Mijnheer de eerste minister, Bij deze willen wij reageren op uw open brief aan het adres van de zogenaamde “antiglobalisten”. U lijkt het antwoord op de wereldproblemen van vandaag vooral te zoeken in een verdere vrijmaking van de wereldhandel. Toch willen wij u erop wijzen dat een vrijere wereldhandel niet per definitie voor iedereen meer welvaart oplevert. De globalisering en vrijmaking van het kapitaalverkeer levert vooral voor de multinationals grote winsten op. De extra winsten die door de vrijhandel in een bepaald land gecreëerd worden, “sijpelen” in de praktijk echter niet door naar andere economische sectoren of bevolkingsgroepen binnen datzelfde land. Het vrijgemaakt internationaal kapitaalverkeer zet immers de exportgedreven sectoren aan om hun winsten te investeren in meer renderende activiteiten, vaak in een ander land. De grote effecten van internationale handel op de interne inkomensverdeling, creëert dus winnaars en verliezers. Als de winnaars de welvaartsdaling van de verliezers niet mee helpen compenseren en hun winsten elders gaan investeren, is het globaal effect van toenemende en vrijere internationale handel moeilijk te voorspellen. Vandaag de dag moeten 1,3 miljard mensen het nog steeds stellen met minder dan 1 € per dag. Hun aantal blijft groeien. Of een uitvergroting van de globalisering hier voor een oplossing kan zorgen, lijkt ons zeer de vraag. In de praktijk leidt de toenemende economische globalisering en liberalisering ook tot een toenemende afwenteling van kosten en risico's. Vaak veroorzaakt de toegenomen globalisering een steeds lager niveau van sociale en ecologische bescherming. De stijging van de mobiliteit van kapitaal, kennis en mogelijkheden voor het transport van goederen, stelt multinationale ondernemingen in staat om hun productieketen ruimtelijk op te splitsen. Daarbij vinden arbeidsintensieve productieactiviteiten steeds meer plaats in “export processing zones”, sociale kerkhoven waar arbeidskrachten in een vorm van moderne slavernij worden uitgebuit. Milieubelastende activiteiten schuiven op naar “vervuilingsparadijzen” waar nauwelijks sprake is van milieuregels of -normen. Winsten worden dan weer geaccumuleerd in belastingsparadijzen. Door hun globalisatiestrategie ontsnappen multinationals aan de controle van de natiestaten. Zo worden ze ongrijpbaar. Zoals water steeds stroomt naar het laagste punt, zo ook verplaatsen productieactiviteiten zich naar die regio's met de laagste sociale kost, de minst strenge ecologische spelregels en het laagste belastingniveau. Internationale bedrijven realiseren de verlaging van hun kosten niet enkel via "efficiëntieverhoging", maar al te vaak door ecologische en sociale dumping. Daarbij komt dat uw wonderrecept van de vrijhandel geenszins tot een veralgemening van ons welvaartspeil op wereldniveau kan leiden. De door de westerse wereld veroorzaakte impact op het leefmilieu is daar veel te groot voor. Een voorbeeld: met zo’n 25 % van de wereldbevolking staat de geďndustrialiseerde wereld in voor zo’n 75% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Een veralgemening van ons energieverslindende levenswijze op wereldvlak zou tot een enorme toename aan bijkomende emissies leiden, dit op een moment dat wetenschappers een reductie van de huidige wereldwijde uitstoot met 60 tot 80% noodzakelijk achten om de meest dramatische effecten van een klimaatswijziging te kunnen voorkomen.U stelt dat zulke mondiale problemen met wereldwijde regelgeving aangepakt moeten worden. Multilaterale akkoorden op vlak van leefmilieu bieden doorgaans weinig mogelijkheden om vrijbuiters - landen die niet meedoen, niet willen tekenen of ratificeren - aan te pakken. Neem nu de weigering van Amerika om het Protocol van Kyoto te onderschrijven. Een individuele lidstaat kan niets ondernemen tegen de invoer van afgewerkte producten uit de VS. Zelfs niet indien een product voortgebracht wordt door middel van energieverslindende of vervuilende processen die in het importerend land zelf niet langer worden toegestaan. Een land kan in WTO-context enkel onder strikte voorwaarden handelsrestricties afkondigen voor geďmporteerde goederen die qua producteigenschappen niet aan de eigen verdergaande normen voldoen. Het is weerloos om te "discrimineren" in functie van verschillen op vlak van productieprocessen of productiemethoden, ook al tasten die “common goods” zoals het klimaat of de biodiversiteit aan. Bovendien blijken de multilaterale milieuakkoorden moeilijk afdwingbaar, zelfs indien landen ze geratificeerd hebben. Dat staat in schril contrast met de inbreuken op de vrijhandelswetten, die door de Wereldhandelsorganisatie kunnen bestraft worden met duidelijke sancties en boetes. De internationale gemeenschap werkt dus met twee maten en twee gewichten: “hard law” voor internationale handelsregels en “soft law” voor multilaterale sociale en milieuovereenkomsten. De “ethische inbedding” van de economische globalisering waar u in uw brief voor pleit, vraagt dus een hele omwenteling van het huidig wereldsysteem en de bijhorende internationale instellingen. Slechts op die manier kunnen multilaterale milieuakkoorden dagelijkse praktijk worden en krijgen ze handen en voeten. Slechts op die wijze wordt een stuk soevereiniteit hersteld voor die landen die verder willen gaan en beleid willen ontwikkelen voor het aanpakken van milieuproblemen die nog niet multilateraal geregeld zijn. Uw oplossing, mijnheer de eerste minister, is wel aandoenlijk maar onvolledig. Bovendien durven wij twijfelen aan uw politieke moed om er effectief werk van te maken en er in de dagelijkse politiek ook naar te handelen. Uw eigen minister was binnen de Europese landbouwraad een van de vurigste pleitbezorgers voor het instandhouden van het Europees protectionistisch suikerregime. Een regime dat suikerproducten in derde wereldlanden op onze markt geen enkele kans van slagen geeft en dat ook de eerlijke handel op wereldvlak ontwricht. Uw regering ging bij de goedkeuring van het protocol van Götheborg - dat kadert in het UN-ECE verdrag inzake grensoverschrijdende luchtverontreiniging - op de rem staan en wou de voorgestelde uitstootplafonds voor verzurende en ozonvormende stoffen niet aanvaarden. U weigert ook gevolg te geven aan de aanmaning van de OESO om in ons land een CO2-energietaks in te voeren. Op die manier weigert u om de milieukosten in de prijzen tot uitdrukking te laten komen en bezorgt u onze industrie een onaanvaardbaar concurrentievoordeel tegenover de 8 Europese lidstaten die wel al een CO2-taks hebben ingevoerd. Tenslotte blijft ons land zelf een wijkplaats voor de multinationals doordat de coördinatiecentra van multinationale ondernemingen in ons land van belasting worden vrijgesteld. Daarom - mijnheer de eerste minister - vragen wij duidelijkheid. Ofwel is uw open brief een schuldbekentenis en dan heeft de civiele maatschappij aan u een bondgenoot om de ecologische en sociale uitwassen van onze geglobaliseerde economie aan te pakken. Ofwel doet u aan window-dressing en blijft uw dagelijkse praktijk verschillen van wat u in woord belijdt. Dan heeft u niet alleen een sympathiek spleetje tussen de tanden, maar praat u ook met gespleten tong.