Verstuur deze brief naar
wie je het belangrijk vindt.
Turnhout,
6 januari 2003
Beste vriendin of
vriend,
Op 15 januari zal
ik opnieuw het vliegtuig nemen richting Bagdad. Tenminste, als er niets
onverwachts tussenkomt. Dat zal dan de derde keer worden. De eerste keer ben ik
vertrokken in september 2001. Misschien herinner je je dat nog. Dat was toen
enkele dagen na de aanslag in New York en Washington. Het was geen gemakkelijke
beslissing toen, om in die omstandigheden toch te vertrekken. Een zware
dreiging woog toen al op Irak. Met veel spanning ben ik met twee makkers op het
vliegtuig gestapt. Ik liet toen mijn familie, werkmakkers en andere vrienden
achter zonder met zekerheid te weten veilig terug te kunnen keren. Eerlijk
gezegd, ik voelde me toen echt niet gerust. Op het vliegtuig in de heenreis heb
ik dan ook dit gedicht geschreven.
Moeder
Jij,
Moeder
Moeder
van Irak
Je
naam
Nog
onbekend
Draagt
Leed
Tegen
je lege
Boezem
Verschraald
Vergiftigt
Je
zieke kind
Jij,
Moeder
Moeder
van mijn kinderen
Moeder
van onze kinderen
Zwijgt
zorgzaam
Vochtige
ogen
Pijn
in ’t hart
Tussen
ons
Groeit
nu
-
Afstand
Jij,
Moeder
Mijn moeder
Mijn navelstreng
Naar het leven
Zonnig
Ken ik je
Bedroefd
Verlaat ik je
Voor even?
Jij,
Moeder
Moeder van de wereld
Jij
Baarde
Het bebouwde land
Jij
Leidde
Het getemde dier
Jij
Bouwde
Torens
Hemelhoog
Babylon
Geslagen
Uitgehongerd
Door je eigen
Kleinkinderen
Die eerste keer
in Irak echter, voelde ik zo erg de tegenstelling tussen de warmte van de
mensen ginder, en het duivelse beeld dat er hier werd opgehangen van dat land.
Tegelijk echter zag ik met eigen ogen, hoe moordend de oorlog was, hoe precisie-moordend ze is.
Mijn eerste bezoek
aan de schuilkelder Al Amerya, waar 410 vrouwen en kinderen werden vermoord met
twee Amerikaanse precisie raketten, was een toppunt van moderne technologie-
gruwel. Mijn eerste bezoek aan een kinderziekenhuis was een spijtig ander
toppunt. De dichte confrontatie met datgene wat ik al wel wist, was nog
pijnlijker. Ik had al vaak rapporten gelezen van de Uno en ex-Uno
verantwoordelijken, waarin gewag werd gemaakt van meer dan 1,5 miljoen doden
ten gevolge van het embargo. Ze zien sterven, is echter veel erger. Degenen die
we zagen, behoorden nog tot de “geprivilegieerde” stervenden. Deze kinderen van
peuter tot puber waren nog in het hospitaal geraakt, soms om te genezen, vaker
echter om een hopeloze strijd tegen de dood te voeren. Hopeloos, omdat de bron
van ziekte onuitputtelijk lijkt. Het radio-actieve zware metaal verarmd uranium
dat door de Amerikanen en Britten massaal werd aangewend in de Golfoorlog, is
een tijdbom die duizenden jaren blijft tikken. En honderduizenden dodelijke
kankers veroorzaakt. Hier is een sluipend Hiroshima aan het werk. Hopeloos ook,
omdat de nodige medicijnen onvoldoende en onvolledig het land inmogen, ten
gevolge van het embargo. Maar hoeveel kinderen sterven incognito op het
platteland? In de armste wijken?
De tweede keer was
september 2002. Toen zijn we met een groep gegaan om (voor de tweede keer) deel
te nemen aan het festival van Babylon. We waren met 6 djembé spelers en
dezelfde gids als vorig jaar. Het mag gezegd: Irak is ondanks de gruwel van
oorlog en embargo, een prachtig en cultureel rijk land. De gastvrijheid en
warmte van de mensen strekt tot voorbeeld. Maar we hebben opnieuw de gevolgen
van oorlog en embargo gezien. Voor de tweede keer hebben we ook medicijnen en
schoolgerief bezorgd aan hospitalen en basisscholen in volkswijken. Ik laat je
op de volgende blz enkele foto’s zien van wat we toen hebben gezien.
Nu zal het de
derde keer zijn. Ditmaal vertrek ik met een vakbondsgroep van het ACV. We
zullen met acht vakbondsmensen, drie vakbondssecretarissen en vijf delegees of
militanten naar ginder trekken. We willen getuigenissen verzamelen over de
nefaste gevolgen van de oorlog en het embargo op het sociale en economische
leven van de gewone arbeiders en werklozen. Want we willen daarmee de
mobilisatie tegen de oorlog hier versterken.
Een Palestijnse journalist in gesprek met een Iraakse dokter in het
Al-Mansour kinderkankerziekenhuis. Hij legt uit hoe kankers “resistent”
worden tegen geneesmiddelen, omdat men geen juiste of volledige cocktails kan
toedienen. Reden: embargo. |
Een
van de veelvoorkomende kinderkankers is (acute) leukemie. Bij sommige vormen
van leukemie kan men tot 90 % genezen... als de medicijnen er zijn! Door een
gebrek eraan echter sterven de meeste Irakese kinderen met die kanker. |
Een andere belangrijke doodsoorzaak is: een spiraal van laag
geboortegewicht, ondervoeding, diarree, verdere verzwakking, andere
bijkomende infecties, ... tot de uitputting de bovenhand heeft gehaald. |
We
brachten met ingezameld geld schoolpakketjes in een volksbasisschool. In de
eerste klassen zitten ze met 4 aan één schoolbank. In de hoogste klassen
gebeurt dat niet: vele kinderen worden dan al thuis gehouden om wat geld te
verdienen... Ondenkbaar voor 1991. |
We zijn ervan
overtuigd dat de oorlog enkel en alleen gunstig is voor oliebaronnen en
wapentrafikanten. Echter niet voor de mensen ginder. En evenmin voor de
werkende mensen hier. Wie moet de oorlog bekostigen? En wie verdient aan de
oorlog? Dat antwoord vinden we in verontrustende mate reeds in de USA en
Israël: de armoede neemt er nu nog sneller toe. De programma’s van
superbewapening gaan ten koste van de budgetten voor sociale zekerheid en
openbare diensten zoals onderwijs en gezondheidszorg. Maar Europa gaat Amerika
achterin: ook in vele Europese landen worden er extra militaire investeringen
gedaan, hand in hand met besparingen in de sociale zekerheid en openbare
diensten. Terwijl sommige patroonsorganisaties en –kranten onbeschaamd
verklaren dat “een beetje oorlog” goed zou zijn voor de winsten. Maar ook: wie
levert het kanonnenvoer? De grote bonzen van o.a. de Carlisle groep, waarin de
grootste olie- en wapenbaronnen verenigd zijn, waaronder Bush zelf, blijven
veilig in hun zetel zitten. Daarentegen kunnen soldaten van alle kleuren uit de
Bronx en Harlem en andere volkswijken in Amerika en Europa, in de hoop zelf te
ontsnappen aan de cirkel van armoede en uitsluiting, alle risico’s lopen van
een oorlog die zelfs de eigen soldaten niet spaart. Er zijn nu al een veelvoud
Westerse soldaten “gesneuveld” door de effecten van de giftige stoffen van de
eigen Westerse wapens, dan dat er gesneuveld zijn op het slagveld van 1991
zelf. En de nieuwe wapensystemen zullen hun directe en langzame dodelijke en
andere effecten nog moeten tonen.
Ik kan me
inbeelden dat sommigen van mijn kennissen zich afvragen: “Waarom zoveel
risico’s lopen? Je hebt zelf toch ook een gezin... Op dit moment naar ginder
trekken is toch wel echt te riskant”. Ik hoor nog een werkmakker zeggen: “Ge
meent dat toch niet? Ge zijt goed zot”.
Neen, ik ben niet
goed zot. En ik voel me allerminst “een held”. Bij mij betekent moed niet:
afwezigheid van angst. Bij mij betekent het: mijn eigen angst aan de leiband
houden, en doen wat ik kan om een herhaling van de geschiedenis, maar dan in
veel ergere vorm, met vele anderen helpen te vermijden. Ongeveer zeventig jaren
geleden vielen Italië en Japan Abessinië en Mandsjoerije binnen. Het waren
voorbodes van de tweede wereldoorlog. De laatste jaren viel de VS en anderen
Irak en Afghanistan binnen. De namen veranderen, het doel blijft hetzelfde: een
(her)kolonisering van de wereld, waarbij racisme tegenover de Arabieren de
plaats heeft ingenomen van anti-semitisme, waarbij de asmogendheden van toen,
vervangen zijn door hoofdzakelijk één wereldmacht. Ik denk aan de toekomst van
mijn kinderen: in wat voor wereld zullen zij terechtkomen? Ik denk aan het lot
voor de werkmensen: wat zal de oorlog voor diepe miserie brengen in de
huisgezinnen? Op de werkvloer? Hier en ginder? Ik kan mij geen volwaardig
delegee voelen, als ik niet het lot van de werkmensen mee help verbeteren hier
en ginder, want tussen beider belang is er een veel hechtere band, dan tussen
werknemers en patroons van het “eigen volk eerst ” dat helaas voortwoekert in
de kontekst van algemene verrechtsing.
|
Ik zou echter ook wat aan jou willen vragen. De wereld waarin ik leef, is
dezelfde als degene waarin jij leeft. Daarom zou ik je willen vragen om ook
jouw bijdrage te doen aan de vredesbeweging. - Ten eerste kan jij onze solidariteit tonen door een bijdrage te
storten. Bedoeling is het geld te besteden aan medicijnen en
schoolmateriaal voor ziekenhuizen en scholen in de volkswijken van Irak.
Indien je dat wenst, kan je jouw bijdrage storten op het rekeningnummer
vermeld in de andere bijlage. - Ten tweede wil ik je vragen aanwezig te zijn op de komende
acties en betogingen. De eerstvolgende betoging is een internationale
betoging op zondag 19 januari, 14u, Brussel Noord (WTC). Dan wordt er ook
in vele Amerikaanseen andere steden
betoogd tegen de komende oorlog...en door ons in Bagdad! Geef ons een
steuntje in de rug... |
Geëngageerde vredesgroeten,
Marc Alexander