Ver weg van vrede in Mindanao -------------------------------------------------------------------------------- Luis Jalandoni Voorzitter van het Onderhandelingspanel van het Nationaal Democratisch Front van de Filippijnen (NDF) 26 mei 2000 De laatste weken zijn de Filippijnen in het middelpunt van de internationale media-aandacht geweest, naar aanleiding van de kidnapping van buitenlanders door de Abu Sayyaf-groep in het meest zuidelijke deel van het land, Mindanao. Tegelijk is de regering van president Estrada in die regio een grootschalig offensief begonnen tegen het Moro Islamic Liberation Front (MILF). En ze beschuldigt ook het Nieuwe Volksleger (NPA) van terroristische acties in Mindanao en Manilla. Het is belangrijk om het verschil uit te leggen tussen de Abu Sayyaf-groep en het Nieuwe Volksleger. De Abu Sayyaf-groep werd zo’n tien jaar geleden opgericht met de hulp van militaire agenten. De bedoeling was dubbel: een splitising veroorzaken in de beweging voor zelfbeschikking van de Moro’s (moslims), en druk uitoefenen op Nur Misuari, de leider van het Moro National Liberation Front (MNLF), om akkoord te gaan met de voorwaarden die Manilla stelde voor vredesonderhandelingen. De Moro’s vechten voor zelfbeschikking omdat de centrale overheid al eeuwenlang nalatig is op vlak van sociale voorzieningen en ontwikkeling in hun gebied, omdat hun land wordt uitverkocht en omdat ze gediscrimineerd worden. Op 8 mei ontmaskerde Senator Aquilino Pimentel generaal Alexander Aguirre, de Nationale Veiligheidsadviseur van president Estrada, als de ‘africhter’ van de Abu Sayyaf-groep. De laatste jaren kwam de groep naar buiten als een Frankenstein-monster dat zich specialiseerde in gijzelingen voor losgeld en aanvallen op dorpen. Zoals het plaatsje Ipil in de provincie Zamboanga, dat in 1995 in de as werd gelegd. Zowel het MILF als het NDF hebben de gijzelnemingen en andere activiteiten van de Abu Sayyaf-groep die het leven van burgers in gevaar brengen veroordeeld. Het Nieuwe Volksleger werd in maart 1969 opgericht door de Filippijnse Communistische Partij (CPP). Met de CPP, het NPA en vijftien andere ondergrondse organisaties vormt het Nationaal Democratisch Front (NDF) een revolutionaire beweging, met een programma voor landhervorming en nationale industrialisering. Ze verdedigt de democratische rechten van arbeiders en boeren, de grote meerderheid van de bevolking, en van vrouwen, kinderen, nationale minderheden en de rest van het volk. Ze kant zich tegen de uitbuiting door buitenlandse multinationals, het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en de Wereldhandelsorganisatie, en door de plaatselijke grote kapitalisten en grootgrondbezitters. In november 1980 werd het NDF tijdens een zitting van het Permanent Volkerentribunaal in Antwerpen "een legitieme vertegenwoordiger van het Filippijnse volk" genoemd. Het NDF telt vandaag meer dan 100 guerillafronten in de hele Filippijnen en heeft een massabasis van miljoenen mensen. Tussen 1992 en 1998 ondertekende het NDF tijdens vredesbesprekingen tien bilaterale verdragen met de Filippijnse overheid. Precies een jaar geleden, op 31 mei 1999, verklaarde president Estrada de vredesonderhandelingen voor beëindigd. Van dan af nam hij een hard standpunt in: totale oorlog tegen de CPP, het NPA en het NDF. Het Moro Islamic Liberation Front (MILF) werd opgericht in 1978. Het onderscheidt zich van het Moro National Liberation Front (MNLF). Dit laatste capituleerde in 1996 voor de Filippijnse overheid. In ruil kreeg hun leider, Nur Misuari, de post van gouverneur van de Autonome Regio van Moslim Mindanao. Sinds vorig jaar hebben het MILF en het NDF een politieke alliantie. Het NDF drukt hiermee zijn steun uit aan de gerechtvaardigde strijd van het Moro-volk voor zelfbeschikking. Ondanks vredesakkoorden tussen de Filippijnse overheid en het MILF, hebben de Filippijnse strijdkrachten in de marge van de Abu Sayyaf-kidnapping gebieden van het MILF aangevallen, waaronder hun hoofdkwartier, Camp Abubakar. Het Filippijnse leger vuurde onafgebroken granaten af met 105 mm howitzers, voerde bombardementen uit met OV-10 Bronco oorlogsvliegtuigen en vuurde vanuit MG-520 helikopters. Allemaal wapens geleverd door de Verenigde Staten. Mindanao telt nu al meer dan 300.000 interne vluchtelingen. Geconfronteerd met hevig verzet van het MILF heeft het Filippijnse leger hoge verliezen moeten toestaan: 125 doden en bijna 500 gewonden. De overheid, anders krap bij kas, geeft voor haar militair offensief meer dan 50 miljoen frank per dag uit. De Katholieke Bisschoppenconferentie (CBCP), de Nationale Raad van Kerken van de Filippijnen (NCCP, protestants) en vele andere kerk- en mensenrechtenorganisaties hebben de Filippijnse regering opgeroepen de grootschalige oorlog in Mindanao onmiddellijk te stoppen en de vredesbesprekingen te hervatten. Een brede groep parlementairen, geleid door senator Teofisto Guingona, richtte samen met kerk- en mensenrechtenorganisaties de organisatie Kalinaw Mindanao ("Vrede Mindanao") op om deze eisen kracht bij te zetten. De harde houding van president Estrada dreigt de Filippijnen naar een nog ergere politieke en economische crisis te voeren. Hij brak de vredesonderhandelingen met het NDF af nadat hij met het NDF een Breed Akkoord over het Respect voor de Mensenrechten en het Internationaal Humanitair Recht had ondertekend. Vandaag legt hij een totaal onrealistische einddatum op voor vredesbesprekingen met het MILF: 30 juni 2000, terwijl ze pas op 30 mei hervat worden. Geen wonder dat de Duitse, Franse, Zwitserse, Maleisische en Zuidafrikaanse regeringen bezorgd zijn over de veiligheid van hun landgenoten-gijzelaars in de handen van de Abu Sayyaf. Want niet alleen de Abu Sayyaf-groep, maar ook het Estrada regime is extreem onbetrouwbaar.