arch/ive/ief (2000 - 2005)

De Windmolen van Oxfam-Wereldwinkels : een pilootproject voor de 21ste eeuw.
by persberich van Oxfam posted by han Tuesday November 07, 2000 at 06:14 PM

Enkele weken geleden, toen we met de neus gedrukt werden op de 'energiecrisis' gingen heel wat stemmen op om nu eens echt werk te maken van alternatieve energiebronnen. Windenergie, bijvoorbeeld. Oxfam-Wereldwinkels heeft noch op deze, noch op energiecrisissen die zullen volgen, gewacht om de daad bij het woord te voegen.

Sinds 1997 gepland, is het midden-november zover: dan wordt "onze" windmolen opgericht en ronden we de realisatie van ons Ecobedrijfsgebouw voor de 21ste eeuw af. We schrijven hiermee geschiedenis. Spijtig dat de buurtbewoners van de Nijverheidsstraat onze uitgestoken hand om die geschiedenis samen te schrijven niet hebben opgepakt en dat ze zelfs beslist hebben acties op te zetten tegen de komst van de windmolen. Tegen de desinformatie die meer en meer de ronde begint te doen, wensen we hierbij de puntjes op de i te zetten.

We hebben er nooit een geheim van gemaakt dat een windmolen gepland werd. Van bij de eerste ontwerpen was hij voorzien. Zo bijvoorbeeld op de presentatie aan onze Algemene Vergadering op 30 augustus '97 waarop ook buurtbewoners uitgenodigd en aanwezig waren. De bouwaanvraag die we indienden kreeg gunstige adviezen van de bevoegde stadsdienst en het College van Burgemeester en Schepenen (zitting van 20.05.1998) én van de provinciale overheid, maar werd afgewezen door de gemachtigde ambtenaar van AROHM, de Administratie voor Ruimtelijke Ordening. Geargumenteerd werd dat de hoogte van de molen: 30 m. (pyloon) + 6 m. (wieken) niet conform het BPA was. Wij gingen in beroep tegen het besluit van AROHM. De gunstige adviezen van stad en provincie werden opnieuw vastgesteld en ook de gewestelijke overheid sloot zich daarbij aan. Uiteindelijk leidde dit tot de definitieve toekenning van bouwvergunning door toenmalig Minister van Ruimtelijke Ordening Stevaert.

Ook al is er geen enkele wettelijke of reglementaire verplichting, toch hebben we steeds gesteld dat de windmolen er maar kon komen als hij geen geluidshinder zou teweeg brengen voor onszelf en voor de buren. Onze architecten hebben meer dan 12 maand gezocht en vergeleken om het beste type windmolen te selecteren. De Nederlandse windmolenbouwer H-Energiesystemen kan ons een kleine molen aanbieden die ze - leuke bijkomstigheid - geconcipieerd hebben voor ontwikkelingslanden: goedkoop, eenvoudige technologie en makkelijk in onderhoud, lichte wieken die bovendien het voordeel hebben geen lawaai voort te brengen. De enige bron van geluid is het mechanisme dat de generator aandrijft. Met de constructeur werd afgesproken dat bijkomende rubberen aanhechtingen zouden gebruikt worden en dat het geheel akoestisch zou geïsoleerd worden. Een primeur.

Pas nadat we al die garanties hadden, namen we een optie op de windmolen, en bestelden we de fundering.

Om een wetenschappelijke simulatie van het geluid te maken, gebruikten we reële geluidsmetingen die in Nederland zijn verricht voor een gelijkaardige molen, die evenwel niet de bijkomende akoestische bescherming had. Ter hoogte van de dichtstbijzijnde buren, op 65 meter van de windmolen, zou volgens de simulatie nog 27,2 dB geluid waargenomen worden.

Eerder had de provinciale milieudienst Oost-Vlaanderen op onze vraag metingen uitgevoerd naar het nu reeds bestaande omgevingsgeluid. Daaruit blijkt dat op het stilste moment van de nacht (in casu een woensdagnacht tussen 23 en 24u.) het laagst gemeten omgevingsgeluid 30.8 decibel bedroeg. Dit betekent dat het geluid van de windmolen aan de achtergevel van de dichtstbijzijnde buur (of zijn venster, voor wie 's zomers bijvoorbeeld met open raam wenst te slapen) overstemd zal worden door het omgevingsgeluid (van ruisende bomen, het lawaai van wegen en spoorwegen in de verte en nabij etc.)

Op 18 juni j.l. legden we voor de buurtbewoners een bus in om een gelijkaardige (nog kleinere, lager opgetrokken en niet akoestisch geïsoleerde) molen te bezoeken in OLV-Waver nabij Mechelen. 5 buren maakten de uitstap mee. De voornaamste conclusie was dat op bepaalde momenten in het jaar de slagschaduw van de wieken een storend ("stroboscopisch") effect kan hebben. Opnieuw lieten we een wetenschappelijke simulatie maken voor de concrete inplanting van onze windmolen. Daaruit blijkt dat volgens het meest ongunstige scenario voor een zestal huizen maximaal gedurende 0.44 % van de tijd van het jaar zich mogelijks een probleem kan stellen. Voor een tiental andere huizen daalt dat percentage naar 0.10 %.

We engageerden ons - schriftelijk - naar de buren om op de schaarse momenten in het jaar dat het probleem zich zou kunnen stellen én dat er zonneschijn én wind voorspeld zou worden, de molen vrijwillig uit te schakelen.

Omdat de groep buren met wie we in dialoog waren nog steeds niet overtuigd was van onze goodwill deden we vervolgens volgend voorstel: - alle eventuele klachten zouden volgens een samen af te spreken procedure worden geregistreerd en er zou binnen de 10 dagen gevolg aan gegeven worden. - aan drie in gemeenschappelijk overleg aan te duiden onafhankelijke personen met onbetwistbaar gezag zou worden gevraagd om te beoordelen of Oxfam-Wereldwinkels zich aan haar engagement hield. - we waren bereid ons, zowel tegenover de buren als tegenover de "scheidsrechters" contractueel te engageren om aanpassingen te doen indien nodig en, als de drie onafhankelijke "scheidsrechters" bij meerderheid tot de conclusie zouden komen dat de windmolen weg moest, we hem dan effectief zouden verwijderen. We vroegen enkel 12 tot 15 maand de tijd om, in geval buiten alle verwachtingen toch problemen zouden rijzen, desgevallend bijkomende afstellingen te kunnen realiseren.

Het heeft ons verbaasd en ontgoocheld dat dit ernstige en vergaande voorstel zelfs geen basis voor verder gesprek kon zijn. We betreuren dit omdat het een enige mogelijkheid was om samen, in dialoog en overleg, de uitdaging aan te pakken om effectief te komen tot een windmolen die geen objectiveerbare hinder zou veroorzaken.

Op een laatste contact met de buurtbewoners onder voorzitterschap van de heer Frank Vandepitte van de Buurtraad Dampoort werd ons nog één tegenvoorstel gedaan. Men vroeg ons een nieuwe ellenlange bouwtoelatingsprocedure op te starten en daarbij o.m. de omzendbrief van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 te volgen. We zijn hierop niet ingegaan omdat de bestelling ondertussen geplaatst was en financiële engagementen waren aangegaan, maar vooral omdat deze omzendbrief sowieso niet van toepassing is voor een kleine windmolen van slechts 25 kW, en bijvoorbeeld spreekt van windmolens van 600 kW tot 1500 kW.

Op de achtergrond van deze discussie is er überhaupt een debat over zin en onzin van windmolens. Waarom wil Oxfam-Wereldwinkels een windmolen plaatsen, en is dat dan verantwoord? Uiteraard hebben we hier lang over nagedacht, en ons standpunt is als volgt.

Wil ons land de fameuze Rio- en Kyoto-doelstellingen rond verlaging van CO2-uitstoot realiseren, dan zijn niet alleen studies en woorden (en acties, zoals enkele waaraan we als lid van VODO mee participeerden) nodig, maar ook daden: concrete projecten waaruit kan geleerd worden. Windenergie is één van de weinige economisch verantwoorde alternatieven die op dit ogenblik beschikbaar zijn. Ons was het niet te doen met miljoenen subsidies een nog ongrijpbaar futuristisch project (bijvoorbeeld met fotovoltarische cellen) te realiseren. We willen bewijzen dat met betaalbare, op dit ogenblik reëel beschikbare, alternatieven al een heel eind kan afgelegd worden. Zo zou onze windmolen in zo'n 85% van onze elektriciteitsbehoefte kunnen voorzien. Specialisten zeggen ons dat de uitdaging waar de bouwwereld de volgende 10 jaar voor staat er in bestaat gebouwen te realiseren die zonder fossiele brandstoffen (gas of mazout) kunnen verwarmd worden. Vergaande isolatie gecombineerd met het zelf opwekken van energie staat daarbij centraal. Windmolens (in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw) zullen daarbij een belangrijke rol spelen.

Willen we kernenergie en fossiele brandstoffen terugdringen, dan zullen hoe dan ook heel wat windmolens moeten opgetrokken worden binnen de schaarse ruimte die we beschikbaar hebben. Energiedeskundigen zijn het er over eens dat de toekomst van de windenergie er een is van combinatie van grootschalige windmolenparken en kleinere die gekoppeld zijn aan het verbruik in de onmiddellijke omgeving (om transportverliezen te vermijden en de proliferatie van hoogspanningspylonen terug te dringen). Daarbij wordt niet gepleit voor windmolens in elke achtertuin (dat zou trouwens technisch niet mogelijk zijn) wel voor zo'n 30 à 50 zinvolle realisaties, over heel Vlaanderen in een tijdsperspectief van 5 à 10 jaar.

Het is daarom en omwille van hun expertise dat Ecopower mee betrokken is bij dit project, meer bepaald als financier. Ecopower is ervan overtuigd dat naast hun project van o.m. 3 grote molens (tot 1.800 kW) in Eeklo de toekomst ook is aan kleinere windmolens. We zijn aldus, samen met het project in Eeklo, deelgenoot van de alternatieve "groene stroom" die in Vlaanderen (van onderuit) wordt opgebouwd, o.m. als druk op Electrabel die zich slechts schoorvoetend op dit pad begeeft (ook al zien we ook hier de laatste tijd een evolutie ten goede).

Bij het opzet om, waar zinvol en mogelijk, ook kleine windmolens met beperkt vermogen te installeren, is een belangrijke voorwaarde dat de hinder voor de omgeving verwaarloosbaar dient te zijn. Ook in functie van deze bekommernis is dit windmolenproject van belang. Zoals het standpunt van de Buurtraad het onlangs treffend verwoordde: "Een windmolen: ja, graag. Lawaaihinder en slagschaduw: nee, bedankt". We hadden het niet beter kunnen formuleren: we zijn het volledig eens met deze stelling. Het pilootkarakter van het project bestaat er in dat we de haalbaarheid van de stelling willen toetsen: een windmolen met al zijn goede kanten en zonder lawaai of slagschaduw: daar gaan we voor.

Of windmolens (zoals op de affiche staat) "in een woonbuurt" kunnen? Deze windmolen zal in een zone voor niet-hinderlijke bedrijven komen, naast een woonbuurt waar slechts een vijftiental huizen gedurende slechts enkele uren per jaar mogelijks een minimale hinder zullen hebben (bijvoorbeeld van de slagschaduw van de pyloon die inderdaad niet te vermijden is). Als we er in slagen, dat die woonbuurt noch geluidshinder noch bewegende slagschaduwen van wieken zal te verwerken hebben, zal wat ons betreft, de uitdaging gerealiseerd zijn, en zullen we een nieuwe stap hebben gezet in het complementair samengaan van woon- en werkfunctie in een zelfde omgeving.

Of "prestige" ons drijft (zoals boze tongen beweren)? Neen, maar we zijn wel fier dit uniek pilootproject te kunnen realiseren. Het zal model staan voor bedrijfsgebouwen in het volgende decennium. Een studie van het Nederlandse Bureau NIBE kwam tot de conclusie dat "ons" gebouw van alle bestudeerde eco-bouwprojecten in de privé-sector in de Benelux het hoogst scoort. Dit is m.a.w. niet zomaar een gebouw (dat voor ons al dagdagelijkse kost is geworden). Neen, dit is een geïntegreerd en toonaangevend project dat bijvoorbeeld door niemand minder dan de Vlaamse bouwmeester bOb Van Reeth wordt aangewezen als een lichtend voorbeeld van hoe ook de overheid met Duurzaam Bouwen zou moeten omgaan.

De Vlaamse overheid heeft het project trouwens erkend als demonstratieproject en laat de resultaten nauwgezet opvolgen door het alom gerespecteerde VITO. Voor zover we de vooropgestelde resultaten behalen, zullen we 35 % toelagen ontvangen (op een totale factuur van een kleine 3 miljoen fr.). Ook die erkenning, en verantwoordelijkheid, willen we niet beschamen.

We hadden rond de windmolen graag met de buren samengewerkt, samen gezocht naar de beste oplossing. We hadden gehoopt dat ons argument zou gehoord zijn dat dit uniek project mee zou bijdragen tot een verdere opwaardering van de omgeving van de Dampoort, tot een samen uitdragen van een unieke toekomstvisie. Spijtig dat - als puntje bij paaltje kwam - voor te veel mensen het "Not in my backyard" toch de bovenhand heeft gehaald.

We hopen dat de tijd raad zal brengen en dat over enkele jaren iedereen zal kunnen vaststellen dat onze beslissing inderdaad een goede was.