arch/ive/ief (2000 - 2005)

Het probleem van hoge brandstofprijzen waar Europa mee kampt, illustreert de macht van de Amerikaanse politiek over de wereldeconomie. Geen schaarste, maar wel de spelletjes rond de Amerikaanse presidentsverkiezingen hebben de olieprijs de hoogte ingejaagd. Die situatie kan alleen maar verergeren als de Verenigde Staten hun greep op de oliemarkt verstevigen.
Dat vertelde Abdul Razzaq El-Hashimy, voormalig Iraaks minister van wetenschapsbeleid en ten tijde van de Golfcrisis ambassadeur van zijn land bij de Verenigde Naties, aan een delegatie van SOS Kinderen Irak (Nederland) en Geneeskunde voor de Derde Wereld (België). De groep was in september op bezoek in Irak.
Het gesprek ging over het nu al tien jaar aanslepende embargo. Dat werd ingesteld na de annexatie van Koeweit, officieel als dwangmaatregel om Irak in de pas van het internationale recht te doen lopen. Maar de handhaving ervan heeft alles te maken met de Amerikaanse wil om de aanzienlijke Iraakse olieproductie te controleren.
"Er zijn vier landen", legde El-Hashimy uit, "die de wereld de komende vijftig jaar van voldoende olie kunnen voorzien. Irak is er één van, de andere drie staan al onder invloed van de Verenigde Staten. Als de VS erin slagen ook de Iraakse olieproductie onder controle te krijgen, dan zal de 21ste eeuw de eeuw van de Amerikanen worden."
Dat zulks de bedoeling is van de Amerikaanse overheid, en dat het embargo tegen Irak in die doelstelling kadert, daar twijfelt El-Hashimy niet aan. "De VS willen de Iraakse olie. En ze geven er geen moer om hoe zij dat doel zullen bereiken. Ook niet als hun bedoelingen ondertussen vijfhonderd Iraakse kinderen per maand de dood injagen."
Opheffen van het embargo, stelde El-Hashimy, dient dus ook Europa's eigen belang. Het zou een verstandige zet kunnen zijn om de Amerikaanse plannen te temperen, naast een morele keuze voor het welzijn van het Iraakse volk.