Extreem-rechts en ecologie, een gedwongen huwelijk? by Raf Grinfeld Friday November 03, 2000 at 09:55 AM |
Vrijbuiter, Tekos en Gwenved zijn Vlaamse Nieuw-rechtse tijdschriften waarin gepoogd wordt racistische ideëen aan ecologie te koppelen.De vermenging van extreem-rechts met ecologisch gedachtengoed roept onvermijdelijk vragen op. In welke mate zijn de twee compatibel? Hoe is zoiets mogelijk? En zijn er veel gelijkenissen tussen de ideëen van Vrijbuiter (of soortgelijke groepen) en sociale of weinig reactionaire ecofilosofie en -praktijk?
Ecologisch conservatisme
Rechts en extreem-rechts kunnen we doorgaans aanmerken als duidelijk anti-ecologisch. Er wordt veel steun geboden aan de vrije markt of industrialisme en de daarbij horende sterk natuurvernielende praktijken. Ook militarisme en ecologie zijn weinig compatibel vermits oorlogen al aardig wat milieurampen hebben veroorzaakt, zeker wanneer er gebruik gemaakt wordt van hoogtechnologisch materiaal als kernwapens. Binnen rechts als geheel vervult de conservatief-ecologische stroming aldus een minderheid. Toch hadden de Nazi’s ook al een bijzondere belangstelling voor de milieuproblematiek. “In vele variëteiten van het Nationaal-socialistisch wereldbeeld waren ecologische thema’s gelieerd aan traditioneel agrarisch romanticisme en vijandschap tegenover stedelijke beschaving, allemaal draaiend rond het idee van worteling in de natuur.” (Peter Staudenmaier, 1995)
Deze conservatieve houdingen speelden een belangrijke rol in het ontstaan van een ecologische beweging en blijven ook vandaag kenmerkend voor de rechts-ecologische stroming. Wanneer groene rechts-conservatieven stellen dat ze zich ook graag beroepen op een aantal linkse ideëen, valt het vooral terug te brengen op deze houdingen.
Het streven naar kleinschaligheid, scepsis t.o.v. wetenschap en technologie, ingaan tegen verstedelijking en het verwijzen naar een boerenproletariaat om een maatschappelijke revolutie te bewerkstelligen zijn allemaal zaken die we zowel bij anarchisme als bij rechts-conservatisme terugvinden. Daarom verwondert het mij niet dat Vrijbuiter zegt de links-rechts tegenstelling te willen overstijgen, met de nodige dosis anarchisme. Al gaat het hier vooral om misbruik van het anarchisme. Of dat er door Guy de Martelaere en andere Vrijbuiters graag verwezen wordt naar het “green anarchism for the politically incorrect” van Richard Hunt, die ons graag zou zien terugkeren naar samenlevingsvormen in stamverband.
Guy de Martelaere
De Martelaere is ongetwijfeld de belangrijkste groen-rechtse ideoloog van Vlaanderen. Hij heeft een eigen tijdschrift, dat luistert naar de naam “Gwenved”. Het betekent zoveel als “de blanke wereld” in het Bretoens, of nog: het paradijs, de onbekende en onnoembare basis van alles. Uit de naam blijkt al een interesse voor mystiek, wat bij de Martelaere tot uiting komt in een sterke interesse voor Oosterse filosofie. Hij organiseert vaak meditatieve wandelingen en op het Chinese Taoïsme gebaseerde energieoefeningen.
Hij noemt Gwenved ‘een nieuwsbrief over mystiek en spiritualiteit, natuur en ecologie en “tribale”, d.w.z. stabiele, kleinschalige en traditiegerichte samenlevingen.’ De Martelaere gelooft dat we de “eigenlijke mystiek-spirituele dimensie van tao” volop betreden wanneer we zogenaamd bewust energie kunnen uitwisselen (d.w.z. het opnemen en afstaan) met respectievelijk de aarde en de kosmos.
Echte ecologie is voor hem in grote mate handelen in overeenstemming met de natuur. De normen en wetten van de natuur zijn erg bepalend voor het menselijk gedrag wanneer men ecologisch wil handelen, de mens moet dus geworteld zijn in die natuur. Hij moet er een mystieke eenheid mee ervaren.
Dit ophemelen van de niet-menselijke natuur gaat samen met een denigreren van het mensdom. Volgens de Martelaere moeten we zo onmenselijk mogelijk zijn. “De natuur is ziek en die ziekte heet mens. Durven kiezen voor de natuur en tegen de mens, dat is pas ECHT ecologist zijn.” Als ooit de mensheid uitsterft door eigen dwaasheid zou er een zucht van verlichting door de natuur gaan. De Martelaere wil dan ook de wereldbevolking drastisch inkrimpen. Hij is tevens zeer verdraagzaam tegenover, en zelfs voorstander van, abortus en euthanasie. Hij gelooft niet in een mentaliteitswijziging van de mensheid om de ecologische problemen op te lossen. De natuur zal zelf het recht in eigen handen nemen en de mens via allerlei catastrofes dwingen tot een schaalverkleining. Voorlopers van dergelijke catastrofes manifesteren zich vandaag al: kernontploffingen, ziektes ten gevolge van de chemische industrie, de steeds toenemende psychische ontaarding van de mens die leidt tot steeds meer zinloos geweld en de aids-epidemie. Aids is volgens hem ook voor een stuk het gevolg van homoseksueel gedrag, dat hij als onnatuurlijk beschouwt. De Martelaere wil homogene gemeenschappen en culturele diversiteit zoveel mogelijk bewaren. Heterogeniteit in gemeenschappen leidt tot samenlevingsproblemen. Een echte immigratiestop vidt hij noodzakelijk, de uitwijzing van de migranten die hier aanwezig zijn ook. Wanneer een gezonde samenleving bedreigd wordt door inwijkelingen vertoont ze bepaalde afstotingsverschijnselen, hij spreekt daarbij over “xenofobie”. Volgens hem worden trouwens bij dieren en in primitieve samenlevingen nooit grote groepen vreemdelingen toegelaten, alleen enkelingen worden eventueel in de gemeenschap opgenomen.
Zijn grote voorbeeld is de Britse denker Edward Goldsmith, stichter van The ecologist en geliefd spreker op extreem-rechtse congressen. Sleutelwoorden bij de Martelaere zijn : bevolkingsvermindering, radicale decentralisatie en anti-technologie. Het leven op onze planeet kan zichzelf niet rijkelijk ontplooien onder de druk van bevolkingsexplosie, verhoogde productie en consumptie of een bepaalde opvatting over mensenrechten en de mondialisering van het leven.
Dat alles moet dan ook snel en drastisch ingeperkt worden. Het recept voor duurzaam overleven, voor mens en de rest van de natuur, is volgens hem :
‘kleinschalige, autochtone, stabiele samenlevingen (“dorpen”) die nauw verbonden met en in de natuur leven en die, vermits het hun “eigen” natuur is, automatisch met die natuur ook zorgzaam omspringen’. Hij noemt dit “echte ecologie” of “diepteëcologie”. De factoren die het leven op onze planeet beletten zichzelf rijkelijk te ontplooien als onvermijdelijk beschouwen is volgens de Martelaere kenmerkend voor “pseudo-ecologie”.
Heidendom
Binnen groen-rechtse kringen bestaat vaak de neiging om zich te beroepen op het heidendom. Het zogenaamde paganisme of heidendom is ook een stokpaardje van Vrijbuiter-medewerker Koen Logghe. Hierbij wordt verwezen naar religies die de natuur als heilig en bezield ervaren, die het goddelijke gemanifesteerd zien op aarde. Het hindoeïsme, de natuurreligie van de Noord-Amerikaanse indianen en de oude Germaanse religies zijn paganistisch. Volgens De Morgen-journalist Jan De Zutter (1999) is er sprake van een Europees netwerk van nieuw-rechtse, heidense groeperingen dat in alle discretie de partijen voorziet van een traditionele, racistische, inegalitaire en sterk anti-christelijke ideologie. Het Vlaams Heidens Front, dat openlijk het Vlaams Blok steunt, beschouwt het paganisme als meer dan een religie, het is ook een levensfilosofie en een morele code: “Heidenen dragen trouw hoog in het vaandel, trouw aan kameraden, geloof en idealen, respect voor de natuur, de eigen geboortegrond (Vlaanderen) en cultuurbewustzijn”. De Zutter schreef er onlangs ook een boek over:
“Heidenen voor het Blok.”
Rechts-radicale heidenen pleiten ook voor de bevrijding van Europa door komaf te maken met het joods-christelijke, voor een doeltreffende defensie en voor een sterk, zogenaamd verantwoord leiderschap dat de bevolking dient en de banden legt tussen de mens en de vaderlandse bodem, dat de eenheid, de loyauteit, de religie en de cultuur versterkt.
De Martelaere vindt het heidendom belangrijk als (emotionele) inspiratiebron, op voorwaarde dat het ruim wordt gedefinieerd als de pre-christelijke spiritualiteit in het algemeen. Hij beschouwt de heidense ideëen van godsdienstwetenschapper Koen Logghe als authentiek en steunt ze dan ook, maar vindt het meeste inspiratie in de Oosterse meditatieve tradities. Logghe daarentegen beroept zich op het oorspronkelijke en voorchristelijke Europese heidendom.
Het wordt beschouwd als een levensbevestigende religie, een levenswijze in en met de natuur, een spirituele weg tot zelfrealisatie door middel van een bewust één worden met de natuur. Heidendom wordt ook in alternatieve, linkse kringen vaak geapprecieerd. En het gevaar bestaat dat zo’n op zich weinig schadelijk vertrouwen in ecologische en andere progressieve mystiek een legitimatie begint te vormen voor nationalistische mystiek en worteling in de eigen volksgemeenschap.
Diepte-ecologie
De Martelaere beroept zich dus op heidendom en Oosterse wereldbeelden als het taoïsme. Daarmee staat hij zeker niet alleen binnen de ecologische beweging. Zo is de invloedrijke diepte-ecologie eveneens in grote mate geïnspireerd door deze en andere mystieke wereldbeelden. Daaruit volgt een streven naar “kosmische eenheid”, waarmee men een “ecologisch bewustzijn” wil bereiken.
Alhoewel de Martelaere er een extremistische vorm van diepte-ecologie op na lijkt te houden moeten de overeenkomsten met de gematigde vorm van dit ecologisch denken (o.a. de ideëen van Arne Naess en Dave Foreman) duidelijk zijn.
Ecofascisme, diepte-ecologie en andere reactionaire groene stromingen verliezen zichzelf vaak in anti-menselijkheid of misantropie, verwerpen graag de rede en objectiviteit of schuiven soms de schuld voor ecologische problemen af op immigratie van “vreemdelingen”.
In een themanummer van Tekos (nr. 78, in 1995) over “GroenRechts?” valt op hoeveel aandacht er besteed wordt aan ideëen die ook ingang vinden binnen de diepte-ecologie. “Deep ecology”, om de meer gangbare term te gebruiken, benadrukt in grote mate het belang van levensstijl-veranderingen en andere subjectieve factoren als het eigen al dan niet religieuze wereldbeeld. Het onderkent weinig of niet het feit dat de ecologische crisis veroorzaakt wordt door allerlei objectieve, sociale oorzaken: kapitalisme, sociale hiërarchie , het voortbestaan van natiestaten, enz.
Daarmee gelooft het ook niet in het sociaal en politiek engagement om deze maatschappelijke problemen aan te pakken. Erg links is de diepte-ecologie dus allesbehalve en daarom kan het ons niet verwonderen dat de Martelaere en zijn nieuw-rechtse companen van Tekos er een sterke interesse voor hebben. De deep ecology spreekt de Martelaere naar eigen zeggen aan omwille van het spirituele aspect, maar blijft te eenzijdig filosofisch.
De authentieke, gematigde, diepte-ecologie is wel te vinden voor een drastische inkrimping van de wereldbevolking, is anti-humanistisch en vaak misantropisch, anti-christelijk en voorstander van het streven naar “kosmische eenheid”. “Ecologisch” bewustzijn moet verworven worden door een mystieke mengvorm van heidense en Oosterse wereldbeelden aan te nemen. Deep ecology drijft een wig tussen mensheid en de andere vormen van natuur door de ecologische crisis te beschouwen als iets dat in grote mate het resultaat is van “antropocentrisme”, het plaatsen van de mens in het centrum van de gedachten. Daarbij neemt het soms sterk asociale en misantropische vormen aan.
Maar de oorzaken van de ecologische crisis zijn daarentegen fundamenteel sociaal van aard. “De totstandkoming, door de geschiedenis heen, van hiërarchieën, klassen, staten en uiteindelijk de markteconomie en het kapitalisme zelf zijn de sociale krachten die, zowel ideologisch als materieel, de huidige plundering van de biosfeer geproduceerd hebben.” (Janet Biehl, 1995) Ook blijkt de waarde van de mensheid volgens diepte-ecologisten in theorie niet meer te zijn dan die van het mierendom, vermits alle wezens dezelfde inherente waarde hebben. Een gevaarlijk idee. Vermits de gedachtes van de deep ecology, natuurmystiek, nationalisme en subjectivisme of zin voor irrationaliteit ook vaak binnen links aanwezig zijn, dreigt dit deel van links gevaarlijke, rechtse ideëen meermaals te legitimeren. Daarmee kan ecologisch rechts misschien uiteindelijk bereiken waar het op uit is : een groot deel van de ecologische beweging en haar gedachtengoed recupereren. Zo’n recuperatiepoging stopt niet bij landsgrenzen, ook Nederlanders zullen dus waakzaam moeten zijn t.o.v. Vlaams Nieuw-rechts.
Bronnen:
Janet Biehl en Peter Staudenmaier. Ecofascism: lessons from the German experience. AK Press, 1995. Edinburgh, San Francisco.
Green Perspectives. A Social Ecology Publication, Number 33. October 1995.
Burlington (Vermont).
TeKoS. Teksten, kommentaren en studies. nr. 78/1995. GroenRechts? Stichting Deltapers vzw. Wijnegem.
Thesis van Mien De Graeve. Universiteit Gent, 2000.
4. Tips voor surftrips.
Om meer te weten over de milieufilosofe Vandana Shiva en haar rol binnen de linkse antiglobaliseringsbeweging, surf naar:
http://www;melbourne.indymedia.org/display.php3?article idP27
http://s11.org
http://www.ecofem.org
wie heeft er baat bij de anti-vrijbuiterhetze? by vrijbuiter Monday September 10, 2001 at 09:11 PM |
Het is 'bon ton' bij een bepaalde linkerzijde om Vrijbuiter! systematisch op één hoop te keren met al wat er aan onfris extreem-rechts gedoe in Vlaanderen rondwaart. Hun argument? Het verleden van bepaalde tenoren binnen de Vrijbuiter. Steevast wordt er teruggegrepen naar feiten van zoveel jaar geleden, om de discussie toch maar niet te moeten aangaan. Nu, het klopt uiteraard dat een deel van de Vrijbuiter!-aanhang zijn wortels heeft in de traditionele Vlaamse Beweging. Dat is geen geheim. Maar wat sommige mensen echter niet willen of kunnen begrijpen, is dat ook vanuit dat traditioneel Vlaams-nationalisme mensen of groepen geëvolueerd kunnen zijn naar een identiteitsbesef dat zichzelf bevraagt en laat bevragen. Het getuigt van weinig fair-play om blind te blijven voor de lange weg die Vrijbuiter! heeft afgelegd. Me dunkt dat Vrijbuiter! het verdient om beoordeeld te worden op basis van wat het is, doet en schrijft.
Maar erger dan de vaststelling van deze kortzichtige anti-houding is het feit dat bepaalde groepen afwezig blijven in de strijd om Doel, enkel en alleen omdat ze niet willen samenwerken met de stoute jongens van de Vrijbuiter!, die daar inderdaad nogal actief zijn. Mag ik dit ongelooflijk vinden? We beleven met Doel hier in ons eigen land één van de meest manifeste gevolgen van de globalisering (dat men ons nu bovendien met een totalitair nooddecreet door de strot wil rammen), maar een bepaalde hyperpolitiek-correcte kaste komt niet verder dan een kortzichtig politiek welles-nietes-spelletje over de zuiveren en de niet-zuiveren. Dat daarmee de pap in de mond van de havenlobby wordt gelepeld, daar schijnt men zich dan weer niet veel van aan te trekken. Ik kan alleen maar hopen dat er zo spoedig mogelijk een einde komt aan deze toch wat zielige toestand, en dat er zeer binnenkort weer een eensgezind front in Doel kan staan. Omdat het nodig is!