Vandana Shiva, laat dat maar meteen gezegd zijn, staat er niet alleen voor.
In 1982 richtte ze de Research Foundation
for Science, Technology and Natural Resource Policy
op die in New Dehli haar kantoor houdt. Die stichting heeft zich inmiddels
stevig ingeplant in de Indiase boerenbeweging. Ze voert actie tegen de pletwals
van de agro-industriële mondialisering. Shiva : "in India leven meer
mensen van de landbouw dan van enige andere economische sector. Maar landbouw
is sinds tijden ook de speerpunt van de penetratie van de Multinationals".
Dat proces kende in India zijn echte start vanaf 1991 toen de Wereldbank
een zogenaamd Structureel Aanpassingsprogramma (SAP) opdrong. Nu bestempelt
Vandana Shiva die door de Wereldbank opgelegde politiek als een breekijzer
dat India's voedsel- en landbouwsysteem volledig onder de zeggenschap van
de grote privé-bedrijven moest brengen. En inderdaad, het jaar nadien
in 1992 stak de agro-reus Cargill als een gehaaide verkoper van stofzuigers
zijn voet tussen de voordeur. Cargill wilde de boeren hybriede zaden aansmeren,
die veel chemische stoffen en water nodig hebben voor ze planten produceren,
en die zichzelf niet voortkweken. Dat betekent dat de boeren voortaan elk
jaar opnieuw zaden moeten kopen, bij bedrijven zoals Cargill. De firma slaagde
erin de Indiase boeren tot de cultus van het "witte goud" - zoals het zijn
hybriede katoen noemde - te bekeren, al ging dat niet zonder slag of stoot,
want ook in 1992 vernielden boze boeren een zaad-fabriek van Cargill in Bellary,
Karnataka, omdat het zaad niet deugde.
Nieuwe slaven
De buitenwereld bemoeide zich er andermaal mee, in de gedaante van GATT,
het wereldhandelsakkoord (en voorloper van de tegenwoordig zo gewraakte Wereldhandelsorganisatie).
"Via GATT", zegt Vandana Shiva, "eigenden vreemde multinationals zich onze
complete voedselproductie toe, omdat ze traditionele variëteiten van
zaden vervingen door hybride soorten die ze zelf onder patent hadden vervaardigd".
In feite werden miljoenen Indiase boeren tot contractslaven gemaakt van de
agro-industrie. In plaats van dankzij het "witte goud" miljonair te worden,
verpauperden ze. Om zaden te kopen, meststoffen en pesticiden moesten ze
zich diep in de schulden steken. Tegelijk droogden de watervoorraden op,
en veranderde de Indiase landbouwsector van een producent van voedsel voor
eigen consumptie in een mono-cultuur gericht op de export.
De gevolgen zijn catastrofaal. In 2000 vertelde Shiva tijdens een conferentie
die via de BBC werd uitgezonden, hoe ze kort tevoren in de rijkste landbouwstreek
van India, Punjab, geconfronteerd werd met een epidemie van zelfmoorden onder
boeren. Hetzelfde hopeloze fenomeen trof Andhra Pradesh. "Er is zich daar
een ecologische en sociale ramp aan het voltrekken", zei Shiva. Tientallen
boeren benamen zich van het leven, omdat ze hun schulden niet meer konden
betalen en de bodem compleet uitdroogde zodat er ook geen perspectief op
goede oogsten meer was. "De hybriede soorten van de agro-business zijn ook
bijzonder kwetsbaar voor ziekten, zodat er veel pesticiden gebruikt moeten
worden", zei Shiva. Ze rekende voor dat de uitgaven voor pesticiden in Warangal,
Andhra Pradesh omhooggeschoten waren van 2,5 miljoen dollar in de jaren '80
naar 50 miljoen dollar in 1997.
Bio-terroristen
De omvang van de ramp is nog lang niet in zijn volle dimensie in te schatten.
Eind 2001 bij voorbeeld begint India te beseffen dat er in diverse streken
hongersnood heerst. Vandana Shiva : "In 1942 stierven in Bengalen en Orissa
meer dan 3 miljoen mensen van de honger. Nu, zestig jaar later, zijn honger
en hongerdood opnieuw present in India, voor de eerste keer sinds de Grote
Bengaalse Hongersnood van 1942 waarvoor de vrijhandel van het Britse imperium
verantwoordelijk was". De verklaring ligt voor haar in de veralgemening van
de vrije handel volgens de recepten van de Wereldbank en de Wereldhandelsorganisatie.
"Alle takken van Indiaas politiek van verzekerde voedselvoorziening worden
ontmanteld onder druk van Wereldbank en WHO", aldus Vandana Shiva. "Mensen
sterven nu van honger : dat is het onvermijdelijke gevolg van een beleid
dat wil dat de staat zich plots terugtrekt uit de voedselvoorziening en dat
voorschrijft dat de markt maar het eten naar de mensen moet brengen, terwijl
die mensen geen geld hebben om eten te kopen".
Na decennia oog in oog te hebben gestaan met het kruim van de kapitalistische
agro-industrie haalt Vandana Shiva bijzonder fel uit naar de biotechnologische
firma's. Ze noemt ze onverbloemd bio-terroristen. Ze weet perfect hoe die
firma's opereren om landbouweconomieën integraal van zich afhankelijk
te maken, en hoe ze tegelijk op grote schaal het natuurlijke milieu vergiftigen.
"Iedereen heeft de mond vol over de anthrax-terreur", zegt Shiva, "maar de
Indiase boeren en onze enorme verscheidenheid aan biologische soorten worden
bedreigd door een ander soort van bio-terrorisme".
Het staat nu vast dat de bio-technologische gigant Monsanto jarenlang in
de complete illegaliteit duizenden hectaren met biotechnologisch katoen heeft
bezaaid, met de medeplichtigheid van de firma Mahyco. In de complete illegaliteit,
want sinds 1989 heeft India een wet die bepaalt dat de minste import van
en activiteit met bio-technologisch materiaal enkel met de toestemming het
Genetic Engineering Aproval Committe (GEAC) mag gebeuren. Monsanto noch Mahyco
hebben ooit zo'n vergunning gevraagd. Ze gingen wel aan de klaagmuur staan
toen een derde bedrijf Navbharat exact dezelfde praktijken ging toepassen.
Volgens Vandana Shiva is wat deze bedrijven doen zonder meer misdadig. Ze
beweren dat hun nieuwe katoensoorten pest-bestendig zijn, maar in werkelijkheid
maakt het katoen zelf een soort pesticide aan. Die toxische stof is schadelijk
voor vogels, bijen, vlinders en kevers. Het "nieuwe" katoen zou ook
alle lokale soorten wegvegen, terwijl de Gujarat-provincie bij voorbeeld
130 inheemse katoen-variëteiten kent die hun kwaliteit hebben bewezen.
Piraterij
"Corporate bio-terrorism", noemt Vandana Shiva dit. Ze is dan ook zeer verheugd
dat in de schoot van GEAC beslist is dat alle velden waar bio-tech-katoen
groeit vernietigd moeten worden. Die beslissing is volgens Shiva een mijlpaal,
al komt ze er pas na een decennium van illegale aanplantingen en "betekent
ze nog niet dat de bio-tech-vervuilers ook de schade zullen vergoeden", aldus
Shiva. "In alle milieu-wetten is de producent van het vervuilend product
aansprakelijk. Welnu, Monsanto bezit zogenaamd het bio-technologisch gen
waarmee deze katoen-variëteit is vervaardigd. Dus moet Monsanto betalen".
Ook tegen die vorm van intellectuele eigendom voert Vandana Shiva al vele
jaren actie. Volgens haar gaat het om bio-piraterij, noch meer noch minder.
Het best bekend is de Basmati-campagne tegen de Amerikaanse groep Rice Tec.
die in 1994 een patent nam op maar liefst 20 variëteiten van de
Basmati-rijst, terwijl het beweerde dat het Basmati zelf in zijn laboratoria
had "gemaakt". Shiva is overigens opgegroeid in de vallei waar Basmati gedurende
duizenden jaren van zorgvuldig kruisen en kweken tot zowat de meest bekende
rijstsoort ontwikkeld is. In 1998 begon Shiva's Research Foundation met druk
uit te oefenen op de Indiase regering. Die moest Rice Tec's patent ongedaan
maken. De Foundation vond en vind het ongehoord dat een privé-bedrijf
zich zomaar de traditionele cultuur van de boeren toeëigent, want daar
komt deze patentering op neer. Rice Tec. had immers zijn patent zodanig ruim
geformuleerd dat alle soorten van Basmati feitelijk eigendom werden van de
firma, zodat de boeren zelfs hun eigen zaden niet meer zouden mogen gebruiken.
"De kennis van de armen wordt de eigendom van de global corporations, zodat
de armen zullen moeten betalen voor zaden en geneesmiddelen die ze zelf hebben
op punt gesteld", zegt Shiva.
De campagne verliep op meerdere fora tegelijk, voor de rechter, maar ook
op straat, want boerenvakbonden begonnen zich gaandeweg tegen de biologische
diefstal te organiseren. In augustus 2001 beleefde de
campagne
haar climax. Want, anders dan in sommige kranten toen werd verkondigd, speelde
Rice Tec. 15 van de 20 aangevraagde claims kwijt. Een regelrechte overwinning,
vindt Vandana Shiva,"de
Basmati-uitspraak
is het Seattle op het vlak van de bio-diversiteit en de intellectuele eigendomsrechten,
de zogenaamde TRIP's", daarmee verwijzend naar de geslaagde boycot van de
Wereldhandelsorganisatie tijdens haar vorige topconferentie van eind 1999
in de Amerikaanse stad Seattle.
Shiva en haar beweging gaat op het Basmati-elan voort, met een nieuwe campagne
tegen eender welk patent op eender welke rijstsoort. "Rijst is de erfenis
van Aziatische boeren", aldus Shiva, "die sinds millennia honderdduizenden
soorten rijst hebben ontwikkeld. Het is ook de erfenis van de verbruikers
in Azië die ontelbare manieren hebben bedacht om rijst te bewaren en
te bewerken, en die een onnoemelijk aantal keukenrecepten hebben bereid voor
meer dan de helft van de wereldbevolking". Voor de nieuwe campagne slaan
de Indiase boeren om te beginnen met hun Thaise collega's de handen in elkaar.
Richtlijn
"Onze acties tegen GATT hebben me veel over bio-diversiteit geleerd, " zegt
Vandana Shiva. "Ik heb begrepen hoeveel soorten er zijn, en hoe de mensen
oogsten. Tevoren had ik daarvan nauwelijks enig besef". Ze geeft een klein
voorbeeld. In India is het een wijderbreide rituele praktijk dat elk gezin
op Nieuwjaarsdag negen zaden plant in een bloempot. Negen dagen later komen
de vrouwen samen om hun zaailingen te vergelijken. Dan wisselen ze plantjes
uit, zodat elk gezin tegen de planttijd het beste zaai-materiaal kan gebruiken.
Het dorp kan er maar wel bij varen.
De zogenaamde Groene Revolutie bracht een ommekeer in die traditionele patronen,
omdat de staat zich uitdrukkelijk met de voedselveiligheid ging inlaten.
Met de kapitalistische globalisering is ook die staatsfactor weggevallen,
en blijft er volgens Shiva enkel nog miserie over. Nog een voorbeeld. In
1998 werden de kleinschalige, lokale raffinaderijen van plantaardige olie
(uit mosterd, lijnzaad, kokos, sesam en aardnoten) verboden omdat ze hun
product niet volgens Westerse standaarden konden verpakken. Voortaan moest
plantaardige olie in plastic of aluminium worden verpakt. "Die richtlijn
vernielde onze lokale olie-productie", zegt Shiva, "en tientallen ghanis,
dat zijn persen, werden ontmanteld. De hele sector is dan overgenomen, hetgeen
10 miljoenen gezinnen in de werkloosheid heeft gestort. Hetzelfde gaat nu
gebeuren met onze bloemproductie. Daarvan zullen 100 miljoen gezinnen het
slachtoffer zijn".
Shiva komt tot de slotsom dat de wereldwijde vrije handel een aanslag wordt
op de duurzaamheid van het bestaan. Dat is volgens haar geen ongelukkig neveneffect
maar een fundamentele karakteristiek van dit systeem.
Onmenselijk
"De neo-liberale machine bedreigt het leven zelf, daarom zijn we een beweging
voor het leven", zegt Shiva, al mag dat zeker niet met een conservatief Pro-Vita-pleidooi
worden verward. "De vernietiging van het leven zit tegenwoordig in de regels
van de Wereldhandelsorganisatie ingebed. Op twee niveau's. Ze dromen van
een productie-systeem zonder mensen. Overal wordt de arbeidskracht uitgestoten.
In de landbouw kunnen ze het zonder boeren stellen, in de fabrieken vervangen
ze de arbeider door robots. Dat wordt het hele systeem. Ze hebben de mens
enkel nog nodig als verbruiker. En daar zit nu net een grote contradictie
van dit systeem. Want de mensen hebben geen werk meer, maar ze moeten wel
consumeren. De vernietiging van het leven zie je ook in de productie-technieken.
Het vroege kapitalisme haalde zijn surplus uit arbeid en putte de arbeid
uit. Maar de genetische engineering is het leven zelf aan het uitputten,
en tast zo onze hele toekomst aan".
Dat Vandana Shiva soms bevlogen klinkt, hoeft niet te verbazen. Ze vindt
naar eigen zeggen juist goed haar draai in de beweging voor de biodiversiteit
omdat die zowel filosofische kwesties en vragen over democratie omvat als
zeer praktische bezigheden zoals het aanleggen van zaad-banken met de boerengemeenschappen
(waardoor overigens ruw geschat zo'n 400 rijst-soorten en evenveel soorten
groenten en granen behoed zijn voor verdwijning). "Als je over bio-diversiteit
praat, komen al die aspecten samen. Met een thema als de klimaatsverandering
is dat niet zo evident".
Soeverein
Shiva zegt dat het uiteindelijk draait om de zelfbeschikking van de mensen
: "we houden ons bezig met voedsel, water, bio-diversiteit. Op elk van die
terreinen wordt de soevereiniteit van de mensen aangetast, zij het door patenten
op soorten, of omdat water en andere basis-diensten worden geprivatizeerd
of omdat de landbouw in handen komt van de agro-business".
In dit verband spreekt ze de stelling tegen dat de staat verzwakt en uitgehold
wordt. De staat, antwoordt Shiva, is zwak in het controleren van het kapitaal,
maar sterk in het scheppen van ruimte voor het kapitaal. "Kijk naar de oorlog
die er nu bezig is. Al die regeringen die mee ten strijde trekken tegen het
terrorisme, handelen helemaal soeverein en op eigen houtje, zonder ook maar
het minste akkoord te vragen van de bevolking. En uiteindelijk voeren ze
die oorlog om gunstige voorwaarden te scheppen voor het kapitaal".
Maar wat is dan het alternatief ? Volgens Vandana Shiva zijn de samenlevingen
hun verbeelding kwijtgespeeld over hoe je anders kunt werken. De internationale
instellingen maar ook de mensen zelf vormen elk een deel van het probleem.
"Als we beseffen dat we kunnen bestaan buiten het systeem van de grote bedrijven,
dan zetten we een belangrijke stap om hun greep op ons te verzwakken. De
meeste ingrediënten voor een duurzaam en menselijk bestaan zijn voorhanden.
We moeten ze alleen erkennen en ze in de juiste mengeling samenvoegen", zegt
Shiva.
De ervaring van de Basmati-campagne trekt ze door. Daar lag de overwinning
"meer aan de mensen dan aan de regeringen". De regeringen staan ergens halverwege
tussen global capital en de bevolking. Je moet ze onder druk zetten, zoals
ook het parlement zijn directieven van de lokale niveaus moet krijgen. Shiva
vindt dat er een directe en gedecentraliseerde democratie heropgebouwd moet
worden die zoveel mogelijk mensen actief bij haar activiteiten betrekt. Door
de mensen op elk niveau zoveel mogelijk te informeren, door de gemeenschappen
te organiseren en door ook collectief die "grondstoffen" te beheren
die collectief en duurzaam voort-gebracht kunnen worden. Shiva ziet wel met
lede ogen dat bijna alle geëngageerde groepen van dag tot dag ageren,
ze lopen achter de feiten aan. Een strategie op lange termijn - "twintig
jaar" - is er niet.
De beweging moet het totalitarisme van de markt vervangen door "earth democracy",
aldus Shiva, en in die beweging nemen vrouwen een centrale plaats in. Want
wie anders voedt de wereld ? Ook daarmee gaat ze dwars tegen de gangbare
neo-liberale slogans in die vrouwen bestempelen als onproductieve of on-economische
wezens en hen daarom uitsluiten uit sectoren waarin ze van oudsher de spil
waren. "De dominante veronderstelling is dat de industriële mono-culturen
veel productiever zijn dan de kleinschalige landbouw. Maar het omgekeerde
is waar. Kleine boerenbedrijven drijven dikwijls het werk van de vrouwen
die er tientallen verschillende gewassen telen. Eén enkele moestuin
in Thailand kan tot 230 soorten tellen. Welnu, hun output is veel groter
dan die van de industriële productie".
"Nu wordt het delen van kennis gebrandmerkt als crimineel. Zolang dat mogelijk
is, zullen we alleen maar armer worden. Dat moeten we opnieuw omdraaien.
We moeten opnieuw kennis uitwisselen", zegt Shiva. "Het is een sleutelement
om de mensheid en het milieu te laten overleven".
Raf Custers