Franse verkiezingen · Trotskisten hebben geen echt alternatief Socialisme of de barbaren "Arlette spreekt ten minste klare taal, ze is anders", vonden de mensen die haar verkiezingsmeetings volgden. Hetzelfde voor de jonge Besancenot: "Een gast die breekt met de fossielen van de politieke scene." Hun uiteenzettingen lijken inderdaad een breuk met het eenheidsdenken van de andere kandidaten, totaal onderworpen aan het kapitaal en aan de 'republikeinse' waarden. Maar typerend voor dat eenheidsdenken is ook dat het elk ander maatschappijmodel afdoet als dictatoriaal of terroristisch. Dat eenheidsdenken staat ook voor anticommunisme, haat tegen de opbouw van het socialisme in de 20ste eeuw en tegen de huidige socialistische landen. En daar wijken Arlette Laguiller en Olivier Besancenot als overtuigde trotskisten geen duimbreed van af. Alice Bernard Zoals in andere landen worden de Franse arbeiders al meer dan tien jaar geconfronteerd met herstructureringen, fusies, fabriekssluitingen, afdankingen en privatisering... De twee trotskistische kandidaten, die mikken op de 12 procent kiezers die een echt linkse stem wilden uitbrengen, varen met veel verve uit tegen het patronaat en hun lakeien: "Wat heeft de linkse regering gedaan tegen de massale ontslagen? Niets!"1 "Heel de economie is een machine om ongelijkheid en onrecht te produceren."2 De trotskistische kandidaten trokken de stemmen aan van arbeiders die gerevolteerd zijn door de inleveringen van de laatste tien jaar. Maar dat heeft volgend de trotskisten niets te maken met een botsing tussen kapitalisme en socialisme. Het groot offensief van het kapitaal kwam er niet zomaar. Het herstel van het kapitalisme in Oost-Europa in 1989 wijzigde fundamenteel de krachtsverhoudingen in de wereld en de sfeer in de fabrieken (delocalisaties, flexibiliteit, patronale agressiviteit). Het imperialisme heeft zijn erfvijand, het socialistische kamp, vernietigd en denkt nu alle resten van weerstand te kunnen opruimen. Sindsdien grijpt het steeds opnieuw naar oorlog: hun bommen verwoestten Irak, Joegoslavië en Afghanistan. En het imperialisme bereidt nog veel moorddadiger oorlogen voor. Oorlogen die niet mogelijk waren geweest zolang het socialistische kamp bestond. Maar zo ziet Arlette het niet: "...de verdwijning van de USRR heeft niets veranderd..."3 Weerstanders of terroristen Heel de Vierde (trotskistische) Internationale, waar de LCR van Besancenot deel van uitmaakt, juichte bij de ineenstorting van het socialistische kamp. "Na de val van de muur van Berlijn en de ineenstorting van de Sovjet-Unie is er een nieuwe periode aangebroken. Wij zien zonder spijt hoe de bureaucratische dictaturen die wij van bij het begin bestreden hebben, ten val komen."4 Een maand na de val van de Muur van Berlijn schreven Lutte Ouvrière en Laguiller: "De arbeidersklasse heeft niets te verliezen bij de huidige evolutie in de DDR; zelfs als de Duitse eenmaking zich volledig ontwikkelt onder kapitalistische voogdij, dan nog hebben de revolutionairen geen enkele reden om zich daar tegen op te stellen."5 Verblind door hun anticommunisme steunden de trotskisten de contrarevolutie die de Sovjetunie overleverde aan multinationals en andere rovers. Alle vroegere Oostbloklanden kenden een negatieve groei sinds 1990. De contrarevolutie van 1989 was een politieke gebeurtenis van de grootste betekenis, die alle betrokken krachten verplicht standpunt in te nemen. Door de contrarevolutie te verwelkomen, tonen de trotskisten hun echte aard en de reden van hun bestaan: anticommunisme. Dit viscerale anticommuisme is niet nieuw. In de 20ste eeuw stortte het kapitalisme de mensheid tweemaal in een wereldoorlog. De Tweede begon wel, net als de Eerste, als een strijd voor de herverdeling van de kolonies tussen de imperialistische machten, maar hij werd pas echt vernietigend toen de nazi's de Sovjet-Unie aanvielen en het socialisme wilden uitroeien. De Verenigde Staten verschenen pas op het toneel toen de ze kans zagen om hun wereldoverheersing te vestigen. Ze wilden verhinderen dat het Rode Leger het Europese continent zou bevrijden. Wanneer de partizanenoorlog onder leiding van de communistische partij op gang komt, verzetten de trotskisten zich daar met geweld tegen. Zij vinden dat men hetzelfde standpunt moet innemen als in de Eerste Wereldoorlog: verbroederen met de Duitse soldaten, proletariërs in uniform. Vanaf 15 september 1941 veroordelen ze het terrorisme: "Terroristische acties graven een kloof tussen de Franse werkers en Duitse soldaten."6 Tijdens de oorlog is de organisatie van Arlette Laguiller "de groep die het vijandigst staat tegenover de gewapende weerstand, in naam van het... internationalisme."7 Mislukte poging In de ogen van de trotskisten is geen enkele socialistische ervaring geslaagd. De Vierde Internationale vindt dan wel dat men het embargo tegen Cuba moet bestrijden maar tegelijk ook de 'dictatuur' van Castro. Arlette Laguiller kent trouwens maar één revolutie, die van 1917 tot 1922. Daarna "werd het revolutionair elan van in het begin vervangen door de bureaucratische praktijken van de regering." 8 En tot besluit: "De USSR was geen communistische maatschappij, geen communistisch bestuur. Hoogstens een staat met een regering die zich communistisch noemden." 9 Vanaf zijn prille ontstaan werd de jonge Sovjet-Unie bestookt met interventies, economische blokkade, politieke en militaire omsingeling, subversie, sabotage en desinformatie. Het geklaag van de trotskisten over het 'bureaucratisme' droeg een stevig steentje bij. De socialistische industrialisatie, die de basis is van het materieel en cultureel welzijn en ook een echte culturele revolutie mogelijk maakte, kon slagen omdat de Sovjet-Unie het volk mobiliseerde. Met de communisten kende de USSR een economische opboei zonder weerga in der geschiedenis, alleen door op eigen krachten te steunen. En uiteindelijk was het onder leiding van die zogezegde bureaucratische communisten dat het sovjetvolk het nazi-monster kon verslaan. Het grootste kenmerk van de 20e eeuw is de botsing tussen imperialisme en socialisme. Nu, bij het begin van de 21e eeuw, moeten we de lessen trekken en kamp kiezen. Vandaag de strijd tegen het fascisme voeren, dat is vechten voor de vernietiging van het kapitalistische systeem met zijn armoede en oorlogen en het vervangen door het socialisme. Het anticommunisme van de trotskisten heeft hen in alle grote gevechten in het verkeerde kamp gebracht. 1 Toespraak in de Zénith (Parijs), 14 april 2002 · 2 Olivier Besancenot, www.lcr-rouge.org · 3 Arlette Laguiller, Mon communisme, Ed. Plon, Paris, 2002, p.23 · 4 www.lcr-rouge.org Zie ook Het trotskisme in dienst van de CIA tegen de socialistische landen, Ludo Martens, Uitg. PVDA, Brussel 1992 · 5 Lutte de Classe, tijdschrift van Lutte Ouvrière, december 1989, geciteerd in Communistes en lutte, februari 2002 · 6 La Vérité, Internationale studie en documentatie, Parijs, 1978, p.59 · 7 Intervention communiste, n°45, nov-dec 2001 · 8 8 Arlette Laguiller, Mon communisme, Ed. Plon, Paris, 2002, p.146 · 9 idem, p.8