arch/ive/ief (2000 - 2005)

In ons dagelijks telefoongesprek met Eugène Van Haaren, medewerker van Milieudefensie,die de klimaatconferentie bijwoont, wond volgens hem, de voorzitter van de conferentie Milieuminister Pronk er geen doekjes om dat het Kyoto-protocol uit '97 uitgevoerd moet worden.
Ook was er op de eerste dag van de conferentie al enorme spanning voelbaar tussen Europa en VS.
Volgens Pronk zal er in Den Haag op het scherpst van de snede gevochten worden om te bepalen hoe landen het terugdringen van hun CO2-uitstoot met vijf tot acht procent tegen 2012 mogen realiseren.
Volgens deskundigen is het allang duidelijk dat men tegen 2O5O reducties van zestig tot zeventig procent moeten halen.
Daarom is Pronk zo gebrand op een akkoord :"Als dit niet lukt dan kunnen we wel ophouden over het vervolg."
Volgens Pronk zijn er vier belangrijke knelpunten. Een ervan is de zogenaamde joint implementation of gezamenlijke uitvoering van de vermindering van broeikasgassen. Overheden en bedrijven uit het ene land kunnen samenwerken met andere landen om daar de uitstoot te beperken. De vermindering komt dan terecht op het conto van het land dat het initiatief neemt. Maar hoeveel CO2-reductie mogen landen in het buitenland verwezenlijken? "Als ieder land zijn reductie van broeikasgassen in het buitenland wil verwezenlijken, dan gebeurt er niks".
Pronk heeft ook bedenkingen bij het enthousiasme van sommige landen over de zogenaamde sinks, de capaciteit van bossen om CO2 op te nemen. Vooral voor landen met veel bos is het een manier om hun doelstelling gemakkelijk te halen. "Westerse bedrijven die snel groeiende eucalyptusplantages aanleggen in pakweg Uganda, dat kan niet", vindt Pronk.
"Wij zijn er nog niet helemaal uit of ontwikkelingslanden en rijke landen aan klimaatverplichtingen mogen voldoen door aanleg van nieuwe bossen in eigen land", aldus Pronk. Met name de VS en Canada zullen in Den Haag zwaar inzetten op dit mechanisme. Pronk was het eens met vele ngo's dat het tegengaan van ontbossing veel efficiënter is om CO2-uitstoot te beperken dan nieuwe bossen aan tel leggen. Tien procent van alle uitstoot van dit broeikasgas wordt immers veroorzaakt door bosbouw of bosbrand.
Pronk vindt dat ook ontwikkelingslanden op een gegeven moment moeten gaan meedoen. "We moeten hen in staat stellen om later mee te doen, door hen nu al op weg te helpen", vindt Pronk. En volgens de milieuminister is dat laatste tot op heden niet gebeurd. "Vanaf 2O2O zal het Zuiden mee moeten doen.
Anders zijn de huidige afspraken en maatregelen weggegooid geld. Toch denk ik dat we daarover in Den Haag nog niet moeten onderhandelen. Dat zou op dit moment te veel wantrouwen veroorzaken bij ontwikkelingslanden."
"Vergeet niet dat de rijke landen aan de basis liggen van de broeikaseffect, dat vooral de derde wereld bedreigt".
Pronk ziet ook problemen op vlak van de controle. "Hoe weet je nou of een land zijn beloftes daadwerkelijk nakomt."
De regeringen moeten hun parlementen kunnen vragen om Kyoto te ratificeren. En dat zou moeten gebeuren tussen de klimaatconferentie in Den Haag en de VN-milieuconferentie Rio+10, die in 2OO2 plaatsvindt.

Bron : Eugène van Haaren, milieudefensie
De Morgen, Hans van Scharen ( 14/11/00)
Blad : Internationale Samenwerking

Luc Schrijvers