Als je als onervaren westerling in Irak rondreist, valt de personencultus rond de president en de loodzware bureaucratie onmiddellijk op. Gelukkig kreeg ik ook de kans om kennis te maken met het buurland Syrië. Slechts een aantal uren in Syrië zijn voldoende om vast te stellen dat personencultus en bureaucratie in dat land minstens even erg aanwezig is. Zulke ervaring zou iedereen tot de bedenking kunnen brengen dat die kenmerken niet zozeer typisch Irakees zijn, maar voor een groot stuk voor de regio gelden. Toch blijkt dat niet altijd zo. Op de dag voor ons vertrek streken heel wat westerse journalisten in Bagdad neer. Aanleiding was de verjaardag van Saddam Hoessein, die in het hele land door jong en oud wordt gevierd. De echte reden van de persbelangstelling is om de Irakese dictatuur te schetsen door zich te focussen op de pompeuze ceremonies, de Saddam portretten, de paleizen en de bureaucratie. Op die manier schetsen de westerse media een beeld van een totalitair land dat goed fout zit; en zo wordt het westen psychologisch voorbereid op een nieuwe oorlog. Zo hield onze vredesdelegatie de laatste dag een persconferentie over onze reis, waar ook twee Amerikaanse journalisten aanwezig waren. Een journalist van Newsweek en een van een krant uit Chicago (waarvan de naam me ontgaat) overstegen elke stereotiep van de vooringenomen westerse journalist. Niet zozeer de kritische vragen , maar hun hele houding sprak boekdelen. De vraag of we onze vredesmissie niet lieten gebruiken door een fout Saddam regime weekte heel wat interessante antwoorden los bij verschillende deelnemers van de vredesdelegatie. Maar de Amerikaanse journalisten noteerden geen letter van de antwoorden. Bovendien waren de journalisten slecht geïnformeerd. Zo wisten ze bijvoorbeeld niet dat de economische blokkade op Irak sinds 1988 bestaat, na de oorlog met Iran (n.b.gesteund door de VS langs beide zijden) en voor de inval in Koeweit. De obsessie van heel wat fotografen om ceremoniële kinderparades te fotograferen , om zo het totalitaire karakter van het land te schetsen, was ook erg opvallend. Zelfs bij fotografen binnen onze delegatie kwam dit voor. Natuurlijk is het een fotogeniek gebeuren, dat zelfs niet typisch Irakees is. De bedoeling ging verder dan een goede foto. Door zich enkel te focussen op dit gegeven, toont men (voor een westers publiek) een onvrije maatschappij, waar kinderen gedwongen worden in parades mee te lopen en met anti- Amerikaanse haatboodschappen worden opgevoed. Maar dat er kinderen in Irak vandaag bedelen en sommigen zelfs op straat moeten leven, terwijl voor de sancties deze problematiek in Irak bijna onbestaande was, bleek veel fotografen en journalisten te ontgaan. Dat is een normaal fenomeen voor een derde wereld land, denken ze dan. Er waren nog andere voorbeelden die mij, als westerling totaal ontglipten, maar werden aangestipt door de anderen. Zo wees Benamar, een Belgisch- Marokaanse student, me op het feit dat de openbare weginfrastructuur in Irak spectaculair goed is in vergelijking met Marokko. En inderdaad, ook de Syrische wegen waren in merkbaar slechtere staat dan de wegen in Irak. Daartegenover wordt er graag gewezen op de enorme prestigeprojecten die Saddam op poten zet (zoals de bouw van de grootste moskee ooit) terwijl zijn volk aan het creperen is. Daar wordt zelden bijverteld dat in andere olielanden, waartegen geen economische embargo bestaat, de regering eveneens bakken geld in prestigeprojecten steekt, waar een deel van het volk sowieso verhongert, niet van onderwijs of gezondheidszorg kan genieten, gastarbeiders geen rechten hebben en vrouwen onderdrukt worden, maar wel een bongenoot van de VS zijn. Nog zo`n voorbeeld is de positie van de Irakese vrouw, die in vergelijking met andere Arabische landen, heel wat beter was.Echter, jaren oorlog en 11 jaar sancties wreekt zich ook op dat aspect. Heel wat mensen grijpen naar religie. Vrouwen , maar ook mannen onderwerpen zich aan de strenge sjiitische regels.