Gewaarborgd minimuminkomen voor iedereen in Europa! by Jipi De Ley (Rood) Thursday June 22, 2000 at 11:30 AM |
plantin@skynet.be 0032 (0)2 523 40 23 Plantinstraat 29, 1070 Brussel |
Voorstel voor één gemaakte Europese eis voor een gewaarborgd minimuminkomen. Een voorstel van de het Collectief Euromarsen aan alle sociale bewegingen.
Gewaarborgd minimuminkomen voor iedereen in Europa!
Het Netwerk Euromarsen, één van de actieve verenigingen in de anti-UNICE coördinatie, stelt nu aan alle sociale bewegingen, de vakbeweging, de linkse politieke krachten een voorstel tot één gemaakte Europese eis voor, voor een volwaardig gewaarborgd minimuminkomen op Europees vlak. Bedoeling is deze eis met alle mogelijke middelen onder de neus te schuiven van diegenen die beslissen over de (sociale) toekomst van Europa.?
Uit Rood, Jipi De Ley
De topbijeenkomst van de Europese patroons (UNICE) van 9 tot 11 juni in Brussel (die samenvalt met de opening van Euro 2000) is niet bespaard gebleven van mobilisatie en verzet. Op initiatief van enkele (moedige) verenigingen (ATTAC, Euromarsen, Kairos,...) werd een anti-UNICE coördinatie uit de grond gestampt die zich ondertussen uitbreidde tot een groot aantal verenigingen en syndicale sectoren: ABVV Brussel, BBTK Brussel, ABVV en ACV Luik, ACOD Luik en Charleroi, Oxfam Wereldwinkels, 't Uilekot, Oproep van de 600, Droits Devant!, ATTAC Frankrijk, Fédération Paysanne Frankrijk, Militant Links, Parti Communiste, PvdA, SAP, SJW, enz.
Tegenover de UNICE die (nog) meer deregulering eiste, hield de allereerste eis van deze coördinatie het recht op een volwaardig individueel gewaarborgd minimuminkomen in, of men werk heeft of niet, of men binnen de actieve leeftijd valt of gepensioneerd is (30 miljoen ouderen in Europa leven van een pensioen onder of op de armoedegrens). Deze eis sluit alle andere eisen uiteraard niet uit, hij is wel de dringendste, voor de miljoenen mensen in Europa die in armoede leven.
Drie dijken tegen de armoede
De «sociale politiek» van de Europese Commissie bestaat erin de systemen van sociale bescherming naar beneden te halen, ze af te stemmen op de zwakste bestaande stelsels in Europa. Enkele cijfers kunnen dit verduidelijken.
In België bedraagt het bestaansminimum van een alleenstaande 21.334 BEF, dat van een samenwonende 14.223 BEF, en dat van een gezinshoofd 28.445 BEF. Verschillende universitaire studies toonden aan dat deze bedragen ver onder een objectieve armoedegrens liggen die men kan meten aan de hand van de levensonkosten (huur, energie, voedsel, gezondheidszorg, enz.). Welnu, het Belgisch stelsel (o.m. de relatief lange duur waarin men recht heeft op een werkloosheidsuitkering) is relatief voordelig als men het vergelijkt met andere landen waarop de patroons en de Europese Commissie de sociale bescherming in heel Europa willen afstemmen.
In Italië bestaat er bijvoorbeeld, naast een relatief voordelig pensioenstelsel, zo goed als geen sociale bescherming. Wie zijn job verliest heeft gedurende 6 maanden recht op een uitkering van 709.000 Lire (ongeveer 15.000 BEF) en daarna... niets meer! Momenteel is er een experiment van bestaansminimum voor 35.000 jongeren uit 29 gemeenten (ongeveer 12.000 BEF). In Frankrijk bedraagt de RMI (Revenu Minimum d'Insertion = bestaansminimum) 2.260 FF (13.000 BEF) voor een alleenstaande (+ 3.200 BEF loonsubsidie). Jongeren onder de 25 jaar (waarvan één vierde werkloos is) hebben geen enkel recht op uitkering. Elke persoon die samenleeft met iemand die 20.000 BEF of méér per maand heeft, verliest het recht op de RMI. In Duitsland heeft men gedurende één jaar recht op een werkloosheidsuitkering (63% van het laatst verdiende loon) waarna men aangewezen is op de bijstand: ongeveer 13.000 BEF voor een alleenstaande, 22.000 BEF voor een koppel, 28.000 BEF voor een koppel met één kind. NB: het woordje 'relatief' is in dit alles zeer belangrijk. In geen enkele Europese lidstaat beantwoordt de sociale bescherming aan de sociale noden in absolute bedragen.
Op het afstemmen in heel Europa van de sociale bescherming naar de zwakste stelsels kan alleen geantwoord worden met een één gemaakte Europese eis die van toepassing kan zijn in heel de EU. Het Netwerk Euromarsen stelt een gemeenschappelijke methode voor om het gewaarborgd minimuminkomen te berekenen, toepasbaar in elk land en tegelijk rekening houdend met de specificiteit van elk land en met een aantal parameters om een echte objectieve Europese armoedegrens vast te leggen: 1) een betekenisvol percentage van het BBP (Bruto Binnenlands Product d.w.z. het geheel aan rijkdom dat in één jaar in één land wordt geproduceerd) per inwoner (het voorstel is dit percentage vast te leggen op 50 %); 2) een inventarisering van de essentiële noden die moeten worden bevredigd om te kunnen leven (en niet overleven); 3) de sociale verworvenheden in elk land.
De patronale demagogie brengt hier tegenin dat zulks (een waardig vervangings-inkomen) leidt tot de zogenaamde werkloosheidsval ("het is voordeliger van de bijstand te blijven dan te gaan werken", dat ze om te beginnen eens voldoende volwaardige jobs creëren!). Daarom moet de eis voor een gewaarborgd minimuminkomen gepaard gaan met twee andere dijken tegen de armoede: 1) het optrekken van de minimumlonen en een algemene inhaalbeweging voor de lonen (zoals de leerkrachten eisen), 2) de verdediging van het wettelijk pensioenstelsel en het betekenisvol optrekken van de lage pensioenen.
Dringend!
Waarom deze eis, en waarom is hij zo dringend? Ten eerste, uiteraard, omdat het onaanvaardbaar is dat (volgens de officiële statistieken, in werkelijkheid ligt het cijfer veel hoger) 60 miljoen mensen in armoede leven in een Europa dat zich steeds meer verrijkt. Ten tweede, omdat de toenemende sociale ongelijkheid, het toenemend aantal uitgeslotenen, de creatie van een tweede, parallele, precaire arbeidsmarkt waarbij de werkers geen bescherming genieten, het ontstaan van een brede groep 'working poor' evenveel bedreigingen zijn voor de georganiseerde arbeidersbeweging die hoe langer hoe meer gefragmenteerd en opgedeeld is in sectoren, sub-sectoren enz. die op de duur nog maar weinig met elkaar te maken hebben.
Daarom is het van zeer groot belang dat de syndicale beweging in gans Europa de eisen van werklozen en bestaansonzekeren opneemt en mee verdedigt. De eisen van de 'actieven' en de 'niet-actieven' moeten samengaan. De eis voor 'drie dijken tegen de armoede' die door het Netwerk Euromarsen wordt voorgesteld kan en moet tot deze noodzakelijke convergentie bijdragen.