Wat wil Stijn O nu eigenlijk bewijzen met zijn kruistocht tegen de “gedachtepolitie” van Indymedia? Laten we elkaar geen Liesbeth noemen. Indymedia is een laboratorium waar honderden idee-atomen door elkaar wervelen, botsen, of samenklitten of ontploffen, om in de termen van de “microfysica” van Stijn O te blijven (wat die term “microfysica” verder ook moge betekenen, maar daar weiger ik op zondagnamiddag over na te denken). Dat de “gedachtepolitie” van Indymedia rassenhaat van de site bant vind ik uitstekend. Als Stijn O hier de verdediging van fascisten wil opnemen, dan zou ik graag zijn argumenten horen. Voor de rest worden er bij mijn weten geen bijdragen van de site gebannen, iedereen die tijd en goesting heeft kan medewerker van Indymedia worden, en iedereen kan bijdragen posten. Het hele opzet van ‘open publishing’ is nu precies dat er geen editorial board beslist wat wel en wat niet op de site kan. Waarom Stijn O dan beweert dat een deel van de Indymedia-equipe (Han, ‘christophe’) het denken “tot in de kleinste details” wil controleren, en alle informatie die niet in hun kraam past, wil “uitsluiten”, dat is mij een volslagen raadsel. Want Han en ‘christophe’ zeggen weliswaar graag wat op hun lever ligt, en geven veel kritische commentaar bij de postings die op de site verschijnen, maar pushen zij een “eenheidsdenken”, dat “alleen kennis toelaat in zover ze in overeenstemming te brengen is met het eigen politieke project” ? Op Indymedia lees ik zoveel verschillende visies dat ik er soms hoofdpijn van krijg. In die zin draagt de equipe van Indymedia juist bij tot wat Stijn O wil : door kritische commentaar te posten bij de artikels op de site waar ze inhoudelijk niet mee akkoord zijn creeren ze een “type kennisproductie die radicaal open en flexibel is en waarbinnen zich een vierde, vijfde of zelfs zesde type kennisproductie kan ontwikkelen. Dit type noem ik het kritisch media-activisme.” Indymedia en Stijn O : één front dus. Wat is dan eigenlijk het probleem van Stijn O ? Stijn O zelf verklaart wetenschappelijke discussies, zoals de discussie over het al dan niet ‘propagandistische’ karakter van Indymedia, graag in termen van “de menselijke gevoelens, het machtsstreven en de waarden en politieke overtuigingen waarin het menselijk handelen ingebed zit.” Of de gevoelens en machtswellust van Stijn O. aan de basis liggen van zijn artikel laat ik in het midden, ik ben er niet zo voor om dergelijke discussie te ‘psychologiseren’. De suggestie dat wetenschappelijke discussies verband houden met “politieke overtuigingen” vind ik daarentegen wel een interessante suggestie van Stijn O. Laten we de politieke opvattingen van Stijn O. dus even lekker positivistisch onder de microscoop leggen. De clou van Stijn O’s argumentatie is eigenlijk de volgende stelling: “Het propagandisme als tegenhegemonisch maatschappijproject heeft in de twintigste eeuw z’n failliet bewezen.” Hier trekt Stijn O een link tussen het media-activisme van Han en co en het communistisch maatschappijproject. Voor Stijn O is het bij dat maatschappijproject dat er iets schort. Hij heeft het over “het sluiten van het denken. Men kondigde een officiele leer af. De leiders werden verafgood. Er was censuur en staatspers, een door de bureaucratische elites opgelegde wetenschap, en in het ergste geval werden dissidente denkers massaal ‘weggezuiverd’.” Een revolutie mag er voor Stijn O. niet op uit zijn om “een alternatieve samenleving te realiseren via de verovering van de macht”. “De centralisering van de macht zelf wordt een deel van het probleem”. Wat Stijn O. dus eigenlijk dwars zit, als ik die citaten positivistisch aan elkaar lijm en conclusies trek, is niet het “eenheidsdenken” op Indymedia, want dat is zo absurd als wat, maar wel de veronderstelde revolutionaire of – stel je voor – communistische (!) ideologie van een deel van de Indymedia-equipe. Tja, als dat het probleem is, waarom begin je daar dan geen discussie over, Stijn O ??? En nog iets. Als Han er het nut niet van inziet om Saddams regime te bekritiseren, dan is dat zijn zaak. Ik vind, Stijn O, dat jij een “kritisch media-activisme” promoot, dat buiten de tegenstellingen in de wereld wil staan. Er zijn de hele geschiedenis door altijd verlichte intellectuelen geweest die dachten aan de kant te kunnen blijven staan terwijl de wereld in brand stond, die een ‘derde weg’, een ‘derde kijk’ op de dingen beloofden, los van de absolute waarheden van links en rechts. Maar Han heeft een strategie, zijn media-activisme kiest kant. Hij wil nu juist dat belichten wat de mainstreammedia willen verzwijgen, hij wil de leugens van de VS ontmaskeren en de strijd, de pijn, de woede van het Iraakse volk belichten. Dat is zijn recht, Han voert een polemiek met de mainstreammedia, hij gooit ze feiten en analyses voor de voeten die hun leugenpaleis over Saddam, de verpersoonlijking van het kwaad aan diggelen slaan. Media-berichtgeving is, net zoals wetenschap niet neutraal in haar maatschappelijke impact. Media-berichtgeving kan mobiliseren, kan overtuigen, kan aan het denken zetten, kan doen twijfelen, kan kant doen kiezen. Niemand ontkent dat Saddam de Koerden met gifgas heeft bestookt, niemand ontkent dat hij de communisten heeft vermoord, dat zijn feiten. De vraag is wat je er mee bereikt om dat nu perse in de verf te willen zetten? Sommigen zeggen inderdaad ‘noch Bush, noch Saddam’, zoals ze ook ‘ni droite, ni gauche’ zeggen. Maar wat is de maatschappelijke impact van een artikel op Indymedia over de moordpartijen van Saddam, op het moment dat de Amerikaanse troepen staan te trappelen om Bagdad binnen te vallen, én terwijl de hele mainstreampers vol staat van de horror-verhalen over Saddam? Versterk je daarmee de steun aan het anti-oorlogsverzet van het Iraakse volk en haar leiders, of verzwak je het daarmee? De media-activisten van Indymedia hebben gelijk om zich die vraag te stellen.