die tijdens de opendeurdagen op bezoek was geweest in de F-type gevangenissen. Deze werden toen afgeschilderd als luxehotels met bloemen op tafel enzovoorts. Daarna is alles in stroomversnelling geraakt. Dat Europa nu terug komt om te kijken in de gevangenissen. Omdat er te veel reactie begon te komen verklaarde de regering op de 49ste of 50ste dag van de hongerstaking aan de pers dat de Minister van Justitie volgende verbeteringen zal doorvoeren: 1. uitstellen van de ingebruikname van de F-type gevangenissen voor onbepaalde tijd. 2. als ze toch in gebruik genomen worden zal aan de architecten gevraagd worden veranderingen te doen zodat de gevangenen samen kunnen eten of sporten en andere activiteiten. Hierdoor werd valse hoop aan de mensen gegeven. Melda Türker, officieel raadgever aan de overheid i.v.m. de gevangenissen, werd vanuit Amerika gehaald tijdens coalitievorming van SHP en DYP tussen '93 en '95. Zij schreef een rapport waarin zij stelde dat de F-type gevangenissen zijn niet menselijk, niet leefbaar zijn, dat de rest van de wereld dit type al 100 jaar heeft verlaten, dat de gevangene er onvoldoende lucht en geen zonlicht krijgt, dat het wetenschappelijk bewezen is dat men in die omstandigheden niet lang kan leven, dat er zonlicht moet te zien zijn en lucht op bepaalde tijden. Zij heeft daarover een rapport gemaakt dat we voor jullie zullen opvragen”.

 

Mr. Serhan Arikanoglu bezocht Azi Gözak (veroordeeld als lid van de DHKP-C). “Hij zit al 9 jaar vast, en hij werd berecht door de DGM (uitzonderingsrechtbank, staatsveiligheidshof). Normaal zou zijn straf gedaan zijn op 1 juli 2001. Hij is in zijn 62ste dag doodsstaking. Op 19/12 zat hij op de tweede verdieping in Bartin. De muren werden door bulldozers afgebroken, het leger viel binnen met 100 man. Er werd gifgas gespoten, het leger had gasmaskers op. De militairen hebben de gevangenen van de tweede verdieping gegooid. Vandaar de kwetsuren bij mijn cliënt, hij heeft overal blauwe plekken en in zijn hoofd zitten vijf hechtingen. Ze werden met matrakken geslagen en zo op vrachtwagens geladen. Die avond zelf werden 20 gevangenen naar het staatsziekenhuis gebracht. De verpleegsters vertelden dat de gevangenen in hun slip en lijfje waren. Zij hebben hen kleren gegeven . Hun toestand was zeer ernstig. Na een overnachting werden 4 ernstig gekwetsten naar ziekenhuis in Ankara gebracht. Na één nacht werden ze terug naar de gevangenis Sincan (cel 85) gebracht. Hij zit nog in doodsstaking (69ste dag), hij was bij de eerste groep van hongerstakers. Ik heb 1 uur met hem gesproken, hij rilde van de kou, hij had geen schoenen en geen kousen. In zijn kamer zijn nog twee gevangenen van Bartin. Door gebeurtenissen in Bartin had hij veel verwondingen op zijn lichaam. Ik heb zelf het gesprek na een uur beëindigd omdat mijn cliënt het te koud en te lastig had”.

 

Mr. Ayse Kharaman

Haar broer Hüseyin Ferzi Tekin, zat tijdens de inval in de gevangenis van Umraniye, Istanbul.

 

“Hij heeft niet deelgenomen aan de hongerstaking, omdat hij door de hongerstaking van 1996 nog erg verzwakt was. In Umraniye heeft het vier dagen geduurd vooraleer de opstand voorbij was. Op zijn oren heeft hij zwarte plekken veroorzaakt door de gifgassen, zijn lippen waren gebarsten en hij kon niet spreken. Tijdens de actie dachten ze dat ze dood gingen. Nu was zijn linkeroog blauw en had hij over zijn hele lichaam blauwe plekken, hij kan niet meer naar toilet gaan en kan zijn kleren niet meer verwisselen. Wonden kunnen nog genezen, maar waar ik schrik van heb is dat mijn broer een blijvend trauma opliep. Ik herkende mijn broer niet, hij was iemand anders geworden, hij was nu slechter dan na de hongerstaking in '96. Zijn fierheid en zelfrespect zijn weg. Hij is nu toch begonnen aan de hongerstaking. Hij verblijft in afdeling B2 Hal 3/57. Nurhak Talay en Ibrahim Yüce Jepe zijn celgenoten. Ik heb 10 minuten met hem een gesprek gehad en ik had geen tijd om te vragen hoe het met hem was. Hij zei enkel: “Ik vraag mij af of dit nog mensen zijn die ons dit aandoen”.

 

Mr. Halil Özpolat

Zijn zoon Sadi Özpolat zat op 19/12 in de gevangenis van Bayrampaşa.

 

"Ik heb hem op 26/12 gezien. Het gesprek duurde tien minuten, maar voordien werd ik gedurende drie uur zelf onderzocht. Ik kreeg toegang tot hem omdat ik zijn vader ben en niet omdat ik advocaat ben. De Minister van Justitie had toelating gegeven om onze kinderen te bezoeken tijdens twee dagen. De ouders kunnen hen maar spreken achter een dik glas, de advocaten kunnen hen rechtstreeks spreken via een luik. Aan de ingang van de gevangenis riep een hoge officier van het leger: "Jullie kinderen hebben zichzelf vermoord". Ik antwoordde: "Ik geloof dit niet, u bent een leugenaar, onze kinderen doen dat niet". Toen kreeg ik, samen met vrouw en kinderen, op bevel van die officier, slagen van de civiele politie. Mijn zoon is volgens de overheid de leider van de DHKP-C. Hij zou de ideoloog zijn van de groep. De staat heeft daarom reeds verschillende keren gepoogd hem te vermoorden. Mijn zoon vertelde me: "We zijn naïef geweest. Want we hadden de voorstellen van de bemiddelaars aanvaard en we gingen daardoor gerust gaan slapen. 's Morgens werden we wakker, er was meteen een eerste schietpartij van het leger met G3-geweren. Er raakten zeker 20 personen gewond". Het leger zocht eerst de vermeende leiders, daarom wilden zij ook mijn zoon te pakken krijgen om zo het verzet te kraken. Ze dachten dat de anderen zich dan zouden overgeven. De regering beweerde steeds dat ze geen controle meer had over de gevangenis van Bayrampaşa. Daarom was het voor de staat van groot belang om eerst de gevangenis van Bayrampaşa te overmeesteren. De aanval heeft 36uur geduurd. Op de 1ste dag werd in de pers gezegd dat Sadi zichzelf in brand had gestoken. Ik wou dan ook het lichaam van mijn zoon ophalen. Maar ik kreeg nergens informatie hierover. Tijdens een persconferentie van de procureur-generaal, op de 3de dag na de inval, vroegen de journalisten of Sadi dood was. De procureur-generaal zei: "Hij leeft en zit in Edirne". Ik was toen heel gelukkig, het was alsof ik mijn zoon weer in mijn armen had. In de pers stond: "Sadi heeft zijn vrienden en andere gevangenen naar de dood gebracht, hij heeft hen aangezet zich in brand te steken". Dit was niet zo. Sadi zei me: "Vader, we hadden niet eens telefoon, hoe zou ik de anderen moeten bereikt hebben. En zou ik het aan anderen vragen en het dan zelf niet doen? Dit is niet gebeurd, dit is niet waar". In de pers stond: "Sadi ziet er goed uit, er scheelt hem niets". Ze hebben het gezicht van Sadi inderdaad bewust ongeschonden gelaten, maar zijn lichaam is volledig beschadigd. Hij wist nog niets van de 6 vrouwen die verbrand waren en hij was daar heel verdrietig om. Welke regering kan gevangenen die ze zelf in handen hebben zoiets aandoen. Hoe kan Ecevit zeggen dat dit een reddingsoperatie is? Ecevit zegt: "Ik heb terroristen uit handen van terroristen gered". Maar wie zal onze kinderen redden uit handen van Ecevit? De premier is een schaap in wolvenvacht. Turkije wordt bestuurd op een middeleeuwse wijze. Toen Sadi opgepakt werd was hij 20 jaar en hij studeerde zijn laatste jaar architectuur. Hij zit nu al 10 jaar, en nu zit hij in blok C 23/1. Hij werd beticht van een bankoverval. Men zei dat Sadi erbij betrokken was en dat die overval diende voor steun aan de DHKP-C".

 


Gesprek met Commissie Mensenrechten balie Istanbul

Datum: 28/12/2000, 13.00

Gesprekpartners:

  1. Mr. Murat Celik, advocaat aan de balie van Istanbul en actief lid van de commissie mensenrechten aan de balie van Istanbul.
  2. Mr. Zeki Rüzgar, advocaat aan de balie van Ankara, lid van de commissie mensenrechten aan de balie van Ankara, advocaat van de gevangenen Hatice Yürekly en Fatma Hulyar Tumgan.
  3. Mr. Mustafa Erkan Çetin

 

Mr. Murat Celik

Mr. Celik vertelt dat de stafhouder van de balie te Istanbul mee de onderhandelingen voerde tussen de gevangenen en de gevangenisdirecties. Op 18 december dacht hij dat er waarschijnlijk binnenkort gestopt ging worden met de hongerstaking vermits de onderhandelingen positief evolueerden. Een dag later vielen ze binnen. Mr. Celik vertelt dat verschillende gevangenen hen het volgende getuigden: "Het was voorbereid, we voelden dat er iets te gebeuren stond in verband met een voorgaande zeer precieze telling door de militairen. Daarom hadden we in shiften de wacht gehouden aan de deur. Aangezien de onderhandeling positief was verlopen, gingen we die nacht niet waken maar allen rustig slapen. De volgende morgen rond 5.00 uur is er binnen gevallen". Alle gedetineerden die in doodsstaking waren zijn verplaatst naar F cellen, behoudens de personen die vermist zijn; hiervan is uiteraard niet gekend of zij zich al dan niet in isolatie bevinden.

 

Mr. Celik, gewezen stafhouder van de balie van Istanbul: “Europa moet inzien dat Turkije een fascistische staat is, waar mensenrechten gewoon van geen tel zijn. Oppositie tegen het regime wordt in ons land niet getolereerd en het wordt op bloedige wijze de kop in gedrukt. Iedereen die kritiek uit riskeert jarenlange vervolgingen en zware gevangenisstraffen. Zelfs advocaten die hun cliënten verdedigen ontsnappen niet aan die repressie. Ikzelf ben al dikwijls geïntimideerd, opgepakt en fysiek mishandeld door de politie. Als je de advocaat bent van een politiek gevangene word je op een lijn geplaatst met je cliënt. Voor het regime ben je een terrorist."

 

Mr. Celik: "Het Turkse regime heeft in de antiterreurwet en de militaire rechtbanken een handig "legaal" instrument om elke vorm van kritiek in de kiem te smoren. Elke daad die de eenheid van de Turkse natie in gevaar kan brengen, wordt als terrorisme beschouwd en wordt zwaar bestraft. Een dertigtal linkse partijen zijn door de toepassing van die wet verboden. Ook iedere hulp aan leden van deze organisaties, kan je tien jaar cel opleveren. Er zijn in Turkije gevallen bekend van 16-jarige scholieren die 10 jaar cel hebben gekregen omdat ze op straat pamfletjes hebben uitgedeeld of omdat ze linkse slogan hebben gescandeerd. Ook advocaten van vermeende terroristen worden keihard aangepakt. Ook rechtshulp is hulp, zo redeneert de Turkse overheid. En zo zijn al verschillende advocaten voor tientallen jaren achter de tralies gevlogen en als "terrorist" gebrandmerkt. Is dat normaal in een democratie?”

 

Mr. Zeki Rüzgar

Rüzgar: ”Sinds de vorige hongerstaking tot de dood in 1996 in Diyarbakir is de Turkse regering snel begonnen aan de bouw van de F-type gevangenissen. In Turkije worden politiek gevangenen niet als mensen beschouwd. Ondanks het feit dat Minister Türk tijdens een persconferentie verklaard had dat de F-type gevangenissen ook voor criminelen bedoeld waren, zit er tot nu toe maar 1 niet politiek gevangene in de F-type gevangenis, namelijk Mehmet Keskin. Hij bevond zich op 19 december in Cankari gevangenis. Toen de hongerstaking begon ging hij uit solidariteit mee in hongerstaking. Daarom heeft de staat hem alsnog beschouwd als politiek gevangene en is hij met de politieke gevangenen mee verplaatst naar Sincan. Sinds 1998 heeft de overheid veel geld besteed aan de F-type gevangenissen, namelijk +6 triljoen Turkse lira. De helft van dit geld komt van de gevangenen zelf. Sinds 1998 moesten de gevangenen namelijk zelf opdraaien voor de kosten van medicamenten, verwarming en andere basisbehoeften.

Zo had ik een cliënt die ernstig ziek was. De kostprijs van de benodigde medicamenten bedroeg 1.500.000 Turkse lira (ongeveer 100 BEF). De gevangenis weigerde deze medicamenten te geven en hij raakte in coma. Ik legde klacht neer bij de directrice van de gevangenis”.

De advocaten beschikken over gegevens van de gevangenis. Een plattegrond van de Sincan gevangenis van 22 december laat zien dat de eenpersoonscellen nog niet volzet zijn, maar op 24 december wel. Ze hebben ook een reglement dat specifiek geldt voor de F-type gevangenissen, gedateerd op 20 april 2000 waarop de gesprekstijd van een bezoek een uur mag duren. Inmiddels is de maximum toegestane tijd een half uur, maar meestal veel korter.

 

Mr. Rüzgar: “De overheid beweert dat er dagboeken gevonden zijn van gevangenen waarin zou staan dat de gevangenen opdracht kregen zichzelf in brand te steken; volgens de betrokkenen liegt de overheid en zijn de dagboeken vervalst. Hetzelfde wat betreft geluidsopnames, waarbij de familie beweert dat het niet de stemmen van hun gevangen familieleden zijn”.

 

De delegatie vraagt of de gewone mens in de straat de overheid dan gelooft. Volgens Rüzgar is dit niet het geval. De gewone mensen zouden de overheid niet vertrouwen. In alle Turkse steden kwamen de mensen massaal op straat om te protesteren tegen het optreden van de overheid op 19 december. Tijdens deze protestacties werden er massaal mensen opgepakt; 700 mensen werden gearresteerd, waarvan 42 momenteel nog verblijven in F-type gevangenissen. Op vraag van de delegatie of de Turkse overheid klaar is voor een vreedzame oplossing reageert Rüzgar ontkennend.

 

De delegatie kreeg foto’s van twee gevangenen, namelijk:

 

1.       Irfan Ortakçi: zware verwondingen op de rug, een kogelwond in het linker been, verschillende roodgekleurde letsels op het gelaat. Verbrandingen op de borst. Hij zou overleden zijn door verstikking.

2.       Ali Ihsan Özkan: opgezwollen gekneusd gelaat met bloedende lippen en wonden in het gelaat. Zware zwarte brandwonden over heel het lichaam, zwartgeblakerd, gecraqueleerd. Er is een huid en spierdefect van een 15-tal centimeter ter hoogte van de rechterarm aan de elleboogplooi. Ook ter hoogte van de linker onderarm is er een huid en spierdefect.

 

Volgens Rüzgar zijn experts het eens over het feit dat er speciale vuurwapens gebruikt werden. Dezelfde vuurwapens zouden overigens gebruikt zijn op 5 juli 2000 in Burdur. De delegatie stelt de vraag hoe het komt dat er foto’s en video’s van de lijken beschikbaar zijn. Rüzgar antwoordt dat het mogelijk is tijdens de rituele wassing van de overledene door de familie. De wet stelt dat indien er geen familie zich aanmeldt (bijvoorbeeld indien het lichaam door de verwondingen niet meer te identificeren is), het lichaam binnen de vijftien dagen begraven dient te worden, nu gebeurt dat soms binnen de dag en wordt er niet gewacht.

 

Mr. Mustafa Erkan Çetin

"Een cliënt van mij was naar het ziekenhuis overgebracht vanwege de verzwakking door de hongerstaking. De militairen die in het ziekenhuis waren zeiden:" Jij hebt jezelf blijkbaar niet kunnen in brand steken. Welnu, dan zullen wij het voor je doen.” Daarna hebben ze de daad bij het woord gevoegd. Mijn cliënt is niet dood, maar hij heeft nu overal op zijn lichaam brandwonden."

 

“Momenteel worden de gevangenen twee maal per dag gefolterd namelijk bij de telling waarbij de gevangenen luid de voor en achternaam moet roepen. Sommige gevangenen wordt gevraagd op handen en voeten te lopen, te kruipen. Als ze dergelijke opdrachten weigeren uit te voeren worden ze geslagen en geschopt. Ook als ze het wel doen werden sommigen nog mishandeld. Of er wordt hen gevraagd het ondergoed uit te trekken.

 

In Sincan zijn er 103 kamers voor 3 personen en 61 kamers voor 1 persoon. Verwarming wordt met opzet niet aangezet. Drinken wordt vaak niet toegelaten. 343 mensen zijn momenteel in hongerstaking tot de dood. Zes personen doen niet mee, ook zij krijgen maar 1 maaltijd per dag, zij krijgen in tegenstelling tot de hongerstakers wel een uur frisse lucht per dag”.


Bezoek aan TMMOB[3]

Datum: 28-12-2000, 17.00 uur

Gesprekpartners:

1.       Selami Yilmaz, ingenieur elektriciteit

2.       Faruk Ecevit, ingenieur mechanica

3.       Ali Hasan Bakir

 

De nieuwe gevangenissen, het oordeel van de architecten

Selami Yilmaz: "De Kamer van architecten, de TMMOB[4], telt ongeveer 250.000 leden. De leiding van deze associatie volgt de gebeurtenissen in de gevangenissen op de voet. Zeven maanden geleden nodigde de minister van Justitie, de heer Türk de kamer uit om de F-type gevangenissen te onderzoeken. Wij hebben een objectief onderzoek uitgevoerd en er een rapport van gemaakt. Onze conclusie was dat de F-type gevangenissen en de cellen niet geschikt zijn voor mensen, ze zijn niet geschikt om in te leven. Dit rapport hebben we naar minister Türk gestuurd. Ons advies was de gevangenissen niet in gebruik te nemen en ze tenminste te verbouwen. Al zes maanden lang verklaren mensenrechtenorganisaties, artsenkamer, balies van advocaten en wij, dat het leven in totale isolatie mensonwaardig is. De minister van Justitie Türk heeft ons advies niet serieus genomen. Ze hebben het rapport gewoon naast zich neergelegd en de gevangenissen in gebruik genomen".

 

De F-type gevangenis wordt de hoogste vorm van bewaking nagestreefd, in navolging van de E-type gevangenis, dit zijn de cellen waar men met velen inzit, soms tot over de honderd mensen per cel, waar de politiek gevangenen zaten voordat ze werden overgeplaatst naar de F-type isolatiecellen. In 1990 besliste de regering de gedetineerden, die vastzitten op basis van de antiterreurwet artikel 16, geen bezoek te laten ontvangen. In 2000 was de uitvoering van de F-type gevangenissen voltooid.

 

Van de 12.000 politieke gevangenen hebben er ongeveer 300 ooit geweld gebruikt. De rest zit vast op basis van vrije meningsuiting. Indien je in beschuldiging gesteld wordt op basis van de antiterreurwet betekent dit minstens 16 jaar opsluiting".

 

Uitleg plattegrond F-type gevangenis

Yilmaz: "Op deze plattegronden zie je de cellen voor één of voor drie personen. Deze cellen zijn te klein, het zijn echte isoleercellen. Het raam kijkt uit op een muur. De muren van de cellen zijn gemaakt van geluidsdichte steen en de deuren van dik staal: als je heel hard roept, kan je misschien iets horen. Dit boezemt de gevangenen schrik in aangezien het bekend is dat er nog op grote schaal gefolterd wordt in Turkse gevangenissen. Het licht en de verwarming worden centraal geregeld, en kan door de bewaking willekeurig aan en uitgezet worden. Momenteel zijn er in dit verband veel klachten over koude, donkere ruimtes. Het is aan de bewaker om toe te staan of de gevangene gelucht wordt in een kleine betonnen 'tuin'. Momenteel worden ze niet gelucht. Die kleine betonnen 'tuin' is even groot voor een als voor drie personen en is omringd door een 8 meter hoge betonnen muur, waar je alleen de hemel kunt zien".

 

Yilmaz: "Volgens de antiterreurwet is er voor deze gedetineerden geen ruimte voor gezamenlijke activiteiten. De ruimte van de cel bestaat uit twee verdiepingen: eerste verdieping: wc, douche, eetplaats; tweede verdieping: slaapplaats. Het sanitair: ‘sta-toilet’ en douche, oppervlakte 1 vierkante meter."

 

"De F-type gevangenis kan beschouwd worden als een soort heropvoedingsysteem. Diegene die zijn best doet om zich te conformeren aan het gevangenissysteem en geen enkele oppositie laat blijken, kan van een eenpersoonscel naar een driepersoonscel worden verplaatst. Doet hij het nog beter, dan kan hij langer naar de 'tuin' of eventueel meer tijd met anderen doorbrengen of gaan werken. Dit soort systeem kan willekeur en misbruik in de hand werken. Het is duidelijk de bedoeling om de gevangenen te kraken en zogezegd her op te voeden".

 

Cultureel en sociaal aspect

"In Europa is er een andere cultuur. De mensen leven er meer alleen, er is daarom ook veel eenzaamheid. In Europa zullen gevangenen eerder kiezen om apart te zitten. Bij ons leven de mensen veel meer samen, en dat is ook de traditie in de gevangenis. Als architect moet je rekening houden met de cultuur. Komt daar nog bij dat in de Turkse en zeker in de Koerdische gemeenschap de mensen zaken delen, geld lenen voor wie zonder zit, zonder het daarom terug te moeten krijgen. In de gevangenis zitten meestal arme mensen en die steunen elkaar dan, ook materieel en financieel. Als de gevangenen in groep zitten, wordt er ook gedeeld in wat de bezoekers meebrengen. Iemand die geneesmiddelen nodig heeft en zonder geld zit, wordt geholpen door de anderen.

 

De gevangenen zitten dikwijls ver van huis, zodat het voor de familie om financiële redenen niet mogelijk is om vaak op bezoek te komen. Maar als ze op bezoek komen, dan nemen ze post en pakjes (o.a. met eten en kledij) voor de anderen mee. Zo komen de gevangenen ook nieuws van hun streek en familie te weten als er voor iemand anders bezoek is. Met de isolatiecellen valt dit allemaal weg. Op een briefing vertelde de minister van Justitie dat het juist de bedoeling is om hen zo te isoleren. Volgens ons kan dit niet".

 

Verslag onderhandelingen tussen regering en gevangenen

"De laatste zes maanden hebben we gezocht naar een vreedzame oplossing. Kaya Güveng was namens de architecten afgevaardigd voor de onderhandelingen. De onderhandelingen gebeurden met de directeur van de gevangenissen, de procureur-generaal en twee gevangenen, waaronder Sadi Özpolat. We hebben bemiddeld tot de zestigste dag van de hongerstaking. We werden toen bedrogen door de overheid. We bemiddelden namens de officiële verenigingen zoals de balie van advocaten, architecten, doktersverenigingen. De bemiddelingen verliepen positief. Er was bijna een akkoord en er was een persconferentie gepland op 18 december. Maar er kwam een persverbod. We zijn naïef geweest en we hebben ons laten misbruiken door de regering. Door onze onderhandelingsrondes heeft de overheid tijd gewonnen om de inval en de slachtpartij in de gevangenis voor te bereiden. Wij hebben ons vergist. De regering was hoe dan ook van plan de F-type isolatiecellen in te voeren. Op 19 december zijn ze dan binnengevallen".

 

"Op 17 december was er bijna een akkoord met de gevangenen. De gevangenen gingen akkoord met de voorstellen van de experts. Het ging over het voorstel van de artsen dat er minimum 10 tot 15 personen per cel zouden zitten. Vroeger waren dit er soms te veel: tot 120 personen in een cel van 40 m2. Verder het voorstel van de architecten die voorstelden de gevangenissen en isolatiecellen om te bouwen tot leefbare niet isolatiecellen met gemeenschappelijke ruimten. Verder het voorstel van de advocaten op de verantwoordelijken voor de vroegere massamoorden te berechten en om dat de antiterreurwet 16 af te schaffen. Sadi Özpolat, een van de onderhandelaars van de hongerstakers, heeft toen letterlijk gezegd. "Als jullie akkoord zijn, zijn wij ook akkoord". De overheid is daarvan op de hoogte gebracht maar blijkbaar was men niet meer geïnteresseerd in een oplossing. Erger nog, de overheid heeft toen alle onderhandelingen afgeblazen. Toen we de doorbraak bekend wilden maken mocht dat niet. De kranten en de televisiestations kregen het verbod deze informatie te verspreiden. Alleen informatie van de overheid mocht nog worden gepubliceerd".

 

"De overheid heeft ons misbruikt. Ze wou de publieke opinie tonen dat er met drie commissies werd onderhandeld en dat ze de problemen van de gevangenen ernstig benaderde. De regering zei: "We zijn bezig met verschillende organisaties te onderhandelen, maar de terroristen weigeren zelfs met die bemiddelaars te spreken." Er was ook censuur in de pers: de commissies konden niet openbaar verklaren dat de gevangenen akkoord wilden gaan. De pers heeft hier duidelijk ook haar verantwoordelijkheid in gehad. De overheid gaf ook verkeerde informatie: "We zijn in die gevangenissen niet meer aanwezig, we kunnen er geen telling doen". De pers speelde er op in met zinnen als: "Waar is de overheid, al tien jaar heeft de overheid de controle over de gevangenissen verloren". Dit is in tegenstelling met de procureur die zei dat er iedere dag een tot twee keer een telling gebeurd en dat het leger een keer per maand bij de telling aanwezig is".

 

"De regering verklaarde dat de gevangenen onder druk gezet werden om te hongerstaken. Maar nu zitten ze alleen, ze kunnen niet communiceren. En nu hebben meer dan 800 gevangenen beslist verder te hongerstaken tot de dood. Wie leidt hen nu dan, wie verplicht hen nu te hongerstaken?

 

Iedereen die zich hier verzet tegen standpunten van de regering riskeert problemen. Wat wij nu zeggen kan allemaal tegen ons gebruikt worden. Met wat we nu zeggen kunnen we ook in de F-type cel belanden. Alstublieft, doe iets. Laat jullie land druk uitoefenen op Turkije".

 

"Wij hebben geen enkele verwachting meer van Europa maar bedanken jullie toch voor de bezorgdheid. Een half jaar geleden is er een Europese commissie geweest die een positief advies zou gegeven hebben over deze F-type gevangenissen. Maar zij hebben alleen gesproken met de overheid. Wij, en andere organisaties die hier mee bezig waren, wisten niet eens dat ze zouden komen. Wij hebben dit vernomen via de media. Wij willen discussiëren met Europa om de andere kant van het verhaal te laten zien. Er zijn een aantal minimale vereisten aan gevangenissen: een samenkomstplaats, 25 vierkante meter minimaal, verluchtingsruimten enz. We zouden onze rapporten en die van de Europese commissie naast elkaar moeten".

 


Tweede bezoek aan TAYAD (getuigenissen)

Datum: 29-12-2000, 14.00 uur (na afloop van de persconferentie)

 

Getuigenis: Baki Demir over zijn broer Zeki Demir.

“Tijdens de inval van 19 december zat Zeki, 27jaar oud, in de gevangenis van Malatya, daarna werd hij overgebracht naar Sincan. Ik ben op 26/12 bij hem op bezoek geweest, gedurende de twee dagen dat het toegelaten was door de overheid. De afstand van Istanbul tot de gevangenis is ongeveer 400 km. Ik werd gedwongen mijn wagen op een bepaald ogenblik achter te laten waardoor ik een half uur te voet moest afleggen tot aan de gevangenisgebouwen. Daarna werd ik aan een onderzoek onderworpen gedurende anderhalf uur. Ik mocht mijn broer een half uur spreken via de telefoon. De gevangenen worden nog minstens 2 maal per dag geslagen tijdens de telling. Ook is er nog steeds geen verwarming, geen water of licht. Ze moeten betalen als ze dit willen hebben maar de meeste gevangenen hebben geen geld. Zij knie was serieus kapot, over heel zijn lichaam had hij blauwe plekken, zijn ogen waren rood doorlopen. Ook zijn waren vingertoppen ernstig verbrand omdat hij tijdens de inval bommen had opgeraapt om ze weg te gooien. Hij zit reeds 6 jaar omdat hij lid zou geweest zijn van DHKP-C,

 

Toen de rechter na zijn aanhouding besliste om hem 12 jaar gevangenisstraf te geven werd beroep aangetekend. De staatsveiligheidsrechtbank DGM[5] gaf hem 36 jaar. De veroordeling tot de doodstraf werd volgens de wet 146 omgezet in levenslang”.

 

Getuigenis: Yildiz Kiliç, pas vrijgekomen politieke gevangene

Yildiz is 24 jaar en is pas een week vrij uit de gevangenis van Uşak. Ze werd op basis van artikel 169 (hulp aan een verboden organisatie) veroordeeld tot 5 jaar effectieve gevangenisstraf en kwam via de amnestiewet een maand eerder vrij. Ze loopt zeer moeilijk, heeft pijn in de knie, linkerarm, borst en rug en heeft zware brandwonden op borst, buik en linker bovendij (zie foto en video). Zij liep deze wonden op door kleren die vlam vatten door de chaos. Tijdens ons gesprek is haar gezicht vertrokken van de pijn.

Yildiz: "Rond 5.00 uur ’s morgens werd ik wakker van lawaai en voetstappen, het licht werd uitgeschakeld waarna een 100-tal militairen binnenvielen in de gevangenis. Onze cellen werden onder water gezet. Het was complete chaos. Opeens begon de soldaten op onze deuren te bonken. De soldaten riepen dat we ons moesten overgeven of dat we anders zouden sterven. We legden de zwakste hongerstakers in een hoek om hen te beschermen. Zij waren immers het mikpunt waren van de actie. We hebben nog geprobeerd om de deuren te barricaderen, maar dat hielp niet veel. Binnen enkele minuten werden de deuren kapot geslagen en waren de soldaten binnen. Ineens ontstond er brand binnen. Toen is de hel pas losgebarsten. De militairen hebben ons aan de haren van de trappen gesleurd, we werden voortdurend geschopt en geslagen en zo naar buiten gebracht. Sommige vrouwen werden aan de buizen van de radiatoren vastgebonden, zij zijn er het slechts aan toe, omdat ze last hebben van ademhalingsproblemen door de ingeademde giftige rookgassen". Op onze vraag of er ook chemische wapens gebruikt werden antwoord ze ontkennend.

 

Yildiz: "Ze hadden geen chemische wapens nodig om 22 slapende vrouwen te overmeesteren. Ik was in hongerstaking gegaan met de derde groep en een aantal van ons waren in doodsstaking. Op het ogenblik van de inval sliepen we met 22 vrouwen in dezelfde ruimte. Ik moest aan beelden van de WOII in Duitsland denken omdat het leger tegelijkertijd zogezegd de brand aan het blussen was en de gevangenen, die er erg aan toe waren filmden".

 

Yildiz: "We zijn verschillende uren buiten gebleven in de kou, nadien werden we opnieuw geteld en moesten we onze namen noemen. Diegenen die het ergst gekwetst waren werden naar het ziekenhuis gebracht. Voor de actie weigerden de hongerstakers om opgenomen te worden in het ziekenhuis. We hebben nadien elke voeding geweigerd. Tijdens de tweede dag werd een nieuwe inval gedaan waar twee mensen omkwamen. Ze stierven aan de gevolgen van de brand".

 

Wij stelden haar expliciet de vraag of zij de opdracht hadden gekregen van hun leiders om zichzelf in brand te steken. Zij ontkent dit: ”Zelfs al ik het had willen doen, ik zou het niet gekund hebben. Toen de inval begon lag iedereen te slapen. Het zijn de soldaten die ons in brand hebben gestoken.” Zij was de enige in haar cel die werd vrijgelaten. Voor haar vrijlating heeft ze twee dagen in volledige isolatie gezeten in Uşak.

 

MEDISCH ATTEST SLAGEN EN VERWONDINGEN van YILDIZ KILIÇ (24 jaar)

 
Anamnese

Veel pijn t.g.v. brandwonden en inwendige kneuzingen van de ledematen

 
Klinisch onderzoek

Mankt, kan moeilijk gaan, vermijdt steunen linkerbeen

Vitale parameters: bloeddruk 120/80 HF 88/min, geen koorts, isocore pupillen

Longen: normaal vesiculair ademgeruis.

Cor: normale harttonen, regelmatig, geen ruis.

Thorax: ±40 % diepe tweede en derde graadsbrandwonden, met name linkerborst is aangedaan; geen surinfectie maar slechte genezing.

Linkerarm: ±60 % diepe tweede en derdegraads brandwonden.

Linkerhand is flink gezwollen. Ze kan haar linkerarm en hand moeilijk tot niet gebruiken.

Linkerbeen: diepe tweede graads - en derdegraads brandwonden linker bovenbeen, ±70 % oppervlakte. Abdomen: diepe tweede en derde graadsbrandwonden.

Rechterarm: hematoom laterale zijde bovenarm, 15 cm. doorsnede.

Sacrum: schaafwonde 20 cm doorsnede en hematoom 20 cm. doorsnede.

Rug: enkele schrammen..

 
Besluit

Ernstige brandwonden (diepe tweede en derde graads). Kreeg geen medische verzorging tijdens verblijf in gevangenis. Patiënte zou huidgreffen moeten krijgen; zij kan dit om financiële redenen niet laten doen, durft omwille van ervaringen met folteringen in gevangenis niet naar de kliniek te gaan. Psychologische ontreddering.

 

Getuigenis: Huseyin Öztürk, vader van twee verdwenen gevangenen

Deze oude gepensioneerde vader is samen met een zoon van hem reeds tien dagen op zoek naar twee andere zonen van hem die in de gevangenis verbleven.

 

De zoon zegt: "We zijn al dagen op zoek naar onze twee broers. De oudste, Ahmet (1971) hebben we gevonden en hij is nu in doodsstaking. Van Bülent (1976) de jongste hebben we nog geen spoor. Ze zaten voor de inval samen in de gevangenis van Umraniye. Ahmet zat reeds 9 jaar vast. Bij de inval was de jongste geschoten in zijn been, met vier kogels. Ahmet weet verder niet waar hij naar toe gebracht is. Sindsdien zijn we alle dagen reeds op zoek gegaan, naar verschillende gevangenissen, ziekenhuizen in heel Turkije. Maar we hebben nog niets gevonden. Na tien dagen weten we nog niet eens of hij nog in leven is". De Turkse overheid wil hen geen nieuws geven.

 

Vader :"De gezondheidstoestand van de gevangenen is over het algemeen verschrikkelijk, ze hebben geen andere keuze dan in hongerstaking te blijven om een menswaardige oplossing te krijgen. Hoe kunnen gevangenen zich trouwens verdedigen tegen militaire troepen als ze geen wapens ter beschikking hebben"?

 

De oudste zoon zei tegen zijn vader: “Wij geven ons leven voor de volgende generatie, ons lijk zal binnen enkele dagen afgeleverd worden, maak het graf al maar klaar.”

 

Vader: "Ik verwacht niets meer van Turkije. Alles hangt af van de rest van de wereld en Europa. We zijn overal geweest om de jongste zoon terug te vinden, bij de procureur, in de ziekenhuizen, gevangenissen.

We willen hem terugvinden, dood of levend. Wat er nu gebeurd is een pure zuivering, vernietiging. Er moet dringend Europees protest komen. Turkije is geen democratisch land”.

 

Getuigenis: Ali Riza Secile, vader van een politiek gevangene

Zijn zoon zit 5 jaar in Çanakkale.

 

“Ik was meteen na de inval aanwezig omdat we een telefoontje hadden gehad dat er iets verschrikkelijk gebeurd was. Ik was getuige ter plekke nadat de bommen gegooid waren. Toen ik eindelijk na 3 dagen mijn zoon kon zien kon ik niet tegen hem spreken, zo verschrikkelijk zag hij eruit.

 

Een moeder roept nog naar ons: "Ik ben tegen de dood, ik wil niet dat iemand sterft. Iedereen heeft toch recht op een mooi leven. Waarom zien wij overal bloed, waarom zijn onze rivieren gevuld met bloed? Wie kan dat hier tegenhouden?"


Gesprek met sociologe Pinar Selek, vals beschuldigd en getuige

Datum: 29/12/2000, 19.00

 

Pinar Selek (29), een Turkse sociologe, zat 2,5 jaar opgesloten met Koerdische PKK - gevangenen.

Ze is twee dagen geleden voorwaardelijk vrijgelaten. Ze heeft de inval van 19 december meegemaakt in de gevangenis van Umraniye en is nadien overgebracht naar de gevangenis van Bakirköy, waar ze contact had met de vrouwen die de brandstichting in Bayrampaşa overleefd hebben.

 

Vals beschuldigd

Ze had een studie gemaakt over de 40.000 doden die in de oorlog in Turks Koerdistan reeds gevallen waren. Ze had om die reden gesproken met leiders van de PKK in het buitenland, o.a. met Abdullah Öcalan. Turkije trachtte haar eerst te winnen als informant, maar ze ging daar niet op in.

 

Selek: "Ik werd toen aangehouden en kreeg foltering met elektriciteit op het hoofd en door met de armen samen gebonden op de rug opgehangen te worden ('Palestijnse ophanging'). De politie wou de namen en gegevens van de personen met wie ik contact had gehad. Ik ging niet door de knieën. Vervolgens werd ik vals beschuldigd van explosieven te hebben op mijn lichaam op het moment van mijn arrestatie. Iedereen wist dat dit absurd was. De politie vertelde toen dat ze mij gingen beschuldigen van een bomaanslag. Kort voor mijn arrestatie was er een explosie geweest op de Egyptische bazaar, met een aantal doden en veel gewonden. De eerste uitleg van de politie was dat het om een ongeluk ging, om een explosie van een gasfles. De politie zei me dat als ik niet wou meewerken, dat ze die versie gingen veranderen, en dat ik daar dan een bom zou gelegd hebben. Dit verscheen toen ook in de pers. Met mijn foto, en met de beschuldiging van die zogezegde bomaanslag. Ik was reeds publiek veroordeeld. De politie vertelde me dat ze nog een stap verder gingen gaan en dat ze getuigen zouden 'vinden'. Via foltering konden ze vijf jongens doen tekenen dat ze getuige waren dat ik de bom gelegd had, of dat ze het samen met mij hadden gedaan. Op de zitting van het gerecht zegden ze dat ze me nog nooit gezien hadden en dat de verklaring onder foltering was afgelegd. In de media werd gelogen dat die jongens op het proces mij aanwezen als de schuldige. Die jongens werden nog verschillende keren gefolterd, tot er toch een was die, murw gefolterd, tijdens een zitting mij aanwees als de dader.

 

Mijn familie is een gekende familie, omdat een van de stichters van de socialistische partij, de partij van de huidige premier Ecevit, een van mijn voorvaders was. Mijn vader is een gekend advocaat en ik was al wat bekend vanwege mijn activiteiten rond de vrede, rond werken met marginalen in Istanbul. Daardoor meldden zich 103 advocaten voor mijn verdediging. Ze bekwamen dat er een nieuwe uitgebreide onderzoekscommissie, met professoren van de universiteit, de 'bomaanslag' ging analyseren. Die commissie kwam een paar dagen geleden tot de conclusie dat het ging om een accidentele ontploffing van een gasfles. En zo werd ik nu twee dagen geleden voorwaardelijk vrijgelaten".

 

Haar vader, de advocaat Alp Selek, voegt er aan toe: "Toen ze opgepakt was door de politie duurde het vijf dagen eer we ontdekten waar ze zat. De chefs van de antiterreureenheid zegden me: "Mr. Alp, als uw dochter twee namen doorgeeft van PKK-leiders laten we haar en jullie gerust". Ze wilden van haar een spion maken. Ze voegden er aan toe: "Als ze niet meewerkt en de namen niet doorgeeft, dan steken we een dossier tegen haar in elkaar, en dan zal ze nog jaren in de gevangenis zitten". Twee dagen later werd ze in staat van beschuldiging gesteld wegens het vinden van explosieven op haar bij haar aanhouding en in haar verblijf zouden bommen gevonden zijn. Er werden ook nog zogezegd vingerafdrukken gevonden enzovoorts. Dat is wat er in Turkije gebeurd. In Turkije heeft het leger de macht samen met de media. Je hebt hier geen rechten. Er wordt zelfs toegegeven dat er geslagen en gefolterd wordt, maar je kan er niets tegen doen. Als die jongen die vijf keer getuigde dat hij mijn dochter niet kent en nadien bij de zesde keer getuigt dat hij haar wel kent en dat ze een bom gelegd heeft, dan vraagt de rechter niet waarom hij zijn mening veranderd heeft. Neen, men maakt hier de bewijzen die nodig zijn."

 

Advocaat Alp Selek: "Tijdens de aardbeving van twee jaar geleden hadden ze geen bulldozers en kranen om mensen te redden, om overlevenden te zoeken. Nu vind men er wel, maar dan om mensen te doden. De kloof tussen rijk en arm is aan het toenemen. Daardoor neemt de sociale spanning toe. Turkije zal die spanning niet zo lang aankunnen, Turkije is niet zo sterk als het er uit ziet op het eerste zicht. De Staat wil nu alle oppositie vernietigen om de macht te behouden".

 

Hoe kon je die foltering doorstaan?

Pinar Selek: "Ik was er mentaal op voorbereid. Iedereen spreekt over vrede. Maar als je er iets aan wilt doen, dan krijg je problemen. Het samenzijn in de gevangenis met verschillende mensen gaf me ook kracht".

 

De militaire operatie van 19 december

Over deze operatie zegt ze meteen: "Dit was een operatie om mensen te doden".

 

Pinar Selek: "Ik zat in de Ümraniye gevangenis waar veel gevangenen van de PKK zaten. Gevangenen van alle leeftijden, van minderjarigen tot mensen van in de 60. Sinds een paar dagen waren er zogezegd werken aan de daken. Dit was de voorbereiding. Op 19 december om vijf uur hoorden we een fel kabaal, roepen en schoten. Bij het begin van de aanval riepen de soldaten: "We gaan jullie doden, jullie zijn allemaal verraders, dit is jullie einde, …". Het  waren soldaten die kwamen uit de oorlogsgebieden van Turkije. Het waren speciale commando's. De aanval was niet direct tegen onze blok gericht, maar tegen de gevangenen van de andere groeperingen. We hoorden dan nog geweerschoten. Er werden in andere blokken een soort bommen binnengegooid. Het waren geen traangasbommen, het gaf een soort kleurloos gas vrij dat meteen mijn lippen irriteerde en mijn lippen begonnen af te vellen. Het waren gele, witte, groene en blauwe granaten van 20 tot 25 cm grootte, die een gas verspreidde. Er waren drie soorten gassen. Er was ook een soort gas dat de mensen van de PKK herkenden als een brandgas, een soort gas dat ontvlamt als het met droge oppervlakten in contact komt. De andere gassen gaven hoofdpijn, maaglast en je kon er niet goed meer door ademen. Het gaf een verstikkend gevoel. Een vrouw van 45 kreeg een astma-aanval. Het brandde op de lippen, en het brandde en deed pijn in de mond en in de longen. Het gaf een zeer slechte smaak. De effecten waren erger voor wie reeds langer aan het hongerstaken was. Nu, na een week, voel ik me er nog slecht van, mijn lippen zijn nog geïrriteerd. Wij hadden geluk dat het niet in onze zaal werd binnengegooid. Wij hadden maar de effecten op een afstand. Het was op 20 tot 30 meter van ons. In de blokken waar het rechtstreeks was binnengegooid moet dit verschrikkelijk geweest zijn. Toen we naar een nader blok gebracht werden zag ik een paar mensen van de DHKP-C, het was alsof ze wat dronken waren, hun ogen stonden raar. Ik kon alles volgen. We hoorden weer lawaai en schoten. De anderen hadden zich verschanst in de grote conferentiezaal. Het leger schoot er naar en beukte de muren in met bulldozers. De gevangenen hadden geen wapens maar ze boden weerstand, passief weerstand, door barricades op te richten met stoelen en tafels, door de deuren te blokkeren. Het leger gooide brandbommen en ik zag iemand brandend buiten lopen. Het hoofd stond in brand als een toorts. Die persoon probeerde het van het hoofd af te schudden, probeerden de klederen uit te trekken, probeerde een plakkerige substantie te verwijderen, maar het bleef aan het lichaam kleven, het bleef branden, het deed me denken aan een soort napalm. De soldaten schoten die persoon dan neer. Ik zag de soldaten op anderen slaan en ze over de grond sleuren. De gevangenen riepen slogans zoals 'dood aan de foltering', en de soldaten bleven ze maar verder slaan. Het was afschuwelijk. Dit was echt een operatie om mensen te doden."

 

Waren er dan helemaal geen wapens?

Pinar Selek: "Dit is een verzinsel. De bewakers worden zelf iedere dag door het leger gefouilleerd, bij het binnen en buitengaan. Ze kunnen dus niets binnen brengen. Als er iets kan binnen komen dan moet het door de soldaten zelf gebeuren".

 

Werden de gevangenen verplicht te hongerstaken?

Pinar Selek: "Dit kan men niemand verplichten. Iedereen wou het doen. Maar de organisaties lieten het niet aan iedereen toe. Ook de PKK deed mee aan de hongerstaking. Ik zelf was 22 dagen aan het hongerstaken. Op dat moment deden de meeste gevangenen hongerstaking. Een aantal van hen zelfs tot de dood, want die nieuwe cellen zijn erger dan de dood. De Staat wou deze operatie, wou dit geweld doen omdat de Staat niet wil dat er vrede komt want anders verliest de Staat haar macht. De 'operatie voor het leven' was in de praktijk een 'operatie van het bloedbad'."

 

Pinar Selek: "Nadien werd ik naar de gevangenis van Bakirköy gebracht. Daar waren ook de vrouwen van de Bayrampaşa gevangenis gebracht. Ik had rechtstreeks contact met hen. Ze waren nog in shocktoestand. Ze bleven steeds maar herhalen dat het leger hen verbrand had: "Ze hebben ons in brand gestoken, ze hebben ons in brand gestoken, ze hebben onze vrienden in brand gestoken". Hun stem trilde, ze waren zelf aan het beven en het rillen, ze konden niet stil zitten. Ze bleven het telkens maar herhalen. Ze vertelden dat ze aan de dood ontsnapt waren, dat de anderen met vlammenwerpers bestookt zijn. Dat het bleef branden zelfs als ze de klederen probeerden uit te doen, dat het bleef plakken. Het moet afschuwelijk geweest zijn. Ze hadden nog een vreemde blik van angst en afschuw in de ogen. Dit waren getraumatiseerde mensen."

 

Heb je nu geen schrik dat men iets anders tegen jou zal opzetten?

Pinar Selek: " Zelfs de journalisten die me hier kwamen opzoeken gaven me de raad om te zwijgen, want "anders zal je weer problemen krijgen, en je familie ook". Als ik nu nog zwijg, wat moet er dan nog gebeuren eer ik moet spreken. Nee, de wereld moet dit weten".

 

Letsels en verminkingen bij overleden gevangenen

De delegatie heeft van een aantal overleden gevangenen foto's en videomateriaal. Deze tonen verschillende letsels. Het materiaal zal bestudeerd worden door een expert op vlak van gerechtelijke geneeskunde. Nu reeds is duidelijk dat een aantal lichamen sterk gemutileerd en verminkt zijn.

 

Verschillende lichamen vertonen steek - en schotwonden. Een lichaam is de arm afgerukt. Een ander heeft een oogkas verbrijzeld en weggerukt. Andere lichamen zitten onder de wonden, rode wonden in het gelaat en op de romp. Dit kan wijzen op slagen en/of inbijten van chemische producten.

 

Een ander lichaam is bijna volledig verkoold, een stuk van de benen en de armen ontbreekt, de flank is opengereten, de hals vertoont letsels. De boteinden steken door de verkoolde delen door.

De erge graad van verkoling van sommige lichamen doet vermoeden dat hier een externe hittebron is toegevoegd. Bij het zichzelf in brand steken met een vluchtig product zoals alcohol krijgt men geen echte verkoling van het lichaam. Eens de alcohol en de kledij opgebrand stopt het vuur. Daarvan kan men overlijden, maar het lichaam is dan niet verkoold. Een erg verkoold lichaam kan overeenstemmen met het gebruik van brandbommen of een soort napalm. Ook het verhaal van het hoofd dat brand als een toorts en dat niet te doven is, wijst hier op (het haar is normaal snel opgebrand).

 

Andere lichamen vertonen snijwonden en grote hematomen (bloeduitstortingen). Een ander lichaam heeft een flink opgezwollen gekneusd gelaat met bloedende lippen. Dit kan wijzen op foltering door slagen en snijden. Er zijn ook lichamen met wonden die in de huid zijn ingevreten. Ook hier kan een chemisch product voor verantwoordelijk zijn. Een aantal lichamen zijn onherkenbaar.

 

De mogelijke verklaring voor de letsels is onder voorbehoud, aangezien hiervoor verder onderzoek nodig was, iets wat door de Turkse autoriteiten geweigerd is.

 

 

 

 

 

 


Telefonisch gesprek met Dhr. Oral Calislar, bemiddelaar

Datum:30-12-2000, 15.00 uur

 

Dhr. Oral Calislar is lid van het bemiddelingscomité van Intellectuelen en Kunstenaars en is journalist bij Cumhuriyet.

 

Hebt U als bemiddelaar gesprekken gevoerd?

Oral Calislar: "Ja ik heb ook onderhandeld, tot 14 december".

 

Waarom zijn de onderhandelingen afgesprongen?

Oral Calislar: "Ons doel was bemiddeling en wij vormden een brug tussen de regering en de hongerstakers. En ons hoofddoel was ervoor te zorgen dat niemand zou sterven. Ik kan persoonlijk getuigen dat er bijna een akkoord was. De gevangenen hadden onze voorstellen aanvaard. We gingen daarover een persconferentie houden. Maar voor een aantal eenvoudige zaken zijn de onderhandelingen door de regering afgebroken. De gevangenen aanvaardden om met 18 in een cel te zitten. De minister van Justitie zei dat hij het ging overwegen, maar dat hij geen exacte aantallen kon geven. De gevangenen vonden dat niet eerlijk en vroegen precieze cijfers. Het Ministerie van Justitie had op een persconferentie beloofd dat ze de gevangenen niet zouden overplaatsen naar F-type gevangenissen voor dat er daar nog verbeteringen gebeurd waren. De hongerstakers wilden die belofte officieel op papier. Voorts wilden de politieke gevangenen gezamenlijk kunnen eten, toegang tot de bibliotheek en sportactiviteiten. In het laatste gesprek hebben de gevangenen duidelijk gezegd dat als er een stap gezet wordt door de overheid om de leefbaarheid in de gevangenissen te verbeteren dan zullen we de hongerstaking stop zetten. En toen kwam er de aanval op de gevangenissen".

 

Door familieleden van gevangenen, en hier en daar in de pers, wordt er gezegd dat jullie tijd gewonnen hebben en zo aan de kant van de regering stonden?

Oral Calislar: "Als ik een kant moet kiezen, dan zou ik de kant kiezen van de mensen die tussen vier muren zitten. Omdat die mensen geen andere middelen hebben dan de hongerstaking en omdat die mensen aan het sterven zijn. Ik kan duidelijk zeggen dat wij het niet voor de regering deden. We deden het omdat we niet wilden dat er mensen gingen sterven."

 

De overheid noemt deze operatie een reddingsoperatie. Wat is uw reactie?

Oral Calislar: "Ik zou niet, zoals de overheid, van een reddingsoperatie spreken omdat er een dertigtal mensen zijn omgekomen. Bovendien zijn er in de gevangenissen momenteel meer dan 1000 mensen in hongerstaking. Sommigen onder hen kunnen elk moment sterven. Er is dus nog niets opgelost. En ik was juist in de commissie om dit soort zaken te voorkomen".

 

De zes vrouwen in Bayrampaşa, staken die zichzelf in brand?

Oral Calislar: "Neen, volgens mijn gegevens werden die vrouwen in brand gestoken".

 

Komen er nu nieuwe onderhandelingen?

Oral Calislar: "Wij hebben onze rol gespeeld. Ik denk niet dat we nog zullen gevraagd worden. Maar we zijn er nog wel mee bezig. Nu moet de commissie van Mensenrechten van het parlement zijn verantwoordelijkheid nemen. Als jullie meer willen weten kunnen jullie mijn commentaar-stukjes in de krant lezen".

 


Telefonisch gesprek met Mehmet Bekaroglu, parlementslid en bemiddelaar

Datum: 30/12/2000, 19.30

 

Bij een eerste telefonisch contact vroegen we of hij ons aan telefoonnummers van ministers of verantwoordelijken kon helpen. Zijn reactie: “Ik ben al een week op zoek naar een van de betrokken ministers of verantwoordelijken. Ik heb zelf nog niemand te pakken gekregen”.

 

Hijzelf verbleef niet in Istanbul en daardoor konden we hem slechts telefonisch spreken.

Hij veroordeelde in een eerder verspreide persmededeling de gebeurtenissen van 19 december.

Hij is een actief parlementslid van de Fazilet Partisi (F.P.) de islamitische welvaartspartij, opvolger van de Refah Partisi, partij die verboden werd door het leger. F.P. is nu de grootste oppositiepartij. Als lid van de parlementaire commissie mensenrechten was hij betrokken bij de bemiddeling, al was dit geen officiële afvaardiging van het parlement.

 

In het kader van de bemiddeling heeft hij in totaal 28 uur met gevangenen gesproken. Bij de aanvang van de bemiddeling stond volgens hem de regering eerder positief ten opzichte van de onderhandelaars en hun standpunten. Toen verklaarde Ecevit de ingebruikname van de F-typecellen te zullen uitstellen. Eén van de concrete eisen van de gevangenen was het onderbrengen van de gevangenen met 18 in één zaal, een eis die ook ondersteund werd door de mensenrechtenorganisaties. De hongerstakers zouden stoppen indien op die eis werd ingegaan. Op 18 december stelde de overheid plots niet op de eisen te zullen ingaan. De onderhandelingen werden op die manier door de regering opgeblazen.

 

Op 31/12 is er een onderhoud gepland met de minister van Justitie Sami Turk.

De parlementsleden zijn bezig een onderzoekscommissie in te stellen naar de gebeurtenissen van 19/12 en de daaropvolgende dagen. In dat kader plannen ze een bezoek aan de Sincan-gevangenis op dinsdag 2/1/2001. Hij zal ongetwijfeld na het Turks parlementair reces zowel de minister van Justitie als van Binnenlandse zaken en de Premier interpelleren over de gebeurtenissen.

Hij is bereid zijn medewerking te verlenen aan een onafhankelijke internationale onderzoekscommissie en wil in de mate van het mogelijk meewerken aan initiatieven vanuit het Belgische en/of het Europese Parlement.

In verband met de uitzonderingswetten stelt hij dat het parlement hier toezicht op uitoefent, maar indien de regering een voorstel doet wordt dit steeds door de meerderheid goedgekeurd. Volgens hem zijn de problemen niet opgelost vermits we geconfronteerd worden met het feit dat de gevangenen verder blijven hongerstaken tot de dood.

Hij maakt ook elke dag een rapport aan de voorzitter van zijn partij die volledig achter hem staat en die hem dankt voor wat hij tot nu toe gedaan heeft. Hij wil tenslotte zijn andere collegae meer betrekken bij de zaak en hen stimuleren om mee voor een oplossing te zorgen.

 


Bezoek weekblad VATAN

Datum: 30/12/2000, 20.00 uur

 

Een deel van de delegatie sprak met journalisten van Vatan, een onafhankelijk weekblad in Turkije, links georiënteerd. De journalisten vertelden ons: "Het Turkse regime censureert de pers en van een vrije pers is geen sprake. Vatan durft het aan om kritiek te uiten op het beleid van de regering. Vatan publiceert regelmatig foto's van verwonde, gefolterde en gedode gevangenen. Maar dat heeft zijn prijs. Het tijdschrift werd reeds vier keer verboden en het verscheen telkens opnieuw onder een andere naam. In het begin van het bestaan van Vatan viel de politie wekelijks op zaterdag binnen de drukkerij om alle exemplaren in beslag te nemen. Op 28 oktober van dit jaar was er een inval in het hoofdkantoor in Istanbul. De voordeur werd met slijpschijven en staalbranders opengezaagd. Er werden muren ingebeukt. Je kan de sporen nog zien. Daarbij werden camera's vernield, computers onbruikbaar gemaakt en in beslag genomen. De archieven werden overhoop gehaald. De zestien aanwezige journalisten werden een week in de cel opgesloten. Ze werden daarbij gefolterd.

 

Vorige week is de politie weer binnengevallen. Werken bij Vatan is daardoor riskant. Momenteel zitten een twintigtal redacteurs achter de tralies. Een aantal van hen is ook in hongerstaking tot de dood. In de loop van het bestaan van het tijdschrift zijn er 25 medewerkers, vooral journalisten, vermoord. Officieel is niet geweten door wie. Maar alles wijst in de richting van de politie en de geheime diensten".

 


Bespreking laatste stand van zaken met afvaardiging van TAYAD

 

Datum: 30/12:2000, 22.00 uur

 

Het is nu de dag 73 van de hongerstaking, er kunnen elk ogenblik twee vrouwen sterven: Sevgi Erdogan (44 jaar) in Uşak en Semra Askeri (30 jaar) in de gevangenis van Kutahya.

 

Semra is bewusteloos naar het ziekenhuis gebracht na de inval, door het toebrengen van medische hulp is ze terug bij bewustzijn gekomen maar weigert vanaf nu medische hulp.

In de gevangenis is het regime intussen niet gewijzigd, elke dag wordt er nog 2 maal geteld, geslagen en geschopt. Na de inval werden sommige gevangenen overgebracht naar bureaus van JITEM[6]  waar ze gefolterd werden tijdens de ondervraging. Dit duurde 4 dagen vooraleer ze naar de F-type cellen werden overgebracht. Dit verklaart waarom we verschillende mensen lange tijd als vermist hadden opgegeven. De chef van JITEM had aan zijn ondervragers gezegd dat alle middelen mochten ingezet worden die ze nodig achtten zoals moorden, folteren, verkrachten,…. Op dit ogenblik zijn er nog ongeveer 50 mensen vermist, we krijgen geen informatie, we moeten altijd zelf op zoek gaan. Op een dag vernemen we dat iemand in het ziekenhuis is. Dan geven ze verkeerde namen door of verkeerde plaatsen en we vinden de mensen daar niet,…  De overheid provoceert door de mensen achter te houden en ze als vermist te seinen”.

“TAYAD heeft in feite twee eisen, namelijk de gewonde gevangenen moeten dringend verzorgd worden en de folteringen moeten stoppen”.

“De overheid zegt en dreigt ermee: “De gevangenen moeten eten of ze krijgen geen verzorging”.

TAYAD doet iedere dag een oproep aan de overheid om een vreedzame oplossing te zoeken en aan iedereen de F-type gevangenissen te tonen zoals ze nu gebruikt worden. De overheid wil hier niet op ingaan. De contacten gebeuren via de dokters. De artsen krijgen zelf geen toelating tot de gevangenissen vermits de overheid beroep doet op militaire artsen.

Dr. Tolga, een militaire arts zei tegen Ahmet Ozdenir (een gevangene op 19 december) dat alle gevangenen, na meer dan 60 dagen hongerstaking, gezonder waren dan hijzelf. Dergelijke uitspraak spreekt voor zich”.


Conclusies

“Ik smeek U als moeder dat dit soort dingen niet meer gebeuren, voor onze kinderen is het te laat. Waarom komen jullie zo laat? Het is al jaren aan de gang,20 gevangenissen werden in brand gestoken…”

 

“Dit is een leven als barbaren”, Directeur van IHD

 

Het is duidelijk dat de militaire operatie van 19 december goed voorbereid was , wat ook werd toegegeven door de Minister van Binnenlandse Zaken van Turkije. Hij verklaarde dat de inval sinds één jaar “op maquette” werd voorbereid!

Onvoorbereid kan men onmogelijk gelijktijdig, om 5 uur ‘s ochtends, in 18 gevangenissen invallen. Meer dan 20 getuigenissen (van ex-gevangenen en directe familieleden) bevestigen, onafhankelijk van elkaar, dat er systematisch gefolterd werd en wordt, dat de rechten van de mens waaronder de rechten van de gevangenen, het recht op medische verzorging en de rechten van verdediging voortdurend worden geschonden.

Vele interviews met ex-gedetineerden, die de inval van 19 december beleefden, familieleden en advocaten van de gedetineerden verklaren onafhankelijk van elkaar dat:

 

1.       Op 19 december 2000 om 5.00 uur ‘s morgens de militaire inval georchestreerd door de regering verliep, gelijktijdig in 18 gevangenissen.

2.       Er door de militairen gebruik gemaakt werd van vuurwapens, matrakken, stokken, traan- en andere chemische gassen, vlammenwerpers

3.       De gedetineerden weerstand boden door het opwerpen van barricades

4.       Dat door de gedetineerden nimmer wapens werden gebruikt

5.       De hongerstakers en vermeende leiders het belangrijkste doelwit vormden

6.       De gedetineerden in mensonwaardige omstandigheden werden overgeplaatst naar de F-type gevangenissen.

7.       De advocaten en artsen ernstig belemmerd worden in de uitvoering van hun ambt: hun toegang tot de gevangenissen wordt bemoeilijkt of geweigerd en zij zijn onderhevig aan intimiderende en vernederende behandelingen

 

De ruim 800 gedetineerden die reeds in hongerstaking waren voor de inval, hebben besloten verder te gaan tot de dood. Daarbij hebben zich gedetineerden aangesloten waardoor het aantal hongerstakers tot de dood gekomen is op meer dan 1000. Omstreeks 100 hongerstakers bevinden zich in een kritische situatie. Verwacht wordt dat zij binnen enkele dagen zullen sterven.

 

De delegatie betreurt ten zeerste dat ondanks bemiddeling van de Belgische Minister van Buitenlandse Zaken Michel bij zijn Turkse collega, op geen enkele manier medewerking verleend werd door officiële Turkse instanties (gesprekken met vertegenwoordigers van de regering, bezoek aan gevangenissen, ziekenhuizen etc.).

 

Het is duidelijk dat de overbrenging naar de F-type gevangenissen tegen alle afspraken in is gebeurd. De Turkse bemiddeling van advocaten, dokters, architecten en intellectuelen voelt zich bedrogen. Op 18 december werden de bemiddelingspogingen eenzijdig door de regering opgezegd. Ook de Europese gemeenschap is bedrogen. Op de Top van Nice werd immers - enkele dagen voor 19 december - verklaard dat er een moratorium van 6 maanden was afgekondigd op de ingebruikname van de F-type gevangenissen.

 

De delegatie stelt zich ook ernstige vragen bij het groot aantal politieke gevangenen (ongeveer 11.000), bij de (uitzonderings)wetgeving en het bestaan van en de rechtspraak in de Staatsveiligheidsrechtbanken (DGM).

 

Dit rapport van P.R.W. is dan ook de directe aanleiding om bij de Belgische regering en bij de Europese Commissie bij hoogdringendheid onze verontwaardiging uit te drukken en de instelling van een onafhankelijke internationale onderzoekscommissie te eisen.

Deze onderzoekscommissie kan dan onze bevindingen en andere rapporten van mensenrechtenorganisaties confronteren met eigen bevindingen, officiële verklaringen en kan inzage eisen in de autopsieverslagen. PRW is bereid hier aan deel te nemen. We zullen het Europees Parlement officieel in kennis stellen en vragen de eis naar een onafhankelijke onderzoekscommissie te onderschrijven.

 

Volksvertegenwoordigers Frieda Brepoels en Leen Laenens zullen in het Belgisch Parlement in de commissie Buitenlandse Zaken uitgebreid verslag uitbrengen en een voorstel van resolutie indienen.

 

Dit rapport toont, naast verschillende andere rapporten, aan dat Turkije zeker niet voldoet aan de politieke criteria van Kopenhagen (democratie, instelling van de rechtsstaat, respect voor mensenrechten en voor minderheden). Het behalen van deze criteria is een noodzakelijke voorwaarde vooraleer de toetredingsonderhandelingen kunnen starten. Het Demrok-rapport, het vijfjarenplan waarin de aanbevelingen van de E.U. voor de Turkse toetreding zijn opgenomen, vraagt maatregelen ter voorkoming van foltering in 2002 of 2003. We onderschrijven de vraag van A.I. dat dit vanaf nu moet gebeuren.

Het rapport is een bewijsstuk dat folteringen nog steeds wijdverspreid zijn in Turkije.

Daarom zal verantwoording gevraagd worden aan de Europese commissie ter preventie van foltering (CPT) die een positief rapport zou afgeleverd hebben over de F-type gevangenissen

Positief rapport dat ook aanleiding was voor de toekenning van 11 miljard dollar steun aan Turkije door IMF en Wereldbank. Ook zullen we IMF en Wereldbank politiek hierover om verantwoording vragen.

 

Dit rapport van P.R.W. zal ook worden overgemaakt aan de internationale federatie van de mensenrechtenorganisaties.

 

Het is een rechtstreekse aanklacht tegen de zoveelste schending van mensenrechten: Operatie “ Terugkeer naar het leven” eiste tot nu toe minstens 30 doden, 54 vermisten en talloze gewonden. 1000 hongerstakers willen doorgaan tot de dood. Dit kan niet zonder gevolg blijven.


Samenvatting

People's Rights Watch (PRW) heeft geen enkele medewerking van de Turkse autoriteiten gekregen. De aanvragen hiervoor werden zowel in het Turks als in het Engels naar de verschillende overheden gestuurd. De Belgische minister van Buitenlandse Zaken, de heer Louis Michel, heeft aan de Turkse autoriteiten een officiële verzoek gericht om de werking van de delegatie van PRW, zowel op vlak van contacten met de Turkse autoriteiten als op vlak van toegang tot de gevangenen in de gevangenis en de ziekenhuizen, te faciliteren. Turkije heeft officieel geantwoord dat zij hier geen gevolg aan geeft en dit zonder motivering.

In juli/augustus 2000 hield Turkije opendeurdagen in de F-type gevangenissen om aan de pers te tonen hoe goed alles wel was. Nu er bewoners inzitten wordt alle toegang verboden. Dit is op zich zeer verdacht.

 

'Officiële' argumentatie voor de militaire operatie in de gevangenissen

PRW moet zich voor de officiële versie richten naar wat er in de pers (vooral de Turkse pers) geschreven en verklaard is. Verschillende argumenten werden daar aangebracht om de militaire operatie van 19 december te verantwoorden:

 

1.       Er zou een opstand aan de gang geweest zijn in de gevangenissen

2.       De Turkse staat zou reeds jaren geen voet meer in sommige afdelingen van de gevangenissen kunnen zetten hebben

3.       Deze gevangenissen zouden echte bastions geworden zijn met  grote hoeveelheden wapens. De cipiers zouden door de gevangenen gegijzeld en/of gechanteerd worden

4.       De overheid moest ingrijpen om de levens van de meer dan 800 hongerstakers te redden. De leiders van de 'terroristen' zouden de andere gevangenen terroriseren, hen verplichten om te hongerstaken

5.       De overplaatsing naar de nieuwe F-type gevangenissen zou gedaan zijn om de gevangenen meer comfort te bezorgen, het zou voldoen aan de Europese normen

6.       16 gevangenen zouden zichzelf in brand hebben gestoken, sommigen zouden daartoe verplicht geweest zijn door hun leiders

7.       De gevangenen wilden niet onderhandelen, de overheid was dus verplicht in te grijpen

 

Weerlegging van de 'officiële' argumentatie

Uit de vele getuigenissen die we onafhankelijk van elkaar hadden worden al deze bovenvermelde punten tegengesproken en weerlegd.

Deze getuigenissen stellen dat:

1.       Er geen opstand aan de gang was, iedereen lag te slapen, het was vijf uur 's morgens

2.       Elke maand wordt er door het leger een telling gedaan in de gevangenis, waarbij ook een doorzoeking van alle lokalen gebeurt

3.       Het is onmogelijk wapens binnen te smokkelen. De cipiers worden dagelijks bij het binnen en buitengaan van de gevangenis door het leger gefouilleerd. Als al die op TV getoonde wapens in de gevangenis zouden geweest zijn, dan zouden die toch gebruikt geweest zijn, en zouden er gewonden en doden gevallen zijn bij de militairen. De twee doden die bij de militairen gevallen zijn, zijn niet door de gevangenen gedood. En indien deze hoeveelheid wapens er effectief aanwezig zou geweest zijn, dan is het onwaarschijnlijk dat deze niet zouden gebruikt zijn voor ontsnappingspogingen

4.       Bij de inval zijn er 28 gevangenen gedood en er zijn tientallen gewonden. Niemand is gedwongen geweest te hongerstaken, dit kan je aan niemand opleggen. Nu de gevangenen geïsoleerd zijn in de F-type gevangenissen gaan ze verder met hongerstaken, en nu zelfs tot te dood. Er zouden nu meer dan 1000 gevangen zijn die hongerstaken tot de dood.

5.       De Europese normen bekijken niet de Turkse context, waar het zaalsysteem, waarbij mensen samen zitten, overeenkomt met de traditie in de gevangenissen en de cultuur van een uitgebreid gemeenschapsleven. Bovendien wordt er in Turkije systematisch gefolterd en biedt het zaalsysteem hiertegen enige bescherming. Vele organisaties, van advocaten, familieleden, dokters, architecten, andere intellectuelen spreken zich uit tegen de F-type gevangenissen. Dit is volgens hen niet leefbaar. In Turkije zijn de isoleercellen de regel en worden ze gebruikt tijdens heel de strafperiode. In Europa gebeurt het opsluiten in een isoleercel in de gevangenis als een tijdelijke en uitzonderlijke straf.

6.       Volgens de gegevens beschikbaar tijdens de missie zouden twee tot drie mensen zichzelf in brand gestoken hebben. Eer iemand zichzelf in brand steekt moet die wel iets ergs te vrezen hebben. De praktijk van de eerste week in de isoleercellen toont aan dat er inderdaad systematische foltering gebeurt. Een aantal andere verbrande personen zijn door het leger met brandbommen en/of met vlammenwerpers in brand gestoken (o.a. zes verbrande vrouwen in de gevangenis van Bayrampaşa)

7.       Er was 18 december een oplossing in de maak, de gevangenen waren akkoord met het voorstel dat de onderhandelaars zouden aanvaarden. De Turkse regering gebruikte die onderhandelaars om tijd te winnen, om valse illusies te wekken

 

Gebruikte wapens en gassen

Getuigenissen beweren dat er gebruik gemaakt is van het G3-oorlogswapen, verschillende chemische gassen, een soort zenuwgas, brandbommen, vlammenwerpers, … en dit alles in een gesloten ruimte.

Het gebruik van chemische gassen in een gesloten ruimte valt onder de oorlogsgassen. De delegatie vraagt opheldering over het materiaal en de producten die gebruikt werden.

 

Foltering

Uit getuigenissen kan worden afgeleid dat er systematisch gefolterd en gemarteld wordt, zowel fysisch als psychisch. We geven hieronder aan wat ex-gevangenen (die de inval en de eerste dagen na de inval meemaakten) en de eerste getuigen die met de gevangenen konden spreken ons meegedeeld hebben:

 

1.       Psychisch: 24 op 24 uur Turkse militaire marsmuziek in de cel, verplicht worden nationalistische slogans te roepen, onder dwang kaalgeschoren, verplicht op handen en voeten voor de bewakers moeten op de grond kruipen, de schoenen moeten likken, het licht aan en uit doen, urineren op het hoofd van de gevangenen, naakt gezet worden, geen of sterk beperkt contact met familie of advocaat, volledige isolatie zonder enig contact met de buitenwereld (geen krant, geen radio, geen televisie, geen recht op schrijfgerief, geen verluchting), geen eigen kledij, …

2.       Fysisch: willekeurig slagen van geweerkolven, slaan met de vuist, schoppen met legerlaarzen, steek - en snijwonden met brandweerstokken (een stok met een metalen pin en haak), natspuiten met brandweerslang, geen verwarming, geen water, bij het weigeren of weerstand bieden aan de psychische vernederingen krijgt men extra foltering, …

 

Deze manier van foltering heeft tot doel de gevangene alle zelfrespect, alle eigenwaarde te doen verliezen. Het is een vorm van conditionering, waarbij men de eigen persoonlijkheid, het eigen denken volledig wil afbreken. Men wil de gevangene als een willoos dier alle vernederingen en folteringen klakkeloos doen aanvaarden, totdat alle weerstand gebroken is. Dit was een van de redenen van het verzet tegen de F-type gevangenissen. De praktijk van de eerste week toont aan dat hier terecht voor gevreesd werd.

 

Andere schendingen van rechten

Op medisch vlak

Op medisch vlak zijn en worden een aantal rechten geschonden.

 

1.       De Verklaring van Malta van 1991 van The World Medical Association geeft de hongerstaker niet alleen recht op een tweede mening ('second opinion') van een andere arts, maar ook desgewenst op verdere begeleiding door die tweede arts (als er sprake is van detentie moet dit in overleg met de inrichtingsarts).[7] In de meeste Europese landen wordt dit recht toegestaan. In Turkije wordt dit recht aan de gevangenen geweigerd

2.       Er is chantage gebeurd met twee zwaar gekwetste gevangenen. Het leger riep de gevangenen toe zich over te geven. Zoniet zouden ze de twee gekwetsten aan hun lot overlaten. Dit druist in tegen alle medische en humanitaire ethiek, die verplicht mensen in nood bij te staan.

3.       De gevangenen (ook de gewonde en hongerstakende) wordt geweigerd zich te laten onderzoeken en bijstaan door een dokter van eigen keuze. In België is dit een verworvenheid.

4.       Een gevangene die in het ziekenhuis gebracht werd omwille van algemene uitputting van de hongerstaking, werd in het ziekenhuis door militairen in brand gestoken. Een ziekenhuis is normaal een neutrale plaats waar de medische verzorging moet gebeuren.

5.       In de gevangenissen zitten nog vele personen die gewond werden bij de inval of nadien door foltering (brandwonden, snijwonden, kneuzingen, bloedingen en breuken, enz.). Hen wordt het recht op medische verzorging ontzegd.

6.       Bij de inval bij TAYAD, een organisatie van familieleden van de gevangenen, zijn de medische dossiers en de geneesmiddelenvoorraad van de behandelende artsen van de hongerstakende familieleden in beslag genomen door de politie

7.       Intimideren van medisch personeel dat opkomt voor de rechten van de gevangenen en de familieleden. De minister van Volksgezondheid verklaarde op de Turkse televisie dat de dokters de hongerstaking ondersteunen en stimuleren. Ze werden meteen ook als terroristen afgeschilderd.

8.       Het verplicht behandelen van hongerstakers tegen de wil van de hongerstaker. Wereldwijd zijn de verklaringen die door de World Medical Association werden aanvaard in 1975 (verklaring van Tokio) en 1991 (verklaring van Malta) de bekendste en gezaghebbendste bron. Uitgangspunt daarin is respect voor de beslissing tot voedselweigering." [8] De verklaring van Tokio brengt gedwongen voeding in verband met martelingen en andere onmenselijke of vernederende behandeling. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens verbiedt in artikel drie elke onmenselijke of vernederende behandeling.

 

Voor de familieleden en mensenrechtenorganisaties

De organisaties van familieleden van de gevangenen, de mensenrechtenorganisaties en de familieleden zelf worden geïntimideerd. Familieleden moeten vernederende, handtastelijke controles ondergaan, waarbij ze zich naakt moeten tonen. Ze moeten uren wachten. Er wordt hen niet gezegd waar hun familielid naartoe gebracht is. Er leven nog mensen in de onzekerheid over het lot van hun familielid. Men weet niet of ze in leven zijn of niet. Dit is psychisch ondraaglijk. De gebouwen van de organisaties van familieleden en van mensenrechtenorganisaties zijn reeds meerdere malen door de politie ontruimd.

Zelfs vreedzame protestwakes worden hardhandig uit elkaar geklopt. Vele mensen zijn hierbij gearresteerd en er zitten nog tientallen mensen vast, die zelf een veroordeling van jaren riskeren.

 

Op juridisch vlak

Ook op juridisch vlak worden de rechten geschonden: de advocaten krijgen geen tot nauwelijks toegang tot hun cliënt, ze kunnen hun cliënt niet alleen spreken, ze worden vernederend gecontroleerd (verschillende malen gefouilleerd, tot en met het uitdoen van het ondergoed, vingerafdrukken, enz) Dit kan tot drie uur duren voor een bezoek van 10 minuten.

De advocaten worden niet verwittigd waar hun cliënt zich bevindt. Ze moeten dit via familie van de gevangenen of via officieuze lijsten, of via televisiebeelden vernemen. Ze worden zelf geïntimideerd.

Zelfs voor het vrijkrijgen van de lichamen moet er uren onderhandeld worden.

 

Deze feiten maken volgende inbreuken uit:

1.       Schending van de rechten van verdediging, als algemeen rechtsbeginsel. Schending van artikel 6.3 Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (E.V.R.M.). Dit artikel bepaalt dat met het oog op een eerlijk proces elke vervolgde een onbeperkte en effectieve toegang heeft tot zijn advocaat, wat inhoudt dat hiervoor de nodige tijd en faciliteiten verstrekt worden. Artikel 6 E.V.R.M. creëert het recht op een eerlijk proces; een groot aantal van de Turkse politieke gedetineerden zit in de gevangenis in afwachting van een  proces en bijgevolg is artikel 6 E.V.R.M. op hen zonder betwisting van toepassing. Ook op de andere politieke gevangenen die hun proces reeds gehad hebben dient de toepassing van artikel 6 E.V.R.M. bij uitbreiding te worden aanvaard gezien de ernstige gebeurtenissen zoals de inval in de gevangenissen.

2.       Schending van het recht op vertrouwelijke communicatie met zijn/haar advocaat. Dit recht is gewaarborgd door principe 22 van de Uno-Basic Principles on the Role of Lawyers, door principe 18 van de Body of Principles for the Protection of All Persons under Any Form of Detention or Imprisonment en door artikel 93 van de European Prison Rules.

3.       Schending van het verbod op intimidatie van en inmenging in de beroepsuitoefening van advocaten en van het verbod op identificatie van de advocaten met hun cliënten en met de zaak van hun cliënten. Deze verboden zijn vastgelegd in principe 16 en principe 18 van de Uno-Basic Principles on the Role of Lawyers.


Lijst van de bijlagen

 

1.       Lijst omgekomen gevangenen

2.       Lijst doden bij de inval waarvan de delegatie beeldmateriaal (video en/of foto's) meekreeg.

3.       Outcome of Human Rights Violations in Turkey (1994-1999).

4.       Plan F-type gevangenis Sincan

5.       Ondersteuning mensenrechtenmissie PRW door Anne Van Lancker, Europarlementslid SP (Socialistische Partij)

6.       Ondersteuning mensenrechtenmissie PRW door Kartel Van Hoorebeke, volksvertegenwoordiger Volksunie

7.       Ondersteuning mensenrechtenmissie PRW door Dr. Bert De Belder van Geneeskunde voor de Derde Wereld

8.       Ondersteuning mensenrechtenmissie PRW door Paul Pataer, Voorzitter van de Liga voor Mensenrechten

9.       Ondersteuning van de hongerstakers door Leen Laenens, volksvertegenwoordiger Agalev

10.    Perscommuniqué Liga voor Mensenrechten in verband met verzoek tot stopzetting mishandeling politieke gevangenen in Turkije

11.    Dringende fax DDT. 23.12.2000 aan Minister Michel uitgaande van Leen Laenens en Frieda Brepoels, volksvertegenwoordigers

12.    Faxen DDT. 25.12.2000 PRW aan Minister van Justitie Turkije, Minister van Buitenlandse Zaken Turkije, Minister van Buitenlandse Zaken België, Minister van Justitie België, Staatssecretaris Internationale samenwerking België

13.    Protest Association Médicale Mondiale tegen arrestatie van Voorzitter Medische Vereniging Ankara, dokter Unnit Erkol, gearresteerd eind december 2000.

14.    Tussenkomsten Bart Staes (Verts/Ale) dd. 24.5.2000 en Philippe Morillon (EVP) dd. 14.11.2000 in Raad (van Europa) ivm mensenrechten in Turkije

 

Foto's en videomateriaal

Tijdens de mensenrechtendelegatie werd ongeveer 10 uur videomateriaal opgenomen, vooral getuigenissen, ook van één overlevende en beelden van 10 doden. Er werd door PRW een compilatie gemaakt van 13 minuten. Er kan inzage bekomen worden van dit videomateriaal. De compilatie kan tegen kostprijs bij PRW besteld worden.

Er zijn ook foto's beschikbaar inzonderheid van  personen die getuigd hebben en van dode lichamen.

Ook deze foto's kunnen tegen kostprijs bij PRW besteld worden.

 

PRW rapporten in verband met Turkije

People’s Rights Watch heeft nog rapporten van drie vorige missies in Turkije. Het betreft:

 

1.       Rapport van een missie van 4/10 tot 10/10/1999 inzake de gebeurtenissen van 26 september 1999 in de Ulucanlar gevangenis te Ankara, waarbij tien gevangenen overleden in de gevangenis. 50 frank exclusief portkosten, referentie: Turkije 9/1999.

2.       Rapport inzake deelname internationale delegatie van 30/7 tot 5/8/2000Turkije m.b.t. F-type isolatiecellen. 50 frank exclusief portkosten referentie: Turkije 8/2000.

3.       Rapport inzake de deelname aan het congres in Istanbul m.b.t. de situatie in de Turkse gevangenissen, van 10/11 tot 12/11/2000. 20 frank exclusief portkosten, referentie: Turkije 11/2000.

 

Dit rapport van de missie van december 2000 kan ook bijbesteld worden. 100 frank, exclusief portkosten, referentie: Turkije 12/2000

De portkosten bedragen 50 frank, zowel voor één als voor de vier rapporten samen.

Deze rapporten kunnen besteld worden bij People’s Rights Watch. ; contactadres: Avenue Louise 112, 1050 Brussel, tel: 0486/21.90.17 of  02/644.59.04. E-mail: prwatch@hotmail.com

Rekeningnr. 210 - 000 85 76 - 92. Vergeet niet de referenties te vermelden.

 

Lijst van documenten (in het Turks) die door de delegatie ter plaatse werden ontvangen

Deze documenten kunnen bekomen worden bij PRW.

 

1.       Algemene vestigingsplan van F-type gevangenissen

2.       Preliminair onderzoeksrapport van T.M.M.O.B. (Turkse Kamer van Architecten en Ingenieurs) over de F-type gevangenissen van Kocaeli-Kandira

3.       Rapport van bezoek aan F-type gevangenis van Sincan (27 november 2000)

4.       Bulletin 1 van Human Rights Association- Insan Haklari Dernegi (IHD), 19 december. Preliminair rapport in verband met de hongerstaking tot de dood. (Op dag 61 van de doodsstaking werd gewapenderhand in de gevangenissen binnengevallen)

5.       "Belangrijk…Belangrijk…Belangrijk. Massamoord komt aan het licht"

6.       Bulletin 2 (IHD) 21 december 2000. De operatie "terugkeer naar het leven" blijft mensenlevens kosten.

7.       Bulletin3 (IHD)3- 22 december 2000. De operatie "terugkeer naar het leven" blijft mensenlevens kosten. Derde dag van de operatie die tot nu toe 22 doden tot gevolg had.

8.       Bulletin4 (IHD) 22 december 2000. De operatie "terugkeer naar het leven blijft mensenlevens kosten. Een lid, Bayla Basta, werd gearresteerd.

9.       vervolg van Bulletin 4

10.    IHD-Human Rights Association, afdeling Ankara. Voor publieke opinie en pers.

11.    Gevoerde gesprekken tussen Mr. Ercan Kanar (advocaat) en zijn cliënten in de F-type gevangenissen van Kandira

12.    Gruweldaad van 12 september weer begonnen en erger. (12 september 1980 werd er in Turkije een militaire coupe gepleegd n.v.d.r.)

13.    Nota's van gesprekken van familieleden tijdens hun bezoek aan de F-type gevangenissen van Sincan 25-26 december

14.    Rapport vanaf 22 december betreffende politieke gevangenen van verschillende gevangenissen die overgebracht werden naar de F-type gevangenis van Sincan. Opgesteld tijdens de gesprekken van advocaten met hun cliënten over de toestand van hun gezondheid.

15.    Leugens 25 december

16.    Medisch Rapport van de politieke gevangenen in hongerstaking tot de dood in de gevangenissen van Bayrampaşa, Uşak, Cankiri, Ceyhan, Bartin, Ümraniye op datum van 4 december.

17.    Brief gericht aan Mr. Behic Asci geschreven door een cliënt over de dag van de operatie (19 december)

18.    Brief gericht aan Mr. Behic Asci geschreven door een cliënt over de dag van de operatie (19 december)

19.    Brief gericht aan Mr. Behic Asci geschreven door een cliënt over de dag van de operatie (19 december)

20.    Brief gericht aan Mr. Behic Asci geschreven door een cliënt over de dag van de operatie (19 december)

21.    Brief gericht aan Mr. Behic Asci geschreven door een cliënt over de dag van de operatie (19 december)

22.    Brief gericht aan Mr. Behic Asci geschreven door een cliënt over de dag van de operatie (19 december) Alle brieven zijn van vrouwelijke clienten uit de gevangenis n.v.d.r.

23.    Bureau "Recht van het Volk" (Halkan Hukuk Burosu) Lijst van de hongerstakers tot de dood.

24.    Bezoekschema (bezoek zonder persoonlijk contact, enkel via parlofoon) van gevangenissen Blok A-B voor maandag 25 december (suikerfeest) en maandag 1 januari (nieuwjaarsdag) alsook de lijst van welke gevangenen er in welke cel zitten

25.    Schema van blok A-B-C

26.    "Voor publieke opinie en pers", verklaring van volgende advocaten:

·         Mr. Kazim Bayraktar

·         Mr. Betil Vangölü

·         Mr. Said Kircan

·         Mr. Filiz Kalayci

·         Mr. Serhan Arikanoglu

·         Mr. Özgur Sariyildiz

·         Mr. Dilek Midil

·         Mr. Selcuk Kozagagli

·         Mr. Özlem Sen

·         Mr. Elif Uysal

27.    Verklaringen van advocaten en familieleden die gesprekken hadden met gevangenen in F-type gevangenis van Sincan (a) en ziekenhuis van Ankara (b)

28.    Brief van Het Ministerie van Justitie, Algemeen directeur van straf- en arrestatiehuizen, naar  de procureur-generaal van de Turkse Republiek. (de brief gaat over de nieuwe regeling in de gevangenissen en werd door Prof. Hikmet Sami Türk geschreven n.v.d.r.)

29.    Lijst van gevangenen die in de F-type gevangenis van Sincan, Ankara (deze lijst werd bevestigd door directeur van gevangenis Dhr. Hulusi Yenisan, ondertekend door hem op 21 december 2000)

30.    Bezoekschema voor de gevangenen van Blok A

31.    Bezoekschema voor de gevangenen van Blok B

32.    Bezoekschema voor de gevangenen van Blok C

33.    Associatie voor Solidariteit met de familieleden van politieke gevangenen, medische toestand van de hongerstakers tot de dood in de gevangenis van Ümraniye

34.    “Hongerstaking is in de 52ste dag, we zijn vlakbij de dood” (10 december)

35.    Bulletin van het comité voor Recht en Onafhankelijkheid, 25 december 2000

36.    Idem

37.    TAYAD: gevangen die in hongerstaking was is gestorven op de 70ste dag

38.    Lijst van de gevangenen die overgebracht werden van de gevangenis van Bayrampaşa, Istanbul naar het Faculteitsziekenhuis van Istanbul

 



[1] Tutluklu ve Hükümlü Aileleri Yardimlaşma Derneği (TAYAD): solidariteitsorganisatie met de familieleden van politieke gevangenen.

[2] Insan Haklari Dernegi, mensenrechtenorganisatie

 

[3] Türk Mühendis ve Mimar Odalari Birligi (TMMOB), Kamer van Architecten en Ingenieurs

 

[5] Devlet Güvenlik Mahkemesi (DGM),een uitzonderingsrechtbank, die opgericht is in 1980 na de militaire staatsgreep.

[6] JITEM is speciale eenheid van militairen en rijkswacht

[7] Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2000 20 mei; 144(21) Geneeskunde en recht 'Hulpverlening bij hongerstaking; het juridische kader', Prof. mr. J.K.M. Gevers, jurist.

[8] Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2000 20 mei; 144(21) Geneeskunde en recht 'Hulpverlening bij hongerstaking; het juridische kader', Prof. mr. J.K.M. Gevers, jurist.