Een antwoord op Tarik Fraihi en Mohamed Talhaoui De recente eis, DS 26 sept., voor een audit van het integratiebeleid en het Centrum Leman deed een belletje rinkelen. Die eis was immers al lang bekend, én weerlegd. Wat is er dan nieuw? Wat is de kern van hun betoog? Het waarom van de haperende integratie van migranten lijkt slechts een aanzet. Belangrijker is de wijze waarop we allochtonen willen integreren, ten aanzien van de demokratische grondslagen van onze maatschappij. Fraihi en Talhaoui tappen uit een oud en naargeestig vaatje. Ze formuleerden hun klachten reeds in 1999 en 2000. Het beleid, het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding en Johan Leman worden aangevallen. “Flagrante inbreuken op fundamentele rechten en vrijheden” was de aanklacht. Er volgde echter geen verdere informatie. Kortom, beschuldigingen zonder bewijzen. Dat ruikt naar smaad. Wat daarachter schuilt kan begrepen worden uit andere delen van hun betoog. Zo stelt Fraihi dat de islam compatibel is met onze westerse democratie. Is het echter zinnig om over ‘de islam’ te spreken? Bestaat er geen te grote verscheidenheid in ‘de islam’? Die stelling zelf is ook hoogst betwistbaar. ‘De islam’ –in voorzichtige algemeenheid- lijkt immers eerder niet, dan wel, compatibel met onze instellingen. De Britse jurist Poulter onderzocht hoe het islamitisch familierecht een plaats kon krijgen in de Britse rechtsorde. Hij besloot dat dat het fundamenteel onverzoenbaar is met onze rechtsstaat! Ook Fatima Mernissi, Sayd Abu Nasr, Soheib Bencheikh en Susan Moller Okin en zovele anderen verduidelijken waarom we beter op onze hoede zijn voor zulke ‘islamitische’ eisen. Fraihi en Talhaoui beweren dat zij de gelijkheid van man en vrouw voorstaan. Is dat wel zo? Waarom strijden ze dan voor meer rechten voor allochtonen die de Belgische nationaliteit afwijzen én vasthouden aan hun oorspronkelijke nationaleit, waardoor ze kunnen teruggrijpen naar een islamitisch familierecht dat vrouwen discrimineert? De eis van migrantenstemrecht zonder naturalisatie weegt duidelijk op dit debat. De rechtvaardiging ervoor blijft echter zwak. Dat er nog veel discriminatie rondwaart, dat allochtonen een faire plaats in onze samenleving moeten kunnen krijgen, dat is bekend. De nodige inspanningen daarvoor blijken kwasi steeds te moeten wijken voor andere ‘prioriteiten’. Klopt, maar ernstige argumenten waarom allochtonen wel gelijke rechten moeten krijgen, zonder er het geheel van alle plichten bij te moeten nemen –wat onvermijdelijk samenhangt met naturalisatie- die blijven echter uit. De fundamentele vraag is daarom niet ‘stemrecht voor immigranten of niet?’, maar wel ‘stemrecht met of zonder gelijke plichten?’, met name ‘met of zonder het geheel van alle plichten die voortvloeien uit, en samenhangen met naturalisatie’. Probleem is dat ‘stemrecht zonder’ het gelijkheidbeginsel ten gronde aantast. Men suggereert obstakels tegen naturalisatie. Die worden evenmin verduidelijkt. Daarom moeten we ons afvragen welke voordelen het afwijzen van de Belgische nationaliteit biedt. Zonder naturalisatie kunnen allochtonen zich blijven richten op de maatschappelijke en juridische normen van hun land van oorsprong, bijvoorbeeld het islamitische familierecht. Zonder naturalisatie kunnen ze beroep doen op ‘hun’ regering voor hun belangenbescherming. Zonder, behouden ze zelfs de mogelijkheid om de benen te nemen zonder uitgeleverd te kunnen worden. Schulden? Zakelijkse verplichtingen waaraan men liever ontsnapt? Dochters die men ‘voor de westerse samenleving wil behoeden’? Erfenissen waarbij men de zonen wil bevoordelen? Zonder naturalisatie blijven deze opties open. Hoe cru ook, ze zijn tekenend voor de sfeer waarin vele islamitisch meisjes hier moeten opgroeien. De voordelen van niet-naturalisatie maken dus vooral een verschil voor wie de democratische verworvenheden afwijst. Stemrecht zou ook toegekend moeten worden omwille van het gelijkheidsprinciepe, omdat immigranten ‘ten volle aan onze maatschappij deelnemen’. Gezien de gemakkelijke naturalisatie gaat die redenering evenwel niet op. Daarenboven, als het betalen van belastingen een reden is om stemrecht te moeten krijgen, moeten de bedrijven dan niet eveneens stemrecht krijgen? Zij betalen hier toch even goed belastingen ... Is het niet schizofreen en verdacht, ‘ten volle aan onze maatschappij te willen deelnemen’, én toch geen Belg willen worden en zo in één klap alle rechten te verwerven? Fraihi en Talhaoui grossieren in beschuldigingen -‘Het integratiediscours in België staat haaks op de mensenrechten.’ en ‘Wij ontberen enkele basisrechten’- maar beargumenteren deze nergens. Welk mensenrecht(en) ze ontberen, wordt niet verduidelijkt. De echte problemen liggen elders. Het racisme zal niet afnemen wanneer allochtonen meer rechten krijgen zonder de bijhorende plichten. Hun inderdaad problematische tewerkstelling zal er niet door verbeteren. Hun maatschappelijke aanvaarding al evenmin. Allochtonen die slagen, verzorgden doorgaans wel hun scholing en integratie. Ze leerden onze taal en verwierven de nationaliteit. Het feit dat de meesten reeds naturaliseerden zegt genoeg. Gewilde niet-naturalisatie lijkt symptomatisch voor dieperliggende problemen. Inburgering vereist mede daarom juist meer aandacht, middelen én verplichting. Immigranten moeten én Nederlands leren én de basisregels van onze samenleving –zoals vastgelegd in expliciete rechtsregels- aanleren en erkennen. Ze moeten zich éénzijdig aanpassen aan onze regels. Die verschillen immers te sterk van de regels in vooral islamitische landen. Ronduit achterbaks is de demonisering door Fraihi en Talhaoui van hun tegenstanders. Ze beweren dat het achterhaald is dat ‘de gast’ zich zou moeten aanpassen en associeren die idee met het Blok. Die aanpassing is echter hélemaal niet achterhaald. Niet alleen CD&V, NV-A, en vele VLD’ers en SP.A’ers vinden dat noodzakelijk, maar ook Poulter, Abu Nasr, Mernissi en Bencheikh. Waarom zou ‘een gast’ onze wetten niet net even goed als elke Vlaming moeten respekteren? Hier rijden we rechts, genieten vrouwen wél gelijke rechten en gelden belastingplichten. Die aanpassing aan de wet voorstellen als ‘ge-Blokt’ is me een a-demokratische en anti-Vlaamse belediging. Samengevat: gelijke rechten zonder naturalisatie en inburgering lijkt een dure pleister op het houten been, een vuile pleister ook, want schadelijk voor de oplossing van de reële problemen. Immigranten die echt part en deel van onze samenleving willen zijn, kiezen al lang voor naturalisatie, en verkrijgen zo invloed in de politiek. Doemdenkerij met de gaskamers in de hand kunnen we daarbij missen als vliegen in de soep. Rudi Dierick