Temidden van al het pseudo-intellectuele gezwets over het Bos, alsook van het iets te gemakkelijke Agalev-schieten, of de zoveelste tirade naar de Moenaert-puppet, krijg ik hier eindelijk nog eens een poging tot grotere analyse van de Lappersfort-sage. Eindelijk. Alsof de strijd voor de meesten al gestreden is, of we ons zieltje al schoonwassen met wat vuilbekkerij, enkele stoere arrestatie-verhalen, of zoeken naar het duizendste bewijs dat er tussen onze flikken inderdaad wel nazi's zitten. Lappersfort is voor mij een fantastisch symbool, een leerschool, een sociaal experiment. Waarbij de link met 6 september 2001 zeker niet vergezocht is. Laten we niet vergeten dat een meerderheid van de Belgische bevolking zeker nog niet gewonnen voor de argumentatie van de ecologisten, hoogstens tijdelijk gecharmeerd door die exotische underdogs. Nog steeds valt een meerderheid voor de argumenten van de neo-liberalen: teveel ecologie vernielt werkzekerheid, solidariteit met het zuiden stort ons in armoede. Jan's stelling dat kapitaalsintensieve industrie meer groen kapot maakt dan arbeidsintensieve, dat grotere werkgelegenheid helemaal niet in gespannen verhouding hoeft te staan met radicaal milieubehoud vind ik daarom net een lichtpunt in de duisternis van onze economische onwetendheid. Dreads en joints blijven misschien aaibaar voor een half jaar, maar iedere arbeider die bovenstaande economische analyse beluistert en begrijpt, is sowieso een lappersfort-adept. Meer van dergelijke analyses alsjeblieft!!! Wat ik bij Jan nog een beetje mis, is dat ene stapje verder: de westerse 'ecologische voetafdruk' maakt vooral in het Zuiden heel veel milieu kapot (naast de menselijke miserie alginder, kristalhelder aangetoond bijvoorbeeld door de VN-commissie rond de Grote Meren). Binnen Vlaanderen, als 1 van de economische centra van de wereld, kan ik mij inbeelden dat wij in staat zijn onze laatste bossen te bewaren - mits een voortdurende mobilisatie en mediasensibilisering van de 'andersglobalisten', maar op mondiaal vlak lijkt mij dat dan weer een pyrrhusoverwinning: de zuiderse periferieen halen hier nog geen enkel voordeel uit, integendeel. Vandaar mijn probleemstelling: als we ons allen op de borst kloppen wegens het behoud van het lappersfront, kunnen we ons evengoed bezondigen aan het NIMBY-PRINCIPE: vervuiling en boskappen zijn geen probleem, zolang het Not In My BackYard gebeurt. Gelukkig haal ik nog enkele verhaallijnen uit de enthousiaste artikels die de vorige dagen rond het lappersfort zijn gepost, vaak van nog heel jonge mensen. Zij kijken niet alleen naar dat symbolisch bos, naar de politieke koehandel of de politionele repressie, zij belichten nog meer het dagelijkse LEVEN van de lappersfort-bezetters: een leven waar consumptie en materiele welvaart het moeten afleggen tegen solidariteit, plezier vinden in een bloem, recht op genieten, recht op vrije expressie, dit alles in harmonie met ons omringend ecosysteem - zonder te vervallen in kritiekloze hippieromantiek. Maar hoe leggen we dit uit aan de oudere generaties dat zij hun Angst kunnen opheffen, niet door meer maar net door minder te verdienen? In mijn gevoel is dat nog steeds de breuklijn tussen ecologisten en links, dat haar geloof in welzijn via economische overproductie van goederen maar niet kan afzweren. 't Is gelijk nen catch 22: de meeste linksen willen wel ethisch en ecologisch en gezond produceren, maar enkel nadat het laatste kapitalistische bolwerk zal zijn gevallen. Tot op dat moment verkiest zij de weg van de bikkelharde concurrentie op de wereldmarkt, waar uiteraard geen stem is voor bomen, dieren, planten en mensen die geloven dat wij niet zonder natuur kunnen leven. Dat bewustzijn zal er niet enkel komen via ons koppeke, dat moeten we ook voelen. In onzen onderbuik. Consuminderen en duurzame economie zijn revolutionaire ideeen, het zijn meer dan hersenspinsels of mooi-geformuleerde nietszeggende intentiebeginselen door groene minderheidsfracties. Het is zo revolutionair dat de meeste andersglobalisten tijdens zo'n discussie het liefst van al weer overschakelen naar deze of gene anecdote over hoe stoer ze die ene flik wel in zijn ogen durfden kijken. Misschien zit het revolutionaire er voornamelijk wel hierin, dat in een ecologische maatschappij je eigenlijk niet anders kan dan uit je cocon te stappen, met je buren te babbelen, afhankelijk te zijn van je naasten, en elkander lief te hebben en te vertrouwen. Net zoals dat langharig tuig in de Brugse bomen. love and respect pinkje