Omdat ikzelf heel mijn jeugd doorgebracht heb binnen KSJ-kringen, zou ik vandaag even kijken hoe het zit met het engagement binnen mijn jeugdbeweging. Overal waar ik keek, op de trein of in de betoging: veel Chiro, maar slechts een handvol KSJ’ers. Een treurige start die voor mij weinig goeds spelde: een telling bracht me om en bij de 50 à 100 blauwhemden. In een beweging van 35000 leden is dit ijzingwekkend treurig, in een betoging van 12000 man mag je naar hen wel heel goed zoeken. Gelukkig dat we zo een opvallende hemden dragen… WAAR WAS HET ME OM TE DOEN? Een simpel idee was na de oktoberbetoging in Gent door me heen gegaan: ‘wat als er nu eens jeugdbewegingen bereid waren om zich binnen de andersglobaliseringsbeweging te engageren?’ Immers: hun stem is zelden gehoord, maar toch zijn zij het, die jongeren en kinderen, die potentieel het grootste belang hebben bij wat wij vandaag proberen te doen. Hun leiding heeft een opvoedkundige functie, de jeugdbewegingen hebben visieteksten. Allemaal zouden ze zich in principe kunnen vinden in vrede, solidariteit, ontwapening… Zonder hen kan je als buitenstaander naar televisie kijken, en opmerken wat voor een vreemde bende punks met hanenkammen of neohippies in fluokleren er weer op straat komt. Gemakkelijk om dit wereldje te veroordelen, als je er nooit mee in aanraking komt, niet? En het is niet dat de media moeite doet om dit beeld te ontkrachten: welke beelden zien we steeds weer? Juist: gebivakkeerde en met staven bewapende gasten die met stenen smijten, of banken volspuiten met grafitti, of mensen in alle kleuren die en masse van de zon genieten. Nergens iets veelzeggends over hun motivatie, of zingeving, of alternatieven… Maar stel je nu eens voor dat er tussen die bende plots een groep KSJ of Chiro stond? Gasten van veertien jaar in blauwe of grijze uniformhemden. ‘Maar dat is mijn zoon of dochter!’ Meteen is de afstand tussen de televisiekijkende burger en het imago van ons, ‘bende anti-alles’, minder groot. Dichter bij de werkelijkheid dus. Een ‘antiglobalist’, dat is iemand die ’s ochtends naast me zit aan de ontbijttafel, en die actie voert omdat het onrecht uit de hand loopt. Ah, net als wij vroeger dus, in ’68… Dank je, camera, indien je dit zou durven toegeven. Er was dus éindelijk eens wat jeugdbeweging aanwezig op de Gelijke Kansen Manifestatie. Oef. Wij hebben het gezien. Misschien wel jammer voor de mensen thuis dat iemand ergens de beslissing maakte dat de schitterend geschminkte Chiro-meisjes geen goede beelden mochten opleveren. Op de kijkbuis thuis zag je dus géén jeugdbewegingen vooraan lopen. Raad eens wie wel? Agalev en Spa hadden weer eens heel de boel georganiseerd én het ging helemaal niet over Gelijke Kansen, maar over … migrantenstemrecht… Nu ja, misschien heb ik dus weer iets gemist? De televisie is toch altijd juist, die mensen worden er immers voor betaald hé? Wel jammer dus voor die dappere jongelingen voor wie dit voor velen een nieuwe belevenis was. Ook de selectieve beelden waren nieuw voor hen, wellicht. TOCH RELATIEF WEINIG JEUGDBEWEGINGEN Je zou verwachten dat jeugdbewegingen massaal op de trom slaan als het over een thema als gelijke kansen gaat. Immers, ik wéét dat er ontelbaren zijn die zeggen: ‘ja, ik wil ook dat er iets verandert, en ik heb bewondering voor hun inzet, maar ik kan me niet helemaal vinden in hun programma…’ Wel, gelijke kansen verenigt die mensen, brengt ze op straat. Het is een thema dat mensen van alle rang of stand kunnen begrijpen: eerlijkheid. Dus waarom zo weinig jeugdbewegers? Weinig KSJ, zo goed als géén Scouts. In feite was zelfs de opkomst van Chiro aan de lage kant, te weten dat die meer dan 200.000 leden hebben… Ik herinner me betogingen van Hand in Hand met nog meer kleuren en veel meer volk. En vandaag zijn het de dagen na Seattle en 11 september – waar blijven de mensen? 12000 man is toch een lachertje hé, een schandelijke flop dus hé? Ik kan natuurlijk beginnen theoretiseren over waar ze blijven. Dan leg ik de verantwoordelijkheid vooral bij een toename van apathie en een gevoel van onmacht tegenover de politiek en de economie. Daar wil ik nog aan toevoegen de gruwelijke manier waarop de 300.000 Witte Marsers enkele jaren geleden brutaal werden afgescheept, waarop hun eisen gewoon op de lange baan werden geschoven of onder de mat verdwenen, en waar de politie als oplossing plots ‘nieuwe uniformen’ kreeg. Ikzelf trok me toen de haren uit het hoofd. Hoe durven ze! Da’s pure volksverlakkerij! En wat kunnen we er tegen doen? Je zou van minder zeggen: ‘ik kom niet op straat, zelfs niet voor Gelijke Kansen, want het haalt toch allemaal geen sikkepit uit!’ Maar op die dag van de Witte Mars stond ikzelf op ons speelplein, en kwamen er ouders hun kinderen bij ons afzetten: terwijl de jongeren in de jeugdbeweging zaten, gingen de ouders naar Brussel om te betogen. Een witte zee, heel Brussel zat vast tot laat in de avond. Die 300.000 straalden die dag, ik had het gevoel alsof er écht iets veranderde, en miljoenen zaten om de een of andere reden thuis, en sympathiseerden. Het was een intense dag. Laat me aan mijn hypothese toevoegen dat veel van die mensen een dikke fuck you hebben opgestoken naar diegenen die hun inspanningen zo negeerden, de politici en de lobbygroepen. Hoeveel stemmen won het Blok in die tijden? En wie van jullie lift er af en toe? Worden jullie even snel meegenomen als voor de Witte Mars-tijden? Nee dus. Bijna nooit meer. Verzuring… verrechtsing… WAT DAN MET KSJ? Met een vijftigtal waren ze in de Gelijke Kansen manifestatie, en hun visies op het hele gebeuren waren verfrissend: ‘KSJ, dat is Katholieke Studerende jeugd, maar iedereen is welkom, van welke kleur of ras dan ook. Bij ons is er een Marokkaanse leider – geen probleem.’ Kan er iets veranderen door zo een manifestatie? Geloof je er in? ‘Ik ben hier omdat ik vind dat je er in moet geloven. Als je dat niet doet, zoals zovelen, dan zal er zeker niks veranderen.’ Juist. Een dikke chapeau dus voor iedereen die hier voor het eerst stond, ook al volgde de meerderheid van de anderen niet. VISIES VAN KSJ NATIONAAL EN MEZELF Wat echter ongeweten is, is dat enkelen binnen KSJ Nationaal, de betaalde krachten op nationaal niveau, wél stevig hun handen uit de mouwen hebben gestoken om ervoor te zorgen dat deze betoging zou bestaan. Het initiatief vanuit het jeugdwerk en veel van de praktische voorbereiding, daar staken heel wat KSJ’ers achter. Een feit dat de nationale medewerker Bert me ietwat gekwetst uitlegt als ik hem vraag waarom er dus zo weinig KSJ’ers zijn – aan hen zal het niet gelegen hebben. Immers: de nationale werkgroepen van KSJ hàdden wel degelijk opgeroepen aan de leden om massaal af te komen. Maar daar staken organisatorische problemen de kop op: KSJ is op de manier georganiseerd dat de nationale medewerkers niet voorbij de regionale werkgroepen rechtstreeks de groepen mogen aanschrijven. Wellicht wegens problemen in het verleden, maar toch – als je provinciale medewerkers dan twijfelen, niet meewerken of te laat meewerken, komt er nooit een krachtdadige boodschap ‘kom mee!’ bij de individuele groepen… Of zoals nu, wellicht ook te laat. Een maand op voorhand worden de meeste maandplanningen van de plaatselijke groepen immers opgesteld, en dat verander je niet zomaar. Daarnaast speelt er echter nog een veel sluipender en onzichtbaarder probleem: de ster van de vrijwilliger is al jaren aan het wanen. Steeds minder voelen zich ‘geroepen’ als in de klassieke betekenis om letterlijk tot het uiterste te gaan voor hun leden. Vele leiders laten zich hangen, waardoor het zware werk snel bij één iemand uitkomt. Klassiek is het bij deze minder enthousiasten om lauw te staan tegenover alles wat inspanning of creativiteit verlangt. Hoe dat komt? Of waarom de kinderen van vandaag zich zoveel moeilijker kunnen concentreren als vroeger? Da’s een onderwerp waarrond iemand anders in de pen mag kruipen. Maar het is soms echt ongelooflijk wat voor een eenzaam gevoel het soms geeft om binnen je eigen jeugdbeweging eens te praten over ‘antiglobalisme’. Het lijkt soms alsof je van een andere planeet komt, of in je kelder automatisch molotovcocktails maakt… Het is alsof er een muur staat tussen mijn eigen idealen en het imago van de beweging waarin ik die idealen verdedig. Waarom zouden mijn medeleiders afkomen, als ze niet weten wat er aan de gang is met de wereld of wat wij willen zeggen? Hier speelt de media een gruwelijke rol in: dat enkele van mijn vrienden zo van mijn denkbeelden konden vervreemden… Een derde reden: velen in jeugdbewegingskringen zijn het resoluut over één ding eens: ‘een jeugdbeweging is er voor ontspanning, niet voor politiek’. Klopt ergens wel, al vergeten mensen die die mening aanhangen wel eens dat zij de jeugd en dus de toekomst zijn die wordt bedreigd, én dat engagement in de visieteksten van KSJ staat ingeschreven. Ook spelen kunnen maatschappijkritisch zijn. En alles staat en valt met gelijke kansen, zowel plaatselijk als op globaal niveau. ‘De wereld is geen dorp, en dat mag men wel eens beseffen’, zei een KSJ’er tegen me. Politiek wordt in deze opvatting wel eens snel op dezelfde hoop gesmeten als engagement buiten de beweging of een mening op de wereld. Een even sterke terugval in engagement bij leiders is te zien naar engagement voor ‘goede doelen’. Of groter nog: bij mijn groep is dat een jaar geleden afgevoerd, en ik hoorde in dat gesprek met KSJ-Nationaal dat het ook in vele andere plaatsen zo is: een 11.11.11 campagne waar ooit 20 plaatselijke jeugdbewegingsgroepen aan deelnamen, werd op het laatste slechts door die éne KSJ-groep gedragen. Die kregen dan veel meer werk zonder veel eigen zeggenschap. Een voorstel voor een fuif met winst voor 11.11.11 werd genegeerd – en dat was het laatste jaar dat die groep nog op 11 november op straat kwam... Vingerwijzingen en kritiek zijn niet overal evenzeer op zijn plaats in dit voorgaande verhaal. Iedereen die vrijwilliger is, eender waar, wéét dat hij maar zijn vinger hoeft op te steken of er valt een fulltime vrijwilligersjob op je hoofd neer, terwijl er aan de kant altijd mensen zullen zitten die geen sikkepit uitvreten… Dat zal ook wel ‘nà de revolutie’ zo zijn… En soms zijn er zoveel grote plannen maar moet het allemaal zo snel gaan of is er gewoon zo weinig tijd om eens stil te staan bij de gevoelens van je achterban… Dat de begeleiding en de educatie stroef zat en dat de jeugdbeweging in het verleden vaak als goedkope steunkrachten werden gezien, weliswaar in drukke periodes voor de ngo’s die die fouten al maakten, speelt ongetwijfeld een grote rol in het slechte imago dat ‘goede doelen’ hebben in veel jeugdbewegingen. Goede harten zijn er ongetwijfeld evenveel als vroeger in beide kampen, maar de communicatie zit stroefjes. Ook mijn groep kreeg wat dozen Vredeseilanden-mannetjes toegepropt en dan de straat op. Waarom? Daar konden we weinig antwoorden op geven. Toch kijk je wel eens op als je lauwe reacties ziet om na dat Vredeseilanden-fiasco bij ons een ander ‘goed doel’ uit de grond te stampen, één van onszelf, zoals een jaarlijkse gesponsorde zwerfvuilactie bijvoorbeeld – krachtig, direct, nuttig en dapper, maar snel zélf tot zwerfvuil herleid. Dat doet je wel even slikken. Ook soms dat schrijnende gebrek aan bewustzijn tegenover het eigen leven en de taak die je hebt tegenover je leden kan zeer doen. Wat niet betekent dat er elke week staan voor je leden én voor hen vanalles in elkaar te boksen niet al getuigt van heel wat engagement dat vandaag nogal dun gezaaid is in de samenleving. Je moet het toch maar even doen, elk weekend opgeven voor kinderen. Feit blijft: KSJ daagde vorige zondag maar magertjes op, ook al hadden ze de platformtekst ondertekend en bergen werk verzet. Maar de KSJ is vragende partij naar meer. Twee jaar geleden zag Vlaanderen bijvoorbeeld Worldshake ontstaan, en daar was de jeugdbeweging laaiend enthousiast over. Een dringende vernieuwingsactie binnen de ngo-wereld plaatste het Worldshake-idee echter een stapje terug. Maar het is niét vergeten, zo beweren de nationale KSJ-medewerkers. De jeugdbeweging wil nieuwe impulsen, nieuwe stappen, wil zélf acties bedenken en de dialoog opstarten met de achterban. Binnen het jeugdwerk laait evengoed een wind van ‘nu is de dag gekomen!’ Die botst echter, even vaak als binnen ngo’s, met verschillende agenda’s en projecten, een kwalijke communicatie naar de basis toe, en de beperkte tijd van de weinige vastbetaalde krachten in verhouding tot het te verzetten werk. Voor KSJ was de manifestatie van 10 maart één ding: een signaal. Naar de eigen beweging toe dat het tijd is voor een hernieuwde betrokkenheid bij maatschappelijke thema’s, naar buiten toe dat ook de jeugdbeweging tégen een verrechtsende maatschappij is en voor solidariteit. In eigen kringen is de beweging al overgestapt naar het verkopen van uniformen die op een ethische en ecologisch verantwoorde manier tot stand kwamen, haalde als ‘katholieke’ jeugdbeweging fel uit tegen de dogma’s van het vatikaan, en nam in de nationale tijdschriften krachtige standpunten in ten opzichte van sociale thema’s. Het antiglobalisme kwam al ruimschoots aan bod en ook op het forum op de site www.ksj.org waren de discussies niet minnetjes. WAT DUS MET KSJ EN ANTIGLOBALISME? Nu vallen we terug op de basis van dit artikel: het imago. Veel vaste medewerkers van de KSJ staan ronduit positief tegenover het antiglobalisme, maar slagen er niet in om hun leden voor de verschillende thematieken warm te maken. De verspreide slagorde van het sociale engagement kan niet op tegen de stereotiepen die de media wijd over de beweging uitstort. Maar KSJ is zich wel bewust van dit probleem. Ze kwamen tot de conclusie dat het niet kan dat KSJ zich achter de banier van het antiglobalisme schaarde als één blok. Dat leden en groepen er wél in uniform heen gaan, geen probleem – iedereen zijn eigen keuze. Maar KSJ kon zich onmogelijk volledig scharen achter de beweging. Niet uit gebrek aan overtuiging, maar omdat het quasi onmogelijk zou zijn om het thema aan de achterban te verkopen, als de media zo breedjes op hen inspeelt. In plaats daarvan maakte KSJ een keuze die veel lezers op deze site zal doen huiveren, maar die wel enige uitleg verdient: het zou wél oproepen voor de Ijzerbedevaart. ‘Dat kan niet!’, roept u nu. Wacht – even een secondje. De redenering achter deze keuze was een interessante denkoefening. Zowel het antiglobalisme en de Ijzerbedevaart hebben een imagoprobleem: het eerste wordt beweerd extreem-links te zijn (anarchisten en communisten – de marginalen), het tweede wordt beweerd extreem-rechts te zijn (racisten – de marginalen). Beide bekeken vanuit een ondiepe mainstream-visie die niet verder kijkt dan de eigen neus. De Ijzerbedevaart is in de grond immers een oproep voor vrede, voor ‘nooit meer oorlog’. Het trekt veel Vlaams Blokkers en Vlaams nationalisten aan, waaronder velen die deze waardevolle vredesboodschap verkrachten en verminken voor de eigen agenda. Nu de organisatoren van de Ijzerbedevaart écht afwillen van de zwarthemden en terug de vredesboodschap willen promoten, heeft KSJ de knoop doorgehakt en durft het te zeggen dat ook zij gegroeid zijn uit de Vlaamse beweging en dat ze daarom de waardevolle stukken van die roots niet kunnen laten verloren gaan aan het racisme het Vlaams Blok. Een dappere stap, zij het één dat hen nog veel kwade blikken gaat opleveren. Ook ik voel me er natuurlijk een beetje zuur bij, maar stel de legitimiteit van hun redeneringen én het hijsen van die eigenzinnige kleuren sterk op prijs. Nu hoop ik echter wel één ding, en dat is dat de Ijzerbedevaart dan ook resoluut weet te breken van extreem-rechtse invloeden. Zo ja, dan kan het terug uitgroeien tot een deel van de vredesbeweging. Zo nee, dan zal de KSJ snel op zijn pootjes terugkruipen of blijvend geassocieerd worden met die minder aangename figuren die op de Ijzertoren afkomen. Ik hoop echt voor het eerste. Maar er zitten genoeg mensen binnen KSJ die zelf ook kunnen aanvoelen wanneer het misgaat, en ik ben er stellig van overtuigd dat weinigen die niet opkomen voor het antiglobalisme, dat plots wel gaan doen voor de Ijzerbedevaart. Ook dàt is immers politiek én veel moeite. Ondertussen gaan er enkele stemmen op, waaronder de mijne, om een werkgroep op te richten die KSJ’ers die in KSJ-verband naar antiglobalistische protestacties willen komen, deze kans kan bieden. Deze denkpiste staat echter nog in de prille kinderschoenen. Wie weet… DE TOEKOMST? Er is nog heel wat op til. Dat het jeugdwerk opnieuw een dialoog aangaat met de ngo’s is een belangrijke stap. Misschien dat we stilaan meer educatieve krachten in scholen en jeugdbewegingen workshops mondiale vorming zien geven. Hopelijk groeien we weer richting een Worldshake-achtig project dat 30000 jongeren op straat brengt. Ook het jeugdwerk maakt in deze evolutie gretig gebruik van het internet (www.jeugdwerknet.be), al blijven de verschillende projecten nog steeds kleinschalig en versnipperd, zowel in het jeugdwerk als in de ngo-sector. Vernieuwingsbewegingen in beide willen de band met de basis terug aanhalen. Hopelijk worden dan de juiste keuzes gemaakt, en zien we binnen jeugdbewegingen een radikale stop aan de verrechtsing. Want als het érgens moet gebeuren, dan is het wel bij de jongeren. En daar dragen de leiders een ongelooflijk grote verantwoordelijkheid in. En ja, engagement ook.