Cafer, Vanmiddag rond 14u30 kwam, tijdens de betoging voor de sans-papiers, een kameraad van jou naar ons. Toen hij me een hand drukte, vroeg ik hem of jij ook aanwezig was. Hij antwoordde heel droog dat jij dood was; ‘’Cafer est mort’’ zei hij. Ik dacht dat ik hem niet goed verstaan had, hij herhaalde hetzelfde (ik weet niet meer hoeveel keer). Maar ik bleef hem maar zeggen dat ik het niet grappig vond en dat hij me maar eens moest zeggen waar jij dan wel was. Neen, “Cafer est mort”, herhaalde hij voor de laatste keer, drukte me de hand en vertrok. Ik zweeg, liep verder, geloofde of wou het niet geloven én ik begon heel hard te roepen ‘’Belges et immigrés, unité. Les papiers pour tous et maintenant’’ Een belachelijk zicht als ik er nu aan denk, want jij bent dood en ik maar schreeuwen. Maar neen, jij zou het zo gewild hebben. Jij was een vechter, jij was de eerste om het onrecht aan te klagen, dus Cafer zeg me dat ik juist heb gehandeld. Je was zelf politiek vluchteling. Je bracht een bezoek aan je kameraden die sinds twee weken in hongerstaking zijn in Rotterdam. Zij tonen zo hun solidariteit met de actie van de 816 politieke gevangenen die in Turkije in hongerstaking zijn. Samen met hen protesteren ze tegen de bouw van isolatiecellen in F-type gevangenissen. Door die isoleercellen worden de gevangenen fysisch en psychisch kapotgemaakt. Je nam zelf deel aan de hongerstaking en wou blijven tot na het weekend. Het mocht niet zijn. Je was met vier andere hongerstakers in een tent toen een veertigtal Grijze Wolven jullie aanvielen. Ze waren gewapend met stokken en messen. Verzwakt door de hongerstaking konden jullie geen verzet bieden. Je drie andere kameraden raakten ook gewond. De fascisten staken een mes in je borst. Je overleed rond middernacht. Het is zo dichtbij gebeurd, in Nederland. Dat maakt ons woedend. Je vertelde ons altijd over de folteringen in Turkije, maar nu worden wij er pas met onze neus op gedrukt. In Turkije is vechten tegen het fascisme de dood riskeren. Jij nam dat risico, dat getuigde van ontzettend veel moed. Daar kunnen wij van leren. Anderhalf jaar geleden kwam je aan in België, verstopt in een Duitse vrachtwagen. Je was gevlucht en had maar één rugzak bij. Jij kwam niet naar België om een rustig leven te leiden, maar om de strijd tegen fascisme hier voort te zetten. Je was echt een jonge revolutionair. Deze zomer organiseerden we samen het concert United Against Fascism. Je was direct enthousiast en nam tientallen flyers mee om in je buurt en aan je vrienden uit te delen. Je dacht voortdurend na hoe we de zaken beter konden aanpakken. Je was niet snel tevreden, je was een échte doorzetter. Als wij aarzelden, spoorde jij ons aan om verder te doen. Jij wist immers wat het fascisme betekende. In Turkije heb je zelf in de gevangenis gezeten, gewoon omdat je antifascistische pamfletten had uitgedeeld. Jouw enthousiasme was aanstekelijk voor ons, je motiveerde de hele groep. Je sprak iedereen aan over wat er met jou gebeurd was, over de situatie in Turkije. Je was niet beschaamd omdat je niet zo goed Nederlands sprak. Je sprak veel met ons en leerde zo beetje bij beetje Nederlands. De laatste keer dat we je zagen, konden we elkaar echt goed verstaan. Jij leerde ons ook Turks met de krant die je altijd bij had. Je had geen gemakkelijk leven. Je leefde samen met je moeder, zus en broer op een sociaal appartement bij het Kiel. Het geld dat je van het OCMW kreeg was nauwelijks genoeg om de taalcursus op UFSIA te betalen. Jij werkte voor 50 frank per uur in een pitabar. 10 uur elke dag. Je verdiende elke dag 500 frank. Je kaart voor het concert kostte 250 frank, dat betekende voor jou vijf uur werken! Van het weinige geld dat je had, stond je er toch op ons regelmatig te trakteren. Maar het belangrijkste wat we van jou herinneren is dat je altijd zei: “Geen probleem”. Je leefde niet voor jezelf, maar voor de anderen. Je was een vriend voor ons. Je nodigde ons direct bij jouw thuis uit of om samen iets te gaan drinken in een Turks café. Je was altijd heel gastvrij. Op het verjaardagsfeestje van Kevin danste je de hele avond, je trok iedereen mee op de dansvloer. Het was de laatste keer dat we je zagen. Je sprak toen al over de hongerstaking en vroeg ons eraan mee te doen. Je streed zelf tegen het fascisme en wij zetten deze strijd met meer overtuiging dan ooit voort. We denken ook aan je vrienden en kameraden in Turkije die nu hun 52e dag hongerstaking ingaan. Cafer, we gaan je missen, we zetten je strijd verder. Kevin, Jan, Isabelle, An, Hakim, Wendy, Jan, Hans, Tim, Lise, Karel en al je andere vrienden en kameraden. Dit laten wij niet gebeuren! Neem contact met ons op om samen een symbolische actie te doen.0496/941.966 ( Isabelle Verbiest ) of 0478/490.398 ( Jan Buelens ) isabelle_wonderland@yahoo.com of janbuelens@hotmail.com