Beste, In reactie op jullie opinietekst voor De Standaard van 26 november 2002, schrijf ik jullie deze brief. In "Maak de taart niet groter" bekritiseren jullie terecht het discours van Guy Verhofstadt rond het probleem van de huidige globalisering. Ik haal er enkele citaten van jullie uit waar ik de nodige vraagtekens en/of opmerkingen bij wil zetten. "In zijn tweede brief aan de andersglobalisten gaat Verhofstadt tekeer tegen de dubbele standaards die de meeste geïndustrialiseerde landen van het Noorden hanteren over de wereldhandel, zoals die gevoerd worden in de WTO." Verhofstadt wil de problemen oplossen door meer in plaats van minder economische globalisering. Wat jullie terecht aanklagen als een verkeerd principe. Het is daarentegen wel een uitgesproken liberaal idee, en inherent aan het discours van veel verdedigers van de markteconomie. "Op dit moment wordt ongeveer tachtig procent van de grondstoffen opgesoupeerd door 20 procent van de mensen. Wie naar het verloop van mondiale onderhandelingen over klimaatbeleid kijkt, krijgt de indruk dat een groot deel van de vertegenwoordigers van die twintig procent ervan uitgaat dat ze wel degelijk recht hebben op die tachtig procent." Wie zijn dan die twintig procent? Jullie blijven hier vrij vaag over. Duidelijk is in elk geval dat er de nodige verschillen zijn binnen het geheel van die groep mensen die het meest opsouperen en, dat een veel kleiner gedeelte de meeste verantwoordelijkheid hiervoor draagt. Namelijk een groot deel van de bedrijfswereld en staatsmannen of -vrouwen die niet willen of kunnen weerstaan het lobbywerk van transnationale ondernemingen en andere actoren binnen de globale kapitalistische economie. Daarnaast zijn het vooral allerlei maatschappelijke hiërarchieën die verantwoordelijk zijn voor de ecologische crisis : overheersingsprincipes die betrekking hebben op ras, klasse, geslacht, leeftijd,... "Ecologie koppelen aan rechtvaardigheid kan leiden tot echt vernieuwende voorstellen, zoals een gelijk vervuilingsrecht voor elke bewoner van deze aarde." Allemaal goed en wel, maar wat verstaan jullie onder een "gelijk vervuilingsrecht", en hoe willen jullie afwijking daarvan sanctioneren of tegengaan? Heeft de Amerikaanse president Bush bijvoorbeeld evenveel vervuilingsrecht dan de gemiddelde Soedanees? Mij lijkt het van niet, want Bush heeft al lang genoeg van de welvaart in zijn kringen mogen genieten. Een klein basisinkomen voor Bush lijkt me voorlopig zeker genoeg, en weinig mogelijkheden voor gereis evenzeer. Voor de gemiddelde Soedanees ligt dat anders. "De markt is geen doel, maar een middel. Een écht vrije markt functioneert zonder ecologische en sociale schade. Het is een markt die de ecologische en de sociale kost volwaardig inrekent in de boekhouding." Mij lijkt het dat een markteconomie zonder sociale en ecologische schade niet mogelijk is, zo'n principes zijn inherent aan het principe van een markteconomie, waarin winstbejag gemakkelijk centraal komt te staan. Ik vraag me trouwens af hoe jullie deze kosten volwaardig willen inrekenen, want als het over de ecologische crisis gaat is het vijf voor twaalf. Met groeten, Raf Grinfeld.