Beste vrienden In uw brief vraagt u een verduidelijking van het standpunt van Agalev over de militaire transporten in het kader van de Irak-oorlog. Agalev heeft de voorbije maanden steeds opnieuw herhaald tegen deze oorlog te zijn. Dat standpunt is door de partij, door de parlementsleden en door onze ministers ingenomen en verkondigd. Wij kregen trouwens van de andere partijen, ook die van de meerderheid, regelmatig het verwijt dat we te ver gingen in dat standpunt. Wat betreft de transporten was en is ons standpunt dat we vinden dat die transporten moeten gestopt worden aangezien het hier gaat over een illegale en niet-legitieme oorlog. Onze houding was dat de discussie over die transporten geen louter juridische discussie is. Op dat vlak was er sprake van een meningsverschil tussen ons en de Eerste Minister. Ten aanzien van de akkoorden tussen VS en België die deze transporten regelen is onze houding dat zij dienen opgezegd te worden. Dat standpunt hebben we verdedigd tegenover de andere coalitiepartners. Wij herhalen opnieuw dat wij geen instemming hebben gegeven voor deze transporten. Uw formulering als zouden wij hebben ingestemd is fout. Mede door onze inbreng heeft de regering een aantal stappen gezet in de richting van het standpunt dat wij verdedigen. De intentie is duidelijk uitgesproken dat de akkoorden dienen herzien te worden, en gekoppeld aan het VN-kader. Dat is een belangrijke stap, die geen enkel ander Europees land heeft aangekondigd. Daarnaast is er via een parlementaire opvolgingscommissie een belangrijke opening gemaakt naar een betere democratische opvolging van deze akkoorden. Uit een artikel in Trends van 10/04 blijkt ondertussen dat het Amerikaans leger ondertussen besliste om de Rotterdamse haven te activeren voor transporten. Als verantwoordelijke wordt in het havenmilieu gewezen op "Louis Michel en zijn groene collega's". Agalev had graag gezien dat er nog meer stappen zouden gezet zijn, maar het bleek niet mogelijk de andere regeringspartners tot verdergaande stappen te bewegen. Op dit moment gaat onze zorg in grote mate naar de organisatie van de naoorlogse situatie in Irak. Ten aanzien van dat probleem hebben we gevraagd dat de Belgische regering zich duidelijk zou uitspreken voor een centrale rol van de VN. De regering heeft dat ook duidelijk zo gecommuniceerd. Verder vragen we dat snel initiatieven worden genomen om de humanitaire hulp te organiseren. Op initiatief van staatssecretaris Boutmans is reed een eerste schijf hulp vrijgemaakt. Het is onze taak als politieke partij om standpunten in te nemen en te verdedigen. In dit dossier hebben we geprobeerd standpunten die worden gedeeld door een grote meerderheid van de bevolking en door de vredesbeweging op het politieke forum te vertolken. We hebben de politieke middelen die we hebben, ingezet om tot een duidelijke positionering van de Belgische regering te komen. Wie het geheel van de positie van de Belgische regering ten aanzien van deze oorlog bekijkt, kan alleen maar tot de conclusie komen dat België de voorbije maanden een zeer uitgesproken en moedig standpunt innam. Dat is al een zeer belangrijk resultaat, dat ook tegemoetkomt aan de vredeswil van de duizenden mensen die de voorbije maanden in België op straat kwamen. Agalev heeft de voorbije maanden zeer actief meegewerkt aan alle vredesdemonstraties die nationaal of lokaal werden georganiseerd. Onze militanten waren op alle niveaus aanwezig in de organisatie van al die acties. We hebben getracht de eisen van de vredesbeweging te vertalen op het politieke forum. We zullen dat ook blijven doen. Het zou jammer zijn als al die mensen vanwege een vredesgroep het signaal krijgen dat zij niet welkom zijn. Te meer omdat er niet wordt aangegeven dat men in 'verlegenheid' wordt gebracht door de aanwezigheid in betogingen van mensen die openlijk sympathiseren met het regime van Saddam Hoessein of oproepen tot gewelddadige strijd. Wij hebben in de vergaderingen van het Anti-oorlogsplatform samen met anderen steeds verdedigd dat er een zo breed mogelijk platform zou kunnen komen, zodat zoveel mogelijk mensen mee konden opstappen. In die context is het merkwaardig dat net Agalev nu een verwijt zou krijgen. Wij zullen de volgende maanden en jaren blijven opkomen voor de vrede. Wat ons betreft willen wij dat blijven doen in een open en constructieve verstandhouding met de vredesbeweging. Met vriendelijke groet, Jos Geysels, politiek secretaris Agalev