toestand in tentenkamp Dienst Vreemdelingenzaken verslechtert dag na dag by Tom De Meester Friday January 05, 2001 at 05:57 PM |
tomdemeester@tiscalinet.be |
Op de drempel van de 21e eeuw worden vluchtelingen in België 'opgevangen' in natte, kille tenten. Te midden van de wolkenkrabbers van Europese administraties en financiële instellingen. De situatie is onhoudbaar : kinderen worden ziek van kou en regen, mensen komen dagen na elkaar terug, vruchteloos.
Vrijdagmorgen, 8.00 ‘s morgens. Het is nog donker als ik in de buurt van de Dienst Vreemdelingenzaken in Brussel de legertenten binnenstap waar honderden mannen, vrouwen en kinderen opeengepakt zitten. Het regent, en door het heen-en weer geloop en omdat er tussen de verschillende tenten geen overdekking is, zijn de grondzeilen drijfnet. Om van de tweede in de derde tent te geraken moet je door een plas van tien cm diep waden. De mensen zitten verkleumd en nat bij elkaar. Een gezin met drie kleine kindjes probeert zich te warmen aan de enige brander die er is. De kinderen zijn duidelijk ziek.
Een Afrikaanse man die zich al voor de vierde dag op rij aanmeldt in de tenten, klampt iemand van de security aan. ‘Ik kom hier voor de vierde dag, wat gebeurt er ? Ik heb vannacht buiten geslapen, hoe lang moet dit nog duren.’ De tiep van de security snauwt hem af. ‘Gij ambetanterik, moet ik de politie roepen misschien. Ge zult rapper terug thuis zijn dat je gedacht had.’ In de tent proberen vrijwilligers van Artsen zonder Grenzen en het Rode Kruis uit alle macht de chaos te beredderen. Patricia, van Artsen zonder Grenzen, is totaal ondersteboven. De tranen staan in haar ogen van machteloze woede. Verschillende kinderen zijn ziek geworden door de vochtigheid en koude, ze probeert een dokter op te bellen. Het Rode Kruis brengt wat soep. Niets is hier geregeld, de mensen worden compleet aan hun lot overgelaten. Ze krijgen nog geen informatie, veel mensen hebben niet eens een stoel om op te zitten. Een oude Russische vrouw klampt me aan. Wat moet ik doen, vraagt ze ? Ze begrijp er niets van.
Een Congolees klampt me aan. Hij toont een formulier waarop staat ‘aanmelden op 5 januari’. Vandaag dus. Hij vraagt wat hij ermee moet doen. Ik heb geen flauw idee, en nergens een verantwoordelijke te zien aan wie ik het zou kunnen vragen. Andere mensen tonen me hun formulier. Op vele formulieren staat ‘4 januari’ op, mensen die gisteren moesten komen, maar die niet aan de beurt zijn gekomen. DVZ speelt met de mensen hun voeten. Er zijn tientallen mensen die een formulier zonder datumvermelding gekregen hebben, anderen hebben helemaal geen formulier gekregen. Niemand die iets van de situatie begrijpt.
Om 8.30 komen er twee bussen met vluchtelingen aan, die de nacht hebben doorgebracht in het militair kamp in Elsenborn. Ze hebben maar een paar uur kunnen slapen. De meesten komen hier al een paar dagen vruchteloos wachten. ‘Over de grenzen heen’, zo luidt de reclameslogan van de busmaatschappij op de zijkant van de bus. Cynischer kan niet.
Rond 8.45 roept een ambtenaar van DVZ door een megafoon dat iedereen naar buiten moet. Tientallen mensen troepen in de regen buiten samen. Na een tijd worden ze een per een binnengelaten in een tent die wat opzij staat, onder toezicht van de politie. Daar worden ze getrieerd. Sommigen krijgen een geel formulier. Dat zijn diegenen die vandaag nog gehoord worden op DVZ. Een medewerker van DVZ vertelt dat vandaag stante pede over hun lot wordt beslist. Maar de meesten krijgen een wit formulier, waarop staat ‘Maandag opnieuw aanmelden’. ‘Wat moet ik nu doen, vraagt een verbijsterde vluchteling, ‘waar moet ik vannacht slapen ?’.
Ik vraag aan iemand van DVZ hoe ze de vluchtelingen selecteren. De families met kinderen hebben voorrang, zegt de vrouw. Maar de meeste gezinnen zijn in de tent blijven zitten, dat is zo duidelijk als wat, ze zoeken beschuttingen tegen regen en koude. Rondvraag leert dat in werkelijkheid naar de nationaliteit gevraagd wordt. Wie uit de Balkan of Oost-Europa komt, krijgt een geel formulier, de Afrikanen moeten maandag terugkeren. Op die manier zetten ze de vluchtelingen tegen elkaar op.
Er zijn hier mensen die al voor de derde dag op rij komen, en nog worden die mensen niet gehoord, waarom kan dat niet anders georganiseerd worden, vraag ik een medewerkster van DVZ. Het zijn er teveel, we kunnen dat niet organiseren, krijg ik als antwoord. In België, een van de meest ontwikkelde landen van de wereld, aan de drempel van het derde millenium, is het onmogelijk om woongelegenheid te vinden voor een paar honderd mensen ? Wat gaat de regering doen als er bij ons een keer een ramp gebeurt zoals in Enschede ? De mensen ook in drijfnatte tenten steken, met alleen een kom soep ?
De verhalen die je in de tenten te horen krijgt, grijpen je naar de keel. Dit zijn geen avonturiers die hier van het OCMW komen profiteren. De mensen willen werken voor hun boterham, hard werken. Dat hoor ik verschillende keren : ‘we zijn hier niet om te profiteren, meneer, we hebben geen andere keus’. Een Afrikaanse man toont me de littekens op zijn achterhoofd en nek. Gemarteld. Een ander is in een camion in België gearriveerd, heeft veel geld daarvoor neergeteld. In de hoop hier werk te vinden, en zijn gezin te kunnen onderhouden.
‘Nog drie Russische gezinnen, we zijn bijna rond’, hoor ik een DVZ’er zeggen. Ze nemen duidelijk die mensen die ze gemakkelijk direct onontvankelijk kunnen verklaren, die direct kunnen uitgewezen worden. Korte tijd later is de klus effectief al geklaard. Geen gele formulieren meer, klinkt het bij DVZ, we kunnen er niet meer aan voor vandaag. De rest moet maar maandag terugkeren. Er zitten nog vele tientallen mensen in de tenten. Waar moeten die straks naartoe ?
Kom maandagmorgen uw solidariteit betuigen aan de tenten. In de laan rechtover de uitgang van het Noordstation. Vanaf 7.30 uur.