arch/ive/ief (2000 - 2005)

De Filippijnen, gijzelingsactie in Sulu: veel meer dan enkel een geldkwestie
by Roger Camps Wednesday June 14, 2000 at 09:17 PM

Begin juni 2000. Op de Filippijnse TV-zenders zien we de extremistische Moslimgroep Abu Sayyaf ergens in de jungle van het eiland Sulu een permanent onderkomen voor haar 2 Filippijnse en 19 buitenlandse gegijzelden optrekken. De commentaarstem meldt dat de gijzelingskwestie, die een vijftal weken daarvoor, op paaszondag, op het Maleisische toeristeneilandje Sipadan begonnen is, nog gemakkelijk 3 tot 6 maanden zou kunnen aanslepen.

Op vraag van de Filipijnse overheid en van de gegijzelden zelf, beginnen enkele dagen later de talrijk naar Sulu afgezakte binnen- en buitenlandse journalisten het eiland te verlaten. De zaak zal nu wel wat minder in de hot spots van de internationale media terechtkomen. Maar ze blijft verre van opgelost en dat is in grote mate te wijten aan de Filipijnse overheid zelf.

De gijzelingszaak van Abu Sayyaf in Sulu is de voorbije weken en maanden niet het enige conflict in de Zuidelijke Mindanao-regio. De Filipijnse berichtgeving heeft zich twee maanden aan een stuk bijna uitsluitend op de talrijke ontwikkelingen in Mindanao gericht en ook in de internationale media was de Filipijnen een vaste klant.

Enerzijds zijn er vanaf de derde week van maart 2 belangrijke gijzelingsakties geweest, beide op naam van Abu Sayyaf. Vanaf 20 maart werden op het eiland Basilan een 31-tal gegijzelden vastgehouden (1 priester, 9 onderwijzers en 21 scholieren). Daarnaast is er de bij ons best gekende zaak, die van de 21 gegijzelden in Sulu.

Anderzijds voerde het regeringsleger (Armed Forces of the Philippines – AFP) op verschillende plaatsen in Mindanao een regelrechte - en bloedige - oorlog tegen het Moro Islamic Liberation Front (MILF).

Dit alles werd dan nog eens overgoten met een sausje van bomaanslagen. In Mindanao is het aantal dit jaar ondertussen opgelopen tot 58 en ook Metro Manila, het hoofdstedelijk gewest, bleef niet gespaard (in totaal 15 sinds het begin van het jaar).

De sociale kost van de crisis is ondertussen hoog opgelopen. Het overheidsleger zegt in haar rangen 141 doden en 500 gewonden te tellen. Volgens diezelfde overheid hebben Abu Sayyaf en het MILF honderden strijders verloren. In 11 provincies zijn in totaal 350.000 mensen voor het geweld op de vlucht geslagen.. 200.000 verblijven in evacuatiecentra. Minstens 1/6de onder hen is ziek en minstens 23 vrouwen hebben in de dagenlange vlucht doorheen de oerwouden een miskraam gehad. De evacuatiecentra zelf hebben een tekort aan water en toiletten en tot overmaat van ramp dreigen de vluchtelingen terug naar huis gestuurd te worden omdat in de meeste scholen die dienst doen als evacuatiecentra dezer dagen het schooljaar van start zou moeten gaan.

Maar daarmee is de balans nog verre van opgemaakt. De gevluchte boeren hebben niet kunnen oogsten en zullen ook de volgende oogst mogen vergeten. Daarmee zal de landbouwproductie, een belangrijk onderdeel van Mindanao’s economische produktie, behoorlijk terugvallen. Ook de andere economische sectoren (o.a. de visvangst en uiteraard het toerisme) zijn zwaar aangetast. De 13 miljoen Christenen en de 3 miljoen Moslims van Mindanao dragen voor 18 % bij aan het Filipijnse BNP. De overheid heeft tot voor kort de impact op het nationaal vlak geminimaliseeerd, maar moest onlangs toch toegeven dat waarschijnlijk de vooropgestelde economische groei voor 2000 niet de bovengrens, maar de benedengrens van de verwachtingen zal benaderen (4 %). Wat volgens de zakenwereld en de buitenlandse donoren nog een zeer optimistische inschatting lijkt te zijn. De directe financiele kost van de oorlog is een verdere aderlating voor het volk. Per dag wordt 23 miljoen Peso belastingsgeld aan de oorlog gespendeerd. Tijdens het zwaartepunt in mei was dit zelfs meer dan 32 miljoen Peso per dag. Het nu al tweifelachtige vooropgestelde overheidstekort van 69 miljard Peso komt hierdoor verder in het gedrang. Het al geslonken vertrouwen van de internationale zakenwereld is door de crisissituatie in Mindanao nog verder aangetast, wat o.a. duidelijk naar voor komt in de val van de munt. De Peso-koers verloor op enkele weken tijd meer dan 3 eenheden ten opzichte van de Dollar en bereikte op 25 mei met een koers van 43,50 Peso per Dollar een laagterecord sinds de crisis van 1997-1998.

Om wat klaarheid te kunnen scheppen in de op het eerste zicht chaotische en complexe situatie in Mindanao moeten we vooreerst teruggaan in de geschiedenis. Het toendertijd uiterst dun bevolkte Mindanao werd in de 15de en 16de eeuw in stijgende mate geimigreerd door Moslims, voornamelijk afkomstig van het huidige Maleisie. Mindanao’s natuurlijke rijkdommen waren zowel voor de Spaanse als later voor de Amerikaanse kolonisator een aantrekkelijk doel, maar geen van beide is er echt in geslaagd om Mindanao aan zich te onderwerpen. Het is slechts doorheen de voorbije decennia dat de Filipijnse overheid via het stelselmatig binnenbrengen van Christenen erin geslaagd is om de Moslimbevolking te herleiden tot wat ze nu is, een extra onderdrukte, uitgebuitte en verwaarloosde minderheidsgroep. De eis voor een onafhankelijke Moslimstaat die door het MILF naar voor geschoven wordt is historisch gezien een rechtvaardige eis.

De aktiemiddelen van Abu Sayyaf - waaronder het gijzelen van onschuldigen - zijn zondermeer af te keuren. Abu Sayyaf behoort tot de extremistische zijde van de moslimgemeenschap en werd in 1993 opgericht vanuit een anti-communistische sekte die banden had met criminele groepen binnen het regeringsleger en mogelijks de CIA. Abu Sayyaf - ‘Abu Sayyaf’ staat voor de kortnaam van Ustadz Aburajak Janjalani, de vermoorde broer van de huidige leider - heeft op zijn minst het effect dat de Moslimgemeenschap in Mindanao onderling verdeeld wordt en dat de overheid ten alle tijden een reden heeft om het repressie- en het desinformatieapparaat in stand te houden.

Maar in vergelijking met de enkele honderden strijders van Abu Sayyaf is het MILF met haar 25.000 gewapende strijders een veel grotere bedreiging voor de overheid. Het MILF, dat gewapenderhand opkomt voor een onafhankelijke moslimstaat en zich in vergelijking met Abu Sayyaf niet op het pad begeeft van gijzelingsakties van onschuldigen - keerde zich in 1977 tegen de verzoeningsgezindheid van het destijdse MNLF (Moro National Liberation Front) en scheurde zich af. Die verzoeningsgezindheid bracht het MNLF in 1996 onder leiding van Nur Misuari tot een overeenkomst met de Filipijnse overheid voor de oprichting van een Autonome Regio voor de Moslims in Mindanao (ARMM). De strijders van het MNLF werden geintegreerd in het Filipijnse leger en de politie, en Nur Misuari werd de eerste politieke leider in deze nieuwe structuur. Maar onlangs sprak Misuari zich op een conferentie van de Organisatie van de Moslimlanden (met 55 Islam-lidstaten) kritisch uit rond de geboekte vooruitgang en stelde hij zinnens te zijn de eis voor een echte autonomie opnieuw te lanceren.

Een tijdje geleden lekte een operationeel plan van het leger uit. Onder de codenaam “Black Crane” wil het leger ‘ten alle prijze’ met de zware middelen korte metten maken met zoals ze het stellen ‘het eeuwenoude moslimprobleem in Mindanao’.

De uitvoering is ondertussen volop bezig. Op 23 april werd ondanks het protest van de gegijzelden zelf en hun families, in Basilan een grootscheepse lucht- en grondaanval ingezet op het kamp waar Abu Sayyaf de 31 ‘school’-gegijzelden vasthield. Na 8 dagen van hevige gevechten slaagden 1.500 militairen erin ten koste van 11 doden, 52 gewonden en 21 vermisten, 15 gegijzelden in het 200 man tellende Abu Sayyaf kamp te bevrijden. 4 gegijzelden worden vermoord en zwaar verminkt teruggegevonden. Het leger schreeuwt rond dat ze werden gefolterd en vervolgens vermoord door Abu Sayyaf doch het is niet uitgesloten dat de vier zijn omgekomen in de aanvallen van het leger zelf en dat vervolgens de gevonden lijken verder verminkt werden om de bevolking te shockeren, de moslims andermaal te verdelen en het militair ingrijpen te verrechtvaardigen. Op 2 na blijven tot op de dag van vandaag de resterende gegijzelden door Abu Sayyaf dieper in het woud vastgehouden.

Op het moment dat de militaire overwinning in Basilan in zicht kwam, werd zonder enige aanleiding een MILF kamp in Maguindanao aangevallen. In de loop van de maand mei werden nog 3 van de 15 kampen van het MILF, dat geen banden heeft met Abu Sayyaf, aangevallen en overwonnen.

In Sulu, waar 2.000 militairen Abu Sayyaf en hun 21 gegijzelden omsingeld hebben, blijft een militaire tussenkomst voorlopig uit. Het leger staat al ongeduldig te springen maar de overheid kan onder druk van de betreffende landen (Finland, Frankrijk, Zuid-Afrika, Maleysie, Duitsland en Libanon) haar belofte om de veiligheid van de gegijzelden niet in gevaar te brengen, voorlopig niet breken. Een slechte afloop zal de Filipijnse overheid zwaar vallen bij de volgende onderhandeling voor leningen bij de Club van Parijs.

Ondertussen zijn op 30 mei nieuwe vredesonderhandelingen met het MILF van start gegaan. De overheid is pas op het verzoek van het MILF ingegaan op het moment dat de militaire successen een feit waren. Estrada noemt ze de gesprekken van de laatste kans voor het MILF en, zoals we van hem gewend zijn ondertussen, heeft hij er een deadline van 30 juni aan gekoppeld. In die gesprekken heeft het MILF ondertussen een aanbod van de overheid voor een “uitgebreide autonomie”, in concreto een aanpassing van de reeds met het MNLF overeengekomen ARMM, afgewezen. Het is duidelijk voor het MILF dat de overheid geen serieuze bedoelingen heeft in de vredesonderhandelingen, want tijdens de besprekingen zijn de gevechten en de veroveringszucht van het leger gewoon verder gegaan. Het leger heeft bij de overheid een extra budget van 1,4 miljard Peso aangevraagd. Dit is goed voor nog twee maanden oorlog meer. De overheid speelt een dubbele strategie, maar het is duidelijk dat ze fundamenteel de mening van het leger deelt en het moslimverzet voor eens en voor altijd wil vernietigen. Estrada heeft het extra budget goedgekeurd en op de agenda van zijn bezoek aan de VS van eind juli staat de vraag voor extra militair materiaal.

Estrada is door de crisis in Mindanao vervroegd teruggekomen van zijn bezoek aan China en heeft zijn geplande bezoeken aan Frankrijk en Groot-Brittanie uitgesteld. De VS blijven echter op zijn agenda staan, voor het bekomen van extra (afgedankt) militair materiaal en om zijn blazoen wat op te poetsen. 3 gerenomeerde bladen, Newsweek, Asia Week en Time Magazine, hebben recent vrij negatieve artikels over het beleid in Manila gepubliceerd en stellen ronduit dat onze filmheld Erap geschikt is om ergens een klein dorpje te besturen maar dat hij verkeerd is als hij denkt dat zijn dorps-regeerstijl toepasbaar is op het gehele land. Mogelijks zit ook de CIA achter deze negatieve internationale perscampagne en bereiden ze zich voor op de Erap’s verdwijning van het Filipijnse politieke toneel. Daarmee vervoegt de VS de brede anti-Erap beweging die zich ondertussen op de Filipijnen zelf aan het vormen is.

Estrada hoopt met zijn militaire campagne de aandacht van het volk voor zijn corrupte regering afleiden. Voorts wil hij zijn dalende populariteit opkrikken door een sterk figuur te slaan. En op korte termijn zijn het leger en de overheid inderdaad aan de winnende hand. De overheid heeft de veroverde zones uitgeroepen tot ‘zones van vrede’ maar tot nog toe staan de vluchtelingen weigerachter tegenover het verzoek om terug naar huis te keren. Zij beseffen zeer goed dat de ‘zones van de vrede’ zwaar gemilitariseerd zullen blijven en dat protest hardhandig onderdrukt zal worden. Op lange termijn zullen de negatieve gevolgen van de oorlog zich wreken, zal de armoede en de miserie voor de Moro’s in Mindanao - en voor de rest van het Filipijnse volk - nog verder toenemen en zal het verzet verder opbloeien.


Roger Camps,

7 juni 2000

Bronnen: Philippine Daily Inquirer, persberichten van Bayan, Karapatan, Ecumenical Movement for Justive and Peace, Promotion for Church People’s Response, National Democratic Front of the Philippines.