VERHOFSTADT SCHUIFT BESLISSING OVER NIEUW GEBOUW MINISTERRAAD VOOR ZICH UIT Het ziet er sterk naar uit dat premier Verhofstadt de pijnlijke beslissing over de locatie voor het nieuwe gebouw van de Europese Ministerraad wil uitstellen tot na het Belgische voorzitterschap. Normaal zouden ministerpresident van Brussel François-Xavier de Donnéa en premier Verhofstadt nog deze week vergaderen over de kwestie, maar die vergadering werd uitgesteld. Volgens de woordvoerster van De Donnéa heeft de Brusselse ministerpresident Verhofstadt op 15 november over de zaak gesproken en zouden beiden overeengekomen zijn de zaak na het Eu-voorzitterschap te behandelen. In het brandpunt van de beslissing staan de restanten van het huizenblok aan de Comines- en de Froissartstraat. Het Brussels gewest is eigenaar van dat - intussen - braakliggend terrein. In augustus kreeg het gewest van minister Daems – u weet wel, de man die Sabena zo elegant naar de slachtbank heeft geleid – een vraag om het terrein te verkopen. Premier Verhofstadt zag er een ideale plek in om een nieuw gebouw op te trekken voor de topontmoetingen van de Europese ministerraad die vanaf 2004 allemaal in Brussel moeten plaatsvinden. Om die plannen te verwezenlijken moest de federale overheid het terrein, dat geschat wordt op 160 miljoen frank (39,6 miljoen euro), eerste afkopen van het Brussels Gewest. Onder druk van enkele wijkcomités en de Brusselse milieuverenigingen BRAL en Inter-Environnement Bruxelles (IEB) wachtte het Gewest met de verkoop en vroeg het aan Verhofstadt een studie over de andere mogelijke locaties, zijnde de Heizelpaleizen en het Thurn & Taxis gebouwencomplex. Officieel wacht het Brussels Gewest op de uitkomst van die studie vooraleer Comines-Froissart te verkopen, maar het lot van het terrein lijkt allang bezegeld. In het nieuwe gewestelijke bestemmingsplan, dat eind juni van kracht werd, staat het terrein ingekleurd als ‘sterk gemengd gebied’ en niet langer als woongebied. Bovendien vinden heel wat mensen in de Brusselse ministerraad dat die 160 miljoen best welkom zijn. Bijvoorbeeld om het ontsporend budget van een renovatie aan het Koningsplein (geraamd op 900 miljoen frank – 223 miljoen euro) mee te financieren. Verhofstadt zal dus niet eens veel druk moeten uitoefenen om zijn zin te krijgen. De verkoop van Comines-Froissart zou het definitieve kruis zijn over de pogingen om van de Europawijk alsnog een leefbare buurt te maken. Om het dramatische van de situatie in de verf te zetten hebben Coördinatie Europa, IEB en BRAL vorige week donderdag actie gevoerd op het terrein. Er werd symbolisch een eerste steen gelegd van een wooncomplex – wat sinds de jaren tachtig werd beloofd door het Brussels Gewest in de vorm van contracten en conventies. Het terrein staat dan ook symbool voor de grondspeculatie van de overheid in de Europawijk. Op een infoavond over het Gewestelijk Ontwikkelingsplan (GewOp) op donderdag 6 december in Vorst, versprak De Donnéa zich zowaar. Op een vraag over de gewestelijke aanpak van stadskankers haalde de ministerpresident Comines-Froissart aan als voorbeeld hoe hij stadskankers te lijf gaat. ‘Ik zie liever een mooi afgesloten braakliggend terrein, dan een stel rotte huizen vol ratten en junks,’ was zijn argument. (na te lezen op: www.gewop.irisnet.be/infoavond – video 2, minuut 54). Toen Alain Vandenplas van BRAL aanhaalde dat zij eerder die dag hadden actie gevoerd op het terrein – en het dus niet afgesloten was – en dat de grond steeds vaker wordt gebruikt als illegaal stort, schraapte De Donnéa even zijn keel en beloofde beterschap. Beterschap komt er waarschijnlijk in de vorm van een nieuwe glimmende omheining - in afwachting van de start van de bouwwerken. Voor de ontwikkeling van een woonbuurt tussen de Europese gebouwen ziet het er echter beroerd uit. De verschillende instellingen (Commissie, Raad en Parlement) hebben allemaal uitbreidingsplannen. Het Parlement aast – zoals bekend – op het Leopoldstation en de Commissie zal haar tijdelijke locaties niet opgeven als ze in 200? Het Berlaymontgebouw opnieuw betrekt. Bij elk van die projecten blijft de factor ‘leefbaarheid’ zo goed als onbesproken. Het blijft een vreemde houding dat een instelling die via Urban-programs en haar Doelstellingen I en II miljarden pompt in stedelijke projecten, de stad waar ze al bijna vijftig jaar is gevestigd, blijft verwaarlozen.